34 334 Onderwijs aan vreemdelingen

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2016

Een snelle integratie begint bij het leren van de Nederlandse taal. Het kabinet vindt het belangrijk dat kansrijke asielzoekers daar zo snel mogelijk mee aan de slag kunnen gaan. De Tweede Kamer heeft meermaals haar wens geuit dat er meer en eerder wordt geïnvesteerd om het leren van de Nederlandse taal aan asielzoekers mogelijk te maken1. Middels deze brief wordt hier invulling aan gegeven.

Samen met COA is afgesproken om de taalles die nu in de AZC’s wordt gegeven in het kader van de voorinburgering, naar voren te halen voor kansrijke asielzoekers. Met «kansrijk» worden vastgestelde nationaliteiten bedoeld met een hoge kans op vergunningverlening, dat zijn op dit moment met name Syriërs en Eritreeërs. Het wordt voor verreweg de meeste kansrijke asielzoekers vanaf komend voorjaar mogelijk om deel te nemen aan NT2 taallessen uit de voorinburgering op een AZC bij hen in de buurt2.

Tot op heden werd er na vergunningverlening zo snel mogelijk gestart met taalonderwijs en werd voorinburgering aangeboden aan vergunninghouders die nog in een AZC verblijven. Een belangrijk onderdeel van deze voorinburgering zijn de NT2 taallessen. Door de hoge instroom van asielzoekers waren de doorlooptijden van de asielprocedure in 2015 opgelopen. Dit heeft ertoe geleid dat asielzoekers destijds lang hebben moeten wachten op vergunningverlening en dus later konden starten met de NT2 taalles in het kader van voorinburgering. Ook werd er tot september 2016 gebruik gemaakt van noodopvanglocaties. Dit waren veelal locaties zonder faciliteiten voor een aanbod op voorinburgering. Wel werd in de noodopvanglocaties gebruik gemaakt van de inzet van vrijwilligers die asielzoekers en vergunninghouders hebben ondersteund bij het leren van de Nederlandse taal.

Inmiddels zijn de noodopvanglocaties gesloten en zijn doorlooptijden in de asielprocedure fors teruggelopen naar gemiddeld 8 weken. Asielzoekers verblijven in eerste instantie in een zogenaamde proces-opvanglocatie (POL’s). Na vergunningverlening worden zij over het algemeen overgeplaatst naar een regulier AZC, waar men deel kan nemen aan de voorinburgering.

Het kabinet vindt het, gegeven de teruggelopen doorlooptijden, niet doelmatig om deze proces-opvanglocaties in te richten voor taalonderwijs.

Daarom is er gekozen voor een oplossing waardoor kansrijke asielzoekers die nog in deze proces-opvanglocaties verblijven toch snel kunnen starten met de voorinburgering op een AZC bij hen in de buurt. Met het COA wordt bezien hoe het vervoer naar het AZC ingericht kan worden. COA zal de administratie bijhouden van het aantal asielzoekers dat gebruik maakt van dit aanbod. Dit heeft als voordeel dat wanneer asielzoekers verplaatst worden naar een AZC voordat het taaltraject is afgelopen, zij hun taalles op het AZC kunnen voortzetten.

Door het naar voren halen van de NT2 taalles uit de voorinburgering kan deze groep asielzoekers eerder beginnen met het leren van de Nederlandse taal en een eerste stap zetten in het integratieproces. Uiteraard kan de asielzoeker daarnaast investeren in zijn taalniveau door middel van (online) zelfstudiemethodes en taalvrijwilligers.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Motie Sjoerdsma (Kamerstuk 19 637, nr. 2055), de motie Kuiken en Marcouch (Kamerstuk 19 637, nr. 2057), de motie Sjoerdsma (Kamerstuk 32 824, nr. 119), de motie Pechtold (Kamerstuk 34 550, nr. 12), de toezegging van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tijdens het VAO op 9 december 2015 (Handelingen II 2016/17, nr. 35, item 3) en de toezegging van de Minister-President tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen op 22 september 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 3, items 3 en 7).

X Noot
2

Hiermee wordt circa 85% van de doelgroep bereikt. Dit is het aandeel kansrijke asielzoekers dat op dit moment op minder dan 20 kilometer van een nabijgelegen AZC woont.

Naar boven