Wet van 23 januari 2019 tot wijziging van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken met het oog op het toepassen van niet-doelgebonden subsidiecriteria

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een wettelijke grondslag voor het toepassen van niet-doelgebonden criteria bij de verstrekking van subsidie;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 3 worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. In aanvulling op het bepaalde krachtens het eerste en tweede lid kan de verstrekking van subsidie afhankelijk worden gesteld van het voldoen aan beoordelingsmaatstaven, niet strekkende tot verwezenlijking van het doel van de subsidie, met betrekking tot:

    • a. het beloningsbeleid van de subsidieaanvrager,

    • b. het integriteitsbeleid van de subsidieaanvrager,

    • c. de naleving van algemeen gangbare normen van maatschappelijk verantwoord ondernemen door de subsidieaanvrager,

    • d. de naleving van internationaal aanvaarde humanitaire principes door de subsidieaanvrager,

    • e. de positie van vrouwen,

    • f. de gevolgen voor het milieu,

    • g. de gevolgen voor internationaal erkende burger-, politieke, economische, sociale en culturele rechten van mensen en

    • h. overige uit oogpunt van algemeen belang bij algemene maatregel van bestuur geregelde beoordelingsmaatstaven.

  • 4. Aan de subsidie kunnen verplichtingen worden verbonden met betrekking tot de bij of krachtens deze wet geregelde beoordelingsmaatstaven.

B

In artikel 5 vervalt het derde lid en wordt het vierde lid vernummerd tot derde lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te ’s-Gravenhage, 23 januari 2019

Willem-Alexander

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Uitgegeven de vijftiende februari 2019

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 35 009

Naar boven