30 950 Rassendiscriminatie

Nr. 276 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2021

Op 11 juni heb ik u per brief (Kamerstuk 30 950, nr. 249) geïnformeerd over mijn voornemen om te starten met de werving van een Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR). Tijdens het Commissiedebat van 30 juni jl. (Kamerstuk 30 950, nr. 275) heb ik met uw Kamer gesproken over het profiel van de NCDR en de wervingsprocedure. Door middel van deze brief wil ik u graag informeren dat met ingang van 15 oktober de NCDR formeel wordt ingesteld en dat de werving is afgerond.

Met ingang van 15 oktober zal Rabin Baldewsingh starten als eerste Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme.

Het kabinet ziet de start van Rabin Baldewsingh als Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme als een belangrijke mijlpaal in de versterking van de aanpak van discriminatie. Om resultaten te behalen zijn focus en accenten onontbeerlijk. Een belangrijke taak van de NCDR is om samen met alle betrokken partijen en organisaties een Nationaal Programma, bestaande uit meerjarige, scherpe doelen en een jaarlijks actiedeel, op te stellen. Een dergelijk programma biedt houvast en geeft helderheid, dat nodig is om de aanpak van discriminatie te versterken.

De werving van de nieuwe Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme is via een open wervings- en selectieprocedure verlopen. Voor deze werving en selectie is vooraf het profiel, de procedure en de samenstelling van een Selectie Advies Commissie vastgesteld. De commissie heeft verschillende kandidaten in twee ronden gesproken. Deze gesprekken zijn gevoerd onder leiding van een onafhankelijk voorzitter, mevrouw Joyce Sylvester, substituut-ombudsman.

Met het instellen van een NCDR heb ik uitvoering gegeven aan de moties van het lid Jetten c.s. en van de leden Azarkan en Jetten.1

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren


X Noot
1

Motie van het lid Jetten c.s. (Kamerstuk 30 950, nr. 203) en motie van de leden Azarkan en Jetten (Kamerstuk 30 950, nr. 211)

Naar boven