Besluit van 21 januari 2014, houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de brandveiligheid van het bedrijfsmatig houden van dieren, alsmede correcties en verdere vereenvoudigingen van het Bouwbesluit 2012

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 28 oktober 2013, nr. 2013-0000644994, CZW;

Gelet op de artikelen 2, 3, 6 en 120 van de Woningwet en richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEG L 101/56);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 27 november 2013, nr. W04.13.0399/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst van 15 januari 2014, nr. 2014-0000026034, CZW;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Bouwbesluit 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de definitie van «basisnetroute» wordt «Besluit transportroutes externe veiligheid» vervangen door: Besluit externe veiligheid transportroutes.

b. In de definitie van «dagwaarde» wordt na «19.00 uur» ingevoegd «op de gevel van een geluidsgevoelig object als bedoeld in artikel 11.1 van de Wet milieubeheer» en wordt «impulsachtig karakter» vervangen door: impulskarakter.

c. In de definitie van «plasbrandaandachtsgebied» wordt «Besluit transportroutes externe veiligheid» vervangen door: Besluit externe veiligheid transportroutes.

2. In het derde lid wordt na de definitie van «lichte industriefunctie» een definitie ingevoegd, luidende:

lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren:

lichte industriefunctie waarin dieren als bedoeld in de bijlage bij het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren, worden gehouden;.

B

In artikel 1.18, eerste lid, onderdeel a, onder 2, wordt na «hoofdstuk 6 of 7» ingevoegd: uit het oogpunt van brandveiligheid.

C

In artikel 1.19, zesde lid, laatste volzin, wordt «NEN 1414» vervangen door: NEN 1413.

D

In de artikelen 1.23 en 1.32 komt onderdeel b te luiden:

  • b. veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7;.

E

Artikel 1.26, zesde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

  • e. een veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7;.

2. Onder verlettering van de onderdelen h tot en met j tot f tot en met h vervallen de onderdelen f en g.

F

In artikel 2.10, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Dit geldt niet voor de vloer van een buitenruimte van een woonfunctie.

G

In artikel 2.20, eerste lid, wordt na «artikel 2.17» ingevoegd: of een constructieonderdeel dat, installatie die of onderdeel van een installatie dat aan of naast een dergelijke afscheiding is geplaatst,.

H

In artikel 2.25, eerste lid, wordt «de vloer, boven de voorkant van de tredevlakken of boven de vloer van de hellingbaan gemeten hoogte,» vervangen door: een vloer, een tredevlak of een vloer van een hellingbaan,.

I

In artikel 2.51, derde lid, wordt «waarover een beweegbaar constructieonderdeel draait,» vervangen door: die langs een beweegbaar constructieonderdeel voert,.

J

In artikel 2.58, eerste lid, vervalt: over een dikte van ten minste 0,01 m, gemeten loodrecht op de binnenzijde,.

K

Tabel 2.66 komt te luiden:

Tabel 2.66

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

                                   

zijde grenzend aan de

bovenzijde

                                   

binnenlucht

buitenlucht

     
 

binnenoppervlak

buitenoppervlak

beloopbaar vlak

vrijgesteld

dakoppervlak

constructieonderdeel

verbouw

tijdelijke bouw

extra beschermde vluchtroute

beschermde vluchtroute

overig

extra beschermde vluchtroute

beschermde vluchtroute

overig

extra beschermde vluchtroute

beschermde vluchtroute

overig

   

artikel

2.67

 

2.68

2.69

2.70

2.71

2.72

2.73

2.74

2.67

2.68

2.69

   

lid

1

2

1

2

3

4

5

1

2

1

2

1

2

*

1

2

*

1 en 2

1

1 en 2

                                       

[brandklasse]

[brandklasse]

[brandklasse]

1

Woonfunctie

                                                   
 

a

in een woongebouw

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

D

C

C

D

Cfl

Cfl

Dfl

 

b

voor zorg met een g.o. > 500 m2

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

D

C

C

D

Cfl

Cfl

Dfl

 

c

andere woonfunctie

1

1

2

4

5

1

2

1

1

*

1

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

2

Bijeenkomstfunctie

                                                   
 

a

voor kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

D

C

C

D

Cfl

Dfl

Dfl

 

b

andere bijeenkomstfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

3

Celfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

C

B

B

D

Cfl

Cfl

Cfl

4

Gezondheidszorgfunctie

                                                   
 

a

met bedgebied

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

D

C

C

D

Cfl

Dfl

Dfl

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

5

Industriefunctie

                                                   
 

a

lichte industriefunctie voor bedrijfsmatig houden van dieren

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

2

*

B

B

B

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

 

b

andere industriefunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

6

Kantoorfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

7

Logiesfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

B

D

C

C

D

Cfl

Dfl

Dfl

8

Onderwijsfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

9

Sportfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

10

Winkelfunctie

1

1

2

3

4

5

1

2

1

1

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

11

Overige gebruiksfunctie

1

2

1

2

3

4

5

1

2

1

1

2

*

1

*

B

D

D

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                                   
 

a

tunnel of tunnelvormig bouwwerk voor verkeer

1

1

2

4

5

1

2

2

1

2

*

1

*

B

B

B

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

1

2

4

5

1

2

2

1

2

*

1

*

C

D

D

Cfl

Dfl

Dfl

L

Artikel 2.73 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt bij het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderen of vergroten van een bouwwerk bij toepassing van artikel 2.67, eerste lid, niet uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.

M

Tabel 2.81 komt te luiden:

Tabel 2.81

gebruiksfunctie

leden van toepassing

   

grenswaarden

     

ligging

omvang

wbdbo

verbouw

tijdelijke bouw

omvang

   

artikel

2.82

2.83

2.84

2.85

2.86

2.83

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

8

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

*

*

1

1

Woonfunctie

                                                               

[m2]

 

a

woonwagen

1

3

4

2

8

9

10

 

b

andere woonfunctie

1

3

4

1

3

5

6

7

1

2

3

7

8

*

*

1.000

2

Bijeenkomstfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

4

7

8

*

*

1.000

3

Celfunctie

1

3

4

1

3

7

9

1

8

*

*

1.000

4

Gezondheidszorgfunctie

                                                                 
 

a

met bedgebied

1

3

4

1

3

7

10

1

8

*

*

1.000

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

3

4

1

3

7

1

4

7

8

*

*

1.000

5

Industriefunctie

                                                                 
 

a

lichte industriefunctie

1

3

4

5

6

7

8

1

3

7

1

4

5

7

8

*

*

2.500

 

b

lichte industriefunctie voor bedrijfsmatig houden van dieren

1

4

5

6

7

8

1

3

11

1

4

5

6

7

8

11

*

*

2.500

 

c

andere industriefunctie

1

3

4

5

6

1

3

7

1

4

5

7

8

*

*

2.500

6

Kantoorfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

4

7

8

*

*

1.000

7

Logiesfunctie

1

3

4

1

3

7

1

4

7

8

*

*

500

8

Onderwijsfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

4

7

8

*

*

1.000

9

Sportfunctie

1

3

4

1

3

7

1

4

7

8

*

*

1.000

10

Winkelfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

4

7

8

*

*

1.000

11

Overige gebruiksfunctie

1

3

4

5

6

7

1

3

7

8

1

4

7

8

*

*

1.000

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                                                 
 

a

Wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

1

2

3

4

4

1

8

*

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

N

Artikel 2.83 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt «500 m2» vervangen door: 1.000 m2.

2. Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Een technische ruimte is een afzonderlijk brandcompartiment.

O

Artikel 2.84 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zesde tot en met achtste lid tot zevende tot en met negende lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Het vierde lid is niet van toepassing op een technische ruimte.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 10. De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment is ten minste 30 minuten of de afstand tussen een brandcompartiment en een ander brandcompartiment is ten minste 5 meter.

  • 11. In afwijking van het eerste lid geldt geen weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een technische ruimte met een gebruiksoppervlakte van ten hoogste 50 m2 niet bestemd voor een of meer verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting van meer dan 130 kW.

P

Tabel 2.87 komt te luiden:

Tabel 2.87

gebruiksfuctie

leden van toepassing

grenswaarden

     

ligging

omvang

wbdbo

omvang

   

artikel

2.88

2.89

2.90

2.89

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

8

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

1

2

3

1

                                               

[m2]

1

Woonfunctie

                                           
 

a

woonwagen

1

2

2

3

 

b

andere woonfunctie

1

3

4

1

3

5

6

7

1

2

2.000

2

Bijeenkomstfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

2

2.000

3

Celfunctie

1

3

4

1

3

7

9

1

2

2.000

4

Gezondheidszorgfunctie

                                           
 

a

met bedgebied

1

3

4

1

3

7

10

1

2

2.000

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

3

4

1

3

7

1

2

2.000

5

Industriefunctie

                                           
 

a

lichte industriefunctie

1

3

4

5

6

7

8

1

3

7

1

2

3.000

 

b

andere industriefunctie

1

3

4

5

6

1

3

7

1

2

3.000

6

Kantoorfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

2

2.000

7

Logiesfunctie

1

3

4

1

3

7

1

2

1.000

8

Onderwijsfunctie

1

3

4

1

3

7

1

2

3.000

9

Sportfunctie

1

3

4

1

3

7

1

2

3.000

10

Winkelfunctie

1

3

4

1

3

7

8

1

2

2.000

11

Overige gebruiksfunctie

1

3

4

5

6

7

1

3

7

8

1

2

3.000

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                           
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

1

2

3

4

4

1

2

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

Q

Aan artikel 2.90 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De volgens NEN 6068 bepaalde weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van een brandcompartiment naar een ander brandcompartiment is ten minste 20 minuten of de afstand tussen een brandcompartiment en een ander brandcompartiment is ten minste 5 meter.

R

Tabel 2.91 komt te luiden:

Tabel 2.91

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

     

ligging

omvang beschermd subbrandcompartiment

wbdbo en rookdoorgang

verbouw

tijdelijke bouw

omvang beschermd subbrandcompartiment

   

artikel

2.92

2.93

2.94

2.95

2.96

2.93

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

4

5

6

7

8

1

2

3

*

*

1

1

Woonfunctie

                                         
 

a

voor zorg met een g.o. > 500 m2

1

2

3

4

1

2

1

2

3

*

*

100

 

b

woonwagen

1

2

1

*

*

 

c

andere woonfunctie

1

2

3

4

1

1

2

3

*

*

500

2

Bijeenkomstfunctie

                                         
 

a

voor kinderopvang met bedgebied

1

2

3

5

1

3

8

1

2

3

*

*

200

 

b

andere bijeenkomstfunctie

1

2

3

1

3

*

*

3

Celfunctie

1

2

3

6

1

4

1

2

3

*

*

500

4

Gezondheidszorgfunctie

                                         
 

a

met bedgebied

1

2

3

5

5

6

1

2

3

*

*

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

2

3

1

3

*

*

5

Industriefunctie

1

2

3

1

3

*

*

6

Kantoorfunctie

1

2

3

1

3

*

*

7

Logiesfunctie

1

2

3

7

1

7

8

1

2

3

*

*

500

8

Onderwijsfunctie

1

2

3

1

3

*

*

9

Sportfunctie

1

2

3

1

3

*

*

10

Winkelfunctie

1

2

3

1

3

*

*

11

Overige gebruiksfunctie

1

2

3

1

3

*

*

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                         
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

1

2

3

1

3

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

S

Tabel 2.97 komt te luiden:

Tabel 2.97

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

     

ligging

omvang beschermd subbrandcompartiment

wtrd en wbdbo

omvang beschermd subbrandcompartiment

   

artikel

2.98

2.99

2.100

2.99

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

1

1

Woonfunctie

                                   
 

a

voor zorg met een g.o. > 1.000 m2

1

2

3

4

1

2

1

2

200

 

b

woonwagen

1

2

1

 

c

andere woonfunctie

1

2

3

4

1

1

2

1.000

2

Bijeenkomstfunctie

1

2

3

1

3

Celfunctie

1

2

3

6

3

1

2

3

4

Gezondheidszorgfunctie

                                   
 

a

met bedgebied

1

2

3

5

4

5

1

2

3

 

b

andere gezondheidszorgfunctie

1

2

3

1

5

Industriefunctie

1

2

3

1

6

Kantoorfunctie

1

2

3

1

7

Logiesfunctie

1

2

3

7

1

6

7

1

2

1.000

8

Onderwijsfunctie

1

2

3

1

9

Sportfunctie

1

2

3

1

10

Winkelfunctie

1

2

3

1

11

Overige gebruiksfunctie

1

2

3

1

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                   
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

1

2

3

1

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

T

In artikel 2.99, vijfde lid, wordt «vijfde» vervangen door: vierde.

U

In artikel 2.107, eerste lid, wordt «beschermde of extra beschermde vluchtroute» vervangen door: besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert.

V

In artikel 2.117, eerste lid, wordt «beschermde route of extra beschermde vluchtroute» vervangen door: besloten ruimte waardoor een beschermde route of extra beschermde vluchtroute voert.

W

Artikel 2.137 vervalt.

X

Tabel 3.1 komt te luiden:

Tabel 3.1

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

geluid van buiten

industrie-, weg- of spoorweglawaai

luchtvaartlawaai

verbouw

tijdelijke bouw

   

artikel

3.2

3.3

3.4

3.5

3.6

   

lid

*

1

2

3

4

5

1

2

3

4

*

1

2

1

Woonfunctie

                         
 

a

woonwagen

*

*

 

b

andere woonfunctie

*

1

3

4

5

1

2

3

4

*

1

2

2

Bijeenkomstfunctie

                         
 

a

voor kinderopvang

*

1

2

3

4

5

1

2

3

4

*

1

2

 

b

andere bijeenkomstfunctie

3

Celfunctie

4

Gezondheidszorgfunctie

*

1

2

3

4

5

1

2

3

4

*

1

2

5

Industriefunctie

6

Kantoorfunctie

7

Logiesfunctie

8

Onderwijsfunctie

*

1

3

4

5

1

2

3

4

*

1

2

9

Sportfunctie

10

Winkelfunctie

11

Overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

Y

Artikel 3.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Indien dit leidt tot een lagere karakteristieke geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie dan bij toepassing van het eerste of tweede lid het geval is kan de in het eerste en tweede lid bedoelde geluidsbelasting worden bepaald volgens het reken- en meetvoorschrift, bedoeld in artikel 110d van de Wet geluidhinder.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «eerste tot en met derde lid» telkens vervangen door: eerste, tweede en vierde lid.

Z

Tabel 3.28 komt te luiden:

Tabel 3.28

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grens waarde

                     

capaciteit

     

luchtverversing verblijfsgebied, verblijfsruimte, toiletruimte en badruimte

thermisch comfort

regelbaarheid

luchtverversing overige ruimten

plaats van de opening

luchtkwaliteit

verbouw

tijdelijke bouw

per persoon

   

artikel

3.29

         

3.30

3.31

   

3.32

         

3.33

 

3.34

             

3.35

 

3.36

3.29

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

*

1

2

3

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1

2

*

3

                                                                       

[dm3/s per persoon]

1

Woonfunctie

1

2

4

5

6

7

*

1

2

3

1

2

3

4

1

2

3

1

2

3

4

5

7

8

1

2

*

2

Bijeenkomstfunctie

                                                                   
 

a.

voor kinderopvang

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

*

6,5

 

b.

andere bijeenkomstfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

4

3

Celfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

 
 

a.

cel

                                                                 

12

 

b.

ander verblijfsgebied

                                                                 

6,5

4

Gezondheidszorgfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

 
 

a.

bedgebied

                                                                 

12

 

b.

ander verblijfsgebied

                                                                 

6,5

5

Industriefunctie

3

4

6

7

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

6,5

6

Kantoorfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

6,5

7

Logiesfunctie

                                                                   
 

a.

in een logiesgebouw

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

2

4

5

7

8

1

2

12

 

b.

andere logiesfunctie

3

4

5

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

2

4

5

7

8

1

2

12

8

Onderwijsfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

*

8,5

9

Sportfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

6,5

10

Winkelfunctie

3

4

6

7

*

1

2

3

2

3

4

1

2

3

1

4

5

7

8

1

2

4

11

Overige gebruiksfunctie

                                                                   
 

a.

voor het stallen van motorvoertuigen

6

7

2

3

4

5

4

5

7

8

9

1

2

 

b.

andere overige gebruiksfunctie

6

7

2

3

4

4

5

7

8

1

2

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                                                   
 

a.

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

2

4

6

7

4

6

1

2

 

b.

andere tunnel of tunnelvormig bouwwerk

2

4

6

4

1

2

 

c.

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

2

4

4

5

1

2

AA

In artikel 3.39, derde lid, wordt «, met een maximum van 100 dm3/s» vervangen door: of een volgens NEN 8087 bepaalde capaciteit van ten minste100 dm3/s.

BB

Tabel 3.48 komt te luiden:

Tabel 3.48

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

aanwezigheid

capaciteit

plaats van de opening

thermisch comfort

rookdoorlatendheid

stromingsrichting

verbouw

tijdelijke bouw

   

artikel

3.49

3.50

3.51

3.52

3.53

3.54

3.55

3.56

   

lid

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

1

Woonfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

2

Bijeenkomstfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

3

Celfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

4

Gezondheidszorgfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

5

Industriefunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

1

2

1

2

3

*

6

Kantoorfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

7

Logiesfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

8

Onderwijsfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

9

Sportfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

10

Winkelfunctie

*

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

*

*

1

2

1

2

3

*

11

Overige gebruiksfunctie

*

2

3

4

5

6

2

3

4

*

1

2

1

2

3

*

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

CC

In artikel 3.51 wordt, onder vernummering van het derde lid tot vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Een uitmonding van een afvoervoorziening voor rookgas ligt, gemeten langszij aan een uitwendige scheidingsconstructie van een gebruiksfunctie, niet zijnde het dak, op een afstand van ten minste 1 m van de perceelsgrens.

DD

Artikel 3.55 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid wordt bij het installeren van een afvoervoorziening voor rookgas bij toepassing van de artikelen 3.51 en 3.53 niet uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.

  • 3. In afwijking van het eerste lid wordt bij het installeren van een toevoervoorziening voor verbrandingslucht bij toepassing van artikel 3.51 niet uitgegaan van het rechtens verkregen niveau.

EE

Tabel 4.21 komt te luiden:

Tabel 4.21

gebruiksfunctie

leden van toepassing

grenswaarden

     

vrije doorgang

vrije doorgang verkeersroute

aanwezigheid toegankelijkheidssector

integraal toegankelijke toilet- en badruimte

bereikbaarheid toegankelijkheidssector

hoogteverschillen

afmetingen liftkooi

verbouw

vrije doorgang vrije doorgang verkeersroute

toegankelijkheidssector

integraal toegankelijke toilet- en badruimte

   

artikel

4.22

4.23

4.24

4.25

4.26

4.27

4.28

4.29

4.22 en 4.23

4.24

4.25

   

lid

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

1

2

3

4

5

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

3

2

1

Woonfunctie

                                                         

[m]

[%]

[n]

 

a

woonwagen

1

2

1

2,1

 

b

voor zorg met een g.o. > 500 m2

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

4

5

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

2,3

 

c

andere woonfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

2,3

2

Bijeenkomstfunctie

                                                               
 

a

voor alcoholgebruik

1

2

1

6

3

4

1

1

1

1

*

2,3

40

 

b

andere bijeenkomstfunctie

1

2

1

6

3

1

1

1

1

*

2,3

40

3

Celfunctie

1

2

1

6

3

1

2

4

5

1

1

1

*

2,3

40

10

4

Gezondheidszorgfunctie

1

2

1

6

3

1

2

3

5

1

1

1

*

2,3

40

10

5

Industriefunctie

                                                               
 

a

lichte industriefunctie

 

b

andere industriefunctie

1

2

1

6

3

1

1

1

1

*

2,3

40

6

Kantoorfunctie

1

2

1

6

3

1

2

1

1

1

*

2,3

40

10

7

Logiesfunctie

                                                               
 

a

in een logiesgebouw

1

2

1

6

3

1

4

5

1

1

1

*

2,3

40

 

b

andere logiesfunctie

1

2

1

6

3

1

4

5

1

1

1

*

2,1

40

8

Onderwijsfunctie

1

2

1

6

3

1

2

1

1

1

*

2,3

100

35

9

Sportfunctie

1

2

1

6

3

1

1

1

1

*

2,3

40

10

Winkelfunctie

1

2

1

6

3

1

1

1

1

*

2,3

40

11

Overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

FF

Aan artikel 4.31 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op een woonfunctie waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers opvang aan asielzoekers wordt geboden.

GG

Aan artikel 4.35 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op een woonfunctie waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers opvang aan asielzoekers wordt geboden.

HH

Tabel 6.1 komt te luiden:

Tabel 6.1

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

verlichtingssterkte

noodverlichting

stroomvoorziening

verduisterde ruimten

tijdelijke bouw

   

artikel

6.2

         

6.3

       

6.4

6.5

6.6

   

lid

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

5

*

*

*

1

Woonfunctie

4

5

*

*

2

Bijeenkomstfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

3

Celfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

4

Gezondheidszorgfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

5

Industriefunctie

                           
 

a

lichte industriefunctie

5

*

 

b

andere industriefunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

6

Kantoorfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

7

Logiesfunctie

                           
 

a

in een logiesgebouw

1

4

1

3

5

*

*

*

 

b

andere logiesfunctie

1

4

1

3

5

*

*

8

Onderwijsfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

9

Sportfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

10

Winkelfunctie

1

4

1

3

5

*

*

*

11

Overige gebruiksfunctie

                           
 

a

voor het personenvervoer

2

3

4

2

3

5

*

*

*

 

b

voor het stallen van motorvoertuigen

2

4

2

3

5

*

*

*

 

c

andere overige gebruiksfunctie

4

5

*

*

*

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                           
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

4

5

6

3

4

5

*

*

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

4

3

5

*

*

*

II

Artikel 6.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste tot en met derde lid wordt «de vloer» vervangen door: een vloer, een tredevlak of een hellingbaan.

2. In het vierde en vijfde lid wordt «de vloer en het tredevlak» vervangen door: een vloer, een tredevlak of een hellingbaan.

JJ

Artikel 6.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het zesde en zevende lid tot vierde en vijfde lid vervallen het vierde en vijfde lid.

2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «zesde lid» vervangen door «vierde lid» en wordt «de vloer en het tredevlak» vervangen door: een vloer, een tredevlak of een hellingbaan.

KK

Tabel 6.19 komt te luiden:

Tabel 6.19
 

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

brandmeldinstallatie

rookmelders

   

Artikel

6.20

6.21

   

lid

1

2

3

4

5

6

7

8

9

1

2

3

4

5

1

Woonfunctie

                           
 

a

voor zorg

1

2

3

4

6

7

8

1

 

b

voor kamergewijze verhuur

2

3

 

c

andere woonfunctie

1

2

Bijeenkomstfunctie

                           
 

a

voor het aanschouwen van sport

5

 

b

voor kinderopvang voor kinderen jonger dan 4 jaar

1

2

3

5

6

7

8

9

4

 

c

andere bijeenkomstfunctie

1

2

5

6

7

8

3

Celfunctie

1

2

3

5

6

7

8

4

Gezondheidszorgfunctie

1

2

3

5

6

7

8

5

Industriefunctie

                           
 

a

lichte industriefunctie

 

b

andere industriefunctie

1

2

5

6

7

8

6

Kantoorfunctie

1

2

3

5

6

7

8

7

Logiesfunctie

                           
 

a

in een logiesgebouw

1

2

3

5

6

7

8

4

 

b

andere logiesfunctie

4

5

8

Onderwijsfunctie

1

2

3

5

6

7

8

9

Sportfunctie

1

2

3

5

6

7

8

10

Winkelfunctie

1

2

3

5

6

7

8

11

Overige gebruiksfunctie

                           
 

a

voor het stallen van motorvoertuigen

1

2

5

6

7

8

 

b

voor het personenvervoer

1

2

5

6

7

8

 

c

andere overige gebruiksfunctie

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

LL

Tabel 6.22 komt te luiden:

Tabel 6.22
 

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

ontruimtingsalarminstallatie en ontruimingsplan

vluchtorueteaanduidingen

deuren in vluchtroutes

zelfsluitende constructieonderdelen

   

Artikel

6.23

6.24

6.25

6.26

   

lid

1

2

3

4

5

6

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

2

3

4

1

Woonfunctie

                                                       
 

a

voor zorg met een g.o. > 500 m2

1

2

3

4

5

6

1

7

8

9

10

1

4

 

b

andere woonfunctie voor zorg

1

2

3

4

5

6

1

7

8

9

1

4

 

c

voor kamergewijze verhuur

1

2

8

9

1

4

 

d

andere woonfunctie

1

8

9

1

2

2

Bijeenkomstfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

3

Celfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

3

4

Gezondheidszorgfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

5

Industriefunctie

                                                       
 

a

lichte industriefunctie

3

4

6

7

8

9

10

11

1

 

b

andere industriefunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

6

Kantoorfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

7

Logiesfunctie

                                                       
 

a

in een logiesgebouw

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

 

b

andere logiesfunctie

1

2

3

4

5

6

3

4

6

7

8

9

10

11

1

8

Onderwijsfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

9

Sportfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

10

Winkelfunctie

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

11

Overige gebruiksfunctie

                                                       
 

a

voor het stallen van motorvoertuigen

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

 

b

voor het personenvervoer

1

2

3

4

5

6

1

3

4

5

3

4

6

7

8

9

10

11

1

 

c

andere overige gebruiksfunctie

3

4

6

7

8

9

10

11

1

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                                       
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

2

3

6

7

5

8

9

10

1

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

3

4

6

8

9

10

11

1

MM

Aan artikel 6.25 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Bij ministeriële regeling kan worden afgeweken van het derde lid.

NN

Aan artikel 6.26 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het eerste lid geldt niet voor een deur in een niet-gezamenlijke doorgang.

OO

Tabel 7.1 komt te luiden:

Tabel 7.1

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

verbod op roken en open vuur

vastzetten zelfsluitend constructieonderdeel

aankleding

brandveiligheid inrichtingselementen

brandgevaarlijke stoffen

brandbare niet-milieugevaarlijke stoffen

opslag in stookruimte

veilig gebruik verbrandingstoestel

restrisico brandgevaar en ontwikkeling van brand

   

artikel

7.2

7.3

7.4

7.5

7.6

7.7

7.8

7.9

7.10

   

lid

1

2

*

1

2

3

4

5

6

7

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

                                                       

1

Woonfunctie

1

*

1

2

4

5

6

7

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

2

Industriefunctie

                                                 
 

a

lichte industriefunctie voor bedrijfsmatig houden van dieren

1

2

*

3

4

5

7

1

2

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

 

b

andere industriefunctie

1

2

*

1

2

4

5

7

1

2

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

3

Logiesfunctie

                                                 
 

a

in een logiesgebouw

1

2

*

1

2

4

5

7

1

2

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

 

b

andere logiesfunctie

1

2

*

1

2

4

5

6

7

1

2

3

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

Alle hier niet boven genoemde gebruiksfuncties

1

2

*

1

2

4

5

7

1

2

1

2

3

4

5

1

2

3

*

1

2

*

PP

Artikel 7.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. Aankleding in een besloten ruimte die niet direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht mag geen brandgevaar opleveren. Dit gevaar is niet aanwezig indien de aankleding:

    • a. een ondergeschikte bijdrage aan het brandgevaar levert;

    • b. onbrandbaar is, bepaald volgens NEN 6064;

    • c. voldoet aan brandklasse A1 als bedoeld in NEN-EN 13501-1 of

    • d. voldoet aan de eisen voor constructieonderdelen als bedoeld in afdeling 2.9.

2. In het zesde lid (nieuw) wordt «eerste tot en met vierde» vervangen door: eerste tot en met vijfde.

QQ

Tabel 7.11 komt te luiden:

Tabel 7.11

gebruiksfunctie

leden van toepassing

     

deuren in vluchtroutes

opstelling zitplaatsen en verdere inrcihting

gangpaden

beperking van gevaar voor letsel

restrisico veilig vluchten bij brand

   

artikel

7.12

7.13

7.14

7.15

7.16

   

lid

1

2

3

4

5

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

4

5

*

                                           

1

Woonfunctie

                                       
 

a

woonfunctie voor zorg

1

2

1

2

3

4

*

 

b

andere woonfunctie

1

3

1

2

3

4

*

2

Bijeenkomstfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

3

Celfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

4

Gezondheidszorgfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

5

Industriefunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

6

Kantoorfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

7

Logiesfunctie

                                     
 

a

in een logiesgebouw

1

2

4

1

2

1

2

3

5

*

 

b

andere logiesfunctie

1

2

4

*

8

Onderwijsfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

9

Sportfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

10

Winkelfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

11

Overige gebruiksfunctie

1

2

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

12

Bouwwerk geen gebouw zijnde

                                     
 

a

wegtunnel met een tunnellengte van meer dan 250 m

1

5

*

 

b

ander bouwwerk geen gebouw zijnde

1

1

2

3

4

5

6

1

2

1

2

3

*

RR

Aan artikel 7.12 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In afwijking van het eerste lid kan een deur op een vluchtroute in een tunnel worden ontgrendeld met een automatische ontgrendeling.

SS

Artikel 8.3 komt te luiden:

Artikel 8.3 Geluidhinder

  • 1. Bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden worden op werkdagen en op zaterdag tussen 7.00 uur en 19.00 uur uitgevoerd.

  • 2. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden als bedoeld in het eerste lid worden de in tabel 8.3 aangegeven dagwaarden en de daarbij behorende maximale blootstellingsduur niet overschreden.

    Tabel 8.3

    Dagwaarde

    ≤60 dB(A)

    >60 dB(A)

    >65 dB(A)

    >70 dB(A)

    >75 dB(A)

    >80 dB(A)

    maximale blootstellingsduur

    onbeperkt

    50 dagen

    30 dagen

    15 dagen

    5 dagen

    0 dagen

  • 3. Het bevoegd gezag kan ontheffing verlenen van het eerste en tweede lid. Onverkort het gestelde in de ontheffing, wordt bij het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden gebruik gemaakt van de best beschikbare stille technieken.

  • 4. Indien het bevoegd gezag met betrekking tot het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft vastgesteld, is in afwijking van het derde lid geen ontheffing vereist indien het uitvoeren van de werkzaamheden voldoet aan die beleidsregels en het bevoegd gezag ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van die werkzaamheden in kennis is gesteld van de aanvang van de werkzaamheden.

TT

Onder vernummering van de artikelen 8.5 tot en met 8.7 tot 8.4 tot en met 8.6 vervalt artikel 8.4 en wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 8.7 Veiligheidsplan

De op grond van de artikelen 8.2 tot en met 8.6 te treffen maatregelen worden op aanwijzing van het bevoegd gezag vastgelegd in een veiligheidsplan. Het plan bevat ter beoordeling door het bevoegd gezag:

  • a. ten minste een tekening waaruit de bouw- of sloopplaatsinrichting blijkt met:

    • de toegang tot de bouw- of sloopplaats inclusief begrenzing, afscheiding en afsluiting van de bouw- of sloopplaats;

    • de ligging van het perceel waarop gebouwd of gesloopt wordt en de omliggende wegen en bouwwerken;

    • de situering van het te bouwen of te slopen bouwwerk;

    • de aan- en afvoerwegen;

    • de laad-, los- en hijszones;

    • de plaats van bouwketen;

    • de in of op de bodem van het perceel aanwezige leidingen;

    • de plaats van machines, werktuigen en ander hulpmaterieel en opslag van materialen;

    • de bereikbaarheid van bluswater- en andere veiligheidsvoorzieningen;

  • b. gegevens en bescheiden over de toe te passen bouw- of sloopmethodiek en de toe te passen materialen, materieel, hulp- en beveiligingsmiddelen bij de bouw- of sloopwerkzaamheden;

  • c. indien een bouwput wordt gemaakt:

    • de hoofdopzet van de verticale bouwputafscheiding en de bouwputbodem;

    • de uitgangspunten voor een bemalingsplan;

    • de uitgangspunten voor een monitoringsplan ter voorkoming van schade aan naburige bouwwerken;

  • d. een rapport van een akoestisch onderzoek, indien aannemelijk is dat de dagwaarde vanwege het uitvoeren van bouw- of sloopwerkzaamheden meer bedraagt of de maximale blootstellingsduur in dagen langer duurt dan de waarden, bedoeld in artikel 8.3, tweede en derde lid, of indien aannemelijk is dat niet wordt voldaan aan de beleidsregels als bedoeld in artikel 8.3, vierde lid;

  • e. een rapport van een trillingenonderzoek, indien aannemelijk is dat het uitvoeren van de bouw- of sloopwerkzaamheden een grotere trillingssterkte veroorzaakt dan de trillingssterkte bedoeld in artikel 8.4, eerste lid.

UU

Artikel 9.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Met een geldig certificaat als bedoeld in de artikelen 6.20, zesde lid, en 6.23, vierde lid, wordt gelijkgesteld een voor 1 januari 2015 afgegeven document als bedoeld in artikel 2.2.1, negende lid, van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan 1 april 2012, voor zover de geldigheidsduur van dat document niet is verstreken.

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 7. Met een geldig certificaat als bedoeld in artikel 6.32, eerste en tweede lid, wordt gelijkgesteld een voor 1 januari 2015 afgegeven document als bedoeld in de artikelen 2.3.9 en 2.5.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan 1 april 2012, voor zover de geldigheidsduur van dat document niet is verstreken.

ARTIKEL II

Op het tijdstip van inwerkingtreding van een algemene maatregel van bestuur met als citeertitel Besluit houders van dieren wordt het Bouwbesluit 2012 als volgt gewijzigd:

In artikel 1.1, derde lid, komt de definitie van «lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren» te luiden:

lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren:

lichte industriefunctie waarin dieren als bedoeld in de bijlage bij het Besluit houders van dieren, worden gehouden;.

ARTIKEL III

Op aankleding die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit is aangebracht in een besloten ruimte van een lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van het Bouwbesluit 2012, maar niet direct op de vloer, trap of hellingbaan, is artikel 7.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 van toepassing, zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2014.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

Wassenaar, 21 januari 2014

Willem-Alexander

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de zevende februari 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

1. Inleiding

Op 1 april 2012 is het Bouwbesluit 2012 in werking getreden. Met dit wijzigingsbesluit op het Bouwbesluit 2012 zijn voorschriften gegeven met betrekking tot de brandveiligheid van het bedrijfsmatig houden van dieren, ook zijn correcties en verdere vereenvoudigingen van het Bouwbesluit 2012 aangebracht. De nieuwe voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid van stallen zijn een gevolg van politieke toezeggingen om het aantal stalbranden en het aantal dieren dat omkomt bij stalbranden fors te verminderen (Kamerstukken II 2012/2013, 33 400, nr. 129).

Bij de correcties gaat het bijvoorbeeld om een aantal gevallen waarin een onbedoelde verzwaring ten opzichte van het niveau van het Bouwbesluit 2003 is gerepareerd. Een voorbeeld van een verdere vereenvoudiging is de wijziging in artikel 3.3 op grond waarvan de geluidsbelasting in bepaalde gevallen ook mag worden berekend met de hulp van het reken- en meetvoorschrift bedoeld in artikel 110d van de Wet geluidhinder. Ook bevat dit wijzigingsbesluit een aantal voorschriften over de afstemming met andere regelgeving. Het gaat daarbij met name over de afstemming op het gebied van de tunnelveiligheid. Verder zijn op verzoek van de bouwpraktijk enkele wijzigingen aangebracht. Een voorbeeld daarvan is de wijziging van artikel 8.3, geluidhinder, dat nu verder in overeenstemming is gebracht met de Circulaire bouwlawaai 2012.

Dit wijzigingsbesluit treedt op 1 april 2014 in werking.

2. Procedure en inspraak

Het concept is voorgelegd aan het Overlegplatform Bouwregelgeving (OPB). Waar nodig is het besluit naar aanleiding van de ontvangen reacties aangepast.

3. Code interbestuurlijke verhoudingen

De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft aangegeven ten aanzien van het ontwerp van dit besluit geen gebruik te willen maken van haar formele adviesbevoegdheid als bedoeld in de Code interbestuurlijke verhoudingen.

4. Notificatie

Het ontwerpbesluit is op 18 juni 2013 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2013/318/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217). De meeste bepalingen van dit besluit bevatten mogelijk technische voorschriften in de zin van deze richtlijn (notificatierichtlijn). Deze bepalingen zijn verenigbaar met het vrije verkeer van goederen; zij zijn evenredig en waar nodig voorzien van een gelijkwaardigheidsbepaling met het oog op de wederzijdse erkenning (zie artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012).

Er zijn geen opmerkingen van de Commissie ontvangen.

Melding aan het Secretariaat van de Wereldhandelsorganisatie ingevolge artikel 2, negende lid, van de op 15 april 1994 te Marrakech tot stand gekomen Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (Trb. 1994, 235) heeft niet plaatsgevonden nu in casu geen sprake is van significante gevolgen voor de handel.

5. Regeldruk

Algemeen

Dit besluit leidt niet tot een significante wijziging van de administratieve lasten. Dit blijkt uit het rapport «Effectmeting wijziging bouwregelgeving, Doorrekening van de effecten van de wijzigingen van het Bouwbesluit 2012 en de Regeling Bouwbesluit 2012 op de administratieve lasten en nalevingskosten voor bedrijven en burgers en de bestuurlijke lasten van de overheid» (SIRA, juli 2013). Een aanzienlijk deel van de voorschriften heeft betrekking op wijziging van bestaande artikelen. De enige volledig nieuwe voorschriften betreffen de zwaardere brandveiligheidseisen voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. Deze voorschriften leiden wel tot een verhoging van de nalevingskosten.

Nalevingskosten

Uit het hierboven genoemde rapport volgt dat de zwaardere brandveiligheidseisen voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren leiden tot een toename van de nalevingskosten van € 25.000.000 per jaar. Het gaat hierbij om extra kosten bij de bouw van veestallen als gevolg van het toepassen van constructieonderdelen met een brandklasse B en de brandcompartimentering van de technische ruimten.

Administratieve lasten

Op basis van het hierboven genoemde rapport kan worden vastgesteld dat het wijzigingsbesluit geen gevolgen heeft voor de administratieve lasten.

Bestuurlijke lasten

Op basis van het hierboven genoemde rapport kan worden vastgesteld dat het wijzigingsbesluit niet leidt tot extra bestuurlijke lasten. De toetsing van de nieuwe voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid van de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren leidt in principe niet tot extra bestuurlijke lasten. De toetsing vindt als onderdeel van de vergunningaanvraag in één keer plaats gelijktijdig met de andere aspecten die getoetst moeten worden.

6. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Het ontwerpbesluit is beoordeeld aan de hand van de standaardtoets op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets). Deze toets heeft geen aanleiding gegeven tot wijziging van het besluit.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A
Basisnetroute, plasbrandaandachtsgebied

In de definities van basisnetroute en plasbrandaandachtsgebied is de verwijzing naar «Besluit transportroutes externe veiligheid «vervangen door een verwijzing naar de nieuwe naam van dat besluit: Besluit externe veiligheid transportroutes.

Dagwaarde

De definitie van dagwaarde is zo aangepast dat daarbij duidelijk blijkt dat het geluid dat geproduceerd mag worden door bouw- en sloopwerkzaamheden gemeten moet worden op de gevel van geluidsgevoelige objecten. Zie ook de toelichting op onderdeel SS.

Lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren

Dit begrip is gedefinieerd als lichte industriefunctie waarin dieren als bedoeld in de bijlage bij het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren worden gehouden. Het gaat dan over zogenoemde productiedieren, dieren die worden gefokt of gehouden voor de productie van voedsel, wol, huiden of andere landbouwdoeleinden. In de praktijk wordt een dergelijke lichte industriefunctie ook wel als stal aangeduid. Na de inwerkingtreding van een algemene maatregel van bestuur met als citeertitel Besluit houders van dieren, waarmee onder meer het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren wordt vervangen, wordt in de definitie van de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren verwezen naar de bijlage van dat besluit. Dit heeft echter geen enkele invloed op de reikwijdte van het begrip lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren, nu de opsomming in de bijlage bij beide besluiten in principe identiek is. Zie ook artikel II van dit wijzigingsbesluit.

Onderdeel B

Aan artikel 1.18, eerste lid, onderdeel a, onder 2, is toegevoegd dat het gaat om eisen uit het oogpunt van brandveiligheid. Deze toevoeging is nodig omdat in hoofdstuk 6 en 7 ook eisen zijn opgenomen voor aspecten die geen betrekking op brandveiligheid. Zonder deze toevoeging zou de gebruiksmeldingplicht ook gelden bij een gelijkwaardige oplossing voor andere eisen dan brandveiligheidseisen. Dit is niet de bedoeling omdat de gebruiksmelding alleen bedoeld is voor het brandveilig gebruik van een bouwwerk.

Onderdeel C

In het zesde lid van artikel 1.19 is «NEN 1414» vervangen door: NEN 1413. Hiermee is een onjuistheid gecorrigeerd. In NEN 1413 zijn de symbolen opgenomen voor veiligheidsvoorzieningen op bouwkundige tekeningen.

Onderdelen D en E

In de artikelen 1.23, 1.26 en 1.32 is de verwijzing naar het bouw- respectievelijk sloopveiligheidsplan vervangen door een verwijzing naar het veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7. Zie ook de toelichting op onderdeel TT.

Onderdeel F

Aan het eerste lid van artikel 2.10 is toegevoegd dat het voorschrift niet geldt voor de vloer van een buitenruimte van een woonfunctie. Hiermee is een onbedoelde verzwaring ten opzichte van het Bouwbesluit 2003 weggenomen. Over een vloer van een buitenruimte voert weliswaar een vluchtroute, maar het is, evenals in het Bouwbesluit 2003, niet nodig om hieraan een eis wat betreft de sterkte bij brand te stellen.

Onderdeel G

Met deze aanvulling van artikel 2.20, eerste lid, is verduidelijkt dat het voorschrift niet alleen betrekking heeft op constructieonderdelen van de vloerafscheiding zelf maar ook op andere constructieonderdelen die aan (tegen) of naast de vloerafscheiding zijn geplaatst. Verder is met deze aanvulling geregeld dat bij het voorkomen van de overklauterbaarheid voortaan ook rekening moet worden gehouden met installaties.

Onderdeel H

Met deze redactionele wijziging van het eerste lid van artikel 2.25 is verduidelijkt dat het gaat om de hoogte boven een vloer, een tredevlak of een vloer van een hellingbaan. Het voorschrift is daarmee bovendien in overeenstemming gebracht met het vergelijkbare nieuwbouwvoorschrift (artikel 2.19).

Onderdeel I

In het derde lid van artikel 2.51 is verduidelijkt dat het alleen gaat om beweegbare constructieonderdelen waarlangs een beschermde vluchtroute voert. In het geval dat een dergelijke vluchtroute door een doorgang voert waarvan de deur vervolgens de vluchtroute hindert, is het derde lid dus niet van toepassing. In dat laatste geval moet op grond van artikel 2.107, achtste lid, een vrije breedte van ten minste 0,85 m worden gerealiseerd.

Onderdeel J

In het eerste lid van artikel 2.58 vervalt over «een dikte van ten minste 0,01 m, gemeten loodrecht op de binnenzijde». Deze dikte is namelijk niet relevant voor de bepaling van de brandklasse A2 volgens NEN-EN 13501-1.

Onderdelen K en L

In tabel 2.66 is voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren de brandklasse, vergeleken met de gewone industriefunctie, verzwaard van D naar B. Aan artikel 2.73 is een lid toegevoegd met een specifiek verbouwvoorschrift voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. In dergelijke gevallen mag bij toepassing van artikel 2.67, eerste lid, niet worden uitgegaan van het rechtens verkregen niveau maar van het nieuwbouwniveau. Met deze wijzigingen is invulling gegeven aan de politieke toezeggingen om het aantal stalbranden en het aantal dieren dat daarbij omkomt fors te verminderen (Kamerstukken II 2012/2013, 33 400, nr. 129).

Onderdelen M tot en met O
Tabel 2.81

In tabel 2.81 is de aansturing van de artikelen 2.82, 2.83 en 2.84 gewijzigd wat betreft de subgebruikfuncties woonwagen en lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. In artikel 2.82 is het derde lid niet meer aangestuurd voor stallen. In samenhang met het nieuwe elfde lid van artikel 2.83 en het nieuwe zesde lid van artikel 2.84 betekent dit dat iedere technische ruimte bij deze subgebruiksfunctie een afzonderlijk brandcompartiment moet zijn, met een weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag van ten minste 60 minuten. Dit is om dieren in stallen beter te beschermen tegen brand (zie ook toelichting op de onderdelen K en L).

In de tabel is het eerste lid van artikel 2.84 niet meer aangestuurd voor woonwagens. Het eerste lid betekent namelijk een brandwerendheid van ten minste 60 minuten. Hiermee is een onbedoelde verzwaring ten opzichte van de Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties (VROM-inspectie 2009) gecorrigeerd.

Artikel 2.83

In het tweede lid van artikel 2.83 is de gebruiksoppervlakte binnen het brandcompartiment van ten hoogste 500 m2 verruimd naar ten hoogste 1.000 m2. Hiermee is het mogelijk om voortaan grotere woonwagens dan 125 m2 te plaatsen binnen een brandcompartiment. Dit gewijzigde voorschrift past beter binnen de uitgangspunten van de hierboven genoemde Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties, op basis waarvan de afgelopen jaren veel woonwagenlocaties opnieuw zijn ingericht.

Na het tiende lid van artikel 2.83 is een elfde lid met een specifiek voorschrift voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren toegevoegd. Hiermee wordt voorkomen dat een brand in een technische ruimte overslaat naar een naastgelegen brandcompartiment waarin dieren aanwezig zijn. Zie verder hierboven de toelichting op tabel 2.81.

Artikel 2.84

In artikel 2.84 is na het vijfde lid een nieuw zesde lid ingevoegd, waarmee voor stallen is bepaald dat het vierde lid niet van toepassing is. Zie hierboven de toelichting bij tabel 2.81.

Nu het eerste lid van artikel 2.84 niet meer voor woonwagens is aangestuurd volgt uit het nieuwe tiende lid een brandwerendheid van 30 minuten tussen twee compartimenten van vier woonwagens (als bedoeld in het tweede lid van artikel 2.83). Het vaststellen of aan deze 30 minuten is voldaan, is niet eenvoudig omdat hierbij niet alleen moet worden uitgegaan van de brandwerendheid van een afzonderlijke woonwagen, maar van het geheel van de vier geclusterde woonwagens. Daarom biedt dit tiende lid ook de mogelijkheid om te volstaan met een afstand van 5 meter tussen de twee clusters van woonwagens. Deze afstand zal in het algemeen overeenstemmen met een brandwerendheid van 30 minuten. Een brandwerendheid van 30 minuten kan overigens ook worden aangetoond door het plaatsen van een afzonderlijke brandwerende muur tussen twee compartimenten.

Met het nieuwe elfde lid is geregeld dat bij de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren geen eis geldt voor de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag tussen een brandcompartiment en een kleine technische ruimte. De bescherming van een technische ruimte tegen brand in een ander brandcompartiment is namelijk niet beoogd. Het omgekeerde, bescherming tegen brand in een technische ruimte, is wel beoogd. Het daartoe strekkende voorschrift is opgenomen in het elfde lid van artikel 2.83, zie hierboven.

Onderdelen P en Q

Aan artikel 2.90 is een derde lid toegevoegd. Dit voorschrift voor bestaande woonwagens is vergelijkbaar met het nieuwe tiende lid van artikel 2.84 voor nieuwbouw. Zie de toelichting op de onderdelen M tot en met O. Tabel 2.87 is overeenkomstig aangepast.

Onderdelen R en S

In tabel 2.91 zijn het derde en vierde lid van artikel 2.92, het eerste lid van artikel 2.93 en het tweede en derde lid van artikel 2.94 niet meer aangestuurd voor de woonwagen. Dit betekent dat bij een woonwagen geen voorschriften meer gelden voor beschermde subbrandcompartimenten. Bij woonwagens kan voortaan worden volstaan met de eisen voor brandcompartimentering zoals opgenomen in de artikelen 2.82, 2.83 en 2.84. Ook is in deze tabel de grenswaarde voor de omvang van een beschermd subbrandcompartiment voor woonwagens gewijzigd van 500 m2 naar 1.000 m2. Hiermee is de tabel in overeenstemming gebracht met artikel 2.83, tweede lid. Zie ook de toelichting op de onderdelen M tot en met O.

Tabel 2.97, voor bestaande bouw, is vergelijkbaar met de nieuwbouwtabel 2.91 aangepast. Daarnaast is de onderverdeling in subgebruiksfuncties bij de bijeenkomstfunctie geschrapt. Deze onderverdeling was overbodig omdat de voorschriften bij bestaande bouw voor iedere bijeenkomstfunctie hetzelfde zijn.

Hiermee zijn de voorschriften van hoofdstuk 2.11 in overeenstemming met de Handreiking brandveiligheid van woonwagens en woonwagenlocaties.

Onderdelen U en V

In artikel 2.107, eerste lid, (nieuwbouw) is de «beschermde of extra beschermde vluchtroute» vervangen door «besloten ruimte waardoor een beschermde of extra beschermde vluchtroute voert». Met deze wijziging richt het voorschrift zich op de bescherming tegen rookdoorgang tussen besloten vluchtroutes en de in de vluchtrichting aansluitende besloten ruimte. Bij een niet-besloten ruimte zal tenslotte geen of slechts in beperkte mate sprake zijn van rook. Met deze wijziging is een onbedoelde verzwaring ten opzichte van het Bouwbesluit 2003 gecorrigeerd.

Artikel 2.117, eerste lid, (bestaande bouw) is overeenkomstig het nieuwbouwvoorschrift (artikel 2.107, eerste lid) gewijzigd.

Onderdeel W

Artikel 2.137, dat eisen stelde aan buiten de bebouwde kom gelegen wegtunnels is geschrapt. Dit voorschrift zou namelijk een onevenredig zware consequenties voor bestaande wegtunnels hebben, als het op grond van het overgangsrecht van artikel 9.2 van het Bouwbesluit 2012 op 1 mei 2014 in werking zou zijn getreden. Bovendien volgde het voorschrift niet uit de richtlijn tunnelveiligheid (richtlijn nr. 2004/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake de minimumveiligheidseisen voor tunnels in het trans-Europese wegennet (PbEG L 101/56)).

