Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht van 7 maart 2023, nr UTSP-1088738041-9762, tot vaststelling van het Openstellingsbesluit Subsidie verplaatsing en beëindiging veehouderijen Utrecht (Openstellingsbesluit subsidie verplaatsing en beëindiging veehouderijen Utrecht 2023)

Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht;

 

Gelet op artikel 1.4 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht 2022 (AsvpU 2022) en gelet op artikel 1.3, eerste lid, van de Subsidieregeling verplaatsing en beëindiging veehouderijen Utrecht 2023

 

Overwegende dat het wenselijk is om, in het kader van de Gebiedsgerichte Aanpak Landelijk Gebied in het gehele Utrechtse landelijke gebied ter realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied door het reduceren van stikstofdepositie, de reductie van de CO2-emissie vanuit de veengronden ter uitvoering van het Klimaatakkoord, en herstel van de natuur, de impact van de veehouderijen op deze doelstellingen, binnen een afstand van circa 2 kilometer van de Natura 2000 gebieden te stimuleren tot verplaatsing of beëindiging van deze bedrijven;

 

Besluiten het volgende:

 

Openstellingsbesluit Subsidieregeling verplaatsing veehouderijen Utrecht

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder:

  • -

    Natura 2000-gebied: Natura 2000-gebied dat is aangewezen door de Staatssecretaris van Economische Zaken als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet natuurbescherming

  • -

    subsidieregeling: Subsidieregeling verplaatsing en beëindiging veehouderijen Utrecht;

Artikel 2 Subsidiabele activiteiten en prestaties

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor de verplaatsing van een veehouderij dat is gelegen in of nabij het Natura 2000-gebied binnen circa 2 kilometer.

  • 2.

    Subsidie als bedoeld in het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een projectsubsidie.

  • 3.

    De activiteit, bedoeld in het eerste lid, leidt tot: bedrijfsverplaatsing (paragraaf 1, artikel 1.1 en paragraaf 2 van de regeling)

Artikel 3 Aanvraagperiode

Subsidieaanvragen worden ingediend vanaf de dag na publicatie van dit besluit in het provinciaal blad.

Artikel 4 Aanvraagvereisten

Naast de gegevens, bedoeld in artikel 2.2 van de subsidieregeling, gaat een aanvraag voor subsidie als bedoeld in artikel 2, eerste lid, in ieder geval vergezeld van:

  • a.

    eigendomsbewijzen of pachtovereenkomsten en kadastrale informatie van de onroerende zaken waar de veehouderij is gevestigd en wordt uitgeoefend;

  • b.

    omschrijving van het bedrijf, zoals vee-eenheden en samenstelling van het bedrijf;

  • c.

    afschriften van vergunningen, voor zover afgegeven en in bezit van de aanvrager;

  • d.

    informatie over de hervestigingslocatie inclusief gegevens huidige eigenaar, de bedrijfssituatie en vergunningen en een voorlopige koopovereenkomst onder voorbehoud van verlening van een subsidie voor de verplaatsing van de veehouderij van aanvrager op grond van deze regeling;

  • e.

    jaarrekeningen over de laatste 2 boekjaren;

Artikel 5 Deelplafond

Gedeputeerde Staten stellen het deelplafond voor de periode, genoemd in artikel 3, vast op € 4.000.000.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na publicatie hiervan in het Provinciaal Blad.

Artikel 7 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit Subsidieregeling verplaatsing veehouderijen Utrecht

Utrecht, 7 maart 2023

Gedeputeerde Staten van Utrecht,

Voorzitter,

mr. J.H. Oosters

Secretaris,

mr. drs. A.G. Knol-van Leeuwen

Bijlage behorende bij artikel 2, eerste lid, van het Openstellingsbesluit subsidieregeling verplaatsing veehouderijen Utrecht 2023

 

Toelichting behorende bij het Openstellingsbesluit subsidie verplaatsing veehouderijen Utrecht 2023

 

I. Algemeen

Nederland staat voor een aantal urgente opgaven zoals stikstofreductie, CO2-reductie, realisatie van de Kaderrichtlijn Water en herstel en verbetering van de biodiversiteit. Deze opgaven, die hieronder verder worden toegelicht, moeten vooral worden gerealiseerd in het landelijk gebied en hebben daarmee impact op de grondgebruikers, bedrijven en bewoners.

Voor de oplossing van de genoemde opgaven in het landelijk gebied ligt de sleutel in belangrijke mate bij de agrarische sector. Het Rijk werkt toe naar een integrale aanpak van de opgaven in de vorm van een Nationaal Programma Landelijk gebied (hierna: NPLG), dat sturend zal zijn voor de toekomst van agrarische bedrijven in het landelijk gebied. De provincie vertaalt de doelen van het NPLG naar provinciale doelen en beleidskeuzes in het provinciaal omgevingsbeleid. Voor de realisatie hiervan kan de provincie verschillende instrumenten inzetten. De Subsidieregeling verplaatsing en beëindiging veehouderijen Utrecht (hierna: de subsidieregeling) is een van de instrumenten waarmee de provincie uitvoering geeft aan het beleid voor het landelijk gebied en de hieruit voortvloeiende opgaven in de provincie Utrecht.

 

De subsidieregeling wordt gebiedsgericht ingezet. Dit wil zeggen dat Gedeputeerde Staten bij openstellingsbesluit bepalen binnen welk gebied in Utrecht door veehouderijen subsidie kan worden aangevraagd op grond van deze subsidieregeling. Met het voorliggend openstellingsbesluit stellen Gedeputeerde Staten de subsidieregeling open voor veehouders die zijn gevestigd binnen of nabij het Natura 2000-gebied. Dit gebied kent een aantal grote opgaven, te weten het behalen van instandhoudingsdoelstellingen en de wettelijke stikstofreductienorm op grond van de Wet natuurbescherming door stikstofreductie, reductie van CO2 vanwege bodemdaling van de veengronden nabij het N2000-gebied, en versterking van de natuur binnen en buiten het N2000-gebied. Om deze opgaven te realiseren loopt de Gebiedsgerichte Aanpak Stikstof en Bodemdaling. De Gebiedsgerichte Aanpak voert de provincie uit in samenwerking met de provincie Utrecht, buurprovincies, de gemeenten, waterschappen, Natuurmonumenten, LTO en agrariërs uit het gebied.

In het kader van de GGA landelijk gebied zijn berekeningen uitgevoerd, waaruit blijkt dat het verplaatsen van veehouderijen in en nabij het N2000-gebied een belangrijke bijdrage levert aan de realisatie van de gebiedsopgaven. Daarbij geldt met name voor het verminderen van de stikstofdepositie op de voorstikstofgevoelige habitats in het N2000-gebied, dat impact van bedrijven in en binnen een afstand van ongeveer 1 a 2 km van het N2000-gebied substantieel is. Daarom wordt de subsidieregeling opengesteld voor bedrijven binnen een zone van circa 2 kilometer vanaf de N-2000 gebieden met als doel deze te stimuleren tot het verplaatsen van hun bedrijven buiten de begrenzing. Verplaatsing levert direct stikstofwinst op. De gronden kunnen vervolgens in het kader van de GGA worden ingezet voor het bereiken van de andere opgaven.

Naar boven