Uitvoeringsregeling subsidie fysieke uitvoeringsprojecten klimaatadaptatie Noord-Holland 2022

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

 

Overwegende dat gemeenten met deze uitvoeringsregeling worden gestimuleerd om daadwerkelijk fysieke maatregelen te nemen om klimaatadaptief in te richten en daarmee tegemoet te komen aan de afspraken van het Bestuursakkoord uit 2018;

 

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

 

Besluiten vast te stellen:

 

Uitvoeringsregeling subsidie fysieke uitvoeringsprojecten klimaatadaptatie Noord-Holland 2022

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    fysiek uitvoeringsproject: maatregelen die de effecten van klimaatverandering beperken;

  • b.

    klimaatadaptatie: het proces waarbij de samenleving zich aanpast aan het actuele of verwachte klimaat en de effecten daarvan, om de schade die gepaard kan gaan met klimaatverandering te beperken en de kansen die de klimaatverandering biedt te benutten;

  • c.

    klimaatstresstest: de gestandaardiseerde klimaatstresstest Ruimtelijke adaptatie, die kwetsbaarheden voor klimaatverandering in beeld brengt, bedoeld in het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie;

  • d.

    risicodialoog: de risicodialoog, bedoeld in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie;

  • e.

    werkregio: een gemeente of samenwerkende gemeenten in Noord-Holland in het kader van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. De werkregio’s in de provincie Noord-Holland zijn weergegeven in de tabel die als bijlage bij deze uitvoeringsregeling is opgenomen.

Artikel 2  

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3  

Subsidie wordt verstrekt aan Noord-Hollandse gemeenten.

Artikel 4  

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor een fysiek uitvoeringsproject dat bijdraagt aan klimaatadaptatie.

  • 2.

    Subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt indien de aanvraag is afgestemd binnen de werkregio en aantoonbaar is bevestigd dat de andere gemeenten binnen de werkregio bekend zijn met de aanvraag.

  • 3.

    Het tweede lid is niet van toepassing indien de werkregio uit één gemeente bestaat.

  • 4.

    Subsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt verstrekt indien er een klimaatstresstest of risicodialoog is uitgevoerd waaruit blijkt dat de opgave, waarop het fysieke uitvoeringsproject ziet, urgent is.

Artikel 5  

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

  • a.

    een begroting van de kosten van het fysieke uitvoeringsproject;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van het fysieke uitvoeringsproject;

  • c.

    een plan van aanpak inclusief een planning van de uitvoering van het fysieke uitvoeringsproject;

  • d.

    een inhoudelijke beschrijving van het fysieke uitvoeringsproject, waaruit blijkt hoe het project een bijdrage levert aan het weerbaar maken tegen de gevolgen van klimaatverandering, inclusief een analyse van de uitvoeringsrisico’s en een onderbouwing waaruit het zicht op realisatie blijkt;

  • e.

    de klimaatstresstest en de uitkomsten daarvan;

  • f.

    de uitkomsten of bevindingen van het verrichte onderzoek, indien aanvrager een subsidie heeft ontvangen op grond van de Uitvoeringsregeling subsidie onderzoek uitvoeringsproject klimaatadaptatie Noord-Holland 2020;

  • g.

    het resultaat van de risicodialoog;

  • h.

    indien aanwezig het vastgestelde uitvoeringsprogramma van de werkregio alsmede een beschrijving van de wijze waarop het uitvoeringsproject een onderdeel is van het uitvoeringsprogramma;

  • i.

    een beschrijving van de wijze waarop de activiteit samenhangt met andere provinciale opgaven, op het gebied van energietransitie, natuurinclusiviteit of gezonde leefomgeving.

Artikel 6  

Gedeputeerde Staten stellen per werkregio een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 7  

  • 1.

    Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode, bedoeld in artikel 6.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 8  

  • 1.

    Aanvragen die voor subsidie in aanmerking komen, worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2.

    Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3.

    Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de laagste projectkosten als eerste gehonoreerd.

  • 4.

    Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 9  

  • 1.

    Subsidie wordt geweigerd indien:

    • a.

      de aanvraag is ontvangen buiten de periode, bedoeld in artikel 7;

    • b.

      de aanvraag niet is afgestemd binnen de werkregio en niet aantoonbaar is bevestigd dat de andere gemeenten binnen de werkregio bekend zijn met de aanvraag;

    • c.

      het fysieke uitvoeringsproject financieel niet haalbaar is;

    • d.

      de uitvoering van het fysieke uitvoeringsproject is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

    • e.

      de aanvraag betrekking heeft op regulier of achterstallig onderhoud;

    • f.

      geen beschrijving is gegeven van de samenhang met andere provinciale opgaven, zoals bedoeld in artikel 5, onderdeel i;

    • g.

      de aanvraag ziet op subsidieverlening voor het ontwikkelen van nieuwbouw.

  • 2.

    Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing indien de werkregio uit één gemeente bestaat.

Artikel 10  

  • 1.

    Subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

    • a.

      noodzakelijke, rechtstreeks aan het fysieke uitvoeringsproject toe te rekenen uitvoeringskosten;

    • b.

      VAT-kosten op de uitvoering van het fysieke uitvoeringsproject tot maximaal 10% van de kosten genoemd onder a.

  • 1.

    Subsidie wordt niet verstrekt voor:

    • a.

      proceskosten;

    • b.

      facilitaire kosten;

    • c.

      communicatiekosten;

    • d.

      onderzoekskosten;

    • e.

      in-kind kosten;

    • f.

      apparaatskosten van de aanvrager;

    • g.

      kosten voor de aanleg van riolering of een gescheiden afvoersysteem voor hemelwater en riolering.

Artikel 11  

  • 1.

    De subsidie bedraagt 50% van de subsidiabele kosten tot ten hoogste het subsidieplafond dat voor de werkregio van de aanvrager geldt.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 20.000,-.

  • 3.

    Indien de subsidieontvanger voor hetzelfde fysieke uitvoeringsproject bijdragen of subsidie van derden ontvangt, wordt de subsidie zodanig berekend dat het totale bedrag niet meer bedraagt dan 100% van de kosten van het uitvoeringsproject.

Artikel 12  

  • 1.

    De aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin het fysieke uitvoeringsproject is voltooid.

  • 2.

    Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 3.

    Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13  

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2.

    De Uitvoeringsregeling subsidie fysieke uitvoeringsprojecten klimaatadaptatie Noord-Holland 2020 wordt ingetrokken.

  • 3.

    Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2024.

  • 4.

    Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie fysieke uitvoeringsprojecten klimaatadaptatie Noord-Holland 2022.

Haarlem, 12 juli 2022.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Bijlage 1  

Werkregio’s als bedoeld in artikel 1, onder e van deze uitvoeringsregeling

 

Werkregio:

Gemeenten:

Amsterdam

Amsterdam

BOWA-ISARIZ

Aalsmeer, Amstelveen, Blaricum, Diemen, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren (NH.), Ouder-Amstel, Uithoorn en Wijdemeren

Haarlemmermeer

Haarlemmermeer

Kop van Noord-Holland

Den Helder, Hollands Kroon, Schagen en Texel

Noord-Kennemerland Noord

Alkmaar, Bergen (NH.), Castricum, Dijk en Waard, Heiloo en Uitgeest

Noord-Kennemerland Zuid

Beverwijk en Heemskerk

West-Friesland

Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec

Zaanstreek-Waterland

Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland en Zaanstad

Zuid Kennemerland

Bloemendaal, Haarlem, Heemstede, Velsen en Zandvoort

 

 

Uitgegeven op 12 juli 2022

 

Namens Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

 

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

Naar boven