Onderdelen X en Y

In artikel 3.3 is na het tweede lid een nieuw derde lid tussengevoegd. Op grond van dit voorschrift mag als dit gunstiger uitkomt voor de karakteristieke geluidwering op de gevel de geluidsbelasting ook worden bepaald volgens het reken- en meetvoorschrift bedoeld in artikel 110d van de Wet geluidhinder. In een dergelijk geval moet bij de aanvraag om vergunning een berekening van de individuele geluidbelasting op de gevel worden gevoegd.

Tabel 3.1 is overeenkomstig aangepast.

Onderdeel Z

In tabel 3.28 is de aansturing van artikel 3.31 voor de overige gebruiksfunctie vervallen. Een parkeergarage of een andere overige gebruiksfunctie heeft namelijk geen verblijfsgebieden of verblijfsruimten maar alleen functiegebieden en functieruimten. De voorschriften van artikel 3.31 die alleen betrekking hebben op verblijfsgebieden en verblijfsruimten kunnen derhalve niet van toepassing zijn.

Onderdeel AA

Met deze redactionele wijziging van het derde lid van artikel 3.39 is verduidelijkt dat de capaciteit van de luchtverversing voor een opslagruimte voor huishoudelijk afval moet worden berekend op basis van de vloeroppervlakte, maar dat een capaciteit van 100 dm3/s altijd voldoende is, ongeacht de vloeroppervlakte.

Onderdelen BB tot en met DD
Artikel 3.51

In artikel 3.51 is een nieuw derde lid ingevoegd. Dit derde lid regelt in samenhang met het eerste lid van artikel 3.51 en het tweede lid van artikel 3.33, de positie van een uitmonding van een afvoervoorziening voor rookgas ten opzichte van de perceelgrens. Het eerste lid van artikel 3.51 en het tweede lid van artikel 3.33 houden namelijk geen rekening met een gebruiksfunctie gelegen op een ander perceel. Het nieuwe derde lid regelt dat de uitstroom van rookgas niet te dicht bij een ander perceel plaatsvindt, zodat dit rookgas slechts in beperkte mate naar binnen kan worden gezogen via de aanvoervoorzieningen voor luchtverversing of verbrandingslucht van de gebruiksfunctie op dit andere perceel.

Artikel 3.55

Aan artikel 3.55 (verbouw) zijn twee leden toegevoegd. Het nieuwe tweede lid bepaalt dat bij het installeren van een geheel nieuwe afvoervoorziening de nieuwbouw eisen van de artikelen 3.51 en 3.53 onverkort gelden. In een dergelijk geval is het dus niet toegestaan uit te gaan van het rechtens verkregen niveau, maar moet worden uitgegaan van de nieuwbouweisen. Het nieuwe derde lid geeft een soortgelijk voorschrift voor het installeren van een toevoer voor verbrandingslucht. Dit nieuwe derde lid bepaalt dat bij het installeren van een geheel nieuwe toevoervoorziening bij toepassing van artikel 3.51 moet worden uitgegaan van het nieuwbouwniveau.

Met deze wijzigingen is het Bouwbesluit 2012 in overeenstemming gebracht met het niveau van eisen van het Bouwbesluit 2003.

Tabel 3.48 is overeenkomstig de wijzigingen van de artikelen 3.51 en 3.55 aangepast.

Onderdeel EE

In tabel 4.21 is in het kader van verdere deregulering het tweede lid van artikel 4.23 niet meer aangestuurd voor een celfunctie. Hiermee geldt het voorschrift dat een gemeenschappelijke verkeersruimte een vrije breedte van 1,2 m moet hebben niet meer voor een celfunctie. Er kan voortaan overeenkomstig het eerste lid volstaan worden met een breedte 0,85 m.

Onderdelen FF en GG

Op grond van het nieuwe vierde lid van artikel 4.31 en het nieuwe derde lid van artikel 4.35 is het niet meer nodig een buitenberging respectievelijk een buitenruimte te realiseren bij een nieuw te bouwen woonfunctie waarin door het Centraal Orgaan opvang asielzoekers opvang aan asielzoekers wordt geboden. Dergelijke opvang moet alleen voldoen aan de normen zoals bedoeld in richtlijn 2003/9/EG van de Raad van 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten (PbEG 2003, L31). Een buitenberging en een buitenruimte zijn in deze richtlijn niet voorgeschreven.

Onderdelen HH en JJ

Het vierde en vijfde lid van artikel 6.3, waarin aanvullende eisen aan de noodverlichting van een liftkooi werden gesteld, zijn vervallen. Het is namelijk niet toegestaan dergelijke eisen in nationale regelgeving te stellen nu dit onderwerp is geregeld in richtlijn 1995/16/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 1995 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende liften (PbEG 1995, L213). Tabel 6.1 is overeenkomstig gewijzigd.

In het vijfde lid (was zevende lid) van artikel 6.3 zijn redactionele wijzigingen doorgevoerd waarmee dit voorschrift in overeenstemming is gebracht met de artikelen 2.19 en 2.25. Zie ook de toelichting op onderdeel H.

Onderdeel II

In artikel 6.2 zijn een aantal redactionele wijzigingen doorgevoerd, waarmee dit artikel in overeenstemming is gebracht met de artikelen 2.19 en 2.25. Zie ook de toelichting op onderdeel H.

Onderdeel KK

In tabel 6.19 is de aansturing van artikel 6.20 voor de andere logiesfunctie geschrapt. Uit Bijlage I in combinatie met artikel 6.20, eerste lid, volgt namelijk dat bij een «andere logiesfunctie» geen brandmeldinstallatie is voorgeschreven.

Onderdelen LL tot en met NN

In tabel 6.22 was artikel 6.23 abusievelijk niet aangewezen voor de bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport. Hoewel deze subgebruikfunctie op basis van het eerste lid van artikel 6.20 geen brandmeldinstallatie hoeft te hebben kan de verplichting een brandmeldinstallatie te hebben ook voortvloeien uit het vijfde lid van artikel 6.20. Omdat in een dergelijk geval ook een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in artikel 6.23 nodig is, is artikel 6.23 voortaan ook aangewezen voor de bijeenkomstfunctie voor het aanschouwen van sport. Daarmee geldt het voorschrift voor alle bijeenkomstfuncties en is het dus niet meer nodig daar een onderverdeling in subgebruiksfuncties op te nemen. Verder is in tabel 6.22 het vierde lid van artikel 6.24 niet meer aangestuurd voor wegtunnels. Tot deze wijziging is overgegaan omdat in de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Rarvw) al eisen aan de zichtbaarheid van vluchtrouteaanduidingen worden gesteld.

Aan artikel 6.25 is een elfde lid toegevoegd op basis waarvan in de Regeling Bouwbesluit 2012 kan worden afgeweken van het derde lid. Hiermee is het mogelijk om het maximale aantal personen dat is aangewezen op een tegen de vluchtrichting indraaiende deur te koppelen aan een tijdseenheid. Op die manier is er geen sprake van een absoluut aantal van 37 respectievelijk 60 personen. Deze wijziging is in tabel 6.22 verwerkt.

Aan artikel 6.26 is een vierde lid toegevoegd voor een woonfunctie voor zorg en een woonfunctie voor kamergewijze verhuur. Op grond van dit vierde lid is het voorschrift dat een deur zelfsluitend moet zijn niet van toepassing op de (niet-gezamenlijke) deur van de afzonderlijke wooneenheden. Verder is het tweede lid van artikel 6.26 niet meer aangestuurd voor de woonfuncties voor zorg en voor kamergewijze verhuur. Het tweede lid zou er namelijk toe leiden dat alle deuren in die woonfuncties niet-zelfsluitend behoeven te zijn. Met deze wijziging is een onbedoelde verlichting van eisen ten opzichte van het niveau van het Bouwbesluit 2003 gecorrigeerd. Deze wijzigingen zijn in tabel 6.22 verwerkt.

Onderdelen OO en PP

Na het tweede lid van artikel 7.4 is een nieuw derde lid ingevoegd. In dit nieuwe lid is een specifiek voorschrift opgenomen voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. In afwijking van het eerste lid is het bij stallen niet meer mogelijk de veiligheid van de aankleding aan te tonen volgens de in onderdeel e opgenomen methode. De veiligheid van aankleding die niet direct op vloer, trap of hellingbaan is aangebracht kan dus alleen worden aangetoond met een van de onder a tot en met d genoemde methoden. Aan de aankleding die direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht, zoals bijvoorbeeld stro, worden dus geen eisen gesteld. Met deze aangescherpte eisen aan de overige aankleding van stallen kunnen dieren in stallen beter worden beschermd tegen brand. Zie ook de toelichting op de onderdelen K en L. Voor specifiek overgangsrecht met betrekking tot dit onderwerp wordt verwezen naar artikel II.

Tabel 7.1 is overeenkomstig aangepast.

Onderdeel RR

Aan artikel 7.12 is een vijfde lid toegevoegd voor wegtunnels waardoor het is toegestaan dat een deur op een vluchtroute in een tunnel wordt ontgrendeld met een automatische ontgrendeling. Dit voorschrift is opgenomen om geen strijdigheid te krijgen met de Regeling aanvullende regels veiligheid wegtunnels (Rarvw) op grond waarvan het is toegestaan dat vluchtdeuren afgesloten zijn en pas bij een calamiteit worden geopend nadat het verkeer in de tunnels is stilgelegd.

Onderdeel SS
Artikel 8.3

De opzet en volgorde van de artikelen 8.3 tot en met 8.7 is gewijzigd. De voorschriften met betrekking tot de geluidhinder zijn nu in artikel 8.3 opgenomen. Hiervoor bevatte artikel 8.3 voorschriften over het veiligheidsplan. Dat onderwerp is nu in artikel 8.7 opgenomen. Zie daarvoor ook de toelichting op onderdeel TT.

In het eerste lid van artikel 8.3 is bepaald dat bedrijfsmatige bouw- of sloopwerkzaamheden zowel op werkdagen als op zaterdag tussen 7:00 en 19:00 uur mogen worden uitgevoerd. Dit is een verschil met het oude eerste lid van artikel 8.4, waar de mogelijkheid om bouw- of sloopwerkzaamheden uit te voeren afhankelijk was van de hoogte van het geluidsniveau. Met als gevolg dat bouw- en sloopwerkzaamheden die geluid tot 60 dB(A) produceren altijd konden worden uitgevoerd. Ook was niet duidelijk dat de voorschriften alleen van toepassing waren voor bedrijfsmatige bouw- en sloopwerkzaamheden en niet voor de doe-het-zelver.

Met het nieuwe eerste lid van artikel 8.3 zijn beide genoemde punten gecorrigeerd. Bovendien was het zonder ontheffing niet mogelijk op zaterdag te werken. Dit is nu ook gewijzigd. Omdat voortaan ook op zaterdag mag worden gewerkt zonder ontheffing wordt er meer ruimte (tijd) geboden aan de sloop- en bouwbranche voor het uitvoeren van hun werkzaamheden.

In de tabel van het tweede lid is het maximale geluidsniveau aangegeven, gerekend met een maximale blootstellingsduur in dagen dat de in de tabel opgenomen dagwaarde is bereikt.

De definitie van het begrip dagwaarde maakt duidelijk dat het geluid dat geproduceerd mag worden door bouw- of sloopwerkzaamheden moet worden gemeten op de gevel van geluidsgevoelige objecten. Dit is conform de Circulaire Bouwlawaai 2012. Geluid dat in bijvoorbeeld een woning wordt geproduceerd moet voor de toepassing van artikel 8.3 dus worden gemeten op de gevel van de buren en niet bij de woningscheidende wand tussen de woning waar geluid wordt geproduceerd en de buurwoning.

Ook volgt duidelijk uit de tabel dat geluid van meer dan 80 dB(A) niet is toegestaan.

Op grond van het derde lid kan het bevoegd gezag ontheffing verlenen van de eerste twee leden. Hierbij is duidelijk aangegeven dat onder alle omstandigheden gebruik moet worden gemaakt van de best beschikbare stille technieken. Overeenkomstig artikel 5.4 van het Besluit omgevingsrecht houdt het bevoegd gezag bij de bepaling van de best beschikbare technieken rekening met de voorzienbare kosten en baten van de maatregelen en met het zogenoemde voorzorg- en preventiebeginsel.

Het vierde lid is vergelijkbaar met het oude derde lid. Als het bevoegd gezag met betrekking tot het uitvoeren van de bouw- of sloopwerkzaamheden beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht heeft vastgesteld dan is er in afwijking van het derde lid geen ontheffing nodig als de werkzaamheden aan die regels voldoen en er tijdig gemeld is. In dergelijke beleidsregels kan zowel worden afgeweken van de tijden waarop gewerkt mag worden, van de dagwaarden als van de maximale blootstellingsduur.

Er wordt op gewezen dat het gemeenten vrij staat in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voorschriften op te nemen voor het niet-bedrijfsmatig bouwen en slopen.

Onderdeel TT

Met het voorschrift van onderdeel TT zijn de artikelen 8.5 tot en met 8.7 vernummerd tot 8.4 tot en met 8.6 en is artikel 8.4 vervallen (zie ook de toelichting op onderdeel SS). Na artikel 8.6 is een nieuw artikel 8.7, veiligheidsplan, toegevoegd. Voorschriften omtrent het veiligheidsplan waren hiervoor opgenomen in artikel 8.3. In de nieuwe tekst van het voorschrift omtrent het veiligheidsplan is de opzet gevolgd van de indieningsvereisten voor het uitvoeren van bouw- en sloopwerkzaamheden. Door de voorschriften met betrekking tot het veiligheidsplan voor zowel bouwen als slopen op één plek op te nemen, en niet meer te spreken van een bouwveiligheidsplan respectievelijk een sloopveiligheidsplan (zie ook de toelichting op onderdeel D) is consistentie gewaarborgd. Dit artikel 8.7 geeft precies aan waaraan een veiligheidsplan, ter beoordeling van het bevoegd gezag, moet voldoen.

Onderdeel UU

Het zesde lid van artikel 9.2 is zo aangepast dat ook het vierde lid van artikel 6.23 onder het overgangsrecht valt. In het vierde lid van artikel 6.23 is geregeld dat een ontruimingsinstallatie een geldig inspectiecertificaat moet hebben in het geval deze installatie hoort bij een brandmeldinstallatie die op grond van het zesde lid van artikel 6.20 een geldig inspectiecertificaat moet hebben. Abusievelijk was er voor een inspectiecertificaat van een ontruimingsinstallatie geen overgangsrecht opgenomen. Dit is nu gecorrigeerd. Heeft een brandmeldinstallatie een geldig certificaat als bedoeld in artikel 2.2.1, negende lid, van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken (Gebruiksbesluit) dat valt onder het overgangsrecht dan mag op grond van het gewijzigde zesde lid ook voor de bijbehorende ontruimingsinstallatie het overgangsrecht worden toegepast.

Na dit zesde lid is een nieuw zevende lid tussengevoegd. In dit lid is het overgangsrecht voor het inspectiecertificaat van een automatische brandblusinstallatie en rookbeheersingsinstallatie (eerste en tweede lid van artikel 6.32) opgenomen. Dit overgangsrecht was eerder in het zesde lid opgenomen, maar is, nu het zesde lid is gewijzigd, met het oog op de leesbaarheid in een apart lid opgenomen.

Artikel II

Naar verwachting zal met ingang van 1 juli 2014 een algemene maatregel van bestuur met als citeertitel Besluit houders van dieren in werking treden. Deze algemene maatregel van bestuur vervangt onder meer het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren. Met dit artikel is zeker gesteld dat vanaf het moment van inwerkingtreding van dat besluit de verwijzing in de definitie van de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren naar de bijlage bij het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren is vervangen door een verwijzing naar de bijlage bij het Besluit houders van dieren. Zie ook de toelichting op artikel I, onderdeel A.

Artikel III

In artikel III is specifiek overgangsrecht opgenomen voor de lichte industriefunctie voor het bedrijfsmatig houden van dieren. Als voor de inwerkingtreding van dit besluit aankleding in een besloten ruimte van een stal is aangebracht niet direct op een vloer, trappen of hellingbaan, dan mag worden uitgegaan artikel 7.4, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit wijzigingsbesluit. Met deze overgangsbepaling zijn de met dit wijzigingsbesluit aangescherpte brandveiligheidsvoorschriften niet van toepassing op een bestaande situatie. Het overgangsrecht heeft alleen betrekking op de aankleding die niet direct op een vloer trap of hellingbaan is aangebracht. Voor aankleding die wel direct op de vloer, trap of hellingbaan is aangebracht, zoals bijvoorbeeld stro, gelden geen eisen. Zie ook de toelichting op de onderdelen OO en PP.

Artikel IV

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het onderhavige besluit met ingang van 1 april 2014. Gezien de politieke toezeggingen met betrekking tot het verbeteren van de brandveiligheid van stallen, is hierbij afgeweken van de vaste verandermomenten. Er is wel rekening gehouden met een minimale invoeringstermijn van twee maanden. Verder wordt opgemerkt dat het ontwerp van dit besluit in het kader van de voorhangprocedure als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Woningwet, aan beide Kamers is voorgelegd.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven