Besluit van 31 januari 2019 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 12 december 2018, houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2019, 7)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 januari 2019, nr. 2019-0000029844;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Wet van 12 december 2018, houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2019, 7);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel:

De Wet van 12 december 2018, houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2019, 7) treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 31 januari 2019

Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Uitgegeven de achttiende februari 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Artikel 1 voorziet in de inwerkingtreding van de wet van 12 december 2018 houdende regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement (Stb. 2019, 07). Deze wet voorziet in de wettelijke grondslag voor de tussentijdse toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement in verband met de voorgenomen uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie en is van toepassing indien de uittreding overeenkomstig artikel 50 van het Verdrag betreffende de Europese Unie plaatsvindt na 22 mei 2019. Het is hiervoor nodig af te wijken van het systeem van vaste verandermomenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven