Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Regeling op het binnenwater in verband met een verlenging van een tijdelijke stop voor het verlenen van nieuwe vergunningen voor de exploitatie van bedrijfsmatig passagiersvervoer op het Amsterdamse binnenwater (achtste wijzigingsbesluit Regeling op het binnenwater 2020)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op de artikelen 2.1.12, 2.4.2 en 2.4.7, van de Verordening op het binnenwater,

 

besluit:

Artikel I
  • a.

    Kennis te nemen van het feit dat de huidige tijdelijke vergunningenstop die is ingesteld naar aanleiding van uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 25 september 2024 (o.a. ECLI:NL:RVS:2024:3732) eindigt op 25 september 2025.

  • b.

    De Regeling op het binnenwater 2020 als volgt te wijzigen in die zin dat artikel 3.1.2.a., als volgt komt te luiden:

     

    Artikel 3.1.2.a Moratorium

    Het college wijst alle aanvragen af voor exploitatievergunningen voor passagiersvaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater die zijn ingediend op of na 25 september 2024 tot 1 april 2027.

  • c.

    Aanvragen voor vergunningen voor de exploitatie van bedrijfsmatig passagiersvervoer op het Amsterdamse binnenwater voor een periode van 25 september 2024 tot 1 april 2027, af te wijzen op grond van dit moratorium.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 25 september 2025.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als Regeling op het binnenwater 2020.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 9 september 2025

De burgemeester

Femke HalsemA

De gemeentesecretaris

Thea de Vries

Toelichting

Op 25 september 2024 heeft de Raad van State uitspraken gedaan over het door het college omzetten van exploitatievergunningen voor de passagiersvaart van onbepaalde tijd naar bepaalde tijd. Er waren 51 reders tegen dit besluit in hoger beroep gegaan. Gevolg van de uitspraken is dat de exploitatievergunningen die het college eerder naar bepaalde tijd heeft omgezet weer een onbepaalde looptijd hebben.

 

De uitspraken nopen tot het ontwikkelen van nieuw beleid. Om te voorkomen dat de beleidskeuzemogelijkheden worden beperkt door het verlenen van grote hoeveelheden vergunningen, is op 25 september 2024 een stop voor één jaar op het verlenen van nieuwe vergunningen ingesteld. Het is niet mogelijk gebleken binnen dit ene jaar nieuw beleid te ontwikkelen en vast te stellen. Het is daarom van belang de stop, die afloopt op 25 september 2025, te verlengen.

 

In de Regeling op het binnenwater 2020 is in september 2024 een bepaling opgenomen waarin een vergunningenstop (moratorium) wordt afgekondigd. Het vaststellen en wijzigen van deze regeling is een bevoegdheid van het college. Voorgesteld wordt om het huidige moratorium dat afloopt op 25 september 2025, te verlengen tot 1 april 2027.

 

Een tijdelijke vergunningenstop in aanloop naar een herziening van beleid kan rechtmatig zijn. Zie een uitspraak van de RvS 12 september 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2958). Voldaan moet zijn aan de volgende voorwaarden:

 

  • a.

    De vergunningenstop moet tijdelijk van aard zijn en voorzien zijn van een duidelijke einddatum.

  • b.

    De reden voor de vergunningenstop moet concreet en kenbaar zijn (bijv. beleidsmatige heroriëntatie, juridisch herstel).

  • c.

    Er moet zicht zijn op de totstandkoming van nieuw beleid: het mag geen open beleidsleegte zijn.

  • d.

    Belanghebbenden moeten voldoende worden geïnformeerd over de voortgang en verwachte planning.

     

  • a.

    Tijdelijk en duidelijke einddatum

Het voorstel is om de vergunningenstop te verlengen tot 1 april 2027. Dit is een duidelijke einddatum en waaruit volgt dat het gaat om een tijdelijke situatie.

 

  • b.

    Concreet en kenbaar

Naar aanleiding van eerdergenoemde uitspraken van 25 september 2024 van de RvS is duidelijk geworden dat het tot dan gevoerde beleid de rechtelijke toets niet heeft kunnen doorstaan. Het gevolg daarvan is dat het college het gevoerde beleid beter moet motiveren of dat het college een ander beleid moet gaan voeren. Het college heeft tijd nodig om daarover na te denken, onderzoek uit te laten voeren, onderzoeksresultaten te analyseren, overleg te plegen en besluiten te nemen. Het gaat hier dus concreet om een beleidsmatige heroriëntatie wat ook in de contacten met belanghebbenden duidelijk naar voren is gebracht en ook is aangegeven in de raadsinformatiebrief van 25 februari 2025.

 

  • c.

    Zicht op totstandkoming van nieuw beleid

Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de ontwikkeling van nieuw beleid. Daarvoor zijn diverse onderzoeken uitgezet. Het gaat in totaal om tien onderzoeken die zijn afgerond of dit jaar worden afgerond en twee onderzoeken waarvan nog nader bepaald zal worden of deze nodig zijn. Hieronder een overzicht van de tien onderzoeken die zijn uitgezet:

 

  • 1.

    Waterverkeersmodel ‘Capaciteit vaarroutes’;

  • 2.

    Tellingen vaartuigen;

  • 3.

    Inventarisatie illegale passagiersvaart;

  • 4.

    Economische analyse varen en vaarbeleid in Amsterdam;

  • 5.

    Bepaling overlastniveau;

  • 6.

    Effecten schroefwerking;

  • 7.

    Relatie Kaderrichtlijn Water;

  • 8.

    Toeristische draagkracht en leefbaarheid in Amsterdam;

  • 9.

    Huurprijsberekening afmeerplaatsen;

  • 10.

    Vergelijking passagiersvaart in Europese steden.

Naast de verschillende onderzoeken is er een participatietraject gestart onder begeleiding van de onafhankelijke partij Public Mediation. Ten behoeve van de participatie is er een participatieplan en een tijdsschema opgesteld. De planning is dat de participatie doorloopt tot medio 2026.

 

In de tweede helft van 2026 volgt de bestuurlijke besluitvorming om het nieuwe beleid vast te stellen. Daarna is de bekendmaking en het inrichten van het aanvraagproces waarna vanaf 1 april 2027 het verlenen van nieuwe exploitatievergunningen volgt.

 

  • d.

    Informatie over voortgang en verwachte planning

Doordat er een intensief participatietraject loopt zullen belanghebbenden voortdurend op de hoogte zijn van de voortgang en de ontwikkeling van nieuw beleid met bijbehorende planning.

 

Gelet op al hetgeen dat wordt ondernomen om tot nieuw beleid te komen en waarbij bovendien concreet zicht bestaat op de vaststelling daarvan, een en ander zoals hierboven beschreven, is de verwachting dat de voorgestelde verlenging van het moratorium aan vereiste voorwaarden voldoet en het een eventuele rechterlijke toets zal kunnen doorstaan. De voorgestelde verlenging is verder in lijn met het tijdspad dat is geschetst in de raadsinformatiebrief (de richtingenbrief) van 25 februari 2025.

 

Ten slotte dient bedacht te worden dat er redelijk recent een uitgifteronde is geweest en dat nieuwe toetreders per 1 maart 2024 varen met nieuwe vergunningen. Het is dus niet zo dat de markt al jaren op slot zit.

 

Aanvragen voor vergunningen voor de exploitatie van bedrijfsmatig passagiersvervoer op het Amsterdamse binnenwater worden voor een periode vanaf de bekendmaking van betreffende uitspraken op 25 september 2024 tot 1 april 2027, afgewezen op grond van deze vergunningenstop. Dit om te voorkomen dat ingediende aanvragen voor vergunningen vanaf 25 september 2025 moeten worden behandeld en gehonoreerd.

Naar boven