Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân, houdende regels omtrent de bestrijding van invasieve exoten door de mienskip in Fryslân (Subsidieregeling Invasieve Exoten Fryslân)

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

 

Gelet op artikel 1.3, vierde lid, van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

 

Overwegende dat de Europese Unie de aanpak van invasieve exoten verplicht (in de verordening (EU) 1143/2014) aan de lidstaten en dat het rijk deze verplichting heeft uitgewerkt in de Wet natuurbescherming en onder meer opgedragen heeft aan de provincie;

 

Overwegende dat in het bestuursakkoord 2019-2023 is overeengekomen dat de provincie, samen met de burger en de landbouw, haar rol hierin pakt door het vormgeven van Exotenbeleid dat een bijdrage kan leveren aan het tegengaan van het verdwijnen van (inheemse) dier- en plantensoorten. De aantasting die de verdwijning van (inheemse) dier- en plantensoorten heeft op het ecosysteem en de leefomgeving wordt hierdoor beperkt waardoor Exotenbeleid bijdraagt aan het streven naar brede welvaart binnen de mienskip;

 

Overwegende dat het Exotenbeleid in de Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân 2023-2029 is uitgewerkt waarin is uitgesproken de invasieve exoten in Fryslân aan te pakken vanuit een biodiversiteitsbelang, waarbij economie en volksgezondheid worden meegenomen;

 

Overwegende dat de ondersteuning van de mienskip bij de aanpak van invasieve exoten aan deze doelstellingen bijdraagt en dat zij daarom de inspanningen van de mienskip financieel wil ondersteunen;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Subsidieregeling Invasieve Exoten Fryslân.

 

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Asv: Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • beheersing: passende maatregel in het geval een invasieve exoot wijdverspreid is en op grote oppervlakten voorkomt en uitroeiing niet meer mogelijk is. Passende maatregelen zijn:

    • a.

      het terugdringen van de invasieve exoot. Indien de soort voor problemen of gevaren zorgt is ingrijpen gewenst;

    • b.

      het in toom houden van de invasieve exoot. Wanneer omvang van de invasieve exoot onder controle is, dan is het zaak om deze situatie door beheersmaatregelen te behouden;

  • Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân: de door Provinciale Staten Fryslân op 30 november 2022 vastgestelde beleidsnotitie onder deze naam;

  • bestrijding: passende maatregel gericht op volledige en permanente verwijdering van een populatie van de invasieve exoot in een vroeg stadium van invasie;

  • Hygiëneprotocol Fryslân: rapport onder de naam ‘Hygiënisch werken met invasieve exoten in de provincie Friesland’;

  • invasieve exoot: plant of dier dat is geïntroduceerd buiten hun natuurlijk verspreidingsgebied, waarvan is vastgesteld dat de introductie of verspreiding ervan een bedreiging of nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit en aanverwante ecosysteemdiensten in Nederland;

  • landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten: landelijk geaccepteerde en nagevolgde richtlijnen van deskundigen op het gebied van invasieve exoten die een bepaalde manier van beheersing en/of bestrijding voorschrijven;

  • Natura 2000-gebied: een door het Rijk aangewezen gebied dat valt onder de bescherming van Natura 2000, zoals bedoeld in de Wet Natuurbescherming, de Vogelrichtlijn (richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20)) en de Habitatrichtlijn (richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992 L 206));

  • NNN: Natuurnetwerk Nederland, zoals dat door de provincie Fryslân is aangewezen;

  • nulmeting: inventarisatie van de bestaande situatie, waarvan de resultaten het uitgangspunt vormen voor verdere monitoring;

  • resultaatmeting: inventarisatie van de situatie achteraf (na het uitvoeren van de maatregelen) vergeleken met de situatie ten tijde van de nulmeting, waarbij dezelfde indicatoren als in de nulmeting in kaart worden gebracht;

  • terreinbeherende organisatie: in een rechtspersoon ondergebrachte organisatie die grond in eigendom heeft en zich onder andere richt op natuurbeheer op die gronden;

  • Vrijwilligersgroep: een groep van vrijwilligers die zich richt op beheersing en bestrijding van invasieve exoten op lokaal niveau en die zich heeft georganiseerd als rechtspersoon, of wordt gefaciliteerd onder de verantwoordelijkheid van een rechtspersoon.

Artikel 2. Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor:

  • a.

    het opstellen van een gebiedsplan: het opstellen van een gebiedsplan voor de beheersing en bestrijding van een of meer invasieve exoten binnen en buiten het Natura-2000 gebied en NNN voor de duur van minimaal zes jaren;

  • b.

    de bestrijding van invasieve exoten: een project om een of meer invasieve exoten op een of meer locaties in de provincie Fryslân, binnen het Natura-2000 gebied in de provincie Fryslân en het NNN, succesvol te bestrijden;

  • c.

    het faciliteren van een vrijwilligersgroep: het faciliteren en uitrusten van vrijwilligersgroepen die zich richten op de beheersing en bestrijding van invasieve exoten binnen en buiten Natura-2000 gebied en NNN.

Artikel 3 Subsidieplafond en aanvraagperiode

  • 1.

    Gedeputeerde Staten stellen een openstellingsbesluit vast voor de activiteiten als bedoeld in artikel 2.

  • 2.

    Een openstellingsbesluit bevat ten minste een aanvraagperiode en subsidieplafond.

Artikel 4 Verdeelsystematiek

  • 1.

    Het beschikbare bedrag van het subsidieplafond wordt verdeeld op volgorde van ontvangst van de volledige aanvragen.

  • 2.

    Indien een aanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de aanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3.

    Indien er meer aanvragen zijn ontvangen op één dag, waarbij toekenning van al deze aanvragen zou leiden tot overschrijding van het subsidieplafond wordt, in afwijking van het tweede lid, de onderlinge rangorde van die aanvragen door loting vastgesteld.

Artikel 5 Aanvraag

Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door Gedeputeerde Staten vastgesteld aanvraagformulier en gaat vergezeld van de daarin genoemde verplichte bijlagen.

Artikel 6 Wijze van subsidieverstrekking

  • 1.

    De subsidie op grond van paragraaf 2 van deze regeling wordt binnen 22 weken na de in de verleningsbeschikking genoemde einddatum van de activiteit ambtshalve vastgesteld.

  • 2.

    De subsidie op grond van paragrafen 3 en 4 deze regeling wordt direct vastgesteld.

Artikel 7 Bevoorschotting

  • 1.

    De subsidie op grond van paragraaf 2 van deze regeling wordt voor 80% bevoorschot.

  • 2.

    Er wordt maximaal één voorschot verstrekt.

 

Paragraaf 2. Het opstellen van een gebiedsplan

Artikel 8 Doel gebiedsplan

Deze subsidie heeft tot doel het bevorderen van samenwerking in gezamenlijke aanpak van bestrijding invasieve exoten en een gezamenlijk afgestemd gebied binnen de provincie Fryslân.

Artikel 9 Doelgroep

Een subsidie voor de subsidiabele activiteit het opstellen van een gebiedsplan, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a, kan alleen worden verstrekt aan rechtspersonen in de provincie Fryslân.

Artikel 10 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien voor dezelfde activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, of een deel daarvan, op het moment van ontvangst van de aanvraag reeds een andere subsidie is verstrekt door de provincie Fryslân.

Artikel 11 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Alle kosten die een directe relatie hebben met de subsidiabele activiteit, zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onder d, Asv is niet verrekenbare en niet compensabele BTW subsidiabel.

Artikel 12 Subsidiehoogte

De subsidie voor de subsidiabele activiteit het opstellen van een gebiedsplan, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder a, bedraagt ten hoogste 90% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,-.

Artikel 13 Verplichtingen

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen een jaar na de start hiervan te realiseren;

  • b.

    binnen het gebiedsplan te kiezen voor de meest effectieve en kostenefficiënte maatregelen;

  • c.

    samen te werken met in ieder geval twee andere grond bezittende partijen, waarvan tenminste één partij een publiekrechtelijke rechtspersoon is, binnen de begrenzing van het gebied waar het gebiedsplan zich op richt;

  • d.

    in het gebiedsplan in beeld te brengen:

    • de invasieve exoten die worden aangepakt;

    • de begrenzing van het gebied waarop het plan zich richt;

    • de specifieke locaties van de aan te pakken invasieve exoten;

    • de te nemen maatregelen (bestrijding of beheersing), inclusief nabehandeling, en een prioritering daarvan binnen de beheerperiode van zes jaar;

    • met welke partijen binnen het grondgebied of beheergebied kan worden samengewerkt om tot een effectieve bestrijding te komen;

    • de wijze waarop nulmeting en resultaatmeting plaatsvindt en geeft inzicht in de sturing op kosten en effectiviteit van deze metingen.

  • e.

    in het gebiedsplan in ieder geval in te gaan op de volgende invasieve exoten, voor zover die in het gebied aanwezig zijn:

    • Aziatische duizendknoop;

    • Grote waternavel;

    • Reuzenbalsemien;

    • Reuzenberenklauw;

    • Waterteunisbloem;

    • Watercrassula.

  • f.

    in het gebiedsplan te werken conform de voorschriften in het Hygiëneprotocol Fryslân en de landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten, voor zover deze aanwezig zijn;

  • g.

    het gebiedsplan na afronding zo spoedig mogelijk ter kennisname aan Gedeputeerde Staten te zenden;

  • h.

    te starten met de uitvoering van de maatregelen in het gebiedsplan binnen de in het gebiedsplan genoemde termijn en als geen termijn wordt genoemd binnen zes maanden na oplevering van het gebiedsplan en goedkeuring door Gedeputeerde Staten.

Paragraaf 3. De bestrijding van invasieve exoten

Artikel 14 Doel

Deze subsidie heeft tot doel de wijdverspreide invasieve exoten, de categorie 2 en 3 soorten zoals genoemd in bijlage 1 van de Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân, in Natura 2000-gebied in de provincie Fryslân en het NNN te bestrijden.

Artikel 15 Doelgroep

Een subsidie voor de subsidiabele activiteit de bestrijding van invasieve exoten, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, kan alleen worden verstrekt aan rechtspersonen in de provincie Fryslân.

Artikel 16 Criteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    voor de bestrijdingsmaatregelen is een projectplan met sluitende begroting opgesteld;

  • b.

    de bestrijdingsmaatregelen richten zich op de invasieve exoten die zijn genoemd in categorie 2 en 3 in bijlage 1 van de Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân;

  • c.

    onderdeel van het projectplan is een recente nulmeting van de invasieve exoten die aanwezig zijn in het gebied waar de bestrijdingsmaatregelen zich op richten;

  • d.

    in het projectplan wordt gewerkt conform de voorschriften in het Hygiëneprotocol Fryslân en de landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten, voor zover van toepassing.

Artikel 17 Weigeringsgronden

In aanvulling op hetgeen is bepaald in artikel 2.7 van de Asv, wordt subsidie geweigerd indien:

  • a.

    de bestrijding van exoten plaatsvindt met chemische bestrijdingsmiddelen;

  • b.

    de bestrijdingsmethode aantoonbaar ineffectief is;

  • c.

    er een even verantwoorde en effectieve bestrijdingsmethode beschikbaar is die goedkoper is;

  • d.

    de invasieve exoot waarop de bestrijding zich richt geen directe bedreiging vormt voor de biodiversiteit;

  • e.

    het projectplan niet tenminste is gericht op minimaal één van de in categorie 2 en 3 genoemde invasieve exoten, zoals bedoeld in bijlage 1 van de Beleidsnotitie Invasieve Exoten.

Artikel 18 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Alle uitvoeringskosten die een directe relatie hebben met de subsidiabele activiteit de bestrijding van invasieve exoten, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    In afwijking van artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onder d, Asv is niet verrekenbare en niet compensabele BTW subsidiabel.

Artikel 19 Niet subsidiabele kosten

Niet subsidiabel zijn:

  • a.

    kosten voor planvorming;

  • b.

    kosten voor grondverwerving of afwaardering van gronden;

  • c.

    vrijwilligersbijdragen.

Artikel 20 Subsidiehoogte

De subsidie voor de subsidiabele activiteit de bestrijding van invasieve exoten, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder b, bedraagt ten hoogste 50% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 24.999,-.

Artikel 21 Verplichtingen

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a.

    de gesubsidieerde activiteit uiterlijk binnen zes maanden na subsidieverstrekking te starten;

  • b.

    ter afsluiting van het project een resultaatmeting uit te voeren van de invasieve exoten die nog aanwezig zijn in het gebied waar de bestrijdingsmaatregelen zich op gericht hebben en deze te overleggen aan Gedeputeerde Staten.

Paragraaf 4. Het faciliteren van een vrijwilligersgroep

Artikel 22 Doel

Deze subsidie heeft tot doel de burgerparticipatie in beheersing en bestrijding van invasieve exoten op lokaal niveau te bevorderen.

Artikel 23 Doelgroep

Een subsidie voor de subsidiabele activiteit het faciliteren van een vrijwilligersgroep, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder c, kan alleen worden verstrekt aan een rechtspersoon of rechtspersoon i.o. die het faciliteren van een vrijwilligersgroep in de provincie Fryslân op zich wil nemen.

Artikel 24 Criteria

Om voor een subsidie in aanmerking te komen, wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

  • a.

    de kernwerkzaamheden van de vrijwilligersgroep betreffen de bestrijding van invasieve exoten die zijn benoemd in categorie 2 en 3 in bijlage 1 van de Beleidsnotitie Invasieve Exoten Fryslân;

  • b.

    de aanvrager verklaart de vrijwilligersgroep ten minste voor de duur van zes jaar in stand te houden en tenminste meerdere keren per jaar beheers- of bestrijdingsactiviteiten voor de vrijwilligersgroep te faciliteren;

  • c.

    er is in het aanvraagformulier aangegeven:

    • op welke invasieve exoten en op welk gebied de vrijwilligersgroep zich richt, waarom de beheersing of bestrijding nodig is en wat de beoogde maatregelen zijn;

    • dat wordt gewerkt conform de voorschriften in het Hygiëneprotocol Fryslân en de landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten, voor zover van toepassing;

    • dat wordt gewerkt met de benodigde en voorgeschreven beschermingsmiddelen; en

    • wat de verwachte kosten zijn.

Artikel 25 Subsidiabele kosten

  • 1.

    Alle kosten die een directe relatie hebben met de subsidiabele activiteit het faciliteren van een vrijwilligersgroep, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder c, komen voor subsidie in aanmerking.

  • 2.

    Kosten met een directe relatie tot de subsidiabele activiteit het faciliteren van een vrijwilligersgroep, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder c, zijn in ieder geval:

    • a.

      de kosten voor de inhuur van deskundigen op het gebied van beheersing of bestrijding van invasieve exoten;

    • b.

      de kosten die samenhangen met het faciliteren van de vrijwilligersgroep;

    • c.

      de kosten voor de aanschaf van beschermingsmaterialen en gereedschappen die nodig zijn om op een verantwoorde manier invasieve exoten te bestrijden.

  • 3.

    In afwijking van artikel 1.10, eerste lid, aanhef en onder d, Asv is niet verrekenbare en niet compensabele BTW subsidiabel.

Artikel 26 Niet subsidiabele kosten

Oprichtingskosten van een rechtspersoon zijn niet subsidiabel.

Artikel 27 Subsidiehoogte

De subsidie voor de subsidiabele activiteit het opzetten van een vrijwilligersgroep, als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder c, bedraagt ten hoogste 100% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,-.

Artikel 28 Verplichtingen

Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 2.13 en 2.14 van de Asv, is de subsidieontvanger verplicht om:

  • a.

    de vrijwilligersgroep tenminste voor de duur van zes jaar in stand te houden;

  • b.

    de vrijwilligersgroep meerdere keren per jaar te faciliteren bij beheers- of bestrijdingsactiviteiten.

Paragraaf 5. Slotbepalingen

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 30 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Invasieve Exoten Fryslân.

Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 23 mei 2023.

Voorzitter drs. A.A.M. Brok

Secretaris A. Schepers, MSc

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1, Hygiëneprotocol Fryslân

Op dit moment is het meest actuele Hygiëneprotocol Fryslân het rapport van augustus 2020 onder de naam ‘Hygiënisch werken met invasieve exoten in de provincie Friesland’ van de hand van Van der Loop, Van Veenhuisen en Van de Loo. Het is voorstelbaar dat het rapport in de loop van de tijd geactualiseerd wordt. Met het Hygiëneprotocol Fryslân wordt altijd het meest actuele rapport bedoeld.

 

Artikel 1, landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten

Bij landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten wordt in ieder geval gedacht aan: het rapport uit 2019 onder de naam ‘Landelijk protocol omgaan met Aziatische duizendknopen’ van de hand van Faber, Penninkhof, De Vetten en Boosten en het rapport uit 2020 onder de naam ‘Leidraad beheer reuzenklauw’ van de hand van Van Kemenade en Lageschaar. Het is voorstelbaar dat de richtlijnen in de loop van de tijd geactualiseerd worden. Hier worden altijd de meest actuele richtlijnen bedoeld.

 

Artikel 1, NNN

Het Natuurnetwerk Nederland is in Fryslân op dit moment aangewezen in de Verordening Romte Fryslân 2014. De precieze begrenzing van het Natuurnetwerk Nederland is in kaartvorm digitaal te raadplegen op ruimtelijkeplannen.nl. In de toekomst zal het Natuurnetwerk Nederland aangewezen worden door de provincie in de Omgevingsverordening.

 

Artikel 1, terreinbeherende organisaties

Specifieke terreinbeherende organisaties zijn Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, It Fryske Gea en de 12 provinciale Landschappen, maar ook de kleinere particuliere natuurbeschermingsorganisaties en in rechtspersonen georganiseerde agrariërs.

 

Artikel 8

Het gezamenlijk afgestemde gebied sluit op een logische manier aan bij het verspreidingsgebied van een invasieve exoot. Het gebied omslaat bijvoorbeeld meerdere gemeenten of een stroomdal.

 

Artikel 9

De doelgroep is beperkt tot rechtspersonen in de provincie Fryslân. Bij de rechtspersonen die kunnen aanvragen wordt met name gedacht aan de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân en andere terreinbeherende organisaties.

 

Artikel 15

Ook deze doelgroep is beperkt tot rechtspersonen in de provincie Fryslân. Bij de rechtspersonen die kunnen aanvragen wordt met name gedacht aan de Friese gemeenten, Wetterskip Fryslân en andere terreinbeherende organisaties.

 

Artikel 17

Onderdelen a tot en met d zijn als weigeringsgronden in de regeling opgenomen om te kunnen sturen op noodzaak, effectiviteit en kosten van de bestrijdingsmaatregelen waarvoor subsidie wordt gevraagd. Het zijn breed geformuleerde weigeringsgronden zodat er (beleids)inhoudelijk gestuurd kan worden op deze indicatoren zodat een zo goed mogelijke aanpak van invasieve exoten gestimuleerd wordt.

