30 234 Toekomstig sportbeleid

Nr. 257 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2020

Als het Nederlands elftal in Nederland speelt, kleuren de tribunes oranje. De spelers genieten van het gejuich van het publiek. Want wat is er mooier dan een topprestatie leveren in eigen land. Ook de beelden van een volgepakt, sfeervol Thialf gaan de wereld over en geven de prestaties van de schaatsers een extra dimensie. Bij hardloopevenementen staat veel publiek langs de kant en trekken grote groepen mensen hun hardloopschoenen aan om, in het kielzog van de professionals, een afstand te gaan lopen. Toen bekend werd dat de Grand Prix Formule 1 naar Nederland terugkeerde waren de tickets in no-time uitverkocht. Ook tijdens het EK vrouwenvoetbal trokken veel Nederlanders erop uit om de Oranje leeuwinnen aan te moedigen en om dit evenement van dichtbij mee te maken. Wie hier niet bij kon zijn, heeft ongetwijfeld de beelden op televisie gezien. Net zoals velen kijken naar de verrichtingen van de Nederlandse sporters tijdens de Paralympische en Olympische Spelen.

In de afgelopen maanden heeft de coronacrisis laten zien hoezeer Nederlanders sportevenementen waarderen en missen als deze niet doorgaan. De sportzomer waarop velen zich hadden verheugd, is helaas in duigen gevallen. 4,5 Miljoen Nederlanders vonden het erg jammer dat veel topsportevenementen zijn afgelast en dus ook niet via de media te volgen waren. Er was met name teleurstelling over het uitstel van de Olympische Spelen in Tokyo en EURO 2020 met Amsterdam als een van de speelsteden1.

Topsportevenementen zijn belangrijk voor Nederland

Topsportevenementen leveren veel op: nationale trots, saamhorigheid, entertainment. Er komen toeristen naar toe, evenementen kunnen bijdragen aan de regionale ontwikkeling, worden ingezet voor citymarketing en zijn een goede context voor bedrijven om te netwerken. Ze leveren Nederland dus naast op sportief gebied ook op economisch gebied veel op.

Topsportevenementen kunnen worden ingezet om aandacht te genereren voor allerlei maatschappelijke doelen en vraagstukken, bijvoorbeeld om mensen te stimuleren om meer te bewegen, voor integratie of om specifieke doelgroepen de positieve waarde van topsport te laten ervaren. Topsportevenementen brengen mensen samen en kunnen worden ingezet om de topsport toegankelijk en beter zichtbaar te maken. Op deze manier vergroten evenementen de inspirerende waarde van topsport.

Om evenementen hiervoor beter te benutten hebben de strategische partners van het nationaal Sportakkoord, NOC*NSF, de Vereniging Sport en Gemeenten (VSG) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een breed gedragen evenementenstrategie voor de komende tien jaar ontwikkeld. Deze strategie is een onderdeel van deelakkoord 6 «Topsport die inspireert» van het Nationaal Sportakkoord2. De gezamenlijke uitgangspunten van de strategie zijn vastgelegd in het startdocument, dat u kunt vinden in de bijlage3, en waarvoor veelvuldig gebruik is gemaakt van de adviezen van de NLsportraad op het terrein van evenementen. Sportbonden, evenementorganisatoren, gemeenten en provincies ondersteunen dit document. Er is veel herkenning bij hen voor de manier waarop evenementen in de toekomst in Nederland zouden kunnen worden doorontwikkeld. De strategische partners hebben afgesproken om meer structureel met elkaar te gaan samenwerken en de gezamenlijke uitgangspunten van het startdocument te vertalen in hun eigen beleid.

In deze brief zet ik uiteen hoe ik invulling wil geven aan deze uitgangspunten in het kabinetsbeleid per 2021. Eerst zal ik u informeren over het doel en de inhoud van de breed gedragen evenementenstrategie. Daarna volgt uitleg over de concrete acties voor VWS die hieruit voortkomen.

