22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vier fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Mededeling stimuleren grensoverschrijdende elektronische handel (Kamerstuk 22 112, nr. 2166)

Fiche 2: Verordening geoblocking (Kamerstuk 22 112, nr. 2167)

Fiche 3: Verordening betreffende samenwerking Europese nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor consumentenbescherming (Kamerstuk 22 112, nr. 2168)

Fiche 4: Mededeling online platforms

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling online platforms

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s.

    Online platforms en de digitale eengemaakte markt; Kansen en uitdagingen voor Europa.

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    26-05-2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016) 288

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1465195476526&uri=CELEX:52016DC0288

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet van toepassing

  • f) Behandelingstraject Raad

    Telecomraad

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Met de mededeling brengt de Europese Commissie de belangrijkste vraagstukken, innovatiemogelijkheden en regelgevende uitdagingen inzake online platforms in kaart en stelt een beleidsaanpak voor de ondersteuning van de ontwikkeling van online platforms in de EU voor.

De afbakening van wat een online platform is, doet de Commissie aan de hand van een aantal bijzondere kenmerken, zoals het creëren en uitdagen van nieuwe markten, het opereren in meerzijdige markten, het profiteren van netwerkeffecten en het gebruik van data. Dit leidt tot een ruime afbakening waardoor onder meer online advertentieplatformen, marktplaatsen, zoekmachines, sociale mediaplatformen, communicatiediensten, betalingssystemen, en platformen voor de deeleconomie, als online platforms worden aangemerkt.

De Europese Commissie ziet online platforms als bron van economische groei en wil hun ontwikkeling ondersteunen, waarbij ze het creëren van een Digitale Interne Markt als belangrijkste voorwaarde ziet. Om te zorgen dat wet- en regelgeving bijdraagt aan de ontwikkeling en schaalvergroting van alle verschillende soorten online platforms, heeft de Commissie een aantal aandachtspunten geformuleerd. Allereerst acht ze harmonisatie van wet- en regelgeving van belang voor het tot stand brengen van de digitale interne markt, omdat versnippering van regelgeving zorgt voor onzekerheid en verwarring voor zowel gebruikers als bedrijven. Daarnaast is het voor eerlijke mededinging belangrijk dat alle online platforms zich houden aan bestaande wet- en regelgeving. Doeltreffende handhaving is daarvoor cruciaal. Verder pleit de Commissie voor een probleemgestuurde en specifieke aanpak, waarbij in eerste instantie wordt gekeken of het bestaande regelgevingskader niet reeds voldoet. Tot slot kunnen volgens de Commissie zelf- en coregulering een rol spelen in het adresseren van vraagstukken die online platforms oproepen.

Bij het uitwerken van beleid ten aanzien van online platforms zijn de volgende vier beginselen, die de Commissie wil waarborgen, leidend:

  • I. een gelijk speelveld voor vergelijkbare digitale diensten;

  • II. verantwoordelijk gedrag van online platforms om fundamentele waarden te beschermen;

  • III. transparantie en eerlijkheid om het vertrouwen van de gebruiker te behouden en innovatie te beschermen;

  • IV. open en niet-discriminerende markten in de data-economie.

Op basis van deze vier beginselen komt de Europese Commissie tot de aankondiging van verschillende wetgevende en niet-wetgevende acties op het gebied van onder meer consumentenrecht, auteursrecht, aansprakelijkheid van tussenpersonen, de reikwijdte van het regelgevend kader voor telecommunicatie, en de overdraagbaarheid van data. De mate van concreetheid en het ambitieniveau verschilt sterk van actie tot actie. Een aantal daarvan krijgt haar beslag in wetsvoorstellen die al eerder zijn aangekondigd in de Digitale Interne Markt Strategie van de Europese Commissie.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland vindt het belangrijk dat er aandacht is voor de positieve effecten van platforms, zoals de kansen die ze creëren voor innovatie en nieuwe verdienmogelijkheden. Voor zover er problemen zijn bij online platforms, vindt Nederland het belangrijk dat eerst wordt gekeken of die kunnen worden aangepakt via bestaande wet- en regelgeving. Nieuwe regelgeving is het sluitstuk. Doordat online platforms onderling te sterk verschillen ligt maatwerk, en niet generieke platformregulering, voor de hand.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Deze mededeling is onderdeel van de bredere Digitale Interne Markt Strategie van de Europese Commissie. In dit BNC-fiche wordt de beoordeling en inzet van Nederland van de mededeling in het algemeen beschreven. Voor de voorstellen van de Commissie uit de Digitale Interne Markt Strategie die online platforms raken zijn of worden zelfstandige BNC-fiches opgesteld, zoals voor het voorstel tot herziening van de richtlijn inzake audiovisuele mediadiensten, en zodra het er is de herziening van het regelgevend kader voor telecommunicatie. Voor wat betreft de door de Commissie genoemde acties op het gebied van het auteursrecht verwijst Nederland naar het eerdere BNC-fiche waarin het standpunt hieromtrent is verwoord.1 Voor het overige zal de Kamer vanzelfsprekend op gebruikelijke wijze worden geïnformeerd over de voorstellen voortvloeiend uit deze mededeling en de voorgenomen Nederlandse standpunten.

Nederland heeft een positieve grondhouding over de algemene lijn die in de mededeling wordt neergelegd voor het beleid over online platforms. Door de positieve kanten van online platforms te belichten en geen «one-size-fits-all»-aanpak te kiezen voor de uitdagingen die online platforms creëren sluit de mededeling aan bij de kabinetsbeleid op dit onderwerp. Het kabinet acht een algemeen regelgevend kader voor platforms onwenselijk zoals ook vastgelegd in de brief aan de Tweede Kamer van 18 december 2015.2

Nederland zal zich er voor inzetten dat de Commissie in concrete gevallen een probleemgestuurde aanpak blijft hanteren, waarbij in eerste instantie wordt gekeken naar de vraag of bestaande regelgeving niet reeds voldoet, en niet over gaat tot generieke regulering van online platforms.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Naar verwachting zal de mededeling over het algemeen goed worden ontvangen door een groot aantal lidstaten. De Commissie belicht namelijk de kansen die online platforms bieden en wijst op bestaand instrumentarium om eventuele problemen aan te pakken.

Een beperkt aantal lidstaten zullen de voorstellen van de Commissie waarschijnlijk te vrijblijvend en te weinig ambitieus vinden. Deze landen houden de optie open om naast de bestaande wet- en regelgeving ook specifieke regulering van online platforms in de vorm van een generiek kader te ontwikkelen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Nederland heeft, vanuit het oogpunt van bevoegdheden, een positieve grondhouding ten aanzien van de mededeling van de Commissie. De EU heeft een gedeelde bevoegdheid op het gebied van die maatregelen die rechtstreeks invloed hebben op de interne markt. Wetsvoorstellen van dien aard worden doorgaans gebaseerd op artikel 114 VWEU. Nederland acht dit over het algemeen de juiste rechtsbasis. Een definitief oordeel over de gekozen rechtsbasis kan pas worden gegeven wanneer de desbetreffende voorstellen worden gepresenteerd.

b) Subsidiariteit

Nederland heeft een positieve grondhouding voor wat betreft de subsidiariteit van de mededeling. Op de concrete acties waar afzonderlijk BNC-fiches voor zijn of worden opgesteld wordt de subsidiariteit afzonderlijk beoordeeld. Platforms zijn veelal ondernemingen die grensoverschrijdend opereren. Om de regeldruk zo laag mogelijk te houden is het vaak wenselijk dat wet- en regelgeving hieromtrent op EU-niveau wordt vastgesteld. Dit ondersteunt de groei van (Europese) platforms, omdat het daarvoor van belang is dat opschalen en uitbreiden naar verschillende EU Lidstaten niet gepaard gaat met het telkens opnieuw moeten voldoen aan uiteenlopende nationale wet- en regelgeving. Teneinde een Digitale Interne Markt te bereiken is het zodoende wenselijk dat beleid ten aanzien van platforms zo veel mogelijk wordt gevoerd op EU-niveau. Dit is ook in lijn met het kabinetsstandpunt over platforms zoals vastgelegd in de Tweede Kamerbrief van 18 december 2015.3

Het voorgaande laat onverlet dat in sommige gevallen maatwerk op nationaal of lokaal niveau beter geschikt is om vraagstukken rond online platforms aan te pakken. De mededeling beperkt die ruimte echter niet.

c) Proportionaliteit

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de algemene lijn van de mededeling van de Commissie zoals geschetst in de samenvatting van de essentie van het voorstel. De Commissie geeft aan dat vanuit het principe van betere regelgeving nieuwe wetgevende maatregelen alleen betrekking mogen hebben op duidelijk geïdentificeerde problemen in verband met een specifieke soort, of activiteit van, online platforms. Daaraan vooraf gaat echter de vraag of bestaande regelgeving niet al voldoet voor het aanpakken van dergelijke problemen. Op een aantal terreinen kondigt de Commissie extra acties aan. De proportionaliteit van die acties wordt in de betreffende BNC-fiches besproken.

d) Financiële gevolgen

Nederland zal de Commissie vragen precies aan te geven wat het financieel beslag van de toekomstige voorstellen is. Nederland is van mening dat de EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de EU-jaarbegroting. Eventuele budgettaire gevolgen voor de Nederlandse begroting worden ingepast op de begroting van het beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Insteek van de mededeling is om de administratieve lasten en regeldruk te verminderen door harmonisering van regelgeving en vereenvoudiging of verlichting van bestaande regelgeving.

De mate van de gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten voor een bedrijf en consument verschilt per concrete actie. In de BNC-fiches over de verschillende acties is dit in meer detail beschouwd.

Waar onverhoopt toch onvoorziene stijgingen van de administratieve lasten plaatsvindt, dienen deze te worden gecompenseerd door het beleidsverantwoordelijke departement, waarbij compensaties zoveel mogelijk dienen te geschieden binnen het domein waarin de tegenvaller plaatsvindt.

Met betrekking tot de regeldruk en administratieve lasten van de afzonderlijke concrete voorstellen waar deze mededeling naar verwijst, wordt gerefereerd naar de separate BNC-fiches.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112 , nr. 2057 («Fiche Mededeling naar een modern, meer Europees kader voor auteursrechten»).

X Noot
2

Kamerstuk 33 009, nr. 12 («Werken aan toekomstbestendige wetgeving: digitale platforms en de deeleconomie, waaronder particuliere verhuur aan toeristen (Airbnb)»).

X Noot
3

Kamerstuk 33 009, nr. 12.

Naar boven