Als concreet voorbeeld voor een aantoonbaar ineffectieve bestrijdingsmethode kan aan het volgende gedacht worden. Er zal geen subsidie worden verstrekt voor de bestrijding van een niet-geïsoleerde populatie invasieve exoten. Als er geen sprake is van een geïsoleerde populatie zal de exoot na verwijderen vanuit naburige percelen immers weer snel terugkomen. Daarmee is deze manier van beheersing of bestrijding ineffectief. Een geïsoleerde populatie kan zich uitstrekken over meerdere percelen van verschillende eigenaren. Voor de aanpak van een geïsoleerde populatie die zich over meerdere percelen van verschillende eigenaren uitstrekt is dus samenwerking tussen de verschillende eigenaren nodig. Dat een aanvraag betrekking kan hebben op meerdere geïsoleerde populaties wordt hiermee overigens niet uitgesloten.

Bij de beoordeling of bestrijdingsmaatregelen noodzakelijk zijn wordt gekeken naar de vraag of de invasieve exoot een directe bedreiging vormt voor de biodiversiteit, waarbij vervolgens de volksgezondheid of de economie kan worden meegenomen. Voor de bestrijding van Reuzenberenklauw in de berm langs akkerland bestaat bijvoorbeeld niet zondermeer de bedoelde noodzaak. Het is dan in de vraag of vanuit het biodiversiteitsbelang bestrijding van de Reuzenberenklauw nodig is omdat er geen biodiversiteit is die beschermd moet worden in bermen langs akkerland.

 

Onder onderdeel e is opgenomen dat de bestrijdingsmaatregelen tenminste gericht moeten zijn op één van de invasieve exoten die vallen onder categorie 2 en 3, als bedoeld in bijlage 1 van de Beleidsnotitie Invasieve Exoten. Hier zij opgemerkt dat de provinciale voorkeur uitgaat naar bestrijding van de Aziatische duizendknoop, Grote waternavel, Reuzenbalsemien, Reuzenberenklauw, Rimpelroos, Waterteunisbloem en Watercrassula.

 

Artikel 22

Er is bewust voor gekozen om de vrijwilligersgroepen te ondersteunen bij de beheersing en bestrijding van invasieve exoten op lokaal niveau. Burgerparticipatie wordt hierdoor gestimuleerd omdat het op een laagdrempelige manier kan plaatsvinden. Bij de aanpak op lokaal niveau kan gedacht worden aan de aanpak binnen een dorp, wijk of natuur- en recreatiegebied.

 

Artikel 25, lid 2

Hoewel het eerste lid alle kosten die een directe relatie hebben met de subsidiabele activiteit subsidiabel verklaart zijn voor de duidelijkheid in het tweede lid bepaalde kosten benoemd die in ieder geval subsidiabel moeten worden geacht.

 

Bij de onder onderdeel a genoemde kosten kan gedacht worden aan de inhuur van een deskundige op het gebied van bestrijding die voor en door de vrijwilligersgroep wordt ingehuurd om de vrijwilligers uitleg te geven over een veilige en/of efficiënte wijze van beheersing of bestrijding.

 

Bij de onder onderdeel b genoemde kosten kan gedacht worden aan uitvoeringskosten, bureaukosten en overheadkosten (als dit niet al synoniemen voor dezelfde soort kosten zijn). Hieronder begrepen zijn ook de cateringkosten voor de vrijwilligersgroep (verstrekking van koffie, thee, etc. ter ondersteuning van de vrijwilligers bij hun taak).

 

De onder onderdeel c genoemde kosten spreken voor zich. Voor de volledigheid wordt erop gewezen dat met een verantwoorde manier van beheersing of bestrijding wordt bedoeld beheersing of bestrijding conform de landelijk geldende richtlijnen ter beheersing of bestrijding van invasieve exoten en het Hygiëneprotocol Fryslân.

Naar boven