Vijfentwintigste wijziging Algemeen reglement mandaat Gelderland 2009

Bekendmaking van het besluit van 5 november 2019 - zaaknummer 2019-000046 tot wijziging van een regeling

 

Gedeputeerde Staten van Gelderland en de Commissaris van de Koning in de Provincie Gelderland, ieder voor wat betreft hun eigen bevoegdheden

 

Gelezen het voorstel betreffende de vijfentwintigste wijziging van het Algemeen reglement mandaat Gelderland 2009

 

Gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

 

 

Besluiten

 

Vast te stellen de vijfentwintigste wijziging van het Algemeen reglement mandaat Gelderland 2009

Artikel I

Het Algemeen reglement mandaat Gelderland 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A.

In artikel 28, tweede lid komt de eerste volzin als volgt te luiden:

Een tweede ondermandaat voor de bevoegdheid bedoeld in het eerste lid kan uitsluitend worden verleend aan een ambtenaar met een leidinggevende functie dan wel een ambtenaar die werkzaam is als programma- of projectmanager.

 

B.

Na artikel 28 wordt een nieuw artikel ingevoegd dat als volgt luidt:

Artikel 28a Privaatrechtelijke rechtshandelingen als werkgever

  • 1.

    De algemeen directeur is bevoegd alle privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor het aangaan, wijzigen, uitvoeren en beëindigen van arbeidsovereenkomsten met inachtneming van het bepaalde in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, de Cao Provinciale Sector en de Ambtenarenwet 2017 en het toepassen, uitvoeren en wijzigen van het Personeelshandboek provincie Gelderland en de provincie hierbij namens de Commissaris van de Koning in en buiten rechte te vertegenwoordigen, met uitzondering van de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen:

    • a.

      Een lijst van functies opstellen waar een Verklaring Omtrent Gedrag vereist voor is;

    • b.

      Een lijst van werkzaamheden opstellen waarvoor medische keuring vereist is;

    • c.

      Het innemen van een standpunt over een gemeld vermoeden van een misstand;

    • d.

      Het aanwijzen van medewerkers die werkzaamheden verrichten waaraan het risico van financiële belangenverstrengeling of oneigenlijk gebruik van koersinformatie is verbonden en het aanwijzen van financiële belangen die zij niet mogen bezitten of verwerven;

    • e.

      Het vaststellen van een vaste toelage onregelmatige dienst voor een ambtenaar of een groep ambtenaren;

    • f.

      Het stellen van nadere regels over het vergoeden van kosten;

    • g.

      Het vaststellen van een werktijdenregeling;

    • h.

      Het opstellen van regels over ziekteverzuimbegeleiding;

    • i.

      Het stellen van nadere regels betreffende de procedure en de personele gevolgen van reorganisaties, voor zover niet strijdig met het 3 fasen model;

    • j.

      Het maken van afspraken over de arbeidsrechtelijke voorwaarden die bij de reorganisatie in acht genomen worden;

    • k.

      Het in een sociaal plan overeenkomen dat maximaal 10% van de ambtenaren buiten beschouwing wordt gelaten bij het toepassen van het afspiegelingsbeginsel;

    • l.

      Het opstellen van een specifiek sociaal plan;

    • m.

      Het vaststellen van een lijst van werkzaamheden die onder verzwarende omstandigheden worden uitgevoerd;

    • n.

      Het aanwijzingen van doelen voor het Individueel Keuze Budget;

    • o.

      Het benoemen van de voorzitter en leden van de Klachtencommissie intimidatie;

    • p.

      Het beslissen op een klacht van een medewerker die is behandeld door de Klachtencommissie intimidatie.

  • 2.

    De algemeen directeur oefent de volgende bevoegdheden niet uit ten aanzien van de directeuren:

    • a.

      Het aangaan van een arbeidsovereenkomst;

    • b.

      Het toekennen van een extra waardering;

    • c.

      Het tijdelijk opdragen van een andere functie of opdracht;

    • d.

      Het opdragen van een andere functie;

    • e.

      Het opzeggen of laten ontbinden van de arbeidsovereenkomst.

  • 3.

    De leidinggevenden, niet zijnde algemeen directeur, zijn bevoegd de in het eerste lid genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten ten aanzien van de medewerkers, waarmee zij het gesprek voeren, genoemd in artikel 9.2.1 van de Cao provinciale sector, met uitzondering van de in het eerste lid onder a tot en met p genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen en met uitzondering van de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen:

    • a.

      Het afsluiten van een collectieve zorgverzekeringsovereenkomst;

    • b.

      Het beëindigen van een arbeidsovereenkomst anders dan door opzegging door de medewerker, het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd of het aflopen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst;

    • c.

      Het verlengen van het traject Van Werk Naar Werk;

    • d.

      Het tussentijds beëindigen van het traject Van Werk Naar Werk;

    • e.

      Het beëindigen van de arbeidsovereenkomst zonder recht op aanvullende voorzieningen wegens het tussentijds beëindigen van het traject Van Werk Naar Werk;

    • f.

      Het toekennen van een aanvullende voorziening bij werkloosheid;

    • g.

      Het besluiten over afkoop van de aanvullende en nawettelijke uitkering;

    • h.

      Het bepalen welke tekst wordt gebruikt voor de ambtseed;

    • i.

      Het beslissen in gevallen waar de regels over reiskosten niet in voorzien of waarin niet duidelijk is hoe de regels over reiskosten toegepast moet worden;

    • j.

      Het beslissen in gevallen waar de regels over verhuiskosten niet in voorzien of waarin niet duidelijk is hoe de regels over verhuiskosten toegepast moet worden;

    • k.

      Het beslissen in gevallen waar de regels over tijdelijke huisvesting niet in voorzien of waarin niet duidelijk is hoe de regels over tijdelijke huisvesting toegepast moet worden;

    • l.

      Het beslissen in gevallen die niet zijn geregeld in de gedragscode of waarin onduidelijk is hoe de gedragscode toegepast moet worden.

  • 4.

    De leidinggevenden, niet zijnde algemeen directeur, directeur of afdelingsmanager, oefenen de volgende privaatrechtelijke rechtshandelingen slechts uit na collegiaal advies door de afdelingsmanager:

    • a.

      Het laten uitvoeren van een psychologisch onderzoek of medische keuring;

    • b.

      Het vergoeden van kosten die in verband met de functievervulling zijn gemaakt;

    • c.

      Het vergoeden bij een bedrijfsongeval of beroepsziekte van ziektekosten die voor rekening van de ambtenaren blijven;

    • d.

      Het toekennen van een extra waardering;

    • e.

      Het toekennen van toelage voor een gedeeltelijke waarneming;

    • f.

      Het toekennen van een vast bedrag aan toelage onregelmatige dienst in plaats van een percentage, als dit door Gedeputeerde Staten mogelijk is gemaakt;

    • g.

      Het toekennen van een bindingspremie of arbeidsmarkttoelage;

    • h.

      Het bepalen van de duur van de arbeidsmarkttoelage;

    • i.

      Het bepalen van de periode voor de bindingspremie;

    • j.

      Het afkopen van een afbouwtoelage met een bedrag ineens;

    • k.

      De ambtenaar verplichten om een opdracht te verrichten of tijdelijk een andere functie te vervullen;

    • l.

      Het opdragen van een andere functie;

    • m.

      Het buiten dienst stellen van een ambtenaar om gezondheidsredenen;

    • n.

      Het verminderen van een aanspraak ten laste van de provincie met een andere uitkering;

    • o.

      Het stopzetten van de overlijdensuitkering bij bedrijfsongeval of beroepsziekte;

    • p.

      Het toekennen van een verhuiskostenvergoeding.

  • 5.

    De leidinggevenden oefenen hun bevoegdheid tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen niet uit ten aanzien van zichzelf.

  • 6.

    Tenzij anders is aangegeven, wordt in dit artikel onder “leidinggevende” verstaan degene die werkzaam is als algemeen directeur, directeur, afdelingsmanager, teammanager of rayonmanager.

C.

Artikel 29a eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid, onder b, zijn afdelingsmanagers, teammanagers, programmamanagers en project-/programmaleiders bevoegd tot het nemen van besluiten en het uitvoeren van handelingen als bedoeld in de artikelen 15, 16, 19 en 22 tot en met 28 en 29, lid 3.

Artikel II

De Regeling mandaten personele bevoegdheden Gelderland 2018 en de Regelingen eerste ondermandaten personele bevoegdheden Gelderland 2018 en de Regelingen tweede ondermandaten personele bevoegdheden Gelderland 2018 worden ingetrokken.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2020.

Gedeputeerde Staten van Gelderland en de Commissaris van de Koning in Gelderland.

John Berends

Commissaris van de Koning

Pieter Hilhorst

Secretaris

Gepubliceerd te Arnhem

Gedeputeerde Staten van Gelderland

John Berends Pieter Hilhorst

Commissaris van de Koning Secretaris

Naar boven