Huidige situatie

De NLsportraad heeft in de afgelopen jaren een aantal adviezen uitgebracht op het gebied van sportevenementen. In het advies «Nederland evenementenland»4 constateert de Raad dat er in Nederland regelmatig grote sportevenementen worden georganiseerd die populair en succesvol zijn. Sportevenementen kunnen echter nog veel meer rendement opleveren: voor de sport zelf en voor de samenleving. Dat lukt alleen als partijen in Nederland samenbouwen aan een aansprekende nationale sportevenementenagenda en evenementen organiseren op een bij Nederland passende manier. Het kabinet zou daarbij een richtinggevende, verbindende en faciliterende rol moeten spelen. Samenwerking is volgens de NLsportraad cruciaal om in de toekomst aansprekende sportevenementen binnen te kunnen halen.

Ook leden van uw Kamer hebben het kabinet gevraagd om organisatoren actiever te ondersteunen om internationale topsportevenementen in Nederland mogelijk te maken, zoals het WK Volleybal vrouwen 2022 en het WK Voetbal vrouwen in 2027.

Momenteel is bij het organiseren van evenementen regelmatig sprake van versnippering5. Dit leidt ertoe dat er weinig samenhang is tussen de verschillende evenementen en maken bonden en lokale partijen weinig gebruik maken van evenementen die door de ander worden georganiseerd. Dit heeft als gevolg dat lessons learned moeilijker zijn over te brengen.

De focus van de maatschappelijke waarde van sportevenementen ligt nu op de organisatie van side-events, bijvoorbeeld door meer kinderen te laten sporten of om eenzaamheid van ouderen tegen te gaan. Dit gebeurt gefragmenteerd en op ad hoc basis waardoor substantieel effect uitblijft. Er mist een uniforme, Nederlandse aanpak die als rode draad de verschillende evenementen met elkaar kan verbinden. Dat willen we in het nieuwe beleid veranderen.

Samen de maatschappelijke waarde van topsportevenementen vergroten

De strategische partners hebben een breed gedragen evenementenstrategie ontwikkeld. Het doel hiervan is dat zoveel mogelijk Nederlanders kunnen genieten van topsportevenementen door een divers palet aan topsportevenementen aan te bieden. Het startpunt van de breed gedragen evenementenstrategie begint bij gezamenlijke uitgangspunten die uitgebreid worden beschreven in het startdocument (zie bijlage)6. Er wordt ingezet op:

  • (1) Het creëren van afstemming en samenhang. Dit is te bereiken wanneer sportbonden, gemeenten, provincies, het bedrijfsleven, rijksoverheid, media en maatschappelijke organisaties de handen ineenslaan. We kunnen de komende tien jaar een divers palet aan topsportevenementen neerzetten, wanneer we intensief samenwerken en goed afstemmen met alle betrokken partijen. Het wordt dan voor partijen uit de media en het bedrijfsleven makkelijker om aan te haken bij deze samenwerking. Het aantal investeerders kan daarmee groter worden.

  • (2) het bevorderen van aantrekkelijke en maatschappelijk verantwoord georganiseerde evenementen. Dit zijn topsportevenementen die:

    • optimale omstandigheden voor topsporters bieden zodat sporters kunnen inspireren door eerlijk, integer en zichtbaar te presteren;

    • efficiënt en effectief worden georganiseerd;

    • duurzaam en klimaatneutraal worden georganiseerd;

    • inclusief en toegankelijk zijn;

    • aandacht hebben voor de gezondheid en veiligheid van deelnemers, medewerkers en bezoekers.

  • (3) het creëren van een podium waar bijvoorbeeld gemeenten, provincies, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven hun maatschappelijke of economische ambities kunnen realiseren. Denk daarbij aan (lokale) ambities op het gebied van gezondheid, sportparticipatie, internationale handel, innovatie, economische ontwikkeling en/of integratie.

    Naast verantwoordelijkheid voor de onderlinge samenwerking gaat iedere strategische partner de eigen beleidsinstrumenten inzetten bij het vergroten van de maatschappelijke waarde van topsportevenementen. NOC*NSF geeft hierbij advies aan de sportbonden met betrekking tot de organisatie van topsportevenementen. De VSG zorgt vanuit haar rol voor het betrekken van en afstemmen met gemeenten. Verder in deze brief licht ik de beleidsinstrumenten van VWS toe.

VWS gaat in het nieuwe beleid een proactievere rol innemen. Het ministerie gaat daarbij meer inzetten op samenwerking met andere partijen, het ontsluiten van kennis en het vergroten van het bereik, de aantrekkelijkheid en het verantwoord organiseren van topsportevenementen.

De doelstelling van VWS wordt daarmee: «het stimuleren en ondersteunen van de sportsector bij het organiseren van aantrekkelijke en maatschappelijke verantwoord georganiseerde internationale topsportevenementen om de inspirerende waarde en het bereik van topsport te vergroten».

Concrete acties

Voor het totale topsportevenementenbeleid is in de VWS-begroting in totaal 10,6 miljoen euro per jaar beschikbaar. Ik wil het beleidsinstrumentarium van VWS – naast de subsidieregeling – uitbreiden met andere beleidsinstrumenten. Concreet gaat het om:

Bestuurlijke en operationele samenwerking

Om samenwerking en kennisdeling in de praktijk te waarborgen, wordt het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen (CIT) opgericht. Het CIT bestaat in ieder geval uit een vertegenwoordiging van NOC*NSF, de VSG en VWS. Het CIT zal een kennis- en netwerkfunctie vervullen bij de ontwikkeling van een breed aanbod van topsportevenementen in Nederland. De activiteiten richten zich op:

  • verbinden door netwerken te ontwikkelen en in stand te houden;

  • het delen van kennis die relevant is bij het ontwikkelen van topsportevenementen, jaarlijks én niet-jaarlijks;

  • een overzicht bieden van de topsportevenementen die in Nederland georganiseerd worden en de maatschappelijke waarde van deze evenementen.

Alle initiatiefnemers van (internationale) sportevenementen in Nederland kunnen hier terecht. Doordat het CIT overzicht heeft over de evenementen die in Nederland worden georganiseerd en welke partijen betrokken zijn, kan het CIT een verbindingspunt worden. Ook kan het knelpunten bijvoorbeeld op het gebied van financiën of vergunningverlening in de praktijk signaleren en, zo nodig, met partijen naar mogelijke oplossingen zoeken.

Vanuit het CIT wordt een monitor en een bijbehorend dashboard ontwikkeld. In deze monitor worden gegevens verzameld over het type evenement, de aantrekkelijkheid, de kwaliteit en de invulling van het evenement als podium. Het doel is om goed inzicht te krijgen in het aanbod en de maatschappelijke waarde van topsportevenementen.

Met deze kennis en door tijdig te evalueren kan er in de toekomst door alle partijen beter worden gestuurd op de maatschappelijke waarde van topsportevenementen en wordt de diversiteit van het aanbod en het bereik beter zichtbaar. Ook helpt deze kennis bij het tot stand komen van een landelijk maatschappelijk activatieprogramma.

De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de topsportevenementenstrategie en dus ook het CIT ligt bij de strategische partners, die tweemaal per jaar bijeenkomen om de voortgang van de Nederlandse topsportevenementenstrategie te bespreken.

Structurele samenwerking met andere ministeries

Uw Kamer7 heeft mij gevraagd te onderzoeken op welke wijze een klein maar slagvaardig interdepartementaal sportevenementenloket vormgegeven kan worden, waarbij in ieder geval de Ministeries van Volksgezondheid Welzijn en Sport, Economische Zaken en Klimaat, Infrastructuur en Waterstaat en Financiën betrokken worden. Dit loket was bedoeld om sneller tussen departementen te schakelen zodat kennis en expertise binnen de rijksoverheid beter kunnen worden gebundeld, en makkelijker toegankelijk worden gemaakt voor de organisatoren van sportevenementen. Ook zou daarmee tegemoet worden gekomen aan behoefte van organisatoren om kennis te kunnen nemen van wet- en regelgeving en mogelijkheden te verkennen om samen op te trekken met de rijksoverheid.

Ik meen in mijn beleidsvoornemens op twee manieren tegemoet te komen aan de gewenste doelen die zijn omschreven in de motie. Allereerst is het CIT een loket waarmee in de kennisbehoefte van organisatoren van sportevenementen kan worden voorzien en heeft het daarnaast het voordeel dat het netwerk van in ieder geval de drie strategische partners kan worden benut wanneer er naar mogelijke samenwerkingspartners wordt gezocht.

Daarnaast werk ik met verschillende departementen structureel samen aan beleidsvraagstukken die gerelateerd zijn aan sportevenementen. En zorg ik ervoor dat deze kennis en expertise wordt meegenomen naar het CIT zodat betrokken partijen hiervan tijdig op de hoogte zijn. Een aantal concrete voorbeelden is:

Het internationaal sportplatform van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft als doel dat Nederland in 2030 wereldwijd wordt gezien als (handels)partner voor inclusieve, duurzame en innovatieve sportbeleving.

De landelijke regiegroep voetbal en veiligheid, van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze regiegroep richt zich op eenheid van optreden en het terugdringen van crimineel gedrag, overlast en onveiligheid rondom het betaald voetbal.

Met het Ministerie van Financiën en de Belastingdienst (landelijke doelgroep sport) heb ik overleg over onder meer de belastingheffing bij sportevenementen. Ook hier zorg ik ervoor dat de kennis beschikbaar komt via het CIT.

Met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ben ik in gesprek over een initiatief om met betrokken partijen concrete stappen te gaan zetten om topsportevenementen te verduurzamen. We gaan daarbij niet het wiel opnieuw uitvinden maar maken gebruik van afspraken die in andere sectoren al zijn gemaakt. We denken onder andere aan het rijksbrede programma Circulaire Economie, de Routekaart verduurzaming, Greendeal Circulaire festivals, Greendeal afvalvrije festivals en het Grondstoffenakkoord. Ik zal uw Kamer later uitvoeriger informeren over de concrete uitwerking.

Hiermee beschouw ik de bovengenoemde motie van het lid Rudmer Heerema8 en de motie van het lid Von Martels9 als afgedaan.

Onderzoeks- en innovatieprogramma

Eerder adviseerde de NLsportraad10 mij om regie te nemen over de kennisketen van sportevenementen om zo kennisontwikkeling en -deling stelselmatig en duurzaam te verbeteren. Daarnaast was het advies om een onderzoeksprogramma te financieren naar de maatschappelijke betekenis van sportevenementen. Ik pak dit met de strategische partners op en bekijk of zo’n gezamenlijk programma kan worden ondergebracht bij ZonMw. Bij de inhoudelijke uitwerking van het programma moeten de vragen van organisatoren en beleidsmakers centraal staan. Op een later moment zal ik uw Kamer hierover nader informeren.

Maatschappelijk activatieprogramma

Ik ondersteun de VSG en NOC*NSF bij het ontwikkelen van een doorlopend maatschappelijk activatie programma dat kan dienen ter vervanging van side-events. Dit heeft als doel om een consistente bijdrage te leveren aan de maatschappelijke waarde van topsportevenementen. Het maatschappelijk activatie programma kan bij diverse topsportevenementen worden ingezet. Een voorbeeld van hoe dat eruit kan zien was «de Olympic Experience» die in 2016 door NOC*NSF in Den Haag werd georganiseerd en marge van de Olympische Spelen in Rio de Janeiro.

Buitengewone sportevenementen

Er zijn topsportevenementen die qua aard, omvang, impact en kosten zo grootschalig zijn, dat maatwerk vereist is. Het betreft onder andere: de Olympische en Paralympische Spelen, de Europese Spelen, de Jeugd Olympische Spelen, grootschalige multisportevenementen en het eindtoernooi van het wereld- of Europees kampioenschap voetbal. Deze evenementen leveren veel op maar vragen ook veel van de Nederlandse samenleving. Zij vragen om een gedegen afwegen van maatschappelijke kosten en baten waarover uw Kamer uiteindelijk een oordeel moet geven en zullen dus altijd aan uw Kamer worden voorgelegd.

Vergroten van de aantrekkelijkheid van paralympische evenementen

Ik vind het belangrijk om de komende tijd extra aandacht te besteden aan Paralympische evenementen. De kracht van deze evenementen kan namelijk ook worden ingezet voor het verder ontwikkelen van de Paralympische topsport. Ik ga met de betrokken partijen hier concrete plannen voor ontwikkelen. Ik zal u daar te zijner tijd over informeren.

Nieuwe subsidieregeling

Vanaf 2021 zal een nieuwe subsidieregeling voor topsportevenementen in werking treden. Deze sluit aan bij de uitgangspunten van het kabinetsbeleid. De vier belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de huidige subsidieregels licht ik hieronder toe:

1. Alleen niet-jaarlijkse topsportevenementen

Op dit moment is het mogelijk om subsidie te ontvangen voor top- en breedtesport. Het nieuwe beleid richt zich op het vergroten van de inspirerende waarde van topsport. Daarom beperkt de nieuwe subsidieregeling zich tot topsportevenementen. De subsidie ondersteunt daar waar marktfalen optreedt en een sluitende begroting niet mogelijk is. Daarbij moet het georganiseerde evenement en de tak van sport passen bij het landelijke topsportbeleid zoals staat omschreven in het deelakkoord «Topsport die inspireert» en het beleid van de nationale sportbond. Om diversiteit aan topsportevenementen te waarborgen, kan maar eens in de drie jaar voor een evenement in dezelfde tak van sport een subsidie worden aangevraagd. De subsidie is voor evenementen die níet op jaarlijkse basis in Nederland georganiseerd worden, omdat voor jaarlijkse evenementen op lokaal of regionaal niveau een businesscase te maken is.

2. Subsidie voor het hoofdevenement

VWS subsidieert het topsportevenement alleen wanneer het aantrekkelijk en maatschappelijk verantwoord wordt georganiseerd om zo een groter bereik te krijgen. Voorheen kon de subsidie ook worden gebruikt voor side-events om zo de maatschappelijke waarde te vergroten. In het nieuwe beleid gaan we ervan uit dat topsportevenementen die duurzaam, veilig en inclusief worden georganiseerd en zichtbaar zijn in Nederland een grote maatschappelijke betekenis hebben. Om de maatschappelijke doelen beter te verankeren in het topsportevenement zelf komt er een integrale subsidie voor het gehele evenement.

Voor andere stakeholders, bijvoorbeeld gemeenten, provincies en bedrijfsleven kan het topsportevenement interessant zijn om het als podium te gebruiken om eigen ambities of doelstellingen te realiseren.

3. Hoogte van subsidie

De nieuwe subsidieregeling vergoedt een bedrag van hoogstens 25% van de kosten van het hoofdevenement, tot een maximum van 2,5 miljoen euro. Ik ben mij ervan bewust dat de bekostiging van sommige topsportevenementen lastiger tot stand komt, zoals paralympische evenementen en jeugdtoernooien. Daarnaast ben ik me ervan bewust dat de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus onverwachts veel invloed kunnen hebben op de begroting van topsportevenementen. Ik zal bezien hoe ik daar bij de subsidieregeling rekening mee kan houden.

Met het oog op de verantwoording van de te verstrekken subsidies ben ik voornemens om partijen die een aanvraag van boven de 1 miljoen euro doen een haalbaarheidsonderzoek door een deskundige onafhankelijke persoon of instantie te laten doen.

4. Beoordelingscommissie Evenementen

In de nieuwe subsidieregeling maak ik geen onderscheid tussen aansprekend internationale, aanloop- of overige sportevenementen. Daarom is er in de nieuwe subsidieregeling geen rol meer weggelegd voor beoordelingscommissie Evenementen van de Nederlandse Sportraad. Wel wil ik de expertise van deze commissie inzetten om op strategisch niveau mee te blijven denken over de maatschappelijke waarde en zichtbaarheid van topsportevenementen in Nederland.

Slot

Met deze vernieuwde samenwerking op het evenementenbeleid en duidelijke uitgangspunten bevestig ik de ambitie van het kabinet om onze topsporters voor eigen publiek het beste uit zichzelf te halen en daarmee zoveel mogelijk inwoners Nederlanders inspireren. Ik ben benieuwd wat de komende jaren ons gaat brengen. Zelf kijk ik zeer uit naar de Olympische en Paralympische Spelen in Tokyo, de Invictus Games in Den Haag en EURO 2020 in Amsterdam, die hopelijk met publiek op een veilige manier plaats kunnen vinden.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Monitor Sport en Corona van het Mulier Instituut.

X Noot
2

Kamerstuk 30 234, nr. 235.

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
4

Kamerstuk 30 234, nr. 213.

X Noot
5

Kamerstuk 30 234, nr. 213.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
7

Kamerstuk 35 300 XVI, nr. 129.

X Noot
8

Kamerstuk 35 300 XVI, 129.

X Noot
9

Kamerstuk 35 300 XVI, 136.

X Noot
10

NLsportraad, 6 november 2019, Regie op kennis, advies over de kennisketen van sportevenementen.

Naar boven