28 172 Evaluatie Wet op de medische keuringen

Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2016

Hierbij bied ik u de evaluatie aan van het wijzigingsbesluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen1. De evaluatie is uitgevoerd door het onderzoeksbureau Panteia en beslaat de periode 2012–20162.

Aanleiding voor deze evaluatie vormt de toelichting van voornoemd besluit waarin is bepaald dat de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) voor 1 oktober 2016 zal worden geëvalueerd. Daarbij is aangegeven dat op dat moment zal worden bezien of financiering door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) nog passend en noodzakelijk is.

Achtergrond

Uitgangspunt van de Wet op de medische keuringen (WMK) is dat sociale partners primair verantwoordelijk zijn voor het instellen van een Commissie Klachten-behandeling Aanstellingskeuringen. Vanwege het uitblijven van zelfregulering is door de Minister van SZW in 2002 bij Besluit klachtenbehandeling aanstellings-keuringen van 23 november 2001 alsnog een dergelijke door SZW gefinancierde Commissie in het leven geroepen. Dit besluit is medio 2012 gewijzigd; hierdoor is de Commissie per 1 oktober 2012 ondergebracht bij de sociaaleconomische Raad (SER). Daarbij is aangegeven dat de kosten van de Commissie vooralsnog door SZW zullen worden gedragen, maar dat het in de rede ligt dat de SER uiteindelijk zelf zorg draagt voor de financiering.

Uitkomsten van de Evaluatie

Het rapport geeft aan dat de Commissie haar taken – het behandelen van klachten, het desgevraagd informeren van belangstellenden en het uitbrengen van een jaarverslag – op professionele en deskundige wijze uitvoert. De Commissie wordt als onafhankelijk ervaren. De website van de Commissie bevat veel informatie over aanstellingskeuringen en nodigt uit tot het stellen van vragen of indienen van een klacht. De vindbaarheid van de Commissie is daarmee goed.

De bijdrage van de Commissie aan de goede uitvoering van de WMK lijkt volgens het rapport beperkt te zijn. Het aantal klachten is zeer beperkt (in 2015 drie waarvan er een inhoudelijk is beoordeeld en 33 telefonische of per email gestelde vragen) en er zijn beperkte mogelijkheden om invloed uit te oefenen op het keuringsbeleid van arbeidsorganisaties. Verder heeft de Commissie geen grote bekendheid in de maatschappij en signaleren partijen geen grote knelpunten.

De kosten van de Commissie zijn in verhouding tot het aantal klachten hoog. De gemiddelde vergoeding tussen 2013 – 2015 is circa € 190.000. Ruim 70 procent hiervan zijn secretariaatskosten en 10 procent zijn kosten voor vergoeding van de commissieleden. De overige 20 procent wordt besteed aan voorlichting, communicatie, website en dergelijke.

Betrokkenen bij de Commissie geven aan een aparte klachtencommissie voor aanstellingskeuringen gerechtvaardigd te vinden. Hierdoor gaat de specifieke combinatie van expertise (van arbeidsrecht en bedrijfsgeneeskunde,) die de meerwaarde vormt van het Commissie, niet verloren. Verder zijn alle betrokken partijen tevreden over het onderbrengen van de Commissie bij de SER.

Beleidsreactie

Het onderzoeksrapport stelt dat de bijdrage van de Commissie aan de uitvoering van de WMK moeilijk eenduidig kan worden vastgesteld. Op basis van het aantal klachten is die bijdrage gering. Daar kan tegen in worden gebracht dat er mogelijk ook klachten worden voorkomen door voorlichting, communicatie, bijeenkomsten, website, en dergelijke. Daarbij past wel de kanttekening dat deze activiteiten niet tot de formele taken van de Commissie behoren.

Uit het rapport blijkt dat de Commissie goed gepositioneerd is bij de SER. De branches en sociale partners zijn bij de SER gemakkelijk aan te spreken op hun taken in het kader van de WMK. De Commissie is hierdoor zichtbaar.

Wat verder in het rapport opvalt, is dat gelet op het aantal geringe klachten en vragen, de kosten van de Commissie en met name die van het secretariaat hoog zijn. Hierover heeft overleg met het dagelijks bestuur van de SER plaatsgevonden, aangezien het uitgangspunt vanaf de inwerkingtreding in 1998 van de WMK is geweest dat zelfregulering de basis is voor de uitvoering van de Wet en dat klachtenbehandeling en de financiering daarvan daarbij horen. Daarnaast is de SER vanaf 2012 al verantwoordelijk voor de vormgeving en de uitvoering van de Commissie en beheert het de eigen begroting.

Het overleg met de SER heeft erin geresulteerd dat ik de Commissie voor de komende periode van vier jaar zal financieren voor een bedrag van € 100.000,- per jaar, zijnde ongeveer de helft van de huidige bekostiging. Hierdoor wordt de continuïteit van de klachtenbehandeling gewaarborgd. In de tussentijd blijf ik in gesprek met sociale partners en de SER over de toekomst van de Commissie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Besluit van 19 september 2012, Stb. 2012, nr. 437.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven