31 200 XI
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat van het Waddenfonds voor het jaar 2008

nr. 118
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2008

Met deze brief bied ik u de visie en implementatiestrategie aan voor de basisvoorziening geo-informatie in Nederland, zoals deze door het Beraad voor de Geo-informatie (GI-beraad) op mijn verzoek is opgesteld1.

Ik doe dit uit hoofde van mijn verantwoordelijkheid als coördinerend bewindspersoon voor de geo-informatie in Nederland.

Het belang van geografische informatie voor onze maatschappij neemt de laatste jaren toe. Dat geldt voor het bedrijfsleven, zie het succes van navigatiesystemen en het gebruik van luchtfoto’s en kaarten op het internet. Dat geldt ook voor de overheid. Geo-informatie is onmisbaar voor elektronische toepassingen in bijvoorbeeld de ruimtelijke ordening, milieu, landbouw, verkeer en de veiligheidssector. Ook in de elektronische basisvoorzieningen van de overheid ten behoeve van publieke dienstverlening en administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven neemt geo-informatie dan ook een prominente plaats in.

Mijn voorgangers en ik hebben de laatste jaren – gelet op dit toenemend belang – een aantal beleidsmaatregelen genomen, waarover u indertijd al bent geïnformeerd:

– De innovatie en kennisontwikkeling in het geo-werkveld heeft een impuls gekregen middels een subsidie aan het programma Ruimte voor Geo-informatie;

– Het strategisch adviescollege Beraad voor Geo-informatie (GI-beraad) is opgericht;

– De publieke partijen hebben zich verenigd in de nieuwe stichting Geonovum, die met steun van de VROM, VenW, LNV en anderen is opgericht;

– Het overleg met het bedrijfsleven, geo-beroepsgroep en wetenschap is gestructureerd via Geo-meeting;

– Het wettelijk vastleggen en implementeren van een aantal basisregistraties, zoals kadaster en topografie en basisregistraties voor adressen en gebouwen.

Daarnaast is er de Europese richtlijn Inspire, die voorziet in een harmonisatie van geografische informatie in en tussen de lidstaten. De uitvoeringregels van Inspire dwingen Nederland de komende jaren tot het inrichten van een technisch-organisatorische infrastructuur waarin ruimtelijke gegevens van de overheden – en op verzoek ook van bedrijfsleven – toegankelijk en interoperabel zijn. Ik zal u voor de implementatie van Inspire nog dit jaar een wetsvoorstel voorleggen.

De bovenstaande beleidslijnen hebben geleid tot een grotere betrokkenheid in het werkveld en succesvolle ambitieuze projecten. Overleg en samenwerking is er inmiddels voldoende, maar een eensluidende strategie ontbrak. De volgende noodzakelijke stap was dan ook te komen tot een gedragen samenhangende visie en een implementatiestrategie in Nederland.

Op mijn verzoek heeft het GI-beraad een dergelijke visie tot stand gebracht. Zij hebben daarvoor de stichtingen Geonovum en Ruimte voor Geo-informatie ingeschakeld, die deze visie en strategie hebben opgesteld in overleg met alle betrokken partijen in het werkveld: departementen, Kadaster, TNO, VNG, IPO, UvW en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, beroepsgroep en wetenschap.

Het bestuurlijk overleg Regiegroep dienstverlening en e-overheid tussen rijk, gemeenten, provincies onder leiding van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, heeft inmiddels op hoofdlijnen met de visie en implementatiestrategie ingestemd. Daarbij is aangegeven, dat de bestuurlijke rollen nadrukkelijk moeten worden bepaald bij de verschillende implementatiestrategieën die in de notitie zijn verwoord. Bij de uitwerking zal daar rekening mee worden gehouden.

Op basis van de brede bestuurlijke steun en de nadrukkelijk steun van het werkveld heb ik dan ook besloten deze visie en implementatiestrategie te kiezen als uitgangspunt voor de beleidsuitvoering rond de geo-informatie in de komende jaren.

Het gaat hier niet om specifieke nieuwe ontwikkelingen, maar om stroomlijning en afstemming van allerlei belangrijke lopende trajecten rond geo-informatie. Over specifieke besluitvorming, bijvoorbeeld rond de Europese richtlijn Inspire en over aanwijzen van mogelijke nieuwe basisregistraties zult u in voorkomende gevallen afzonderlijk worden geïnformeerd. Besluitvorming over de benodigde middelen, waarvan in de notitie nog staat vermeld, dat die nog niet beschikbaar zijn, zijn onderdeel van de reguliere begrotingsbesprekingen.

Ik zal u over de voortgang rapporteren middels de reguliere voortgangsrapportage e-overheid, zoals die jaarlijks aan u wordt aangeboden door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven