AANWIJZINGSBESLUIT CAMERATOEZICHT STATENKWARTIER Arnhem

 

 

DE BURGEMEESTER VAN ARNHEM;

 

Overwegende dat,

 

 

  • de burgemeester overeenkomstig artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2.9.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (APV) kan besluiten tot plaatsing van camera’s voor een bepaalde duur ten behoeve van toezicht op een openbare plaats;

  • de burgemeester op 24 januari 2025 heeft besloten tot het instellen van cameratoezicht tot 24 april 2025 in het Statenkwartier in Arnhem, naar aanleiding van een explosie die had plaatsgevonden bij een woning gelegen aan de Van Beuningenstraat te Arnhem, waarbij een methode gebruikt is die een levensgevaarlijk risico voor de in de woning slapende bewoners met zich meebracht;

  • de politie destijds vermoedde dat er sprake was van een vergissingsincident en dat de explosie bij een andere woning had moeten plaatsvinden;

  • de politie destijds beschikte over informatie waaruit kon blijken dat er in de voorafgaande maanden meerdere geweldsincidenten en ontploffingen bij woningen hadden plaatsgevonden die waarschijnlijk verband hielden met een conflict in het drugsmilieu in Zwolle;

  • de burgemeester op 28 april 2025 informatie heeft ontvangen van de politie waaruit blijkt dat op zaterdag 26 april 2025 om 00.20 uur een stuk vuurwerk in de tuin van de Schimmelpennickstraat is gegooid en ook is afgegaan. Op camerabeelden is te zien dat er een persoon twee keer langs de woning fietst. Bij de tweede stopt de persoon voor de woning en gooit, vermoedelijk, een stuk vuurwerk in de voortuin van de Schimmelpenninckstraat te Arnhem. Enkele seconden later ontstaat er een ontploffing;

 

Voorts overwegende dat:

  • het een feit van algemene bekendheid is dat er de afgelopen jaren in Nederland met enige regelmaat incidenten hebben plaatsgevonden waarbij explosieven bij of in panden zijn geplaatst;

  • in sommige gevallen deze explosieven ook tot ontploffing zijn gebracht met grote risico’s voor de veiligheid van bewoners, omwonenden dan wel toevallige passanten;

  • deze ernstige risico’s de verantwoordelijken achter deze explosieven niet lijken te schuwen;

  • het plaatsen van een zwaar explosief met brandbare vloeistof kan worden gezien als ernstige verstoring van de openbare orde. Met name het gebruik van een dergelijk explosief in de directe nabijheid van woningen levert immers een groot gevaar op voor de veiligheid van de bewoners van het pand en de omwonenden in dit gebied;

  • ter plaatse een onveilige situatie is ontstaan, welke situatie impact heeft op het gevoel van onveiligheid in deze buurt;

  • er, gelet op de nieuwe informatie van de politie, nog steeds een risico bestaat dat er opnieuw een (ernstige) verstoring van de openbare orde ontstaat;

  • de burgemeester het noodzakelijk acht om maatregelen te treffen om deze dreigende verstoring van de openbare orde en de onveiligheid tegen te gaan en tevens een signaal af te geven naar de rest van de wijk dat dergelijke activiteiten niet getolereerd worden;

  • de samenwerkende partners hierin gezamenlijk optreden, zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk;

  • het politieonderzoek op dit moment nog in volle gang is;

  • het in het belang van de handhaving van de openbare orde noodzakelijk is om opnieuw voor de duur van 3 maanden -of zoveel korter als mogelijk- camera’s in te zetten aanvullend op het fysieke toezicht in de wijk ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats zoals weergegeven in bijlage 1 bij dit besluit;

  • de omvang van het aangewezen gebied voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet daaraan stelt en proportioneel is in relatie tot het beoogde legitieme doel, doordat het gebied niet groter is dan nodig met het oog op het doel van het cameratoezicht, in het bijzonder het waarborgen van de openbare orde ter plaatse;

  • dat voldoende waarborgen worden getroffen om de privacybelangen van bewoners en gebruikers van het aangewezen gebied te garanderen waardoor geen beelden van en in woonruimten die in het aangewezen gebied gelegen zijn worden gemaakt;

  • de belangen van de openbare orde en veiligheid en het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten in het gebied zwaarder wegen dan het individuele belang van de eventuele inperking op persoonsniveau (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

  • de duur van de aanwijzing en de omvang van het gebied proportioneel zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel;

  • aanvullend aan cameratoezicht maatregelen worden genomen om ordeverstoringen en overlast in dit gebied tegen te gaan. Deze maatregelen bestaan onder andere uit extra inzet van handhaving en politie;

  • mocht inzet van cameratoezicht niet langer nodig zijn, de burgemeester over zal gaan tot vroegtijdige intrekking van dit besluit;

  • de inzet van camera’s als onderdeel van een integrale aanpak is besproken en akkoord bevonden door de leden van de lokale driehoek d.d. 28 april 2025;

 

Gelet op artikel 2.9.1 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Arnhem (APV) en artikel 151c Gemeentewet:

 

Besluit:

 

vast te stellen het:

 

AANWIJZINGSBESLUIT CAMERATOEZICHT S TATENKWARTIER ARNHEM

Artikel 1 Aanwijzing

De burgemeester besluit tot het aanwijzen van het gebied als weergegeven op de kaart in bijlage I, als gebied waar ten behoeve van het toezicht op de daarin gelegen openbare plaatsen en andere voor een ieder toegankelijke plaatsen cameratoezicht ingezet wordt.

Artikel 2 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1

    Dit besluit treedt in werking direct na bekendmaking.

  • 2

    Dit belsuit om cameratoezicht in te zetten geldt voor de periode van 28 april 2025 tot 28 juli 2025, in welke periode de met de camera(‘s) gemaakte beelden in elk geval rechtstreeks worden bekeken.

  • 3

    Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit cameratoezicht Statenkwartier Arnhem.

 

Arnhem, 28-04-2025

De burgemeester van Arnhem,

B. Roelofs Lb

Bijlage 1: tekening gebied cameratoezicht.

Bezwaar en voorlopige voorziening

Indien een belanghebbende het niet eens is met dit besluit, kan hij binnen zes weken na de dag waarop dit besluit bekend is gemaakt, bij de burgemeester een bezwaarschrift indienen (Postbus 9029, 6800EL Arnhem).

 

Tevens kan, nadat bezwaar is gemaakt, op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Arnhem (postadres: Sector Bestuursrecht, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem). Daarbij dient een afschrift van het bezwaarschrift te worden overgelegd. Hiervoor is men griffierecht verschuldigd. De rechtbank kan hierover verder informatie verstrekken.

Naar boven