31 332 Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen

Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2018

Op 13 december 2016 heeft uw Kamer een motie aangenomen waarin de regering wordt verzocht om in overleg met de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) een alternatief voor de rekentoets uit te werken inclusief tijdpad.1 Ik stuur uw Kamer dit uitgewerkte plan2, dat inmiddels een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs heet. Tevens wordt dit plan als input naar het ontwikkelteam rekenen en wiskunde van curriculum.nu gestuurd.

Een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs

Mijn ambtsvoorganger heeft uw Kamer geïnformeerd over het proces en de randvoorwaarden om te komen tot een nieuw perspectief voor rekenen in het voortgezet onderwijs.3 De vakinhoudelijk experts van de NVvW hebben het plan inhoudelijk vormgegeven en zijn daarbij ondersteund door curriculumexperts van de SLO. OCW is verantwoordelijk voor het proces en het zorgdragen voor een goede verbinding met de integrale curriculumherziening (curriculum.nu).

Om te zorgen dat het nieuwe perspectief voor de rekentoets van de NVvW goed aansluit bij de rest van het curriculum en leerlingen goed voorbereidt op het vervolgonderwijs hebben er rondetafelgesprekken plaatsgevonden met betrokkenen uit de sector voortgezet onderwijs en uit het vervolgonderwijs. Op basis van deze gesprekken is het plan bijgesteld en aangevuld. Daarnaast zijn belanghebbenden in het primair, voortgezet en vervolgonderwijs in staat gesteld om te reageren op het uiteindelijke plan. Deze reacties worden, samen met het bijgevoegde nieuwe perspectief voor de rekentoets, meegegeven aan het ontwikkelteam rekenen en wiskunde van curriculum.nu

Nieuw perspectief als input voor curriculum.nu

Het nieuwe perspectief voor de rekentoets richt zich op de integratie van rekenen in verschillende vakken. Daarmee sluit het aan bij een van de hoofddoelstellingen van de curriculumherziening: het bevorderen van samenhang binnen de onderwijsinhoud. Om deze reden wordt het nieuwe perspectief gebruikt als input voor curriculum.nu. Vervolgens wordt, op basis van de uitkomsten van curriculum.nu, de onderwijsinhoud en afsluiting te zijner tijd aangepast.

Transitiefase tot invoering uitkomsten curriculum.nu

In het nieuwe perspectief voor de rekentoets wordt aangegeven dat in de transitiefase, tussen nu en de invoering van curriculum.nu, de opgebouwde kennis van en motivatie voor het rekenonderwijs behouden moet blijven.

Deze boodschap komt overeen met het bericht van de Nederlandse Vereniging van Wiskundeleraren (NVvW) en de VO-raad dat uw Kamer mij op 22 januari jongstleden doorstuurde. Beide organisaties wensen een spoedige invoering van een «tussenoplossing voor de rekentoets».

Ik deel de mening van de NVvW en de VO-raad dat rekenen belangrijk is en blijft voor leerlingen om goed te functioneren in het vervolgonderwijs, op de arbeidsmarkt en in de maatschappij, en dat daarom de opgebouwde expertise en energie behouden en versterkt moet worden. Zo blijven we inzetten op de ondersteuning van scholen in het vormgeven van hun rekenonderwijs via Steunpunt taal en rekenen.

Momenteel ben ik intensief met belanghebbenden, waaronder de NVvW en de VO-raad, in gesprek om vooruitlopend op de uitkomsten van curriculum.nu met een korte termijn oplossing te komen, zoals de NVvW ook aangeeft op haar website. Het doel van deze oplossing is om de aandacht voor rekenen te behouden, totdat rekenen een structurele plek in het curriculum heeft gekregen. De korte termijn oplossing houdt in dat rekenen opnieuw wordt gepositioneerd binnen de kaders van het huidige curriculum, zodat het op korte termijn mee kan gaan tellen voor het behalen van het diploma in alle schoolsoorten en in het mbo. Hiernaast onderzoek ik hoe de huidige ondersteuning van scholen bij het vormgeven van hun rekenonderwijs in de toekomst aangepast kan worden aan de dan geldende situatie.

Naast de afstemming die op dit moment plaatsvindt, ben ik ook gestart met de voorbereiding van de nodige aanpassing van regelgeving om de beoogde oplossing op korte termijn in te voeren. Overeenkomstig het regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) streef ik naar ingang per schooljaar 2019–2020. Tot die tijd blijft de huidige regelgeving, waarover ik uw Kamer afgelopen december heb geïnformeerd, van kracht.4

Zoals ik tijdens het AO examens op 7 februari jl. (Kamerstukken 31 289, 30 079 en 31 293, nr. 351) heb gemeld, informeer ik uw Kamer dit voorjaar over de verdere invulling van deze oplossing. Daarbij is mijn streven om nog vóór de zomer het debat hierover te hebben, zodat scholen en leerlingen aan het begin van volgend schooljaar helderheid hebben over de regels die gaan gelden in het schooljaar 2019–2020.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 31 332, nr. 81.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 31 332, nr. 84.

X Noot
4

Kamerstuk 31 332, nr. 85.

Naar boven