Wet van 9 september 2020 tot wijziging van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg in verband met het creëren van een bevoegdheid voor Onze Minister om een voorgedragen kwaliteitsstandaard vanwege financiële gevolgen niet in het openbaar register op te nemen (financiële toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat Onze Minister bevoegdheid wordt toegekend om te voorkomen dat een voorgedragen kwaliteitsstandaard die leidt tot aanzienlijke financiële gevolgen voor de collectieve uitgaven voor de zorg wordt opgenomen in het openbare register van het Zorginstituut;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

Adviescommissie Kwaliteit:

Adviescommissie Kwaliteit, genoemd in artikel 59b, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

collectieve zorguitgaven:

uitgaven voor Zvw-zorg die behoort tot de zorgplicht van een zorgverzekeraar of uitgaven voor Wlz-zorg;

kwaliteitsstandaard:

richtlijn, module, norm, zorgstandaard dan wel organisatiebeschrijving, die:

  • a. betrekking heeft op het gehele zorgproces of een deel van een zorgproces;

  • b. vastlegt wat noodzakelijk is om vanuit het perspectief van de cliënt goede zorg te verlenen; en

  • c. overeenkomstig artikel 11a in het openbaar register is opgenomen;

meetinstrument:

middel waarmee een indicatie kan worden verkregen van de kwaliteit van de geleverde zorg die in het openbaar register is opgenomen;

openbaar register:

openbaar register als bedoeld in artikel 11a;

professionele standaard:

geheel van private normen en regels, medisch wetenschappelijke inzichten en ervaringen dat invulling geeft aan het professioneel handelen van zorgverleners of zorgaanbieders;

tripartiete partijen:

organisaties van cliënten, zorgaanbieders of zorgverleners en zorgverzekeraars of Wlz-uitvoerders;

Wlz-uitvoerder:

Wlz-uitvoerder als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg;

zorgautoriteit:

Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Zorginstituut:

Zorginstituut Nederland, genoemd in artikel 58, eerste lid, van de Zorgverzekeringswet;

zorgverzekeraar:

zorgverzekeraar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Zorgverzekeringswet;

b. De begripsomschrijving van Onze Minister komt te luiden:

Onze Minister:

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of Onze Minister voor Medische Zorg;

c. In de begripsomschrijving van zorgverlener wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een puntkomma.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Een onderdeel van de professionele standaard respectievelijk een voorgedragen kwaliteitsstandaard heeft voor de toepassing van deze wet mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven indien:

    • a. sprake is van:

      • 1°. een toename van het aantal in te zetten voltijdsequivalenten aan zorgverleners;

      • 2°. een verhoging van de kwalificaties van de in te zetten zorgverleners; of

      • 3°. een nieuwe wijze van zorgverlening of een andere organisatie van het zorgproces waarbij bouwkundige, ruimtelijke, technische of organisatorische aanpassingen nodig zijn waarvoor een financiële investering nodig is; en

    • b. dat onderdeel respectievelijk die voorgedragen kwaliteitsstandaard breed toepasbaar is vanwege de vormen van zorg, het aantal zorgaanbieders of zorgverleners of cliënten waarop dat onderscheidenlijk die betrekking heeft.

  • 9. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de toepassing van het achtste lid. De voordracht voor een krachtens dit lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

B

Het opschrift van Hoofdstuk 2 komt te luiden:

HOOFDSTUK 2. GOEDE ZORG EN OPENBARE REGISTERS

C

Voor artikel 2 wordt een nieuw paragraafopschrift ingevoegd:

§ 1. Goede zorg

D

Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt de komma aan het einde van de zin vervangen door een puntkomma.

b. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. waarbij zorgaanbieders en zorgverleners handelen in overeenstemming met de op hen rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de professionele standaard en de kwaliteitsstandaarden; en.

E

Na artikel 2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

  • 1. Voor zover een onderdeel van de professionele standaard mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven heeft, hoeven zorgaanbieders en zorgverleners, in afwijking van artikel 2, tweede lid, onderdeel b, uitsluitend te handelen in overeenstemming met dat onderdeel voor zover dat een kwaliteitsstandaard is.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op die onderdelen van de professionele standaard die voor 5 juli 2018 al tot de professionele standaard behoorden.

