25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2015

In deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken en maatregelen die zijn getroffen tegen de zogenoemde dubbele certificaten in de asbestsanering. Daarnaast heb ik in het Algemeen Overleg van 15 mei 2014 (Kamerstuk 25 883, nr. 242) toegezegd dat ik uw Kamer informeer na afloop van de juridische procedures over het besluit om twee instellingen niet opnieuw aan te wijzen als certificerende en keurende instellingen (CKI’s) voor bedrijven die asbest inventariseren of saneren. Tevens bied ik u hierbij het onderzoeksrapport «Een goede start» van de Inspectie SZW aan1. In dit rapport zijn de examinering en certificering van personen in de asbestketen onderzocht.

Maatregelen tegen zogenoemde dubbele certificaten

In oktober 2014 heb ik Kamervragen beantwoord over het bericht dat enkele asbestverwijderaars een mogelijkheid hebben om aan intrekking van een asbestcertificaat te ontkomen door verder te gaan via een nieuwe rechtspersoon (de zogenoemde dubbele certificaten).2 Hierover heb ik met u in het Algemeen Overleg van 30 oktober 2014 (Kamerstuk 25 883, nr. 246) van gedachten gewisseld.

In het systeem van certificatie houdt de CKI audits (controles op werklocatie) en treft sancties wanneer een certificaathouder de regels, die zijn vastgelegd in certificatieschema’s, overtreedt. De Inspectie SZW houdt toezicht op het stelsel en op de CKI’s. Daarnaast houdt de Inspectie rechtstreeks toezicht op werkgevers in de asbestbranche. Sinds 2012 zijn de mogelijkheden voor sanctionering in het certificatiestelsel aangescherpt. Ook zijn in 2013 de boetes verhoogd. Het herhaaldelijk overtreden van de regels leidt tot forse boetes of tot stillegging van het bedrijf.

De zwaardere sancties raken bedrijven die structureel de regels overtreden. Een zware sanctie betreft bijvoorbeeld het intrekken van een certificaat. Een bedrijf kan op een dergelijke sanctie anticiperen door vooruitlopend op een intrekking via een andere rechtspersoon een nieuw certificaat aan te vragen bij een andere CKI. Binnen het geldende regiem werd dit onvoldoende uitgesloten en kon afgifte van een nieuw certificaat niet worden geweigerd, tenzij de toezichthouder kon aantonen dat sprake is van voortzetting van het bedrijf. Dit blijkt in de praktijk bewerkelijk.

Er zijn nu 5 bedrijven bekend die hebben geprobeerd om als nieuwe rechtspersoon of onder andermans certificaat verder te werken. Het beeld is dat misbruik met zogenoemde dubbele certificaten niet vaak voorkomt. Ik ben echter van mening dat elke casus er één teveel is. Wanneer bedrijven een sanctie kunnen ontlopen, wordt het vertrouwen in het stelsel en het imago van de branche geschaad. Daarom neem ik maatregelen om de dubbele certificaten te voorkomen.

In overleg met de Inspectie SZW en de beheerstichting Ascert heb ik diverse maatregelen in kaart gebracht. De oplossingen spitsen zich toe op aanscherping van het certificatieschema, aanpassing van het Arbobesluit en (meer) uitwisseling van informatie tussen CKI, beheerstichting Ascert en Inspectie SZW over personen en bedrijven die certificaten aanvragen. Een aantal maatregelen is inmiddels doorgevoerd. De overige maatregelen zijn onder te verdelen in korte, midden- en lange termijnmaatregelen. Ik volg actief de implementatie van de maatregelen en blijf alert op signalen uit de branche.

De volgende acties en maatregelen zijn of worden uitgevoerd:

Inmiddels uitgevoerde acties

  • Ascert heeft in haar database een controle uitgevoerd op vervallen en ingetrokken certificaten en mogelijke zogenoemde dubbele certificaten. Hieruit kwamen geen nieuwe zaken, naast de 5 reeds bekende, over mogelijke omzeiling naar voren.

