Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 9 december, nr. 5577676/08, houdende aanwijzing tot bewerker en verlening van mandaat en machtiging van de Minister van Justitie aan de raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch betreffende het register beëdigde tolken en vertalers (Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers)

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, 10:5, tweede lid,10:9 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2, tweede en derde lid, van de Wet beëdigde tolken en vertalers;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Minister:

de Minister van Justitie;

b. raad:

de raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch;

c. Wet:

de Wet beëdigde tolken en vertalers;

d. Besluit:

het Besluit beëdigde tolken en vertalers;

e. lijst:

de lijst, bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Wet.

§ 2. Aanwijzen bewerker register en bijhouder lijst

Artikel 2

  • 1. De raad wordt op grond van artikel 2, tweede lid, van de Wet aangewezen als de instelling die het register bewerkt.

  • 2. De raad wordt op grond van artikel 2, derde lid, van de Wet aangewezen als de instelling die de lijst bijhoudt.

§ 3. Mandaat en machtiging raad

Artikel 3

  • 1. Aan de raad wordt mandaat en machtiging verleend ten aanzien van de aan de Minister toekomende bevoegdheden en handelingen betreffende de aangelegenheden, bedoeld in de Wet en het Besluit, met uitzondering van de bevoegdheden en handelingen, bedoeld in de artikelen 2, tweede lid, 4, vijfde lid, 16, vierde lid, 28, tweede lid, en 34 van de Wet en artikelen 7, vierde lid, 9 tweede lid en 12 van het Besluit.

  • 2. Het krachtens het eerste lid verleende mandaat en de machtiging kunnen verder worden doorgegeven aan onder de raad ressorterende functionarissen.

Artikel 4

  • 1. Aan de raad wordt mandaat en machtiging verleend om bezwaar en beroep te behandelen als bedoeld in de hoofdstukken 6, 7 en 8 van de Algemene wet bestuursrecht en klachten te behandelen als bedoeld in titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 2. Het krachtens het eerste lid verleende mandaat en de machtiging kunnen verder worden doorgegeven aan onder de raad ressorterende functionarissen, waarbij niet wordt toegestaan dat functionarissen besluiten nemen in bezwaar of klachten behandelen over besluiten of gedragingen waarbij zij zelf betrokken zijn geweest.

Artikel 5

  • 1. Aan de raad wordt mandaat en machtiging verleend om besluiten te nemen en andere handelingen te verrichten betreffende verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens.

  • 2. Het krachtens het eerste lid verleende mandaat en de machtiging kunnen verder worden doorgegeven aan onder de raad ressorterende functionarissen, tenzij het een besluit betreft dat belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kan hebben.

§ 4. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 6

Ingetrokken worden:

  • a. De regeling van 29 mei 2008, houdende verlening mandaat en machtiging inzake bezwaar en beroep betreffende het kwaliteitsregister tolken en vertalers aan de Raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch;

  • b. De tijdelijke regeling van 13 mei 2003 houdende machtiging van de Raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch tot het beheer van het landelijk kwaliteitsregister tolken en vertalers.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2009.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak.

TOELICHTING

Algemeen

Op 1 januari 2009 treedt de Wet beëdigde tolken en vertalers in werking. De onderhavige Regeling aanwijzing bewerker en mandaat register beëdigde tolken en vertalers (hierna genoemd: regeling) regelt het op dit terrein benodigde mandaat en machtiging en de aanwijzing van een bewerker van dit register en bijhouder van de lijst.

De Wet beëdigde tolken en vertalers (hierna: Wet) strekt onder meer tot het instellen van een register voor beëdigde tolken en beëdigd vertalers (hierna: register). In dit register worden de vertalers en de tolken die aan kwaliteits- en integriteitseisen voldoen op hun verzoek opgenomen. Via dit register kunnen partijen die behoefte hebben aan bijstand van een beëdigd tolk of vertaler kennis nemen van het beschikbare aanbod. Tolken en vertalers die willen worden opgenomen in het register als beëdigde tolk of vertaler, moeten voldoen aan de in artikel 3 van de Wet gestelde (opleidings)eisen. Daarnaast wordt een lijst bijgehouden van tolken en vertalers die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over een aantal vereiste competenties, maar wel een verklaring omtrent gedrag kunnen overleggen.

Op dit moment bestaat reeds een register voor tolken en vertalers. Dit register, dat wordt aangeduid als ‘Kwaliteitsregister’, wordt namens de Minister van Justitie beheerd door de raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch (hierna: raad). Het kwaliteitsregister is op initiatief van de toenmalige Staatssecretaris van Justitie ingesteld teneinde de kwaliteit van de tolken een stimulans te geven en de betrokken instanties in staat te stellen tijdig een beëdigd vertaler of tolk te vinden.

Overigens zullen de aan de Minister van Justitie (hierna: Minister) voorbehouden bevoegdheden en handelingen op grond van de huidige portefeuilleverdeling tussen de bewindspersonen van Justitie uitgeoefend worden door de Staatssecretaris van Justitie.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Voor de leesbaarheid van de regeling worden enige veelgebruikte begrippen afgekort.

Artikel 2

In dit artikel wordt toepassing gegeven aan artikel 2, tweede en derde lid, van de Wet. De raad wordt aangewezen als bewerker van het register en bijhouder van de lijst van tolken en vertalers die niet via een toets kunnen aantonen te beschikken over voldoende kennis van bron- of doeltaal en/of de bijbehorende cultuur.

Artikel 3, eerste lid

De uitzonderingen houden verband met de gewenste bevoegdheidsverdeling en met artikel 10:3 tweede lid, onder a, van de Awb. Mandaat wordt in ieder geval niet verleend voor de bevoegdheid tot het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften.

Overigens blijft de verantwoordelijke bewindspersoon op grond van artikel 10:7 van de Awb te allen tijde bevoegd de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te voeren.

Artikel 3, tweede lid

Ondermandaat is van belang omdat op grond van artikel 10:3, derde lid, van de Awb de beslissing op bezwaar niet mag worden genomen door dezelfde gemandateerde die het primaire besluit nam. Het is derhalve wenselijk dat de raad ondermandaat van de bevoegdheden genoemd in artikel 3, eerste lid, van de regeling kan verlenen. Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 10:9 van de Awb. Omdat de raad geen uitgebreide hiërarchisch opgebouwde organisatiestructuur kent, is niet gekozen voor de gebruikelijke formulering dat het mandaat en de machtiging steeds één hiërarchisch niveau verder kunnen worden doorgegeven.

Artikel 4, eerste en tweede lid

De raad krijgt de bevoegdheid de naar aanleiding van zijn – het register en verwante zaken betreffende – besluiten ingediende bezwaarschriften af te doen, verweer te voeren in de beroepsfase en te beslissen tot het instellen van rechtsmiddelen.

Ook is de raad bevoegd klachten te behandelen als bedoeld in titel 9.1. van de Awb. Deze titel is ook van toepassing op de klachtbehandeling, genoemd in artikel 16 van de Wet: Ieder kan een klacht indienen bij de raad inzake de wijze waarop een beëdigde tolk of vertaler zich in en bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen.

Artikel 10:3, derde lid, van de Awb staat niet toe dat een beslissing op een bezwaarschrift wordt genomen door dezelfde gemandateerde als degene die het primaire besluit in mandaat nam. Overigens vormt artikel 10:3, derde lid, van de Awb geen beletsel voor het nemen van beslissingen op bezwaar door de raad waar het primaire besluit krachtens door de raad verleend ondermandaat is genomen, bijvoorbeeld door een hoofd van een dienstonderdeel.

De uitzondering genoemd in het tweede lid houdt verband met het feit dat wegens belangenverstrengeling het niet geoorloofd is klachten over eigen gedragingen te behandelen. Dit beginsel is neergelegd in artikel 9:7 van de Awb.

Artikel 5, eerste en tweede lid

De kennis en gegevens betreffende het register en verwante zaken zijn hoofdzakelijk bij de raad aanwezig. Het is daarom wenselijk dat de raad namens de Minister verzoeken behandelt op grond van de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Gekozen is voor dezelfde systematiek als in de Mandaatregeling Ministerie van Justitie 2005, artikel 2 en onderliggende departementale mandaatregelingen.

De Minister blijft verantwoordelijk voor besluiten die belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijk gevolgen kunnen hebben. Bij dergelijke zaken consulteert de raad de coördinator Wet openbaarheid van bestuur en Wet bescherming persoonsgegevens van het Ministerie van Justitie. Bij deze zaken wordt het besluit op bezwaar door de Minister of krachtens departementaal mandaat genomen.

Artikel 6

Aangezien de raad niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de Minister, is ingevolge artikel 10:4, eerste lid, van de Awb, de instemming van de raad met de mandaatverlening vereist. De raad heeft schriftelijk ingestemd met het verkrijgen van het mandaat en de machtiging, bedoeld in deze regeling.

Artikel 7

De onderhavige regeling treedt in de plaats van de Regeling van 29 mei 2008, houdende verlening mandaat en machtiging inzake bezwaar en beroep betreffende het kwaliteitsregister tolken en vertalers aan de Raad voor rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch en de Machtiging Raad voor rechtsbijstand tot beheer kwaliteitsregister tolken en vertalers. Ook de onderliggende mandaatregelingen vervallen, zoals de Ondermandatering inzake bezwaar en beroep betreffende het Kwaliteitsregister tolken en vertalers aan functionarissen van de Raad voor Rechtsbijstand te ’s-Hertogenbosch.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak.

Naar boven