31 839 Jeugdzorg

Nr. 487 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2015

In de Tweede Kamer is op 22 januari 2015(Kamerstuk 31 839, nr. 463), naar aanleiding van een verzoek daartoe van mevrouw Ypma (PvdA), toegezegd dat er onderzoek zal worden verricht naar de uitvoeringspraktijk van de ouderbijdrage. Ik heb aangegeven dat naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek een beslissing genomen wordt over de toekomstige ouderbijdrage. Met deze brief bericht ik u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, over de uitkomsten van het onderzoek (zie voor het onderzoeksrapport de bijlage bij deze brief1), geef ik een overzicht van de conclusies die getrokken kunnen worden en bericht ik u over mijn reactie op het onderzoek.

Achtergrond

Ouders van wie een kind jeugdhulp met verblijf ontvangt, zijn op grond van de Jeugdwet een ouderbijdrage verschuldigd (artikel 8.2.1. van de Jeugdwet). Een ouderbijdrage is verschuldigd voor alle jeugdhulp waarbij sprake is van verblijf buiten het gezin, waarbij een jeugdige gedurende een etmaal of een deel daarvan verblijf wordt geboden. Het CAK is belast met de vaststelling en de inning van de ouderbijdragen. Gemeenten zijn op grond van de Jeugdwet verplicht om informatie te verstrekken aan het CAK over de start en het einde van jeugdhulp. Voor een aantal situaties gelden enkele wettelijke uitzonderingsgronden en op basis van een hardheidsclausule kan de innende instantie (het CAK) de inning achterwege laten. De opbrengsten van de ouderbijdrage gaan naar de gemeente, die verantwoordelijk is voor het treffen van een voorziening voor de jongere.

Uitkomsten onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de ouderbijdrage

Het onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de ouderbijdrage is ingegaan op de volgende vraagstukken:

  • 1. Besparen ouders kosten als de jeugdige jeugdhulp met verblijf ontvangt?

  • 2. Wat is de verwachte opbrengst voor gemeenten (kosten-batenanalyse)?

  • 3. Zijn er vanwege de ouderbijdrage onnodig drempels voor jeugdhulp?

1. Besparen ouders kosten bij jeugdhulp met verblijf?

Uit het onderzoek blijkt dat, als alleen gekeken wordt naar kosten die ouders besparen als hun kind jeugdhulp met verblijf ontvangt, er een besparingsmotief geldt. Als echter ook gekeken wordt naar extra kosten die ouders in die gevallen maken en naar de samenhangende extra en verminderde inkomsten, geldt het besparingsmotief lang niet voor alle ouders. Het besparingsmotief is dan sterk afhankelijk van de individuele situatie. Het besparingsmotief lijkt vooral op te gaan als een kind in de leeftijdsgroep 0–5 jaar jeugdhulp met verblijf ontvangt, waarbij kosten voor kinderopvang kunnen worden bespaard. Deze groep is overigens niet groot. In andere leeftijdsgroepen en bij dagbehandeling komt het gemiddelde besparingsmotief (licht) negatief uit, waarbij ouders netto meer kosten maken als het kind jeugdhulp met verblijf ontvangt dan als het kind thuis woont. Het besparingsmotief verschilt ook in die gevallen sterk op basis van extra uitgaven en extra inkomsten die per gezin van toepassing zijn.

2. Wat is de verwachte opbrengst voor gemeenten (kosten-batenanalyse)?

Uit het onderzoek naar de uitvoeringspraktijk van de ouderbijdrage komt naar voren dat de opbrengsten voor het invoeringsjaar nagenoeg even hoog zijn als het begrote bedrag van € 26, 6 miljoen. Voor het invoeringsjaar (2015) zullen gemeenten meer kosten maken dan in latere jaren, omdat de ouderbijdrage nog organisatorisch nader wordt ingericht. Vanaf 1 januari 2016 zijn daarom de jaarlijkse opbrengsten naar verwachting hoger, de gemeenten kunnen dan € 32,5 miljoen per jaar aan opbrengsten ontvangen. Dit bedrag is gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving rondom de ouderbijdrage.

Wat betreft de inning van de ouderbijdrage voor de daghulp valt op dat deze gepaard gaat met relatief hoge administratieve lasten vanwege het hoge aantal mutaties. Hierdoor zijn de kosten van de inning voor daghulp relatief hoog. Daarbij komt dat de opbrengst van daghulp veel lager is dan die van 24 uurszorg. De netto opbrengst voor daghulp bedraagt € 1,3 miljoen (€ 2,8 bruto opbrengst minus € 1,5 miljoen kosten).

3. Zijn er vanwege de ouderbijdrage onnodig drempels voor jeugdhulp?

In de Jeugdwet zijn diverse uitzonderingen opgenomen voor ouders die geen ouderbijdrage hoeven te betalen: uitzonderingsgronden, buiten invorderingstelling en de hardheidsclausule. De uitzonderingen kunnen een drempel voor toegang tot zorg bij ouders wegnemen. In het onderzoek is echter naar voren gekomen dat er bij ouders veel onduidelijkheid bestaat over het bestaan van uitzonderingen en wanneer ouders hiervoor in aanmerking komen. Door de onduidelijkheid nemen de uitzonderingen de mogelijke drempel voor toegang tot zorg door de ouderbijdrage niet altijd weg.

Reactie op uitkomsten onderzoek

Op alle drie de onderzochte vraagstukken biedt dit rapport nader inzicht in de werking van de ouderbijdrage. Het rapport is voor mij aanleiding om de ouderbijdrage in overleg met de VNG nader te bezien. Ik streef er naar u nog voor de begrotingsbehandeling VWS een nader voorstel te sturen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven