32 793 Preventief gezondheidsbeleid

Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2016

Het zikavirus heeft de afgelopen periode in de media veel aandacht gekregen. Met deze brief informeer ik u over dit virus en de stand van zaken van de reizigersadvisering, de diagnostiek, en de muggenbestrijding in Nederland, het Europese deel en de overzeese gemeenten.

Het zikavirus behoort tot de familie Flaviviridae, het veroorzaakt zikakoorts. Het zikavirus is verwant met virussen die dengue (knokkelkoorts) en gelekoorts veroorzaken. Onderzoekers gaan er momenteel vanuit dat het zikavirus voornamelijk wordt verspreid door verscheidene steekmuggen, waaronder Aedes aegypti (gelekoortsmug). In alle gebieden waar zikavirus is gemeld, komen ook dengue en/of chikungunya virussen voor. Al deze virussen worden door dezelfde muggen overgedragen, die vooral overdag actief zijn. Een mug steekt een besmet persoon, zuigt het bloed op, en daarmee ook het virus. Als de mug vervolgens een andere persoon steekt, verspreidt het virus zich. Ook kan het virus via bloed worden overgedragen, en is het eveneens aangetroffen in menselijk sperma. Volgens de Wereld gezondheidsorganisatie (WHO) is echter meer bewijs nodig om te bevestigen dat het ook via seksueel contact kan worden overgedragen. Het is waarschijnlijk dat het virus ook via de placenta op het ongeboren kind kan worden overgedragen.

Het bestaan en het verloop van het zikavirus is al langer bekend, sinds 1947 in apen en later in mensen. Naar schatting 75 procent van de mensen die de infectie doormaken ontwikkelt geen klinische symptomen. En bij diegenen die dan toch de symptomen ontwikkelen, zijn deze meestal mild – huiduitslag, oogontsteking, pijn in de gewrichten en botten, en (lichte) koorts. Deze symptomen doen zich meestal voor tussen de drie en twaalf dagen na de muggenbeet, en verdwijnen over het algemeen binnen een week.

Een verhoogde kans op een infectie met het zikavirus hebben inwoners van en reizigers naar gebieden waar met zikavirus-besmette Aedes-steekmuggen voorkomen. Omdat een vaccin tegen het zikavirus ontbreekt en omdat er geen specifieke behandeling van deze infectie bestaat, is het nemen van preventieve maatregelen tegen muggenbeten de beste manier om te voorkomen dat men ziek wordt. Daarnaast is het belangrijk dat broedplaatsen, waar regenwater in kan blijven staan, worden verwijderd. Deze Aedes-muggen leggen hun eitjes in containers (banden, regentonnen, afval, plantenbakken e.d.) namelijk net boven het waterniveau. Persoonlijke beschermingsmaatregelen gelden ook als belangrijkste preventieve maatregelen tegen infecties met de andere ziekteverwekkers (dengue, chikungunya) die via dit soort steekmuggen worden overgebracht.

Microcefalie

De afgelopen maanden blijkt het Zikavirus zich te verspreiden naar nieuwe gebieden en naar verwachting van de WHO zal dit het komende jaar verder gaan naar andere (sub)tropische delen van Zuid, Midden en Noord Amerika. Mogelijke verbanden tussen zikavirusinfectie bij zwangerschap en microcefalie van de foetus zijn, onder regie van de WHO, onderzocht sinds oktober 2015. In deze periode meldde het Braziliaanse Ministerie van Volksgezondheid een ongewone stijging van de gevallen van microcefalie na de zikavirusuitbraak in de noordoostelijke staten. Soortgelijke bevindingen waren ook gemeld vanuit Frans-Polynesië, waar het zikavirus rondwaarde in 2013. Ook wordt onderzocht of er een verband is met de zenuw- en spieraandoening Guillain-Barré. Zodra er meer bekend is over het zikavirus en het verband met microcefalie en het syndroom van Guilian-Barré, zal ik uw Kamer informeren.

Het RIVM houdt de ontwikkelingen van dag tot dag nauwlettend in de gaten, beoordeelt de epidemiologische ontwikkelingen en past haar advisering aan aan de laatste inzichten. De advisering is complex omdat veel verbanden nog onvoldoende wetenschappelijk zijn aangetoond en met veel onzekerheid omgeven. Ook staat het RIVNM in nauw contact met ECDC en de WHO.

Reizigersadvisering

Hoewel een direct verband tussen de infectie met zikavirus en microcefalie nog niet is bewezen, adviseert de WHO1 en het ECDC uit voorzorg dat zwangere vrouwen hun reis met een arts bespreken en eventueel uitstellen. Het RIVM2 heeft dit advies over genomen en heeft daarvoor een aangepaste bericht gestuurd dat via de betrokken koepels aan ondermeer gynaecologen, verloskundigen en huisartsen. Verder wordt de RIVM-website regelmatig geüpdate. Op de website van het Landelijk Centrum Reizigersadvisering3 staat hetzelfde advies en deze website wordt eveneens geüpdate.

Europees Nederland

Diagnostiek

Moleculaire diagnostiek voor zikavirus is beschikbaar in verschillende laboratoria, te weten het RIVM, Sanquin virusdiagnostiek en ErasmusMC afdeling ViroScience. Vanuit het RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding is een conceptrichtlijn opgesteld voor medische professionals. Deze bevat informatie over de ziekte, de diagnostiek, de besmetting, de verspreiding en de behandeling. Op dit moment zijn in Nederland twaalf patiënten met zikavirusinfectie gediagnosticeerd en allen hebben deze opgelopen tijdens een reis naar Suriname.

Muggenbestrijding

Lokale transmissie van het zikavirus is in Europees Nederland zeer onwaarschijnlijk, dit omdat de verantwoordelijke muggen in Nederland niet aanwezig zijn. Verder is de Ae. Aegypti, die nu de uitbraak veroorzaakt, een tropische en subtropische muggensoort, niet in staat om de winter van een gematigd klimaat te overleven. Daarom heeft deze mug vooralsnog geen kans op vestiging in Nederland.

Weliswaar wordt in Nederland incidenteel de Aziatische tijgermug geïntroduceerd, die waarschijnlijk in staat is het zikavirus over te dragen, maar de overheid heeft door bestrijding vestiging van deze mug kunnen voorkomen, wat overdracht uitsluit. Voorbereidingen van de overheid richten zich op het voorkomen van vestiging van exotische muggen in het Europese deel van Nederland. In mijn brief van 26 juni 2015 aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 32 793, nr. 191) heb ik het huidige beleid en mijn voorgenomen beleidswijzing uiteen gezet. De bestrijding van de ongewenste invoer en vestiging van invasieve exotische muggen in Nederland, moet in de toekomst onder verantwoordelijkheid van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport komen. De uitvoering, het toezicht en de handhaving komt in handen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Daarnaast wordt de Minister in staat gesteld preventieve maatregelen op te leggen en daar sancties aan te koppelen bij het niet opvolgen van deze maatregelen.

Caribisch Nederland

Diagnostiek

Hoewel nog niet beschreven, is het waarschijnlijk dat het virus in de loop van 2016 ook in de Caribische Rijksdelen zal worden aangetroffen. Dit is te verwachten omdat de epidemie al grote delen in Noord- en Zuid-Amerika heeft aangedaan, er veel personenverkeer is tussen de landen, en de belangrijkste vector wijd verspreid aanwezig is. Frankrijk heeft vorige week een autochtone casus gemeld op St. Maarten. Op Curaçao is onlangs een eerste geïmporteerd geval geconstateerd (uit Suriname).

Er komen veel vragen op de eilanden af. Het RIVM is voor de eilanden vraagbaak en gesprekspartner. Het RIVM heeft de regio regelmatig op de hoogte gehouden van de epidemiologische ontwikkelingen en heeft ondersteuning aangeboden voor registraties of surveillancesystemen. Verder is ondersteuning aangeboden door het verrichten van laboratoriumonderzoek, hetgeen voorlopig zal worden gecontinueerd. Ook het laboratorium op Curaçao biedt sinds kort moleculaire diagnostiek aan. Mocht de wens ontstaan om een registratie op te zetten voor lokaal gebruik dan kan het RIVM daarin behulpzaam zijn. De eilanden hebben inmiddels advies gevraagd op het gebied van muggenbestrijding en het medisch beleid bij zwangeren die mogelijk blootgesteld zijn of zouden kunnen worden.

Muggenbestrijding

Ik ben mij ervan bewust dat reizigersadvisering goed is voor mensen die op reis gaan; de inwoners van de eilanden hebben er maar beperkt wat aan en zijn op persoonlijke preventieve maatregelen en muggenbestrijding aangewezen. De muggen houden zich voornamelijk in een menselijke omgeving op en planten zich voort in de vele kleine (tijdelijke) waterreservoirs die zich als broedplaats in en om het huis bevinden. Verantwoorde muggenbestrijding bestaat uit vernietiging of verwijdering van deze broedplaatsen of uit behandeling van deze broedplaatsen met een biocide om de ontwikkeling van larve naar volwassen muggen tegen te gaan. Door het feit dat er in een dergelijke tropische omgeving in en om het huis vaak een groot aantal broedplaatsen beschikbaar is, is het vernietigen of behandelen van deze broedplaatsen met biocide moeilijk.

Omdat de betreffende muggen zich al jaren geleden op de eilanden hebben gevestigd en er daarmee sprake is van een gevestigde populatie, is er een geheel andere uitgangssituatie dan in het Europese deel van Nederland. Waar het bij invasieve exotische muggen die incidenteel worden ingevoerd via handelsstromen mogelijk is om uit te roeien (proactieve aanpak), heeft de bestrijding van een gevestigde populatie het karakter van populatiebeheersing (reactief) en heeft het slechts een lokaal en tijdelijk effect op muggenpopulaties.

Het bestrijden van een gevestigde muggenpopulatie en de ziektes die deze muggen overbrengen is (en blijft) een taak van de lokale overheden. Ten tijde van de uitbraak van het chikungunyavirus heeft de GGD op alle eilanden uitgebreide voorlichtingscampagnes gerealiseerd om de bevolking bekend te maken met het virus en uit te leggen hoe de ziekte voorkomen kan worden (bescherming tegen steken en verwijderen van broedplaatsen). Omdat het zikavirus door dezelfde mug als het chikungunyavirus wordt overgedragen, blijft dit de meest effectieve aanpak. Echter, voor een beklijvend resultaat is niet alleen inzet van overheidswege noodzakelijk, maar ook een langdurige en consequente doorgevoerde toewijding en inspanning van de bevolking. De eilanden zijn hier actief mee bezig.

Het lijkt me belangrijk dat de site van het RIVM breed bekend is en goed wordt gevolgd. Dat is ook mijn advies aan de gezondheidsdiensten van de eilanden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven