Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2025, 326 | Klein Koninklijk Besluit |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2025, 326 | Klein Koninklijk Besluit |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 30 oktober 2025, nr. 2025-0000590564;
Gelet op de artikelen VI van de Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES en 22a van de Wet digitale overheid;
Hebben goedgevonden en verstaan:
De Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES treedt met ingang van 11 november 2025 in werking, met uitzondering van de artikelen II, onderdelen aA, A, voor zover het gaat om artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, Aa, Ab, Ac, G, voor zover het gaat om artikel 30a, eerste tot en met derde lid van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, I, en VA.
Met ingang van 11 november 2025 zijn de Wet digitale overheid en de daarop berustende bepalingen mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba met uitzondering van de artikelen 3, 4, 5, eerste lid, onderdeel g, en zesde lid, 6, 7, 9, 11 tot en met 15, 16, tweede en derde lid, 17, derde, vijfde en zevende lid, 21, 22, en 24.
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 3 november 2025
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E. van Marum
Uitgegeven de zesde november 2025
De Minister van Justitie en Veiligheid, F. van Oosten
De Wet invoering BSN en voorzieningen digitale overheid BES (hierna: wet) bepaalt dat de artikelen van de wet in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld (artikel VI van de wet).
Met dit koninklijke besluit wordt, in afwijking van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten, voorzien in de inwerkingtreding van het leeuwendeel van de wet per 11 november 2025. De artikelen II, onderdelen aA, A, voor zover het gaat om artikel 1, eerste lid, onderdeel r, van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, Aa, Ab, Ac, G, voor zover het gaat om artikel 30a, eerste tot en met derde lid van de Wet basisadministraties persoonsgegevens BES, I, en VA zullen nog niet in werking treden.
Deze bepalingen hebben betrekking op het opnemen van het burgerservicenummer (BSN) op de ID-kaart BES en op het authentiek verklaren van bepaalde persoonsgegevens in de Basisadministraties persoonsgegevens BES (Bap BES), een terugmeldplicht voor gegevens waarvan vermoed wordt dat ze onjuist zijn en de door de openbare lichamen op de Bap BES uit te voeren zelfevaluatie. Deze bepalingen zullen in werking treden wanneer de technische- en overige voorzieningen van de openbare lichamen, zoals de beschikbaarheid van een nieuwe voorraad aan blanco ID-kaarten BES, daarvoor gereed zijn.
Met de inwerkingtreding per 11 november 2025 wordt afgeweken van de vaste verandermomenten en van de minimuminvoeringstermijn. Dit is om de volgende redenen gerechtvaardigd en niet bezwaarlijk. In de eerste plaats is in eerdere communicatie-uitingen steeds uitgegaan van het streven van het kabinet om het BSN en DigiD in 2025 in te voeren, dit is ook duidelijk geweest voor de betrokken uitvoerende instanties waarvoor vanaf het moment van inwerkingtreding een nieuwe wettelijke taak gaat gelden. Ook de publiekscampagne voor inwoners van Caribisch Nederland is gericht geweest op invoering in 2025, met als doel hen goed en tijdig voor te bereiden. De datum van 11 november is gekozen in overleg met de openbare lichamen en zij zijn om die reden ook al geruime tijd bezig met de voorbereidingen voor de komst van het BSN en de voorzieningen van de digitale overheid.
In de tweede plaats is van belang dat de invoering van het BSN en DigiD aanpassingen in processen en ondersteunende ICT-systemen vergt, terwijl deze wijzigingen zo min mogelijk impact mogen hebben op de dagelijkse dienstverlening vanuit de openbare lichamen aan burgers. Met de betrokken partijen (o.a. softwareleveranciers) is ervoor gezorgd dat deze aanpassingen klaarstaan voor ingebruikname op 11 november 2025 en dan is ook de beschikbaarheid van betrokken ambtenaren en overig deskundig personeel geborgd. Uitstel naar 1 januari 2026 zorgt voor hogere kosten door het langer moeten aanhouden van deze externe leveranciers en leidt mogelijk tot ongewenste samenloop met andere geplande ICT-aanpassingen. Daar komt bij dat 1 januari doorgaans geen geschikte datum is om grote ICT-aanpassingen door te voeren. Dit heeft te maken met zowel operationele, personele als risicobeheersaspecten.
Ten slotte geldt dat de onderdelen van de wet die per 11 november in werking treden geen verplichtingen (acties) voor burgers of bedrijven bevatten. Het BSN wordt van rechtswege toegekend, de betrokkene hoeft daar geen aanvraag voor te doen. De aanvraag van een DigiD betreft een mogelijkheid, geen verplichting. Meer in het algemeen geldt dat de wetgeving geen verplichting tot elektronische dienstverlening met zich meebrengt.
Met dit koninklijke besluit worden de artikelen van de Wet digitale overheid (hierna: Wdo) op grond van artikel 22a van die wet per 11 november 2025 van overeenkomstige toepassing verklaard voor Caribisch Nederland.
Op dit moment is de Wdo in Europees Nederland nog niet volledig in werking getreden. Het spreekt voor zich dat de onderdelen van de Wdo die in Europees Nederland nog niet van kracht zijn, ook nog niet zullen gelden in Caribisch Nederland. Dit betreft de artikelen 4 (informatiebeveiliging), 5, eerste lid, onderdeel g, en zesde lid (de verantwoordelijkheid voor het beheer van een voorziening voor inzage en beschikking over persoonsgegevens door burgers en een delegatiegrondslag voor regels over het beheer van de online identiteit), 7 (verplichte acceptatie van inlogmiddelen), 9 (de toelating van identificatiemiddelen en diensten), 11 tot en met 15 (elektronische dienstverlening aan bedrijven), 16, tweede en derde lid (bescherming van persoonsgegevens met betrekking tot private inlogmiddelen en bedrijfs- en organisatiemiddelen), 17, derde, vijfde en zevende lid (toezicht op gemeenten en waterschappen en toezicht en handhaving met betrekking tot toegelaten identificatiemiddelen en bedrijfs- en organisatiemiddelen), 21 (doorberekening kosten voor het beheer van de voorzieningen), 22 (doorberekening aanvraag erkenning en naleving erkenningseisen) en 24 (overgangsrecht voor bedrijfs- en organisatiemiddel). De artikelen die in Europees Nederland thans wel van kracht zijn, zullen met dit besluit per 11 november 2025 ook in Caribisch Nederland gaan gelden, met uitzondering van de artikelen 3 (beveiligings- en toegankelijkheidsstandaarden) en 6 (betrouwbaarheidsniveaus inlogmiddelen). Voor deze artikelen zijn enkele technische en organisatorische aanpassingen vereist die pas op een later moment gerealiseerd kunnen worden aansluitend op het absorptievermogen van de openbare lichamen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, E. van Marum
Kopieer de link naar uw clipboard
https://www.officielebekendmakingen.nl/stb-2025-326.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.