33 529 Gaswinning

Nr. 284 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2016

Hierbij informeer ik uw Kamer over de stand van zaken van de uitvoering van een aantal moties en toezeggingen op het werkterrein van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG).

Waardevermeerderingsregeling

Met de motie Bosman c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 242) heeft uw Kamer verzocht om bij de behandeling van de komende voorjaarsnota met een voorstel te komen voor behoud van de waardevermeerderingsregeling in de oude vorm of een vergelijkbare regeling. Verder heeft uw Kamer met de motie Bosman en Jan Vos (Kamerstuk 32 849, nr. 64) verzocht om de zorgen die zijn ontstaan over mogelijke overtekening van de aangepaste waardevermeerderingsregeling, die tot 31 januari 2016 geopend was, mee te nemen bij de uitvoering van de voornoemde motie Bosman c.s. In mijn brief van 6 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 256) heb ik het financiële kader voor de uitvoering van deze moties uiteengezet en aangegeven dat ik de NCG heb gevraagd om samen met de regio de specifieke wijze waarop het budget kan worden ingezet uit te werken. Het overleg tussen de NCG en de regio hierover loopt. Ik zal uw Kamer dit najaar informeren over de invulling van de nieuwe regeling.

Voor de tussentijd heb ik aanvullend maximaal € 12,35 miljoen beschikbaar gesteld om overschrijding van het subsidieplafond bij de beoordeling van nog voorliggende aanvragen voor de «oude» waardevermeerderingsregeling te voorkomen. Hiermee geef ik invulling aan de motie Bosman en Jan Vos (Kamerstuk 32 849, nr. 69), waarmee uw Kamer heeft verzocht om de beoordeling van de aanvragen waarvoor geen budget is, aan te houden tot de nieuwe regeling in werking treedt. Iedereen die uiterlijk op 31 januari 2016 een schade heeft gemeld waarvan het schaderapport op 1 juli 2016 in bezit was van het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN), kan nog gebruik maken van de oude waardevermeerderingsregeling. Bewoners met schades die wel uiterlijk 31 januari 2016 zijn gemeld maar waarvan het rapport op 1 juli 2016 niet in bezit van SNN was, zullen gebruik kunnen maken van de nieuwe regeling.

Schadeafhandeling

Uw Kamer heeft twee moties aangenomen ten aanzien van de Arbiter Aardbevingsschade. Met de motie Van Veldhoven c.s. (Kamerstuk 33 529, nr. 267) heeft uw Kamer verzocht om ervoor te zorgen dat ook «oude gevallen» kunnen verzoeken om hun zaak te laten behandelen door de Arbiter. Zaken die op of na 1 januari 2016 zijn gemeld, worden met voorrang behandeld, maar inmiddels zijn ook oudere complexe zaken bij de Arbiter in behandeling. Daarnaast zullen ook oudere «reguliere» schadegevallen in behandeling worden genomen als de capaciteit van de Arbiter dit toelaat. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan deze motie. Met de motie Jan Vos en Van Veldhoven (Kamerstuk 33 529, nr. 273) heeft uw Kamer mij verzocht om in overleg te treden met de waterschappen teneinde hen te committeren aan uitspraken van de Arbiter. De NCG is, zoals aangekondigd in het addendum bij de Samenwerkingsafspraken NCG-NAM-EZ, hierover in overleg met de waterschappen. Naar verwachting zullen dit najaar concrete afspraken op dit punt kunnen worden vastgelegd. Ik zal uw Kamer eind dit jaar bij de actualisatie van het meerjarenprogramma van de NCG berichten over de resultaten.

Verder heeft uw Kamer met de motie Omtzigt c.s. (Kamerstuk 31 066, nr. 280) aandacht gevraagd voor geheimhouding van vaststellingsovereenkomsten tussen NAM en bewoners met schade. NAM heeft mij laten weten er geen bezwaar tegen te hebben als een bewoner zijn of haar overeenkomst met NAM met derden zou willen delen, ongeacht eventuele daarin opgenomen afspraken over geheimhouding. NAM zelf zal zich daarentegen volledig houden aan deze overeenkomsten en dus ook aan de geheimhouding. NAM heeft laten weten voortaan het principe te zullen hanteren dat geheimhouding alleen in vaststellingsovereenkomsten zal worden opgenomen indien de bewoner dit wenst. Daarmee is uitvoering gegeven aan deze motie.

In het plenaire debat over waardedaling van huizen in Groningen van 16 juni 2016 heb ik toegezegd een verduidelijking te geven over de vraag of schade door bodemdaling waarbij het waterschap het grondwaterpeil heeft moeten aanpassen en schade door compactie ook vallen onder het schadebegrip uit artikel 177 van het Burgerlijk Wetboek. In het Burgerlijk Wetboek (art. 6:177 BW) wordt gesproken over schade die ontstaat door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of exploitatie van een mijnbouwwerk. Dit omvat zowel schade door aardbevingen als gevolg van gaswinning alsook schade door bodemdaling als gevolg van gaswinning. Onder compactie wordt de ineendrukking van de gashoudende laag in de diepe ondergrond verstaan. Deze compactie kan leiden tot zowel aardbevingen als tot gelijkmatige bodemdaling. Bodemdaling heeft gevolgen voor de waterhuishouding. Door het dalen van de bodem kan de waterstand stijgen ten opzichte van het maaiveld, waardoor vernatting ontstaat. Om dit te voorkomen treffen de waterschappen maatregelen om de waterstand zoveel mogelijk mee te laten zakken met de bodemdaling. Door verschillen in bodemdaling binnen een watersysteem kan zich lokaal een geringe verhoging of verlaging van de waterstand ten opzichte van het maaiveld voordoen. Een te lage waterstand kan leiden tot ongelijkmatige zakking van de bodem waardoor schade zou kunnen ontstaan. NAM compenseert de waterschappen voor alle kosten die zij moeten maken als gevolg van bodemdaling door gaswinning.

Verder heeft de vaste commissie voor Economische Zaken verzocht om een overzicht van de schademeldingen ten gevolge van aardbevingen in de afgelopen tien jaar per maand en per gemeente. Dit overzicht is opgenomen in bijlage 11. Overigens publiceert NAM sinds augustus 2012 alle aantallen schademeldingen systematisch op de website www.namplatform.nl.

Bestedingen meerjarenprogramma NCG

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft mij verzocht om aan te geven op welke wijze ik invulling denk te geven aan de informatiebehoefte over bestedingen uit het meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. Het verzoek om informatie heeft zowel betrekking op bestedingen door het Rijk als op bestedingen die voortvloeien uit het bestuursakkoord tussen Rijk, provincie, gemeenten en NAM.

In de ontwerpbegroting 2017 zal in beleidsartikel 5 Meerjarenprogramma Nationaal Coördinator Groningen extra informatie worden opgenomen over meerjarige financiële middelen, dekkingen en instrumenten. Daarnaast zal ik uw Kamer per kwartaal informeren over de bestedingen, als onderdeel van de reguliere kwartaalrapportages van de NCG. Ik doe dit met ingang van de rapportage over het derde kwartaal van 2016. Deze financiële paragraaf zal bestaan uit drie hoofdbestanddelen:

  • Meerjarenbegroting van de beschikbare middelen (rijksoverheid, NCG);

  • Cumulatieve realisatie van de middelen in het lopende jaar inclusief bestedingen laatste kwartaal (rijksoverheid, NCG);

  • Beschikbare middelen uit het bestuursakkoord en cumulatieve uitputting inclusief bestedingen laatste kwartaal (NAM en provincie Groningen).

Op de gelden van NAM en de provincie is het budgetrecht van de Kamer overigens niet van toepassing.

Overige zaken

In het plenaire debat over waardedaling van huizen in Groningen van 16 juni 2016 heb ik toegezegd te zullen bezien of het huidige (communicatie)instrumentarium burgers voldoende overzicht biedt van de verschillende instanties die zich met de aardbevingsproblematiek bezig houden. De website van de NCG (www.nationaalcoordinatorgroningen.nl) bevat een directe link naar een duidelijk en actueel overzicht getiteld «Wie doet wat voor de Groningers in het gaswinningsgebied?». Daarnaast kunnen burgers met vragen die te maken hebben met de bevingsproblematiek zich altijd tot de NCG wenden.

In het AO energie van 20 april 2016 (Kamerstuk 33 529, nr. 254) heb ik toegezegd uw Kamer na de zomer te zullen informeren over het meetnetwerk en de toepassing van tiltmeters in Groningen. De vaste commissie voor Economische Zaken heeft nadien verzocht om een notitie hierover snel te ontvangen. Op dit moment wordt, zoals aangekondigd in het meerjarenprogramma van de NCG, onderzoek gedaan naar de verschillende meetinstrumenten. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen of het huidige meetnet aan de informatiebehoefte van burgers, bedrijven en overheden voldoet en hoe alle ontwikkelingen wat betreft aardbevingen het beste in de gaten gehouden kunnen worden. De eventuele meerwaarde van tiltmeters is onderdeel van het onderzoek. In het najaar (naar verwachting oktober) is het onderzoek gereed en zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Het onderzoek loopt al geruime tijd en ligt op schema. Ik acht het niet mogelijk en ook niet zinvol om het onderzoek specifiek voor wat betreft tilmeters te versnellen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven