Subsidieregeling Inclusief Samenleven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 18 juli 2023 heeft besloten

 

Gelet op de ASV Eindhoven

 

Gelet op titel 4.2. van de Algemene wet bestuursrecht;

 

vast te stellen de Subsidieregeling Inclusief Samenleven

Artikel 1 begripsomschrijving

  • 1.

    De definities, genoemd in artikel 1 van de ASV Eindhoven, zijn op deze subsidieregeling van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

    • a.

      diversiteit- en inclusiebeleid: Beleidsplan Diversiteit & Inclusie 2023-2026, ‘Inclusief Samenleven’, van de gemeente Eindhoven;

    • b.

      diversiteit: alle manieren waarop mensen van elkaar verschillen;

    • c.

      diversiteitsfactoren: zie de verschillende factoren in de toelichting in bijlage 1 van deze subsidieregeling;

    • d.

      inclusie: iedereen heeft en ervaart de vrijheid om, binnen de kaders van de rechtsstaat, naar behoefte en vermogen vorm te geven aan diens leven. Binnen een sociaal systeem: a) waar iedereen a priori onderdeel van is, b) dat iedereen mede kan vormgeven en c) waarin eenieder zich (h)erkend en geaccepteerd voelt als individu;

    • e.

      discriminatie: Het ongelijk behandelen van mensen op basis van persoonlijke kenmerken die er in die situatie niet toe doen;

    • f.

      toegankelijkheid: omvat sociale, fysieke en digitale toegankelijkheid;

    • g.

      sociale toegankelijkheid: omstandigheden die ervoor zorgen dat iedereen zich welkom voelt; dat kan gaan over dienstverlening, bejegening, beeldvorming of informatie;

    • h.

      fysieke toegankelijkheid: de eigenschap van buitenruimten, gebouwen en woningen die maakt dat mensen – divers als ze zijn – er kunnen doen wat ze er volgens de bestemming moeten kunnen doen;

    • i.

      digitale toegankelijkheid: websites en apps moeten voor mensen met een beperking waarneembaar, bedienbaar, begrijpelijk en robuust zijn;

    • j.

      alliantie: een samenwerkingsverband van minimaal 3 organisaties;

    • k.

      cofinanciering: financiering en middelen, o.a. een deelnemersbijdrage en sponsoring, die een organisatie verwerft en inbrengt voor de realisering van de activiteiten;

    • l.

      penvoerder: een door de partijen van de alliantie aangewezen deelnemer, die mede namens hen, de subsidieaanvraag en aanvraag tot vaststelling indient en verantwoordelijkheid draagt voor de uitvoering van de subsidiebeschikking;

    • m.

      vrijwilligersorganisatie: een organisatie die zich uitsluitend op vrijwillige basis inzet voor de maatschappij (geen betaalde krachten).

Artikel 2 doel

Met deze subsidieregeling wordt beoogd activiteiten te stimuleren die bijdragen aan een of meer ontwikkellijnen van het diversiteit- & inclusiebeleid 2023-2026, zijnde:

  • a.

    de preventie en bestrijding van discriminatie;

  • b.

    gelijkwaardige toegang tot de fysieke, sociale en digitale omgeving;

  • c.

    het vergroten van kennis en vaardigheden met betrekking tot het thema diversiteit & inclusie;

  • d.

    het koloniale verleden en de doorwerking in het heden;

  • e.

    structurele ontmoeting tussen Eindhovenaren;

  • f.

    het versterken van netwerken.

Artikel 3 subsidieaanvrager

Voor subsidie komen in aanmerking natuurlijke personen, rechtspersonen en allianties.

Artikel 4 de te subsidiëren activiteiten

Voor een jaarlijkse of eenmalige subsidie van maximaal één jaar komen in aanmerking activiteiten die gericht zijn op de doelstellingen uit het diversiteit- en inclusiebeleid:

  • a.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder a, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het beter in beeld brengen van verschillende vormen van discriminatie die voorkomen in Eindhoven; of

    • ii.

      het vergroten van de vindbaarheid en zichtbaarheid van onze anti-discriminatievoorziening; of

    • iii.

      het bevorderen van gelijkwaardige kansen op de arbeids- en woningmarkt en gelijkwaardige behandeling in het uitgaansleven.

  • b.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder b, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het vergroten van digitale en sociale toegankelijkheid; of

    • ii.

      het versterken van de betrokkenheid van ervaringsdeskundigen.

  • c.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder c, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het vergroten van bewustwording van het thema diversiteit en inclusie in de stad; of

    • ii.

      deskundigheidsbevordering van professionals en vrijwilligers(organisaties) waardoor zij meer kennis, grotere sensitiviteit en betere handelingsperspectieven hebben op het gebied van diversiteit & inclusie.

  • d.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder d, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het vergroten van kennis over en bewustzijn van het slavernijverleden en de doorwerking hiervan in het heden; of

    • ii.

      meer aandacht voor de herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij in Eindhoven.

  • e.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder e, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het vergroten van structurele ontmoetingsmogelijkheden tussen verschillende groepen Eindhovenaren; of

    • ii.

      het verminderen van vooroordelen en onbegrip tussen buurtbewoners; of

    • iii.

      het bieden van nazorg bij incidenten die een voedingsbodem kunnen zijn voor polarisatie in buurten.

  • f.

    Met betrekking tot ontwikkellijn zoals beschreven in artikel 2 onder f, dienen de activiteiten gericht te zijn op:

    • i.

      het versterken van bestaande netwerken en het opzetten van nieuwe netwerken; of

    • ii.

      het vergroten van mogelijkheden om te netwerken op buurtniveau en stadsniveau.

Artikel 5 subsidievereisten

  • 1.

    Om in aanmerking te komen voor subsidie wordt voldaan aan de volgende vereisten:

    • a.

      de activiteiten vinden plaats in Eindhoven; en

    • b.

      de activiteiten gaan uit van de vraag of behoefte van inwoners (vraaggericht); en

    • c.

      de aanvrager kan aantonen dat er sprake is van cofinanciering dan wel dat hij zich heeft ingespannen om deze te verkrijgen.

  • 2.

    In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid, om in aanmerking te komen voor een subsidie voor activiteiten zoals bedoeld in art. 4 aanhef en onder sub e en sub f, dienen de activiteiten in ieder geval gericht te zijn op:

    • a.

      het creëren van dialoog, het samenwerken aan een gemeenschappelijk doel of het delen van ervaringsverhalen; en

    • b.

      het verbinden van deelnemers uit verschillende leefwerelden of met verschillende diversiteitsfactoren.

Artikel 6 subsidiabele kosten

  • 1.

    De volgende kosten worden aangemerkt als subsidiabele kosten voor zover deze noodzakelijk zijn en in verhouding staan tot het uitvoeren van de activiteiten:

    • a.

      Activiteitkosten, zijnde de kosten de kosten die direct en onlosmakelijk verbonden zijn aan de activiteit;

    • b.

      Organisatiekosten, zijnde administratiekosten, verzekeringen, kantoorartikelen, kosten voor het gebruik van internet, drukwerk, communicatiekosten, abonnementen, verplichte contributiebijdragen, bankkosten, kosten voor beheer, licentiekosten;

    • c.

      Huisvestingskosten zijnde huur, gas, water, elektra, kosten voor klein onderhoud, lokale heffingen en verplichte verzekeringen;

    • d.

      Vrijwilligerswaardering: bij vrijwilligersorganisaties wordt een percentage van maximaal 7,5% van het totale subsidiebedrag verleend exclusief subsidiabele huisvestingskosten om vrijwilligers te waarderen. Met een maximaal bedrag van € 2.500,- per jaar.

  • 2.

    De volgende kosten zijn niet-subsidiabel:

    • a.

      de kosten van recepties, jubilea en teamactiviteiten van een organisatie;

    • b.

      de kosten van acties met betrekking tot verwerving van inkomsten;

    • c.

      kosten verbonden aan automatisering, zoals aanschaf software en hardware dan wel afschrijvingskosten hiervan;

    • d.

      kosten verbonden aan groot onderhoud, afschrijvingen op investeringen, investeringen aangaande de huisvesting.

Artikel 7 subsidieweigering

Naast het bepaalde in de ASV Eindhoven wordt subsidie in ieder geval geweigerd indien er sprake is van een onevenredige verhouding tussen totale kosten en de te behalen resultaten.

Artikel 8 subsidieplafond/de verdeling van de subsidie

  • 1.

    Het subsidieplafond worden jaarlijks door het college vastgesteld.

  • 2.

    Indien het bedrag waarvoor op grond van deze subsidieregeling een jaarlijkse subsidie zou moeten worden verleend aan degenen die daartoe tijdig een aanvraag hebben ingediend groter is dan het op grond van het eerste lid vastgestelde subsidieplafond, vindt een ranking zoals opgenomen in bijlage 1 plaats waarbij subsidies verstrekt kunnen worden tot het moment dat het plafond bereikt wordt.

  • 3.

    Als na verlening van de jaarlijkse subsidies het subsidieplafond uit het eerste lid niet volledig benut is, worden eenmalige subsidies verleend op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen totdat het subsidieplafond bereikt is.

  • 4.

    De hoogte van de eenmalige subsidie bedraagt maximaal € 30.000 per aangevraagde activiteit.

Artikel 9 bij aanvraag in te dienen gegevens

  • 1.

    De subsidieaanvraag wordt ingediend middels een daartoe door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 2.

    In het geval van een alliantie overlegt de penvoerder, in aanvulling op het bepaalde in de ASV Eindhoven, de door deelnemende partijen afgesloten samenwerkingsovereenkomst met daarin ten minste opgenomen:

    • a.

      een bepaling waarin wordt afgesproken, dat elke afzonderlijke deelnemer jegens de andere deelnemers, in geval van wanprestatie, aansprakelijk is voor dat deel van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten dat volgens afspraak tussen de deelnemers door hem wordt verricht; en

    • b.

      een bepaling waaruit blijkt dat alle deelnemers instemmen met de penvoering, de inhoudelijke en financiële verantwoording door de penvoerder en waarin de penvoerder wordt gemachtigd om namens de deelnemers betalingen in ontvangst te nemen en eventuele (terug)betalingen te verrichten in het kader van eventuele terugvordering van subsidie(voorschotten).

Artikel 10 aanvraagtermijn

In afwijking van het bepaalde in de ASV Eindhoven wordt een aanvraag voor een eenmalige subsidie tenminste 8 weken vóór aanvang van de activiteiten ingediend.

Artikel 11 hardheidsclausule

In alle gevallen waarin deze subsidieregeling niet of niet voldoende voorziet, beslist het college.

Artikel 12 inwerkingtreding

  • 1.

    De Subsidieregeling ‘Diversiteit’, gemeenteblad nr. 280473 wordt ingetrokken zodra ze is uitgewerkt.

  • 2.

    Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag volgend op de bekendmaking en geldt voor aanvragen betrekking hebbende op activiteiten vanaf 1 januari 2024.

  • 3.

    Op de subsidiëring van voordien uit te voeren activiteiten is de subsidieregeling ‘Diversiteit’ van toepassing.

Eindhoven, 18 juli 2023.

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven

Bijlage 1  

 

(1) Toelichting

 

Algemeen

De raad van de gemeente Eindhoven heeft in artikel 3, eerste lid, van de ASV Eindhoven de bevoegdheid om een subsidieregeling vast te stellen gedelegeerd aan het college. Aangezien deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de ASV Eindhoven, is een aantal aspecten van de subsidieverstrekking niet in deze subsidieregeling vastgelegd, maar in de ASV Eindhoven. In de ASV Eindhoven staan onder meer bepalingen over staatsteunregels, subsidieregelingen, het aanvragen, weigeren en terugvorderen van subsidie, verlening van subsidies, algemene en bijzondere verplichtingen voor de subsidieontvanger, vaststelling en verantwoording van subsidie alsmede slotbepalingen waaronder een hardheidsclausule. Voor een goed begrip van deze subsidieregeling is dus bestudering van de ASV Eindhoven noodzakelijk.

De aanleiding om de subsidieregeling te actualiseren is gelegen in het feit deze beter te laten aansluiten op de praktijk. Zowel de subsidieregeling als het Beleidsplan Diversiteit & Inclusie 2023-2025 zijn daartoe vernieuwd en voldoen nu aan de uitgangspunten en criteria die het gemeentebestuur wenst te hanteren met betrekking tot het subsidiëren van activiteiten. Juridisch sluit de regeling daarmee aan bij wat het bestuur beleidsmatig wenst.

 

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 lid 2 sub c: Veel mensen denken bij ‘diversiteit’ aan verschillende culturen, geloven of seksuele voorkeuren. Diversiteit gaat niet alleen om deze verschillen. Je kunt de identiteit van een mens namelijk niet beperken tot één diversiteitsfactor. Zo zijn op elke mens een combinatie van verschillende diversiteitsfactoren van toepassing. Hierbij kun je denken aan:

  • 1.

    Sociaal-culturele achtergrond

  • 2.

    Uiterlijke kenmerken

  • 3.

    Seksuele voorkeur

  • 4.

    Sociale status

  • 5.

    Financiële situatie

  • 6.

    Scholing

  • 7.

    Leeftijd

  • 8.

    Gezondheid

  • 9.

    Gender & sekse

  • 10.

    Taal & geletterdheid

  • 11.

    Werk

  • 12.

    Geloof & levensbeschouwing

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Artikel 5 lid 1 sub b: De aanvrager kan aantonen dat hij/zij zich heeft ingespannen om cofinanciering krijgen door bijvoorbeeld aan te tonen dat hij/zij bij twee verschillende organisaties een verzoek heeft ingediend tot cofinanciering.

Artikel 5 lid 5 en 6: Bij activiteiten die zich richten op ontmoeting en netwerken in de drie impulsgebieden adviseren we de aanvrager om aan te sluiten bij de aanpak Samenleven In Verscheidenheid. De drie impulsgebieden zijn Woensel-Zuid, Gestel en Tongelre. De buurten zijn in Woensel-Zuid zijn: Kronehoef, Barrier, Mensfort en Rapenland. In Gestel zijn dit: Genderdal, Blaarthem, Bennekel-Oost en Bennekel-West. In Tongelre zijn dit: Doornakkers-West, Doornakkers-Oost en Tongelresche Akkers.

 

Artikel 8

Artikel 8 lid 3: Indien na toekenning van de jaarlijkse subsidies het subsidieplafond niet bereikt is, kunnen eenmalige subsidies het gehele jaar door worden aangevraagd.

 

Artikel 10

Aanvragen voor eenmalige subsidies dienen 8 weken voor aanvang van de activiteiten worden ingediend. Aanvragen voor jaarlijkse subsidies dienen, conform de ASV Eindhoven, vóór 1 oktober te worden ingediend.

Bijlage 2  

 

Beoordelingskader

 

Voor aanvragen vóór 1 oktober geldt:

Indien het subsidieplafond wordt bereikt worden aanvragen beoordeeld op grond van de maatschappelijke waarde. We hanteren hierbij de maatschappelijke waardendriehoek. Die bestaat uit de volgende onderdelen:

  • -

    legitimiteit (mag het?);

  • -

    betrokkenheid (is er draagvlak?);

  • -

    rendement (wat levert het op?).

Om de maatschappelijke waarde te kunnen beoordelen worden de aanvragen op basis van de volgende criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken:

 

Legitimiteit

Beoordeling

Totaal:

de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan de subsidiedoelstellingen;

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

 

de mate waarin er wordt samengewerkt met andere organisaties en initiatieven.

 

Voorbeeld bij preventie en bestrijding van discriminatie: anti-discriminatievoorziening van Eindhoven, Radar, is ingelicht over de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd. Er wordt indien dit mogelijk is een samenwerking aangegaan.

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

Mate van aansluiting bij reeds bestaande activiteiten/initiatieven/werkwijzen in een gebied.

 

Voorbeeld bij netwerken en ontmoeting:

Aansluiting bij de aanpak ‘Samenleven in Verscheidenheid’.

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

Totaal:

Betrokkenheid

de mate waarin het aanbod noodzakelijk is om te komen tot een dekkend aanbod van activiteiten die zich richten op een ontwikkellijn (urgentie);

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

de mate waarin er behoefte is aan de activiteiten;

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

de mate waarin iedereen aan de activiteiten kan deelnemen (inclusiviteit);

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

De mate van kennis van en betrokkenheid bij de buurt/wijk/stad;

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

Totaal:

Rendement

de prijs-kwaliteitverhouding: we hanteren hierbij geen vaste normen, maar bekijken hoe de omvang, aard en het bereik van de activiteiten zich verhouden tot de opgevoerde kosten;

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

de mate waarin de activiteiten ook uit andere bronnen gefinancierd worden.

Onvoldoende 0

 

Voldoende 5

 

Goed 10

Totaal:

 

Voor aanvragen na 1 oktober geldt dat de subsidieaanvragen worden verdeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen totdat het betreffende subsidieplafond bereikt is. Als binnenkomst van de aanvraag geldt het moment dat het aanvraagformulier is opgestuurd via de website.

Naar boven