Tweede Wijziging van de Beleidsregels Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2022

Het college van de gemeente Lansingerland;

 

gelezen het voorstel BW2500055 van team Maatschappelijke Opgaven, domein Samenleving;

 

gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Lansingerland van 18 februari 2025;

 

gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Jeugdwet, Participatiewet, Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, Wet inburgering 2021 en de Verordening Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2023;

 

overwegende dat het vanwege wetswijzigingen, nieuw of gewijzigd beleid, rechtspraak, uitvoerbaarheid en redactionele verbeteringen wenselijk is een aantal bepalingen van de Beleidsregels Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2022 te wijzigen;

 

besluit:

ARTIKEL I  

De Beleidsregels Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2022 worden als volgt gewijzigd:

 

A.

 

Artikel 4.1.1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    De tweede bullet komt te luiden: “Begeleiding, kan individueel, groepsgewijs en bij mantelzorg”.

  • 2.

    De twee zinnen onder de opsomming vervallen.

B.

 

In artikel 4.2.1 komt de laatste zin te luiden: “Het gaat om ondersteuning bij het schoon en leefbaar houden van de elementaire gebruiksruimtes in het huis, zoals woonkamer, slaapkamer, keuken, sanitaire voorzieningen en de was.”

 

C.

 

Artikel 4.2.3 wordt per 1 juli 2024 als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder het kopje “Gebruikelijke zorg”, eerste alinea, laatste zin, wordt na “bijvoorbeeld door” ingevoegd “een uitgebreid onderzoek van de consulent en/of”.

  • 2.

    Er wordt een alinea toegevoegd, die luidt:

    Bij (dreigende) overbelasting van de huisgeno(o)t(en) die gebruikelijke zorg verlenen, kan een tijdelijke voorziening worden ingezet voor de duur van 6 maanden voor het herstel van draagkracht en draaglast. Van de huisgeno(o)t(en) wordt dan verwacht dat zij werken aan het wegnemen van de (dreigende) overbelasting en/of het vinden van een eigen langdurige oplossing. Wanneer de inwoner een verlenging van de tijdelijke voorziening aanvraagt omdat de huisgeno(o)t(en) de (dreigende) overbelasting niet heeft kunnen wegnemen of een langdurige oplossing heeft gevonden, kan het college een medisch onderzoek starten.

D.

 

Artikel 4.2.3 wordt per 1 maart 2025 als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder het kopje “Gebruikelijke zorg”, komt de derde bullet “Rekening houden met de leeftijd van de huisgenoten” te luiden:

    Bij gebruikelijke zorg wordt er rekening gehouden met de leeftijd van de huisgenoot. Kinderen vanaf 13 jaar tot 18 jaar kunnen (naar hun eigen mogelijkheden) lichte huishoudelijke werkzaamheden als opruimen, tafel dekken/afruimen, afwassen/afdrogen, boodschap doen, kleding in de wasmand gooien, hun eigen kamer op orde houden, dat wil zeggen rommel opruimen, stofzuigen, bed verschonen.

    Van jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar wordt verwacht dat ze een eenpersoonshuishouden kunnen voeren. Van (gezonde) volwassenen vanaf 23 jaar wordt verwacht dat ze een meerpersoonshuishouden kunnen voeren.

  • 2.

    In de vierde bullet “Huishouden naast een baan/studie” wordt “huishouden” vervangen door “meerpersoonshuishouden”.

  • 3.

    In de vijfde bullet “Ver en lang van huis”, eerste zin, wordt “een aantal dagen en nachten” vervangen door “tenminste meerdere aaneengesloten perioden van tenminste 7 etmalen’”.

E.

 

In artikel 4.2.4, onder het kopje “Werkwijze: handreiking hulp bij het huishouden” komt de eerste zin per 1 juli 2024 te luiden:

 

“De consulent indiceert de hulp bij het huishouden en bepaalt het aantal uren inzet en, op hoofdlijnen, de bijbehorende taken conform de KPMG normenkader handreiking hulp bij het huishouden, met uitsluiting van wasverzorging waar wij het CIZ protocol hanteren, zie bijlage 6.”

 

F.

 

In artikel 4.2.4, onder het kopje “Werkwijze: handreiking hulp bij het huishouden” komt de eerste zin per 1 maart 2025 te luiden:

 

“De consulent indiceert de hulp bij het huishouden en bepaalt het aantal uren inzet en, op hoofdlijnen, de bijbehorende taken conform de KPMG normenkader handreiking hulp bij het huishouden, zie bijlage 6.”

 

G.

 

In artikel 4.2.4, komt de alinea “Voortzetten hulp na overlijden huisgenoot” per 1 maart 2025 te luiden:

Wanneer de inwoner overlijdt en een huisgenoot met beperkingen alleen achterblijft kan de hulp bij het huishouden gedurende 2 maanden worden voortgezet. Dit gebeurt op naam van de overleden huisgenoot. De achterblijvende huisgenoot heeft op deze manier tijd om de hulp te organiseren. De Wmo consulent neemt zelf contact op met de achterblijvende huisgenoot om onderzoek te doen. Indien nodig dient de achter-blijvende huisgenoot een nieuwe aanvraag tot een Wmo-voorziening in.

 

H.

 

Artikel 4.2.5 vervalt.

 

I.

 

Artikel 4.3.3, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder het kopje “Bemoeizorg”, wordt de laatste zin “Bemoeizorg is een vrij toegankelijke voorziening, waar geen eigen bijdrage voor wordt gevraagd.” vervangen door “Bemoeizorg is een geïndiceerde voorziening. Het abonnementstarief is niet van toepassing.”

  • 2.

    Na de laatste zin wordt een alinea toegevoegd, die luidt:

    Bemoeizorg is voor inwoners met een niet gestelde hulpvraag en die eventueel aangeboden hulp en zorg mijden omdat ze niet kunnen of willen gebruik maken van de reguliere hulpverlening.

     

    Onder bemoeizorg vallen de volgende taken:

    • Situatie en problematiek van de inwoner in kaart brengen

    • Investeren in contact en relatie

    • Aansluiten bij woon- en leefwereld

    • Praktische zaken zoals schulden en vervuiling zo snel mogelijk verhelpen zodat daarna de onderliggende problematiek (zoals psychiatrie en verslaving) aangepakt kan worden

    • De inwoner zoveel mogelijk activeren een en ander op te pakken, bijvoorbeeld dagbesteding.

  • De duur van de begeleiding wordt bepaald door het te verwachten resultaat.

  • 3.

    Onder het kopje “Begeleiding jongeren” komt de tweede zin te luiden: “Als een voorziening vanuit de Jeugdwet is geïndiceerd voor het 18de jaar en voortzetting noodzakelijk is vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning, kan de voorziening tot 23 jaar worden voortgezet vanuit de Jeugdwet (Verlengde Jeugdhulp).”

J.

 

Artikel 4.3.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste alinea, opsommingsnummer 6, wordt “Mantelzorgontlasting” vervangen door “Mantelzorg ontlasten”.

  • 2.

    Onder het kopje “Vormen van begeleiding” komt de eerste zin te luiden: “Met betrekking tot de begeleiding wordt er onderscheid gemaakt tussen begeleiding individueel, begeleiding groep, begeleiding mantelzorg en bemoeizorg of een combinatie.” Aan het eind van de tweede zin wordt een punt toegevoegd.

  • 3.

    Onder het kopje “Individuele begeleiding”, derde bullet, wordt “Hulp bij de opvoeding.” vervangen door “Begeleiding van de opvoeder bij de opvoeding tenzij er sprake is van kindgebonden problematiek.”

  • 4.

    Het kopje “Begeleiding mantelzorg” komt te luiden:

    Begeleiding mantelzorg

    Hulp bij het huishouden voor kinderen die tot het gezin behoren (gezinsgerichte ondersteuning)

    Het afwegingskader voor de inzet van hulp bij het huishouden bij gezinnen met kinderen wijkt op enkele punten af van het afwegingskader zoals beschreven in artikel 4.2.3.

     

    De zorg voor (jonge) kinderen

    De zorg voor kinderen die tot het huishouden behoren is in eerste instantie een taak van de ouders. Het gaat om het zorgen voor de persoonlijke hygiëne van de kinderen, het verzorgen van de maaltijden en de opvang van de kinderen. Als ouders door beperkingen niet of niet meer in staat zijn de zorg voor hun kinderen op zich te nemen, kan een maatwerkvoorziening een passende oplossing bieden. In een acute situatie kan een tijdelijke maatwerkvoorziening ingezet worden voor maximaal 3 maanden en in het uiterste geval tot een omvang van maximaal 40 uur per week om tot een permanente oplossing te komen.

     

    Algemeen gebruikelijke, voorliggende of algemene voorziening en of eigen netwerk.

    Algemeen gebruikelijke voorzieningen in deze situatie zijn bijvoorbeeld voorschoolse, tussen schoolse en naschoolse opvang, kinderopvang en opvang door grootouders.

     

    Eigen mogelijkheden

    Ook beoordeelt het college de mogelijkheden van ouderschapsverlof.

     

    Maatwerkvoorziening voor kinderen die tot het gezin behoren

    Na afweging van gebruikelijke en algemene voorzieningen, kan het college een maatwerkvoorziening in de vorm van hulp bij het huishouden inzetten.

     

    Begeleiding mantelzorger kan worden ingezet ter ontlasting van de (dreigend) overbelaste mantelzorger.

    De mate van overbelasting wordt bepaald met de CSI-index. Bij begeleiding mantelzorger worden de taken van de mantelzorger deels tijdelijk overgenomen door de begeleider.

     

    Onder begeleiding mantelzorger vallen de volgende taken:

    • praktische hand- en spandiensten in en om het huis

    • bijhouden van post en administratie

    • ondersteuning bij sociale contacten

    • ondersteuning bij contact met instanties

    • het bieden van aandacht en een luisterend oor

  • Het resultaat van begeleiding mantelzorger is stabilisatie van de dagelijkse structuur in een situatie waarin door omstandigheden en/of persoonlijke factoren de zelfredzaamheid tijdelijk of langer belemmerd is waardoor de mantelzorger zich (dreigend) overbelast voelt. Wanneer de zorgvrager van de mantelzorger komt te overlijden, kan begeleiding mantelzorger nog één maand worden voortgezet.

K.

 

In artikel 4.4.4, onder het kopje “Omvang”, laatste zin, wordt “WlZ” vervangen door “WLZ”.

 

L.

 

Artikel 4.5.3, onder het kopje “Mantelzorgwoning”, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de tweede zin, wordt “die de verzorgde(n) had(den)” vervangen door “die de hulpbehoevende inwoner had”.

  • 2.

    Bij het eerste afbreekstreepje, komt de laatste zin te luiden: “Hiervoor zal er onafhankelijke toetsing plaats vinden door de medisch adviseur in opdracht van het college.”

M.

 

Artikel 4.5.4 wordt per 1 juli 2024 als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Onder het kopje “Verhuizing”, wordt na de eerste zin een zin toegevoegd, die luidt: “Deze beoordeling is op basis van artikel 4.3.2. lid 2 van de verordening Sociaal Domein gemeente Lansingerland 2023.”

  • 2.

    Onder het kopje “Verhuizing”, wordt na de voorlaatste zin een zin ingevoegd, die luidt: “Bij eventueel aanpassen van de nieuwe woning kijkt de gemeente naar de stofferingskosten en stellen we de prijs vast uitgaande van de Nibudnormen.”

N.

 

Artikel 4.5.4, onder het kopje “Bouwkundige aanpassingen” wordt per 1 maart 2025 als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de eerste alinea, laatste zin, wordt “en zijn offertes niet nodig” vervangen door “en is één offerte voldoende”.

  • 2.

    Na de tweede alinea wordt een alinea toegevoegd, die luidt:

    “Indien het college er voor kiest de maatwerkvoorziening te verwijderen, is het college verantwoordelijk om de minimale schade te herstellen die ontstaat door het weghalen van een maatwerkvoorziening. Onder minimaal schadeherstel wordt verstaan dat er geen onveilige situaties mogen zijn. Het gaat niet om cosmetische aanpassingen.”

O.

 

In artikel 4.6.3 vervalt de alinea “Begeleiding bij het vervoer” inclusief kopje.

 

P.

 

In artikel 4.6.4, onder het kopje “Begeleiding bij het reizen”, wordt vóór de eerste zin toegevoegd: “Primair is de persoon in kwestie (of zijn vertegenwoordiger) zelf verantwoordelijk voor het vinden van oplossingen voor het begeleidingsvraagstuk bij vervoer. Bijvoorbeeld via het eigen netwerk of via vrijwilligers.”

 

Q.

 

In artikel 4.8.1, tweede zin, wordt na “de inwoner” ingevoegd “of de aanbieder”.

 

R.

 

In artikel 4.8.2, wordt “budgethouder” telkens vervangen door “inwoner”.

 

S.

 

In artikel 4.8.3, eerste zin, wordt “De voorziening” vervangen door “Het hulpmiddel”.

 

T.

 

Artikel 5.2.1 wordt herschreven en komt te luiden:

 

5.2.1 Aanbod

De gemeente verschaft informatie over jeugdhulp en het aanbod via de website van gemeente Lansingerland.

 

U.

 

Artikel 5.2.2 vervalt en komt te luiden: “5.2.2 [Vervallen]”

 

V.

 

Artikel 5.4.3 wordt herschreven en komt te luiden:

 

5.4.3 Geen individuele voorziening als het gebruikelijke zorg betreft

Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor de gebruikelijke zorg aan hun kinderen. De gemeente verstrekt geen jeugdhulp voor het bieden van gebruikelijke hulp. Gebruikelijke zorg is de dagelijkse zorg die ouders aan kinderen geacht worden te bieden, ook als het kind een beperking heeft of de ouder de gebruikelijke zorg vanwege eigen aandoening, beperking, stoornis of handicap niet kan bieden. De hulp die wordt aangevraagd moet het probleemoplossend vermogen van de ouders/verzorgers overschrijden.

 

Gebruikelijke zorg omvat:

 

  • De dagelijkse zorg en ondersteuning die ouders en verzorgers geacht worden te bieden aan hun kinderen. Gebruikelijke hulp is de normale zorg en ondersteuning die verwacht wordt van ouders, verzorgers en directe omgeving van een jeugdige. Het gaat om ondersteunen bij dagelijkse handelingen zoals eten, drinken, aankleden, persoonlijke hygiëne, en het naar school gaan. Het is ook de begeleiding naar volwassenheid. Zoals het bevorderen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid van de jeugdige en het bieden van emotionele ondersteuning. Ook wordt van ouders verwacht dat zij hun kinderen fysiek en sociaal veilig laten opgroeien.

  • Gebruikelijke zorg bij kinderen kan ook zorg zijn die niet standaard bij alle kinderen voorkomt. Het gaat dan om zorg die gebruikelijke zorg vervangt. Bijvoorbeeld sondevoeding in plaats van eten. Het kan ook gaan om zorg die de ouder samen met reguliere zorg kan bieden. Bijvoorbeeld het geven van medicijnen. Het gaat ook om gebruikelijke zorgtaken die langer dan gemiddeld nodig zijn omdat de jeugdige langer dan gemiddeld nodig heeft om de taak zelf uit te voeren.

  • 24 uur per dag zorg in de nabijheid is ook gebruikelijke zorg. Hiermee wordt bedoeld dat zorg en toezicht gedurende het gehele dag (etmaal) in de nabijheid nodig is zonder dat daarbij permanente actieve observatie nodig is. Het betekent dat de ouder toezicht houdt en beschikbaar is om zorg te bieden als dat nodig is. De zorg is nodig op zowel geplande als ongeplande momenten, en degene die de zorg biedt, is voortdurend dichtbij of in de directe omgeving. Dit is gebruikelijke zorg omdat ook een kind met een normaal ontwikkelingsprofiel tot een bepaalde leeftijd:

    • -

      niet zelf kan inschatten welke zorg het kind zelf nodig heeft, en

    • -

      niet zelf de goede hulp kan inschakelen op het moment dat hulp nodig is om ernstig nadeel te voorkomen, en

    • -

      ook vaak op ongeplande momenten zorg zoals begeleiding of overname van zelfzorg nodig heeft.

Gebruikelijke zorg omvat niet:

 

  • Permanent toezicht in de zin van onafgebroken toezicht en actieve observatie gedurende de gehele dag (etmaal), waardoor tijdig kan worden ingegrepen. Het gaat om toezicht dat geboden moet worden op basis van actieve observatie die als doel heeft dreigende ontsporing in het gedrag of de gezondheidssituatie van het kind vroegtijdig te signaleren. Door het toezicht kan altijd op tijd worden ingegrepen. Zo worden onveilige, gevaarlijke, (levens)bedreigende gezondheids- en/of gedragssituaties voor het kind voorkomen. Bij kinderen die een behoefte hebben aan permanent toezicht kan elk moment iets (ernstig) misgaan.

  • Gebruikelijke hulp eindigt waar professionele hulp noodzakelijk wordt, bijvoorbeeld bij ernstige gedragsproblemen, psychische stoornissen, of complexe medische zorg.

Richtlijn gebruikelijke zorg

In bijlage 4 staat een richtlijn voor gebruikelijke hulp bij de verschillende leeftijdsfasen van een jeugdige. Deze richtlijn wordt door de jeugdconsulent gebruikt om in het kader van het onderzoek het professionele oordeel te vormen over de hulpvraag en de noodzakelijke hulp. De richtlijn wordt toegepast met in achtneming van de volgende afwegingen:

 

Leeftijd

Jonge kinderen hebben meer zorg nodig van hun ouders dan oudere kinderen.

 

Aard van de zorghandeling

Gebruikelijke zorg bij kinderen kan ook handelingen omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen.

 

Frequentie

Zorghandelingen die meelopen in het normale patroon van dagelijkse zorg voor een kind, zoals drie keer per dag eten, worden als gebruikelijke zorg aangemerkt.

 

Samenhangende beoordeling

De hiervoor genoemde criteria moeten telkens in samenhang en gelet op de omstandigheden van het kind worden beoordeeld. Bij de afweging of een individuele voorziening jeugdhulp noodzakelijk is, worden alle aspecten uit het ondersteuningsplan meegewogen.

 

Kortdurende situaties zijn gebruikelijke zorg

In kortdurende situaties (maximaal drie maanden per jaar) wordt van ouders verwacht dat zij hun kind alle persoonlijke verzorging, begeleiding en verpleegkundige handelingen geven. Bij langdurige situaties valt de gebruikelijke persoonlijke verzorging en begeleiding nog steeds onder gebruikelijke zorg. De zorg voor kinderen met een beperking kan de eigen kracht (zie ook 5.4.5) te boven gaan en dan kan een individuele voorziening aan de orde zijn.

 

Onderzoek

In het onderzoek bespreekt de consulent met de inwoner (en zijn mantelzorgers) die jeugdhulp aanvraagt:

  • wat ouders en het netwerk om de jeugdige zelf kunnen doen om de zorg te leveren (eigen kracht) ook als die zorg buiten het gemiddelde ontwikkelingspatroon van een jeugdige valt;

  • of er tot dan toe al sprake is geweest van (onbetaalde) jeugdhulp;

  • wat maakt dat de zorgverlener uit het sociale netwerk er eventueel mee stopt;

  • wat maakt dat een eventuele nieuwe mantelzorger de zorg niet kosteloos wil verlenen.

Daarnaast doet de jeugdconsulent een gedegen onderzoek naar de noodzaak, kennis en ontwikkel-mogelijkheden van het kind. Hierbij raadpleegt de consulent tenminste één andere bron, zoals school, behandelaar, begeleider etc. Wanneer de consulent dit nodig acht kan er een nog niet betrokken professional geraadpleegd worden voor advies. De consulent heeft in de aanvraag zicht op het gehele systeem en de veerkracht van dit systeem.

 

Vrije tijd en vakantie: jeugdhulp voor zorg in vrije tijd en vakantie kan onderdeel zijn van jeugdhulp, mits het jeugdhulpdoelen dient

 

In het ondersteuningsplan kunnen jeugdhulpdoelen staan die te maken hebben met de vrijetijdsbesteding van het kind. Activiteiten die overeenkomen met vormen van vrije tijdsbesteding (zoals paardrijden, scouting, zwemles e.d.) kunnen ook jeugdhulpdoelen dienen zoals het reguleren van emoties, het vergroten van zelfvertrouwen en het doorbreken van isolement. Dat het bijdraagt aan de doelen, betekent niet dat het jeugdhulp is. Het laten deelnemen van een jeugdige aan vrijetijdsactiviteiten is gebruikelijke zorg. De contributie (kosten van lidmaatschap) of activiteitkosten zijn niet uit jeugdhulpmiddelen te bekostigen.

 

W.

 

Artikel 5.5.9 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de gehele tekst vervalt telkens “(E)enkelvoudige”.

  • 2.

    In de gehele tekst wordt “EED” telkens vervangen door “ED”.

X.

 

In artikel 5.6.5, vierde lid, onderdeel c, eerste zin, wordt “5 kilometer” vervangen door “6 kilometer”.

Y.

 

Bijlage 4 ‘Richtlijnen gebruikelijke zorg’ wordt herschreven en komt te luiden:

 

Bijlage 4 Richtlijnen voor de gebruikelijke zorg

 

Kinderen van 0 tot ongeveer 3 jaar

  • Hebben 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig;

  • Hebben volledige overname van zelfzorg nodig;

  • Hebben voortdurend begeleiding en toezicht nodig.

Kinderen van 3 tot ongeveer 5 jaar

  • Hebben overdag voortdurend begeleiding en toezicht en overname van zelfzorg nodig;

  • Hebben ’s nachts soms nog begeleiding en overname van zelfzorg nodig;

  • De zorg voor kinderen vanaf ongeveer 3 jaar kan de gebruikelijke zorg overstijgen als het gaat om een kind met ernstige meervoudige beperkingen (EMB). Kinderen met een EMB hebben een ernstige verstandelijke beperking met een blijvend zeer laag ontwikkelingsperspectief en een ernstige motorische beperking. Meestal is ook sprake van zintuiglijke problemen (waaronder prikkelverwerkingsstoornissen) en/of somatische aandoeningen (zoals epilepsie, reflux, slikproblemen, luchtweginfecties et cetera).

Kinderen van 5 tot ongeveer 8 jaar

  • Hebben overdag nog voortdurend begeleiding en aansturing nodig; het toezicht kan op enige afstand plaatsvinden;

  • Zijn in toenemende mate zelfstandig in de zelfzorg en motoriek;

  • Hebben overdag op geplande en soms op ongeplande momenten hulp bij of enige overname van zelfzorg nodig.

  • De zorg voor kinderen vanaf ongeveer 5 jaar kan de gebruikelijke zorg overstijgen als het gaat om een kind dat intensief toezicht (maar geen actieve observatie) nodig heeft in verband met blijvende ernstige ontwikkelingsachterstand in combinatie met (geobjectiveerde) ernstige gedragsproblemen. Of als er een blijvende noodzaak is om de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) volledig over te nemen, in combinatie met blijvende beperkingen in de sociale redzaamheid en cognitief functioneren. Of als er sprake is van een blijvend laag cognitief ontwikkelingsperspectief, in combinatie met beperkingen op meerdere terreinen, zoals bewegen en verplaatsen, ADL, gedrag.

Kinderen van 8 jaar tot ongeveer 12 jaar

  • Hebben geen 24 uur per dag zorg in de nabijheid meer nodig ter voorkoming van ernstig nadeel;

  • Zijn in toenemende mate zelfstandig in zelfzorg en motoriek, maar hebben nog wel ondersteuning nodig bij persoonlijke verzorging. Verder kan toezicht kan in toenemende mate op afstand. Bijvoorbeeld bij buitenspelen;

  • Hebben begeleiding en stimulans van volwassenen nodig om hun zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ontplooiing te ontwikkelen.

Kinderen vanaf 12 jaar tot ongeveer 18 jaar

  • Hebben geen voortdurend toezicht nodig van volwassenen. Zij kunnen in toenemende mate alleen gelaten worden. Vaak eerst een tot enkele uren en hoe verder zij zich ontwikkelen hoe langer dat kan. Verder kunnen zij met beperkt toezicht hun zelfzorg uitvoeren. Wel hebben zij bij gebruik van medicatie toezicht, stimulans en controle nodig;

  • Hebben begeleiding en stimulans van volwassenen nodig om hun zelfstandigheid, zelfredzaamheid en ontplooiing te ontwikkelen.

Z.

 

In bijlage 6, komt het kopje “2. Resultaat ‘wasverzorging’” per 1 juli 2024 te luiden:

 

2. Resultaat ‘ wasverzorging

 

  • Overname was eenpersoons huishouden: 60 uur per jaar.

  • Overname was tweepersoons huishouden: 90 uur per jaar.

Betreft

Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine, centrifugeren, ophangen, afhalen, was drogen in droogmachine, vouwen, strijken en opbergen, en/of ophangen/afhalen wasgoed.

 

Factoren meer/minder werk

  • Aantal kinderen < 16 jaar + 30 min per kind per week.

  • Bedlegerige patiënten + 30 min

  • Extra bewassing i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies: + 30 min

Frequentie

Eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3x per week.

 

AA.

 

In bijlage 6, komt het kopje “2. Resultaat ‘wasverzorging’” per 1 maart 2025 te luiden:

 

2. Resultaat ‘ wasverzorging

  • Overname was eenpersoons huishouden: 36 uur per jaar.

  • Overname was tweepersoons huishouden: 43 uur per jaar.

  • Overname strijken (een- of tweepersoons): 19 uur per jaar.

  • Minder inzet. Eigen mogelijkheden cliënt of netwerk: -/- 17 uur.

  • Meer inzet. Extra wasmachine per week (t.g.v. beperkingen en belemmeringen cliënt): +16 uur.

ARTIKEL II  

De onderdelen C, E, M en Z treden met terugwerkende kracht per 1 juli 2024 in werking.

ARTIKEL III  

Alle overige onderdelen treden met terugwerkende kracht per 1 maart 2025 in werking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lansingerland tijdens de vergadering op 1 april 2025.

Mickel Beckers

Gemeentesecretaris

Jules Bijl

Burgemeester

Naar boven