(Deel)subsidieplafond EFRO Operationeel Programma West Nederland 2014-2020

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, handelend in hoedanigheid van Subsidiegever van het Operationeel Programma West Nederland 2014-2020, Gelet op de artikelen 4:25 en 4:26 van de Awb en artikel 5.2.2 van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, maakt binnen de totaal voor de uitvoering van het Operationeel Programma EFRO 2014 – 2020 West-Nederland voor projecten beschikbare EFRO-bijdrage van € 262.144.775,00 het volgende (deel)subsidieplafond bekend:

 

(Deel)plafonds REACT EU
  • 1.

    Voor prioritaire as 6 van het operationeel programma Kansen voor West II 2014-2020: Bevorderen van crisisherstel in de context van de COVID-19 pandemie en het voorbereiden van een groen, digitaal en weerbaar herstel van de economie een bedrag van € 1.500.000 bedoeld voor projecten passend binnen specifieke doelstelling 6 actielijn 1 “Digitaal Regionaal” en actielijn 2 ”Groen regionaal” van het programmadeel West-Regio die passen binnen het vigerende regionale beleid van Amsterdam.

     

    Dit deelplafond is een afgeleide van het komen tot een economisch evenwichtig programma. Aanvragen kunnen worden ingediend met ingang van 7 maart 2023 om 9:00 uur.

     

    Subsidies worden verdeeld op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, met inachtneming van de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies, de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West Nederland (versie 3), en – in afwijking, dan wel aanvulling op de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West Nederland – de navolgende bepalingen omtrent de wijze van verdeling:

     

    Verdeling op volgorde van ontvangst

    In gevallen waarin het beschikbare subsidiebudget wordt verdeeld op basis van volgorde van ontvangst, wordt eerst beoordeeld of de binnengekomen aanvragen compleet zijn. Indien de aanvraag niet compleet is, dan wordt de aanvrager daarvan in kennis gesteld en wordt hem een termijn geboden om dit gebrek te herstellen. Met betrekking tot de verdeling geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de complete aanvraag binnenkomt. De onderlinge rangschikking van complete aanvragen die op één dag door de subsidiegeverzijn ontvangen, wordt vastgesteld door middel van notariële loting. Op volgorde van deze aldus vastgestelde rangschikking worden de aanvragen vervolgens beoordeeld op de wijze voorzien in de EFRO-verordeningen de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en de Hoofstukken 1 en 2 van de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland (versie 3). Indien deze verdere beoordeling van een aanvraag leidt tot een subsidieweigering, wordt de naastvolgende subsidieaanvraag in behandeling genomen. De subsidieaanvraag waarvoor geldt dat integrale inwilliging daarvan zou leiden tot overschrijding van het desbetreffende plafond, kan gedeeltelijk worden ingewilligd en wel tot het bedrag dat onder het desbetreffende subsidieplafond nog maximaal beschikbaar is, tenzij van de Managementautoriteit in redelijkheid niet gevergd kan worden dat daartoe wordt overgegaan. Dat kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als het resterende bedrag zo beperkt is dan niet verwacht kan worden dat de aanvrager zijn project met die middelen kan uitvoeren. De subsidiegever treedt daarover in overleg met de subsidieaanvrager. Indien de subsidieaanvraag wordt ingewilligd, wordt de subsidie verleend onder de opschortende voorwaarde dat de desbetreffende subsidieaanvrager genoegzaam aantoont dat de activiteit ook met de lager verleende subsidie kan worden verricht. Daartoe zal de subsidiegever pas overgaan op het moment dat in redelijkheid kan worden verwacht dat de subsidieaanvrager daartoe in staat zal zijn. In dat geval kan de subsidiegever op basis van de uitkomsten van een uitgevoerde beoordeling als bedoeld in de EFRO-verordeningen (zie voetnoot 3), de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies en de Hoofdstukken 1 en 2 van de Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland (versie 3), ook beslissen de als gevolg van het bereiken van subsidieplafond ontbrekende middelen te putten uit een ander deelplafond. Het moet daarbij gaan om een alternatief deelplafond, waarvoor ten tijde van de beoordeling van de aanvraag nog middelen beschikbaar zijn. Bovendien moet uit de uitgevoerde beoordeling blijken dat de desbetreffende activiteit waarvoor subsidie is aangevraagd, ook voldoet aan alle voor het alternatieve subsidieplafond geldende vereisten. Is dat het geval, dan kan de desbetreffende aanvraag worden toegevoegd in de rangordening van het alternatieve subsidieplafond, met als datum van indiening, de datum waarop de subsidiegever heeft besloten tot gedeeltelijk afwijzing van de aanvraag vanwege het bereiken van het plafond. #_ftnref1

     

    Overige bepalingen omtrent de verdeling

     

  • -

    Voor aanvragen die worden ingediend onder het plafond, als bedoeld onder 1:

  • moeten deze uitvoeringsgereed zijn en uiterlijk 31 december 2023 (inclusief betaling) worden afgerond.

     

  •  

Rotterdam, 23 februari 2023

 

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam, in de hoedanigheid van Managementautoriteit (Subsidiegever) van het Operationeel Programma Kansen voor West II,

 

Namens deze,

 

R.A.C.J. Simons Wethouder Haven, Economie, Horeca en bestuur (wijken en kleine kernen)

Toelichting:

Op 25 maart 2015 (initiële EFRO budget en 23 december 2020 extra budget REACT EU) is het totale EFRO-subsidieplafond voor de uitvoering van projecten in het kader van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West Nederland ad. € 262.144.775,00 bekend gemaakt. Daarbij is aangegeven dat deelplafonds gefaseerd, vastgesteld, opengesteld en bekend gemaakt worden. Het onderhavige besluit heeft betrekking op een dergelijk deelplafond.

Het totaalplafond valt uiteen in vijf onderdelen: vier GTI-programmadelen en het programmadeel West-Regio. De vier GTI-programmadelen maken onderdeel uit van het (nog te wijzigen) Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland en zijn ondergebracht bij de door de Minister bij besluit van 23 februari 2015 (Stc. 2015/5983) aangewezen intermediaire instanties, te weten de steden: Den Haag, Amsterdam en Utrecht en voor Rotterdam bij de Subsidiegever, deze vier steden worden ook wel aangeduid als de G4. Het programmadeel West-Regio ziet op het (nog te wijzigen) Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland, voor zover het niet de GTI-programmadelen betreft. De Subsidiegever draagt ervoor zorg dat het beschikbare budget voor het programmadeel West-Regio wordt ingezet ten behoeve van het (nog te wijzigen) Operationeel Programma. Het budget wordt zo ingezet dat de beschikbare middelen evenwichtig worden verdeeld over de regio West en passen binnen het bij de openstelling van toepassing verklaarde vigerende regionale en lokale beleid van zowel de G4 als de P4, te weten de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht.

Zolang een deelplafond niet is uitgeput, kan (een deel van) het beschikbare, maximale subsidiebedrag van dat deelplafond worden aangewend voor subsidiëring van projecten die (ook en in voldoende mate) van belang zijn voor dat desbetreffende deelprogramma. Dat geldt ook, in beperkte mate, voor projecten waarvoor subsidie is aangevraagd onder een ander deelplafond, maar waar het bereiken van het deelplafond aan subsidieverlening in de weg staat. Niet valt uit te sluiten dat er projecten zijn die van belang zijn voor meerdere provincies of steden, of projecten die alleen van belang zijn voor de desbetreffende provincie of stad, maar waarvan de uitvoering zich niet primair binnen die provincie of stad afspeelt. Dergelijke projecten, waarvan is vastgesteld dat sprake is van een voldoende ‘match’ met een ander deelprogramma waarvan het budget nog niet is uitgeput, kunnen dan in uitzonderlijke gevallen toch worden gesubsidieerd ten laste van het deelplafond van de provincie of de stad voor wie het project (ook) relevant is. Vereist blijft wel dat het project in het Landsdeel West wordt uitgevoerd. Dergelijke projecten, die voor financiering uit een alternatief (nog niet uitgeput deelbudget) in aanmerking komen, sluiten achteraan in de rij. Dit met het oog op de belangen van de andere aanvragers die onder het desbetreffende deelbudget hebben aangevraagd.

Of een project past in het programmadeel van de desbetreffende provincie of stad, wordt beoordeeld aan de hand het bij de openstelling van toepassing verklaarde vigerende regionale en lokale beleid. Indien het project niet past binnen dit beleid, wordt de subsidieaanvraag afgewezen. Het vigerende regionale en het lokale beleid van bovengenoemde provincies en steden is (onder meer) te raadplegen via de website van Kansen voor West II REACT EU (kansenvoorwest2.nl).

Bijzondere eisen per subsidieplafond

In Beleidsregel Operationeel Programma EFRO 2014-2020 West-Nederland (versie 3) is bepaald dat de Subsidiegever gelijktijdig met het vaststellen en bekend maken van een subsidieplafond kan bepalen dat, van hetgeen in de Beleidsregel is opgenomen, wordt afgeweken en/of dat er voor aanvragen die worden ingediend onder het desbetreffende subsidieplafond aanvullende eisen gelden. Dat is in het onderhavige besluit gebeurd.

Annex 1 Specificatie Actielijnen REACT-EU

Digitaal Regionaal (1)

Voor deze actielijn kunnen projecten worden ingediend, die zich richten op digitalisering voor het bedrijfsleven. Met ‘digitalisering’ worden de veranderingen aangeduid die zich voltrekken in de economie t.g.v. de invloed van informatie- en communicatietechnologie (‘ICT’). We willen de doorontwikkeling van digitaliseringsconcepten een extra impuls geven. Via deze actielijn kunnen voorstellen worden ingediend voor digitale ontwikkeling en doorontwikkeling in de meest brede zin. In de meeste brede in als we kijken naar sectoren en processen en in brede zin als we kijken naar de sleuteltechnologieën.

Als voorbeeld (niet limitatief) geldt de ontwikkeling en doorontwikkeling van sensoriek; robottisring, drones, internet of things kunstmatige intelligentie, sleuteltechnologieën en ict. Kijken we naar thema’s dan geldt wederom de volledige breedte, zoals cyber security, smart industry en maintenance, smart health, smart farming, delta technologie en slimme mobiliteit. Reeds gevalideerde technische concepten kunnen middels subsidies binnen deze actielijn ook verdere toepassingsmogelijkheden verkennen en zo de digitaliseringstransitie snel verbreden. Naast de financiering van digitale (door)ontwikkeling zijn initiatieven gericht op het vergroten van het inzicht bij ondernemers (over welke digitaliseringensmogelijkheden) onder deze actielijn ook mogelijk.

Speciale focus binnen deze actielijn wordt bij sommige openstellingen gericht op de gezondheidszorg en mobiliteit, met name omdat deze sector juist door de COVID-19 crisis, versneld in de transitie moeten om weerbaarder te worden tegen de gevolgen van een dergelijke pandemie. Voor de gezondheidszorg geldt dat door de pandemie initiatieven worden gezocht in deze actielijn voor E-health, digitalisering in de zorg en zorg op afstand.

• Voorbeeldprojecten: Pilot en doorontwikkeling digitale innovaties; Cyber Security; doorontwikkeling volledig digitaal bestuurbare drones en andere voertuigen; doorontwikkeling digitalisering via bijvoorbeeld blockchain in logistiek; E-health projecten; digitalisering van bedrijfsprocessen en technische processen in het MKB; gerelateerde (vervolg)projecten uit de Health Hub pilots, bv rond digitale persoonlijke gezondheidsomgeving. Doorontwikkeling van fieldlabs.

Groen Regionaal (2)

De acties en maatregelen in deze actielijn zijn gericht op verduurzaming en vergroening van de economie. Binnen deze actielijn is ruimte om fieldlabs gericht op verduurzaming en vergroening door te ontwikkelen met eindgebruikers en MKB. Dat geldt ook voor de ontwikkeling en doorontwikkeling van kansrijke circulaire innovaties. Denk daarbij aan ondersteuning bij een volgende ontwikkelfase, bijvoorbeeld bij het industrieel ontwerp voor een eerste productie-unit of een demoplant. Het doorontwikkelen van innovaties voor het vervangen van op fossiele brandstoffen gebaseerd materiaal (plastics bijvoorbeeld) in duurzame en recyclebare materialen (bamboecomposiet bijvoorbeeld) past binnen deze actielijn gericht op vergroening.

Naast doorontwikkeling van innovatieve concepten naar een volgende fase zette dit programma voor de crisis al in op slimme uitrol voor de energietransitie (decarbonisering). Nieuwe toepassingen van bijvoorbeeld walstroom, warmtenetten en aardwarmte vallen binnen deze actielijn. Maar ook smart energy grids en verduurzaming van de bestaande en nieuwbouw.

Waterstof wordt kansrijk geacht om een belangrijke bijdrage te leveren aan de vergroening van economie. Voor het zo ver is moet er nog behoorlijk geïnvesteerd in de ontwikkeling van bijvoorbeeld opslag en vergroening van waterstof en zijn fieldlabs en showcases nodig om de waterstofeconomie van de grond te krijgen. Steun voor dit type acties past binnen deze actielijn.

Tot slot past ook verdere verduurzaming van de mobiliteitssector in deze actielijn. Toepassing in de fase richting marktrijp maken en ontwikkeling van elektrificatie en waterstof in scheep-, luchtvaart en wegtransport.

Voorbeeldprojecten: doorontwikkeling van circulaire concepten tot en met het industrieel ontwerpen van een demo, eerste productiefaciliteit/proces; slimme uitrol en toepassingen van Walstroom, warmtenetten en geothermie; het doorontwikkelen van nieuwe composietconcepten; verbreden/versnellen van slimme concepten voor duurzame energie en waterstof; doorontwikkelen van fieldlabs.

Naar boven