Verordening op de heffing en invordering van reclamebelasting 2025

De raad der gemeente Hattem;

 

Gelezen het voorstel van het college d.d. 19 november 2024, no 179243;

 

Gelet op artikel 227 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

vast te stellen de:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN RECLAMEBELASTING 2025.

Artikel 1 Definities

  • 1.

    Onder ‘jaar’ wordt verstaan een kalenderjaar, of een gedeelte van een kalenderjaar;

  • 2.

    Onder ‘maand’ wordt verstaan een kalendermaand, of een gedeelte van een kalendermaand;

  • 3.

    Onder ‘onroerende zaak’ wordt verstaan een onroerende zaak als bedoeld onder hoofdstuk III van de ‘Wet waardering onroerende zaken’, die niet tot woning dient, dan wel het niet-woning-gedeelte van een onroerende zaak die tot woning dient;

  • 4.

    Onder ‘eigenaar’ wordt verstaan degene die aan het begin van het kalenderjaar het genot heeft van de onroerende zaak krachtens eigendom, bezit of beperkt recht. Als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt degene die bij het begin van het kalenderjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster (BRK) is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is;

  • 5.

    Onder ‘vastgestelde waarde’ wordt verstaan de waarde welke jaarlijks met toepassing van Hoofdstuk III en IV van de Wet WOZ wordt vastgesteld;

  • 6.

    Onder ‘gebruiker’ wordt verstaan degene die de onroerende zaak al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt;

  • 7.

    Onder ‘exploitant’ wordt verstaan een natuurlijk- of rechtspersoon die bedrijfsmatig als eigenaar en/of gebruiker ten behoeve van derden openbare aankondigingen aanbrengt op of aan door hem daartoe beschikbaar staande c.q. gestelde onroerende zaken, werken, ruimten en/of terreinen;

  • 8.

    Onder ‘openbare aankondiging’ wordt verstaan alle tot het publiek gerichte mededelingen die erop zijn gericht de belangstelling van het publiek te trekken voor hetgeen wordt aangekondigd;

  • 9.

    Onder ‘tariefsgebied’ wordt verstaan het gebied als gemarkeerd op de bij deze verordening behorende kaart;

  • 10.

    Onder ‘sportvereniging’ wordt verstaan een vereniging voor personen die eenzelfde sport beoefenen of die nauw betrokken zijn bij diezelfde sport;

  • 11.

    Onder ‘cultuurhistorische vereniging’ wordt verstaan een vereniging voor personen die eenzelfde belang delen bij een cultuurhistorisch doel van onderzoek en het belangeloos delen van de onderzoeksresultaten.

Artikel 2 Gebiedsomschrijving

Deze verordening is van toepassing binnen het centrumgebied van Hattem, zoals aangegeven op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaart waarop het tariefsgebied is gemarkeerd.

Artikel 3 Belastbare feit

Onder de naam ‘reclamebelasting’ wordt een directe belasting geheven ter zake van openbare aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg.

Artikel 4 Belastingplicht

  • 1.

    De reclamebelasting wordt geheven van de gebruiker van een onroerende zaak waar het belastbaar feit zich voor doet.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt, ingeval er geen gebruiker valt aan te wijzen, de reclamebelasting van de eigenaar van de onroerende zaak geheven waar het belastbaar feit zich voordoet, indien de eigenaar de openbare aankondigingen voor zichzelf dan wel als exploitant doet, dan wel het aanbrengen van de aankondiging(en) gedoogt.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede lid wordt, indien de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van openbare aankondigingen, zichtbaar vanaf de openbare weg, de reclamebelasting geheven van degene aan wie de vergunning is verleend.

  • 4.

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en het tweede lid wordt de reclamebelasting ter zake van openbare aankondigingen die door tussenkomst van een exploitant zijn aangebracht, geheven van die exploitant.

Artikel 5 Belastingtijdvak

Het belastingtijdvak is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belastingschuld ontstaat bij het begin van het belastingtijdvak.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar aanvangt, bedraagt de belasting zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het kalenderjaar eindigt bestaat er aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden resteren.

Artikel 7 Tarief en berekening van de belasting

  • 1.

    Het tarief voor het hebben van openbare aankondigingen bedraagt 0,5 % van de voor het belastingjaar bij beschikking vastgestelde waarde van de onroerende zaak waarop, -aan of -bij een openbare aankondiging is aangebracht, dan wel ten behoeve waarvan een openbare aankondiging is aangebracht en/of geplaatst in het tariefgebied, met een minimum van € 300,00 en een maximum van € 1.095,00.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt dat indien bij twee of meer aanslagen welke ten aanzien van één belastingplichtige voor één belastingjaar op één aanslagbiljet verzameld worden, het biljetbedrag meer beloopt dan € 1.095,00, het biljetbedrag wordt bepaald op € 1.095,00.

  • 3.

    Ingeval geen waarde voor de onroerende zaak is vastgesteld, wordt de belasting berekend op de voet van Hoofdstuk III van de Wet WOZ.

Artikel 8 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor:

  • 1.

    het hebben van openbare aankondigingen, waarvan de aanwezigheid ingevolge wettelijk voorschrift moet worden gedoogd;

  • 2.

    door de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond, de ANWB of een daarmee vergelijkbaar lichaam aangebrachte of geplaatste openbare aankondigingen uitsluitend ten behoeve van een vlotte doorstroming van het verkeer of ten dienste van openbare ruimten;

  • 3.

    openbare aankondigingen, die uitsluitend ten dienste staan van het algemeen belang; openbare aankondigingen, die door publiekrechtelijke rechtspersonen zijn aangebracht of geplaatst, indien en voor zover de openbare aankondiging geschiedt ter uitvoering van de aan deze rechtspersoon opgedragen publiekrechtelijke taak;

  • 4.

    openbare aankondigingen die door (semi) overheden of cultureel-maatschappelijke instellingen zijn aangebracht of geplaatst en die betrekking hebben op door hen georganiseerde tijdelijke activiteiten met een cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang;

  • 5.

    openbare aankondigingen die door sportverenigingen en/of cultuurhistorische verenigingen, welke door de gemeente erkend worden, zijn aangebracht op of geplaatst bij het object van vestiging van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging én dienen tot aanduiding van de (vestigings-)locatie van de sportvereniging en/of cultuurhistorische vereniging voor haar leden en/of bezoekers.

Artikel 9 Wijze van heffen

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 10 Betalingstermijn

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet een aanslag worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen.

    De eerste termijn vervalt dan op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen steeds een maand later. Deze machtiging voor automatische betalingsincasso in tien gelijke termijnen is alleen mogelijk als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) meer is dan € 100,00.

  • 3.

    Als het totaalbedrag van de op het aanslagbiljet vermelde aanslag(en) minder is dan € 100,00 moet dat bedrag, in afwijking van het eerste lid van dit artikel en in afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990, in twee termijnen betaald worden. Deze termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 4.

    Indien de verschuldigde bedragen als genoemd in het tweede lid tweemaal achtereen niet kunnen worden geïncasseerd, vervalt voor het betreffende aanslagbiljet de mogelijkheid tot automatische incasso en gelden de betaaltermijnen zoals genoemd in het eerste lid.

  • 5.

    Voor belastingbedragen tot € 5,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen reclame belasting of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

  • 6.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van reclamebelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldverplichting

De belastingplichtige bedoeld in artikel 4 is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening een openbare aankondiging in de zin van deze verordening aanbrengt dan wel laat aanbrengen, zulks schriftelijk te melden aan de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Overgangsrecht

De verordening reclamebelasting 2024 van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

De kaarten van de gebiedsafbakening (tariefgebied) Reclamebelasting, behorende bij de Verordening Reclamebelasting 2024 van de gemeente Hattem worden niet ingetrokken en blijven onverminderd van toepassing.

Artikel 14 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2025;

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2025.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening reclamebelasting 2025".

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 16 december 2024.

De griffier,

De voorzitter,

 

Gebiedsafbakening (tariefsgebied) Reclamebelasting

 

Gebiedsafbakening (tariefsgebied) behorende bij de Verordening Reclamebelasting 2024 van de gemeente Hattem.Treedt in werking op 1 januari 2024 .

 

Gebiedsafbakening (tariefsgebied) Reclamebelasting

 

Gebiedsafbakening (tariefsgebied) behorende bij de Verordening Reclamebelasting 2024 van de gemeente Hattem.Treedt in werking op 1 januari 2024.

Naar boven