  • 3. Het Zorginstituut bevordert de eenduidige uitleg van de toepassing van het eerste lid op een onderdeel van de professionele standaard.

F

Na artikel 11 wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 2. Register voor kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten

Artikel 11a
  • 1. Het Zorginstituut houdt een openbaar register bij waarin de kwaliteitsstandaarden en de meetinstrumenten zijn opgenomen.

  • 2. De opname in het openbaar register geschiedt op basis van een voordracht als bedoeld in artikel 11b, eerste lid, onderscheidenlijk 11f, eerste lid.

Artikel 11b
  • 1. De voordracht van een kwaliteitsstandaard aan het Zorginstituut vindt plaats door tripartiete partijen gezamenlijk dan wel door de Adviescommissie Kwaliteit.

  • 2. Een voorgedragen kwaliteitsstandaard voldoet aan de volgende voorwaarden:

    • a. hij bevat een verantwoorde beschrijving van de kwaliteit van een zorgproces of een deel van een zorgproces, waaronder in ieder geval wordt verstaan dat hij de innovatie van het zorgproces niet belemmert en dat de daarin opgenomen normen leiden tot doelmatige zorg en toepasbaar zijn in het toezicht;

    • b. hij bevat een cliëntenversie, een samenvatting en een onderhoudsplan;

    • c. hij voorkomt een onderscheid tussen zorg waarvan de uitgaven behoren tot de collectieve zorguitgaven en andere zorg in een kwaliteitsstandaard en tussen kwaliteitsstandaarden; en

    • d. hij is verbonden met één of meer meetinstrumenten of bevat een planning waaruit blijkt wanneer dit het geval zal zijn.

  • 3. Een voorgedragen kwaliteitsstandaard die mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven heeft bevat ook een kwalitatieve beschrijving van de directe gevolgen van die standaard voor de collectieve zorguitgaven en maakt een beoordeling van die gevolgen mogelijk.

  • 4. Voor zover niet meteen na opname in het openbaar register aan de kwaliteitsstandaard kan worden voldaan, bevat de voorgedragen kwaliteitsstandaard ook een planning waaruit blijkt wanneer wel aan die standaard kan worden voldaan.

  • 5. Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een voorgedragen aanpassing van een kwaliteitsstandaard.

Artikel 11c
  • 1. Het Zorginstituut neemt een voorgedragen kwaliteitsstandaard zonder mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven op in het openbaar register indien die voldoet aan artikel 11b, eerste, tweede en vierde lid.

  • 2. Het Zorginstituut zendt een voorgedragen kwaliteitsstandaard die voldoet aan artikel 11b, eerste, tweede en vierde lid en mogelijke substantiële financiële gevolgen voor de collectieve zorguitgaven heeft, aan de zorgautoriteit voor het verrichten van een analyse naar de directe gevolgen van die standaard voor de collectieve zorguitgaven.

  • 3. Het Zorginstituut besluit tot opname van een voorgedragen kwaliteitsstandaard als bedoeld in het tweede lid in het openbaar register indien uit de analyse van de zorgautoriteit blijkt dat het hanteren van die standaard door zorgaanbieders, naar verwachting niet leidt tot een toename van de collectieve zorguitgaven.

  • 4. Het Zorginstituut vraagt, na een inhoudelijke afweging te hebben gedaan of de in voorgedragen kwaliteitsstandaard opgenomen normen leiden tot doelmatige zorg en het opstellen van een advies over die kwaliteitsstandaard, onder gelijktijdige toezending van de voorgedragen kwaliteitsstandaard, de analyse van de zorgautoriteit en het advies, toestemming aan Onze Minister voor het nemen van een besluit tot opname van de voorgedragen kwaliteitsstandaard in het openbaar register in het geval uit de analyse blijkt dat de voorgedragen kwaliteitsstandaard naar verwachting leidt tot een toename van de collectieve zorguitgaven.

  • 5. De zorgautoriteit doet niet eerder mededeling van de analyse naar de gevolgen voor de collectieve zorguitgaven dan nadat het Zorginstituut het besluit tot opname van de voorgedragen kwaliteitsstandaard in het openbaar register op grond van het derde lid heeft genomen of de voorgedragen kwaliteitsstandaard op basis van het vierde lid aan Onze Minister heeft gezonden.

  • 6. Het eerste tot en met het vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een voorgedragen aanpassing van een kwaliteitsstandaard.

Artikel 11d
  • 1. Onze Minister kan de toestemming, bedoeld in artikel 11c, vierde lid, weigeren indien hij overwegende bezwaren heeft tegen de verwachte toename van de collectieve zorguitgaven.

  • 2. Voordat Onze Minister een besluit neemt tot het al dan niet geven van de toestemming, deelt hij binnen vier weken na toezending door het Zorginstituut de inhoud van dat besluit schriftelijk mede aan beide Kamers der Staten-Generaal.

  • 3. Onze Minister kan in het geval dat de voorgedragen kwaliteitsstandaard zeer ingewikkeld, omstreden of omvangrijk is de termijn, bedoeld in het tweede lid, met vier weken verdagen.

  • 4. Onze Minister stelt het besluit zo spoedig mogelijk vast, maar niet eerder dan nadat 2 weken zijn verstreken na de mededeling, bedoeld in het tweede lid, of, in een geval als bedoeld in het derde lid, nadat 4 weken zijn verstreken.

  • 5. Onze Minister doet gelijktijdig met het verlenen van toestemming of het weigeren daarvan aan het Zorginstituut mededeling van dit besluit in de Staatscourant.

  • 6. Het Zorginstituut besluit tot opname van de voorgedragen kwaliteitsstandaard in het openbaar register indien Onze Minister op grond van artikel 11c, vierde lid, daarvoor toestemming heeft gegeven.

  • 7. Het eerste tot en met het zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een voorgedragen aanpassing van een kwaliteitsstandaard.

Artikel 11e
  • 1. Onze Minister maakt van zijn bevoegdheid, bedoeld in artikel 22 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen, slechts gebruik binnen drie maanden nadat het Zorginstituut in strijd met artikel 11c, eerste, derde of vierde lid, of artikel 11d, zesde lid, heeft besloten een voorgedragen kwaliteitsstandaard in het openbaar register op te nemen.

  • 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een in het openbaar register opgenomen aanpassing van een kwaliteitsstandaard.

Artikel 11f
  • 1. De voordracht van een meetinstrument aan het Zorginstituut vindt plaats door tripartiete partijen gezamenlijk dan wel de Adviescommissie Kwaliteit.

  • 2. Het Zorginstituut neemt een voorgedragen meetinstrument in het openbaar register op indien deze kan worden aangemerkt als een verantwoord middel om te meten of goede zorg is geleverd.

  • 3. Het Zorginstituut neemt een overeenkomstig het eerste lid voorgedragen meetinstrument niet op in het openbaar register indien het meetinstrument niet kan worden aangemerkt als een verantwoord middel om te meten of goede zorg is geleverd.

  • 4. Het eerste tot en met het derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op een aanpassing van een meetinstrument.

Artikel 11g
  • 1. Het Zorginstituut stelt vast voor welke vormen van zorg een kwaliteitsstandaard of een meetinstrument nodig is dan wel een overeenkomstig artikel 11a in het openbaar register opgenomen kwaliteitsstandaard of meetinstrument wijziging behoeft. Hierbij bevordert het Zorginstituut de verspreiding van goede voorbeelden op het gebied van patiëntveiligheid.

  • 2. Het Zorginstituut stelt een tijdstip vast waarop de kwaliteitsstandaard of het meetinstrument, bedoeld in het eerste lid, moet zijn opgesteld onderscheidenlijk aangepast.

  • 3. Indien op het in het tweede lid bedoelde tijdstip geen kwaliteitsstandaard of meetinstrument is opgesteld onderscheidenlijk aangepast, kan het Zorginstituut de Adviescommissie Kwaliteit verzoeken binnen een nader te bepalen termijn hiervoor zorg te dragen en over de aldus opgestelde onderscheidenlijk aangepaste kwaliteitsstandaard overleg te plegen met relevante tripartiete partijen.

  • 4. Het Zorginstituut bevordert de ontwikkeling van de kwaliteit van zorg en het door zorgaanbieders aanbieden van goede zorg als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

Artikel 11h
  • 1. Het Zorginstituut verwerkt de persoonsgegevens waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15, van de Algemene verordening gegevensbescherming, die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van zijn opgedragen taken, bedoeld in artikel 11g.

  • 2. Het Zorginstituut verwerkt op grond van het eerste lid slechts persoonsgegevens indien daarop pseudonimisering als bedoeld in artikel 4, onderdeel 5, van de Algemene verordening gegevensbescherming is toegepast en vervolgens onafgebroken is gecontinueerd.

  • 3. Artikel 21, eerste lid, tweede volzin, van de Algemene verordening gegevensbescherming, is bij de verwerking door het Zorginstituut niet van toepassing.

Artikel 11i
  • 1. Het Zorginstituut draagt zorg voor het verzamelen, samenvoegen en beschikbaar maken van informatie over de kwaliteit van verleende zorg:

    • a. met het oog op het recht van de cliënt een weloverwogen keuze te kunnen maken tussen verschillende zorgaanbieders; en

    • b. ten behoeve van het toezicht door de ambtenaren van de inspectie.

  • 2. Zorgaanbieders zijn verplicht de informatie, bedoeld in het eerste lid, te rapporteren op basis van de overeenkomstig artikel 11a in het openbaar register opgenomen meetinstrumenten.

  • 3. Bij regeling van Onze Minister wordt de instantie aangewezen waar zorgaanbieders de in het tweede lid bedoelde informatie aanleveren.

Artikel 11j
  • 1. De Adviescommissie Kwaliteit stelt op een verzoek van het Zorginstituut als bedoeld in artikel 11g, derde lid, een voor te dragen kwaliteitsstandaard of een meetinstrument op.

  • 2. De Adviescommissie Kwaliteit heeft tot taak het Zorginstituut te adviseren over aangelegenheden betreffende de kwaliteit van de zorgverlening, waaronder:

    • a. de meerjarenagenda en het werkprogramma van het Zorginstituut;

    • b. de samenhang tussen kwaliteitsstandaarden en de bekostiging van de zorg; en

    • c. het inzichtelijk maken van informatie over de kwaliteit van zorg.

  • 3. De Adviescommissie Kwaliteit kan ten behoeve van de uitvoering van haar werkzaamheden een of meer deskundigen op het gebied van een specifieke vorm van zorg inschakelen.

G

Voor artikel 12 wordt een nieuw paragraafopschrift ingevoegd, luidende:

§ 3. Landelijk register zorgaanbieders

H

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het eerste lid wordt «de artikelen 2 tot en met 11 en 13 tot en met 23» vervangen door «de artikelen 2, 2a, eerste en tweede lid, 3 tot en met 11 en 13 tot en met 23».

b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren volgen de eenduidige uitleg van het Zorginstituut, bedoeld in artikel 2a, derde lid.

I

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Onze Minister zendt binnen vier jaar na de inwerkingtreding van artikelen 1, achtste lid, 11b, derde lid, 11c, 11d, 11e aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van die paragraaf in de praktijk. In het bijzonder wordt hierbij aandacht geschonken aan de gevolgen voor de Wlz-zorg en Zvw-zorg.

ARTIKEL II

De Wet marktordening gezondheidszorg wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel h wordt «artikel 66d, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «artikel 11i, tweede lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel m door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • n. het verrichten van de analyse, bedoeld in artikel 11c, tweede lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

B

Na artikel 19 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 19a

De zorgautoriteit volgt de eenduidige uitleg van het Zorginstituut, bedoeld in artikel 2a, derde lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

C

In de artikelen 78a, 81a, eerste lid, 84a en 90, eerste lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg wordt de zinsnede «artikel 66d, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet» telkens vervangen door «artikel 11i, tweede lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg».

ARTIKEL III

Bijlage 2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2 wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg: de artikelen 11c, eerste en derde lid, en 11d, eerste lid.

2. In artikel 4 vervalt de zinsnede «Zorgverzekeringswet, voor zover het betreft beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit, bedoeld in artikel 66d».

ARTIKEL IV

Artikel 453 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. In het eerste lid (nieuw) wordt de zinsnede «de voor hulpverleners geldende professionele standaard, waaronder de kwaliteitsstandaard, bedoeld in artikel 1, onderdeel z, van de Zorgverzekeringswet» vervangen door «de voor hulpverleners geldende professionele standaard en kwaliteitsstandaarden als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Artikel 2a, eerste en tweede lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg is van overeenkomstige toepassing op het handelen van de hulpverleners.

ARTIKEL V

Artikel 1, onderdeel 2°, van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma door een punt in de voorafgaande zinsnede vervalt de zinsnede met betrekking tot de Zorgverzekeringswet.

2. In de alfabetische volgorde wordt ingevoegd: Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, artikel 11i, tweede lid;

ARTIKEL VI

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdelen z en aa, en de artikelen 66a tot en met 66e vervallen.

B

In artikel 88, eerste lid, wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet of van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg».

C

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet, van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg,».

ARTIKEL VII

Indien het bij koninklijke boodschap van 25 september 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en enige andere wetten in verband met het controleren van de verzekeringsplicht voor de zorgverzekering en het regelen van de verwerking van gepseudonimiseerde persoonsgegevens door Onze Minister voor Medische Zorg, het Zorginstituut Nederland en het RIVM (35 044) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel K, van die wet eerder in werking is getreden of treedt dan artikel VI van deze wet, komt artikel VI van deze wet te luiden:

ARTIKEL VI

De Zorgverzekeringswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdelen z en aa, en de artikelen 66a tot en met 66e vervallen.

B

In artikel 68a, eerste lid, wordt «in de artikelen 64, 66 of 66c» vervangen door «in de artikelen 64 of 66».

C

In artikel 88, eerste lid, wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet of van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg».

D

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet, van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg,».

2. Het zesde lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In onderdeel a wordt «, of» vervangen door een puntkomma.

b. In onderdeel b wordt «in de artikelen 64, 66 of 66c, opgedragen taken.» vervangen door «in de artikelen 64 of 66 opgedragen taken; of».

c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de uitvoering van de aan het Zorginstituut in artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg opgedragen taken.

ARTIKEL VIII

Indien het bij koninklijke boodschap van 25 september 2018 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet langdurige zorg en enige andere wetten in verband met het controleren van de verzekeringsplicht voor de zorgverzekering en het regelen van de verwerking van gepseudonimiseerde persoonsgegevens door Onze Minister voor Medische Zorg, het Zorginstituut Nederland en het RIVM (35 044) tot wet is of wordt verheven en artikel I, onderdeel K, van die wet later treedt dan artikel VI van deze wet, wordt die wet als volgt gewijzigd:

A

In artikel I, onderdeel K, wordt in het eerste lid van het voorgestelde artikel 68a «in de artikelen 64, 66 of 66c» vervangen door «in de artikelen 64 of 66».

B

In artikel I wordt na onderdeel K een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ka

In artikel 88, eerste lid, wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet, of van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg».

C

Artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

L

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «of van deze wet» vervangen door «of van deze wet, van artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg,».

2. Onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot achtste en negende lid drie leden ingevoegd, luidende:

  • 5. De verstrekking aan Onze Minister op grond van artikel 88, eerste lid, of het eerste lid betreft gegevens, waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, die noodzakelijk zijn voor de bepaling van de criteria, bedoeld in artikel 32 derde lid of van het criterium, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b of de statistische onderbouwing van de aan de criteria krachtens artikel 32, vierde lid, onderdeel c, gekoppelde bijdragen.

  • 6. De verstrekking aan het Zorginstituut op grond van artikel 88, eerste lid of het eerste lid, betreft gegevens waaronder gegevens over gezondheid als bedoeld in artikel 4, onderdeel 15 van de Algemene verordening gegevensbescherming, die noodzakelijk zijn voor:

    • a. de berekening van de aan een zorgverzekeraar toekomende bijdragen als bedoeld in artikelen 32 tot en met 34;

    • b. de uitvoering van de aan het Zorginstituut in de artikelen 64 of 66 opgedragen taken; of

    • c. de uitvoering van zijn in artikel 11g van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, opgedragen taken.

  • 7. Op de aan Onze Minister of het Zorginstituut te verstrekken persoonsgegevens is pseudonimisering als bedoeld in artikel 4, onderdeel 5 van de Algemene verordening gegevensbescherming, toegepast die vervolgens onafgebroken is gecontinueerd.

ARTIKEL IX

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, tweede lid, en onderdeel E, terug tot en met 5 juli 2018.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 9 september 2020

Willem-Alexander

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Uitgegeven de drieëntwintigste september 2020

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 124

Naar boven