Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu tot wijziging van de Beleidsregels grote rivieren in verband met het uitzonderen van bepaalde bestemmingen en enkele verbeteringen

4 juli 2011

Nr. IENM/BSK-2011/97776

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 6.12 van het Waterbesluit en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Beleidsregels grote rivieren worden als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 komt te luiden:

Artikel 2. Toepassingsbereik

  • 1. De artikelen 3 tot en met 7 zijn van toepassing op de waterstaatswerken in beheer bij het Rijk, voor zover aangegeven op de in bijlage 1 bij dit besluit opgenomen overzichtskaart en detailkaarten.

  • 2. De artikelen 3 tot en met 7 zijn niet van toepassing op de in bijlage 2 bij dit besluit aangewezen activiteiten of locaties.

B

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen b en c worden geletterd: onderdelen c en d.

2. Na onderdeel a wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • b. activiteiten ten behoeve van rivierbeheer of -verruiming;.

C

In de artikelen 4 en 5 wordt ‘eerste lid’ vervangen door: eerste en tweede lid.

D

Artikel 9 komt te luiden:

Artikel 9. Overgangsrecht

Onverminderd artikel 2, tweede lid, zijn de artikelen 3 tot en met 7 niet van toepassing op een activiteit in het gebied, bedoeld in artikel 2, eerste lid:

  • a. voor zover ten aanzien van dat gebied de Beleidslijn ruimte voor de rivier (Stcrt. 1997, 87) niet van toepassing was, mits vóór 14 juli 2006 een aanvraag om een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, zoals die wet luidde op genoemde datum, was ingediend voor de desbetreffende activiteit;

  • b. voor zover de artikelen van dit besluit zoals dat luidde vóór 17 december 2009 ook niet op dat gebied of die gebieden van toepassing waren, mits die activiteit geen rivierkundige belemmering vormt en vóór die datum was toegestaan:

    • 1°. krachtens een vastgesteld besluit op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening, de Wet ruimtelijke ordening, of artikel 40 van de Woningwet;

    • 2°. krachtens een ontwerp voor een bestemmingsplan waarvan overeenkomstig de desbetreffende wet vóór genoemde datum kennis was gegeven.

E

Het opschrift van bijlage 1 bij het besluit vervalt.

F

Het opschrift van de bijlage ex artikel 2 bij het besluit komt te luiden:

BIJLAGE 1, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID.

G

Achter bijlage 1, behorend bij artikel 2, eerste lid (nieuw), wordt een bijlage toegevoegd, luidende:

BIJLAGE 2, BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID

De Beleidsregels grote rivieren zijn niet van toepassing op de navolgende activiteiten of locaties:

  • a. Havenfront Willemstad;

  • b. Mercon-Kloosterrein (Alblasserdam);

  • c. Alblasserwerf, Verolmeterrein en havenkom (Alblasserdam);

  • d. Cortgene/Haven (Alblasserdam);

  • e. Haven-Zuid (Alblasserdam);

  • f. Polder Het Nieuwland (Alblasserdam);

  • g. Polder Nieuwland en Noordhoek (Papendrecht);

  • h. Projecten uitvoeringscontract Hollandsche IJssel (Ouderkerk aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Moordrecht, Nieuwerkerk aan den IJssel, Capelle aan den IJssel en Gouda);

  • i. Recreatiehof Bruggehof en omstreken (Dordrecht);

  • j. Project Veerhaven (Hellevoetssluis);

  • k. Locatie Heliushaven (Hellevoetssluis);

  • l. Waterfront Moerdijk I (Moerdijk);

  • m. Waterfront Moerdijk II (Moerdijk);

  • n. Noordoevers Hendrik-Ido-Ambacht (Hendrik-Ido-Ambacht);

  • o. Afvalbrengstation (Hendrik-Ido-Ambacht);

  • p. Uitwerkingsplan Antoniapolder (Hendrik-Ido-Ambacht);

  • q. Noordoevers Zwijndrecht (Zwijndrecht);

  • r. Bedrijventerrein Stadionweg, ‘Zomerlandsportdorp’ (Rotterdam);

  • s. Veranda (Rotterdam);

  • t. Project Hoekstraat, Roosteren (Echt-Susteren);

  • u. Trekkershutten camping "De Oosterdriessen", Oost-Maarland (Eijsden);

  • v. Project Groeskamp, Thorn (Maasgouw);

  • w. Afronding Porta Isola, Stevensweert (Maasgouw);

  • x. Afronding Op de Konie, Ohé (Maasgouw);

  • y. Units schietterrein St. Anfried, Thorn (Maasgouw);

  • z. Ontwikkeling 8e woning Veerweg Blitterswijck (Venray);

  • aa. Vakantieappartementen en minicamping Bosscherveld (Maastricht);

  • ab. Visserweert 51, Roosteren (Echt-Susteren);

  • ac. Kulturhus, Alem (Maasdriel);

  • ad. Camping Oosterdriessen, Oost-Maarland (gemeente Eijsden-Margraten).

ARTIKEL II

Het besluit van 4 oktober 2007, Nr. HDJZ/I&O/2007-1343 Hoofddirectie Juridische Zaken, tot aanwijzing van een locatie als bedoeld in artikel 9, aanhef en onder b, van de Beleidsregels grote rivieren wordt ingetrokken.

ARTIKEL III

Het besluit van 13 december 2007, Nr. HDJZ/I&O/2007-1636 Hoofddirectie Juridische Zaken, tot aanwijzing van activiteiten of locaties, bedoeld in artikel 9, aanhef en onder b, van de Beleidsregels grote rivieren wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 december 2009.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.

TOELICHTING

Algemeen

De Beleidslijn grote rivieren, waar de Beleidsregels grote rivieren onderdeel van uitmaken, is het kader waarmee de rivierbeheerder beoordeelt of ontwikkelingen in het rivierbed van de grote rivieren kunnen worden toegestaan en een vergunning in kader van de Waterwet kan worden verleend. De begrenzing van de vergunningplicht is aangeduid op de kaarten bij de Waterregeling. De van de vergunning vrijgestelde gebieden zijn aangeduid op kaarten bij het Waterbesluit. De begrenzing van de vergunningplicht onder voorganger van de Waterwet, Wet beheer rijkswaterstaatswerken (Wbr), was aangeduid op de kaarten bij het Besluit rijksrivieren.

De begrenzing van het rivierbed in het Besluit rijksrivieren is in december 2009 gewijzigd1 en opgenomen in het Waterbesluit, dat is gepubliceerd op 22 december 2009. Door de wijziging is de begrenzing van het rivierbed verruimd, waardoor de vergunningplicht geografisch is uitgebreid. In samenhang daarmee zijn op 17 december 2009 ook de Beleidsregels grote rivieren gewijzigd.2 Met de wijziging van de Beleidsregels en de bijbehorende kaarten zijn de belijningen van het rivierbed aangepast aan de nieuwe beheergrenzen van het rivierbed van het Waterbesluit, waardoor het toepassingsbereik van de Beleidsregels is uitgebreid.

De wijzigingen in de begrenzing van het rivierbed en het toepassingsbereik van de beleidsregels kunnen betekenen dat een activiteit die eerder in een niet-vergunningplichtig gebied lag, in een vergunningplichtig gebied is komen te liggen. Hierbij doen zich twee mogelijkheden voor:

  • 1) voor zover voor deze activiteiten op 22 december 2009 een onherroepelijke vergunning ex artikel 40 van de Woningwet gold, worden deze in het Waterbesluit vrijgesteld van de vergunningplicht. Een watervergunning is in deze gevallen niet vereist.

  • 2) voor zover deze activiteiten niet onder de vrijstelling van het Waterbesluit vallen is in beginsel een watervergunning vereist, waarbij de vergunningverlening getoetst wordt aan de Beleidsregels grote rivieren. Omdat een activiteit vaak een bouwplan betreft, bestaat de mogelijkheid dat deze na toetsing aan de beleidsregels niet in aanmerking komt voor een watervergunning. Vanwege het feit dat deze activiteiten vóór de wijziging van de beheergrenzen en de beleidsregels wel waren toegestaan, is het wenselijk deze activiteiten te vergunnen en de beleidsregels daarbij buiten toepassing te laten. Voorwaarden daarvoor zijn dat het om de projecten of activiteiten gaat die geen rivierkundige belemmering vormen en waarvoor concrete plannen bestaan die voor 17 december 2009 al in een (ontwerp van) een bestemmingsplan stonden, opgenomen waren in een projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro, waarvoor een vrijstelling is verleend conform artikel 19 WRO (oud) of een bouwvergunning was afgegeven op basis van de Woningwet. Voor deze activiteiten blijft dus een vergunning in het kader van de Waterwet nodig, maar vindt geen toets aan de Beleidsregels grote rivieren plaats. Dit wordt in overgangsrecht verduidelijkt. Dit overgangsrecht geldt zowel voor gebieden conform art. 2a uit de Wbr (oud) als gebieden waar de Wbr (oud) voorheen niet van toepassing was. De concrete activiteiten die onder dit overgangsrecht vallen, worden tevens aangeduid op een lijst, die in de bijlage van de Beleidsregels grote rivieren wordt opgenomen.

Verder worden in het voorliggende wijzigingsbesluit enkele technische aanpassingen gedaan. Een van die aanpassingen betreft de aanwijzing van bepaalde activiteiten en locaties die buiten het toepassingsbereik van de beleidsregels vallen. Deze activiteiten en locaties werden steeds bij afzonderlijk besluit van de staatssecretaris aangewezen. In verband met de kenbaarheid worden deze activiteiten en locaties in de beleidsregels zelf opgenomen. Daarnaast wordt een toetsingscategorie geherintroduceerd die met de komst van de Waterwet per abuis was geschrapt, namelijk activiteiten voor rivierbeheer en -verruiming. Tot slot wordt nog een onvolledige verwijzing gecorrigeerd.

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 december 2009. De vaste verandermomenten voor regelgeving zijn niet van toepassing, omdat dit een wijziging van beleidsregels betreft.3

Artikelsgewijs

Voor zover een activiteit of gedraging niet valt onder een vrijstelling van de vergunningplicht als bedoeld in het eerste lid kan er sprake zijn van een vergunningplichtige situatie waarin de watervergunning niet wordt getoetst overeenkomstig deze beleidsregels maar wordt verleend vanwege eerder op grond van andere wetten verleende toestemmingen (in verband met rechtszekerheid). Dit betreft in de eerste plaats activiteiten in gebieden waarop eerder de Beleidslijn ruimte voor de rivier (Stcrt. 1997, 87) niet van toepassing was. Voorwaarde is dat vóór 14 juli 2006 een aanvraag om een vergunning op grond van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, zoals die wet luidde op genoemde datum, was ingediend voor die activiteit. Dit overgangsrecht was reeds opgenomen in artikel 9 van de Beleidsregels.

Met onderdeel D wordt het overgangsrecht van artikel 9 aangevuld zodat de Beleidsregels grote rivieren ook buiten toepassing blijven voor activiteiten in gebieden waar vòòr de wijziging in 2009 van de Beleidsregels en bijbehorende kaarten deze Beleidsregels ook niet van toepassing waren. Aan artikel 9 worden ook de voorwaarden toegevoegd waaraan de activiteiten moeten voldoen om in aanmerking te komen voor uitzondering van toetsing aan de Beleidsregels. Deze voorwaarden zijn dat het om projecten of activiteiten gaat die geen rivierkundige belemmering vormen en waarvoor concrete plannen bestaan die voor 17 december 2009 al in een (ontwerp van) een bestemmingsplan stonden, opgenomen waren in een projectbesluit op grond van artikel 3.10 Wro, waarvoor een vrijstelling is verleend conform artikel 19 WRO (oud) of een bouwvergunning was afgegeven op basis van de Woningwet. Dit sluit aan bij de toelichting bij de wijziging van de Beleidsregels grote rivieren van december 2009, waarin expliciet wordt aangegeven dat met name in die gevallen waarin het vigerende bestemmingsplan een bouwtitel verschaft voor de voorgenomen activiteiten, onnodige belemmeringen voor de uitvoering van deze plannen moeten worden voorkomen.

Tot op heden wees de Staatssecretaris bij afzonderlijk besluit bepaalde activiteiten en locaties aan die buiten het toepassingsbereik van de beleidsregels vallen. Voor deze activiteiten blijft dus een vergunning in het kader van de Waterwet nodig, maar hoeft geen toets aan de Beleidsregels grote rivieren plaats te vinden. Er zijn in dat kader twee besluiten gepubliceerd4 . In verband met de kenbaarheid is het wenselijk deze activiteiten in de beleidsregels zelf op te nemen. Met onderdeel A wordt bereikt dat deze activiteiten en locaties voortaan in bijlage 2 bij dit besluit worden opgenomen. De nieuwe bijlage 2 (zie onderdeel G van dit besluit) bevat de in 2007 bij besluit aangewezen activiteiten en locaties, alsmede nieuwe activiteiten en locaties. Die nieuwe activiteiten en locaties zijn een concretisering van het overgangsrecht in onderdeel D. De in 2007 gepubliceerde besluiten kunnen om die reden worden ingetrokken (artikelen II en III).

In onderdeel B wordt een toetsingscategorie geherintroduceerd die met de komst van de Waterwet per abuis was geschrapt, namelijk activiteiten voor rivierbeheer en -verruiming. Het gaat dan om activiteiten ten behoeve van rivierbeheer en -verruiming voor zover deze activiteiten niet door de waterbeheerder worden verricht (de activiteiten van de waterbeheerder zijn uitgezonderd van vergunningplicht op grond van 6.12, tweede lid, onderdeel c, van het Waterbesluit). Het betreffen activiteiten die de ruimte voor de rivier vergroten of die noodzakelijk zijn voor de veiligheid van het achterland bij maatgevende hoogwaterafvoeren en invulling geven aan de doelstellingen zoals die geformuleerd zijn voor het hoogwaterbeleid. Hierbij wordt vooral gedacht aan versterking van de waterkering. Voor deze activiteiten kan in beginsel na toetsing aan de algemene voorwaarden van artikel 7, eerste lid, een vergunning worden verleend.

Ten slotte wordt in onderdeel C nog een verduidelijking aangebracht. Naast het eerste lid, moet ook worden getoetst aan het tweede lid van artikel 7 van de beleidsregels bij de toestemming bedoeld in de artikelen 4 en 5. Dit vloeide reeds voort uit artikel 7, tweede lid, maar de verwijzing was onvolledig.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J.J. Atsma.


X Noot
1

Stb 2009, 573.

X Noot
3

Zie Kamerstukken II 2009–10, 29 515, nr. 309.

Naar boven