Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van 3 september 2010, nr. DGR/LOK 2010016876, houdende wijziging van de Regeling omgevingslawaai (aanvulling lijst van agglomeraties).

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 117a, tweede lid, van de Wet geluidhinder;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2 van de Regeling omgevingslawaai wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel b wordt gewijzigd als volgt:

  • a. Na ‘Oegstgeest,’ wordt ingevoegd: Pijnacker-Nootdorp,.

  • b. Na ‘Westland’ wordt onder wijziging van de puntkomma aan het eind van dit onderdeel door een komma, ingevoegd: Zoetermeer;.

2. Na onderdeel f worden, onder wijziging van de punt aan het eind van dit onderdeel door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd:

  • g. de agglomeratie Alkmaar, omvattende de gemeenten:

    Alkmaar,

    Bergen,

    Heiloo,

    Heerhugowaard,

    Langedijk;

  • h. de agglomeratie Enschede, omvattende de gemeenten:

    Almelo,

    Enschede,

    Hengelo;

  • i. de agglomeratie Gouda, omvattende de gemeenten:

    Alphen aan de Rijn,

    Boskoop,

    Gouda,

    Waddinxveen;

  • j. de agglomeratie Hilversum, omvattende de gemeenten;

    Blaricum,

    Bussum,

    Hilversum,

    Huizen,

    Laren,

    Naarden,

    Weesp;

  • k. Almere;

  • l. Amersfoort

  • m. Apeldoorn;

  • n. Arnhem;

  • o. Breda;

  • p. Den Bosch;

  • q. Groningen;

  • r. Maastricht;

  • s. Nijmegen;

  • t. Tilburg;

  • u. Zwolle.

ARTIKEL II

In bijlage 3 worden alle verwijzingen naar het Reken- en meetvoorschrift wegverkeerslawaai 2002 en het Reken- en meetvoorschrift railverkeerslawaai 2004 vervangen door een verwijzing naar de overeenkomstige bepalingen van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006.

ARTIKEL III

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlage 3, die te raadplegen is via de website www.stillerverkeer.nl.

Den Haag, 3 september 2010

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

De Minister van VROM wijst bij ministeriële regeling de agglomeraties aan. Daarbij gaat het om een aanwijzing in twee tranches. De eerste is in overeenstemming met de EU-richtlijn gepubliceerd in 2005 daarbij zijn de agglomeraties met ten minste 250.000 inwoners aangewezen. De richtlijn geeft voor de aanwijzing van volgende tranches twee data: 30 juni 2010 (artikel 7, eerste lid) en 31 december 2008 (idem, tweede lid). De criteria die voor deze tranches gelden zijn dezelfde; het betreft dus inhoudelijk dezelfde aanwijzing. Ter voorkoming van doublures is hier de eerste datum aangehouden.

In deze regeling gaat het om de aanwijzing van de agglomeraties met ten minste 100.000 inwoners. Deze tweede aanwijzing is een uitbreiding van de aanwijzing in de eerste tranche. Thans resteren er dus alleen nog agglomeraties met 100.000 inwoners of meer.

Uitgangspunt bij de aanwijzing is de definitie van agglomeratie uit de EU-richtlijn omgevingslawaai. Die luidt als volgt: deel van het grondgebied van een lidstaat, als afgebakend door deze lidstaat, met een bevolking van meer dan 100.000 personen en een zodanige bevolkingsdichtheid dat de lidstaat het als een stedelijk gebied beschouwt.

Deze definitie is niet volledig eenduidig; het laat enige keuzevrijheid. Die vrijheid is als volgt ingevuld.

De aanwijzing van de eerste tranche is integraal overgenomen.

Voor de daaraan toe te voegen tweede-tranchegemeenten is eerst een selectie gemaakt van alle gemeenten met meer dan 100.000 inwoners. Geschrapt zijn hieruit de gemeenten die uit meerdere kleinere kernen bestaan.

Vervolgens zijn clusters gezocht van gemeenten die gezamenlijk meer dan 100.000 inwoners tellen en onderling een zekere stedenbouwkundige samenhang laten zien.

De laatste groep wordt gevormd door gemeenten die aan de 100.000 plus gemeenten grenzen waarbij het bebouwde gebied aan de gemeentegrens min of meer aansluitend is.

Naast de aanwijzing van nieuwe agglomeratiegemeenten is in deze regeling ook opgenomen een wijziging met betrekking tot de toepasselijke reken- en meetmethoden. De huidige regeling verwijst naar de verouderde reken- en meetvoorschriften uit 2002 (wegverkeer) en 2004 (railverkeer). Door deze wijziging wordt nu verwezen naar de meest recente regeling: het reken- en meetvoorschrift geluidhinder uit 2006.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven