35 608 Voorstel van wet van de leden Bromet en Tjeerd de Groot tot wijziging van de Waterschapswet in verband met het schrappen van de geborgde zetels voor de categorie bedrijven, het schrappen van de eis dat ten minste één lid van het dagelijks bestuur houder is van een geborgde zetel en het introduceren van een vaste verdeling van de resterende geborgde zetels

N GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID KLUIT C.S. TER VERVANGING VAN DE MOTIE GEPUBLICEERD ONDER DE LETTER L

Voorgesteld 22 november 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

overwegende dat wanneer het voorliggende wetsvoorstel wordt aangenomen, maar niet uiterlijk op 19 december 2022 wordt gepubliceerd in het Staatsblad het wetsvoorstel voorziet in de mogelijkheid van gefaseerde inwerkingtreding;

van oordeel dat het wenselijk is om de onderdelen uit het wetsvoorstel zo spoedig als mogelijk in werking te laten treden;

overwegende dat de voorgestelde wetswijziging die ziet op het schrappen van de verplichting dat ten minste één lid in het dagelijks bestuur een vertegenwoordiger is met een geborgde zetel ook na 19 december 2022 in het Staatsblad kan worden gepubliceerd om per nieuwe bestuursperiode – na de verkiezingen van 15 maart 2023 – in werking te laten treden;

verzoekt de regering om wanneer de wetswijziging niet uiterlijk op 19 december 2022 gepubliceerd wordt in het Staatsblad, het wetsvoorstel dan gefaseerd in werking te laten treden en het onderdeel waarin wordt geschrapt dat ten minste één lid in het dagelijks bestuur een vertegenwoordiger is met een geborgde zetel (artikel 40, eerste lid, van de Waterschapswet – artikel 1, onderdeel J, van het wetsvoorstel) per nieuwe bestuursperiode – die aanvangt na de verkiezingen van 15 maart 2023 – in werking te laten treden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Kluit

Baay-Timmerman

Janssen

Nicolaï

Pijlman

Fiers

Moonen

Naar boven