  • Ascert monitort bij nieuwe certificatieverzoeken meer dan voorheen of sprake kan zijn van een zogenoemde dubbeling. Bij opvallende zaken wordt aan de CKI’s gevraagd dit nader te onderzoeken en indien nodig actie te ondernemen. Deze informatie wordt gedeeld met de Inspectie SZW.

  • Er vindt overleg en informatie-uitwisseling plaats tussen CKI’s, Ascert en de Inspectie SZW; ontwijkingen worden gesignaleerd en gedeeld. Inspecties, politie en gemeenten/omgevingsdiensten werken samen om misbruik op het spoor te komen.

  • De Inspectie SZW handhaaft intensief bij de bekende niet-nalevende bedrijven. Bij 1 bedrijf kon omzeiling van regels door de Inspectie SZW inmiddels worden bewezen en is een boete opgelegd. Ook bij de bedrijven die doorgaan onder de nieuwe naam wordt intensief toezicht gehouden.

Maatregelen op korte termijn (april – juli)

  • Ascert breidt haar database en register uit om de signalering verder te verbeteren. Deze uitbreiding betreft onder meer het toevoegen van gegevens over aanvragende personen in de database en een controlemechanisme om gegevens eenvoudig te kunnen controleren. Inmiddels is opdracht gegeven deze uitbreiding door te voeren.

  • Daarnaast zullen CKI’s binnenkort nieuwe aanvragers een verklaring laten ondertekenen bij het aanvragen van het certificaat, waarmee wordt verklaard dat de aanvraag naar waarheid is ingediend en geen zogenoemd dubbel certificaat betreft. Tevens worden vragenlijsten aangepast van degenen die bij de aanvraag betrokken zijn.

Middenlange termijn (tweede helft 2015)

Momenteel vindt een algemene herziening van de certificatieschema’s voor asbest plaats. De volgende aanscherping van de schema’s wordt in de herziening meegenomen:

  • Het opnemen van een algemene bepaling waarmee een CKI een (potentiële) certificaathouder kan afwijzen en een certificaat kan intrekken bij oneigenlijk gebruik van juridische constructies (het omzeilen van de regels).

  • Het instellen van een meldplicht voor de CKI bij het vermoeden van het omzeilen van de regels.

  • Het opnemen van een bepaling dat bij overnames en faillissementen de escalatieladder (het optellen van geconstateerde overtredingen) mee gaat naar de nieuwe rechtspersoon.

  • Het treffen van een zwaardere sanctie wanneer een certificaathouder een niet-gecertificeerd bedrijf inhuurt om werk voor hem te doen.

Langere termijn (eind 2015 – 2016)

  • Er wordt bekeken hoe de regels kunnen worden aangescherpt met betrekking tot (sub-)certificaten bij grote holdings met daarin meerdere bedrijven.

  • Er worden aanpassingen in het Arbobesluit doorgevoerd om zogenoemde slapende certificaten te voorkomen. Voor een gecertificeerd bedrijf betekent dit dat binnen een periode (gedacht wordt aan 1 jaar) werk moet zijn uitgevoerd, anders vervalt het certificaat.

De voorgestelde maatregelen zullen naar verwachting deze manier van misbruik met zogenoemde dubbele certificaten voorkomen. Niet volledig uit te sluiten is dat bedrijven zullen zoeken naar andere constructies om strenge sancties te omzeilen. De Inspectie SZW blijft daarom alert op signalen van mogelijk misbruik.

Het niet heraanwijzen van certificerende en keurende instellingen

Certificatie binnen het werkveld asbest vindt plaats op twee niveaus: er zijn certificaten voor bedrijven (procescertificaat) en certificaten voor deskundigheid (persoonscertificaat). Op het terrein van de afgifte van procescertificaten zijn twee van de vijf certificerende instellingen niet opnieuw aangewezen. Hiertegen hebben de twee instellingen bezwaar ingediend. De termijn waarbinnen beroep kon worden aangetekend tegen de beslissing op bezwaar is nu verlopen. Daarmee zijn mijn besluiten om de CKI’s niet opnieuw aan te wijzen definitief geworden. Aanleiding om niet opnieuw tot aanwijzing over te gaan, is dat door de betrokken instellingen niet kon worden voldaan aan de onafhankelijkheidseisen voor certificatie-instellingen van asbestverwijdering en asbestinventarisatie, zoals opgenomen in de schema’s voor aanwijzing en toezicht (WDA&T). In paragraaf 4.5.14 van het WDA&T is vastgelegd dat:

  • a) Gecombineerd aandeelhouderschap bij een procescertificatie-instelling en een asbestverwijderingsbedrijf en/of een asbestinventarisatiebureau is niet toegestaan.

  • b) Gecombineerd vervullen van een bestuursfunctie bij een procescertificatie-instelling en een asbestverwijderingsbedrijf en/of een asbestinventarisatie-bureau is niet toegestaan.

Het achterliggende uitgangspunt bij de huidige normen is dat de CKI, die certificaten verstrekt en ook toezichthouder is, onafhankelijk moet zijn van de markt waarop deze toezicht houdt. Dit betekent dat een organisatie niet met een deel actief mag zijn op de markt, waar een ander deel toezicht op houdt. Door in de huidige normen te verbieden dat een toezichthouder betrokken is bij die markt, wordt de onafhankelijkheid per definitie gewaarborgd.

Inspectierapportage «Een goede start»

Asbest verwijderen is een vak waarvoor deskundigheid vereist is. Als bewijs voor deze deskundigheid worden de persoonscertificaten Deskundig Toezichthouder Asbest (DTA) en Deskundig Asbestverwijderaar (DAV) afgegeven. Er zijn twee certificerende instellingen actief op het gebied van persoonscertificatie. Deze instellingen zijn door de Inspectie SZW onderzocht. Daarnaast is gekeken naar de opzet van examens waarvoor beheerstichting Ascert verantwoordelijk is.

De eisen waaraan personen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor een certificaat (SC-510 en SC-520) zijn vernieuwd en per 1 februari 2012 van kracht geworden. Hoewel het stelsel van persoonscertificaten asbest steeds beter gaat werken, maken de resultaten van dit onderzoek duidelijk dat nog blijvende alertheid nodig is voor het juist verlopen van het proces van examinering en certificering. Daartoe stelt de Inspectie SZW een aantal verbeterpunten voor ten aanzien van de uitvoering van de examinering, de afgifte van persoonscertificaten asbest en het sanctiebeleid van CKI’s naar aanleiding van DTA-ers en DAV-ers. Een aantal concrete verbeterpunten richten zich op de kwaliteit van de huidige certificatieschema’s. De Inspectie SZW constateert dat veranderingen in de opzet van de examens die nodig zijn vanwege de nieuwe schema’s, eind 2013 nog niet afgerond waren. Ook bleek er onvoldoende variatie te zijn in de examenvragen en opdrachten. Een aantal examenvragen en -opdrachten kunnen inhoudelijk verbeterd worden. Ook bij het toezicht op de uitvoering van examens zijn verbeteringen mogelijk.

Ascert en de huidige twee certificerende instellingen die persoonscertificaten asbest afgeven, hebben toegezegd verbeteringen op korte termijn te realiseren. De branche heeft inmiddels de nodige verbetermaatregelen doorgevoerd. Verwacht wordt dat de verbeteringen in het afnemen van de examens en de afgifte van de persoonscertificaten asbest op korte termijn zichtbaar worden.

De uitkomsten en opvolging van de bevindingen van het onderzoek naar persoonscertificaten worden periodiek geëvalueerd. Daarnaast blijft de Inspectie SZW intensief inspecteren, zowel in de gecertificeerde asbestsector als bij malafide asbestverwijdering. In de Sectorrapportage Asbest 2015 die de Inspectie SZW in de tweede helft van dit jaar presenteert, zal opnieuw aandacht worden besteed aan dit thema.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Beantwoording Kamervragen d.d. 29 oktober 2014 van de leden Kerstens (PvdA) en Cegerek (PvdA) over louche asbestverwijderaars (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 399) en van het lid Ulenbelt (SP) over het bericht dat het ministerie het lek in asbestregels erkent (Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 398).

Naar boven