Gemeenteblad van Berg en Dal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berg en Dal | Gemeenteblad 2017, 81544 | Overige overheidsinformatie |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Berg en Dal | Gemeenteblad 2017, 81544 | Overige overheidsinformatie |
Inspraak concept Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal
Burgemeester en wethouders van de gemeente Berg en Dal maken bekend dat zij de conceptversie van de Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal vrijgeven voor inspraak (versie mei 2017).
De APV is voor de gemeente een belangrijk instrument ter bescherming van de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat. Per 1 januari 2017 is een geharmoniseerde APV in werking getreden voor de hele gemeente Berg en Dal. Daarbij is afgesproken dat direct nader onderzoek en overleg zou plaatsvinden met belanghebbende partijen (met name de commerciële en paracommerciële inrichtingen in de brede horecasector) naar mogelijk gewenste beleidsaanpassingen, die juridisch haalbaar zijn en op voldoende bestuurlijk draagvlak kunnen rekenen. Deze stappen zijn nu uitgevoerd, maar hebben helaas geen eenduidig beeld opgeleverd. Met deze uiteindelijke conceptversie wil het college een evenwichtige regeling voorleggen met een goede balans tussen alle betrokken belangen en het algemeen belang.
De onderstaande conceptversie van de APV gemeente Berg en Dal is ook te raadplegen via de website www.bergendal.nl of op afspraak in te zien in het gemeentehuis, Dorpsplein 1 te Groesbeek. Voor het maken van een afspraak kunt u van maandag t/m donderdag contact opnemen met de heer F. Thijssen van cluster BJZ, via telefoonnummer 14024.
Ingezetenen van gemeente Berg en Dal en belanghebbenden kunnen desgewenst een gemotiveerde zienswijze op deze conceptversie APV kenbaar maken in de periode tot 4 juni 2017.
Deze zienswijze kan worden gericht aan:
Burgemeester en wethouders van gemeente Berg en Dal
T.a.v. de heer F. Thijssen, afdeling Bedrijfsvoering / BJZ
Burgemeester en wethouders zullen vervolgens de evt. ingekomen zienswijzen van een reactie voorzien en deze tezamen met de (aangepaste) conceptversie APV voorleggen aan de gemeenteraad ter definitieve vaststelling. De bedoeling is het voorstel te behandelen in de raadsvergadering van 13 juli a.s.
Concept Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal
Artikel 1:3 Indiening aanvraag
Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
Artikel 1:9 Positief besluit bij niet tijdig beslissen
Artikel 1:10 Geen positief besluit bij niet tijdig beslissen
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens
Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken
Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen
Afdeling 4. Vertoningen e.d. op de weg
Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d.
Artikel 2:9 Straatartiest e.d.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Artikel 2:12 (Omgevings)vergunning voor het maken, veranderen van een uitweg
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Artikel 2:17 Kelderingangen e.d.
Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen
Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp
Artikel 2:20 Vallende voorwerpen
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn
Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs
Artikel 2:26a Beëindiging evenement
Artikel 2:26c Voetbalwedstrijden met enig risico
Artikel 2:26d Orde in verband met voetbalwedstrijden
Artikel 2:26e Verwijderingsplicht voetbalsupporters
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting
Artikel 2:30 Afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting
Artikel 2:31 Verboden gedragingen
Artikel 2:32 Handel in openbare inrichtingen
Artikel 2:33 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 8a Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 2:34a Begripsbepalingen
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
Artikel 2:34c Voorwaarden en beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
Artikel 2:34d Verbod happy hours
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
Artikel 2:40 Kansspelautomaten
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal
Artikel 2:41a Gebiedsontzeggingen
Artikel 2:42 Plakken en kladden
Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d.
Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d.
Artikel 2:47 Verboden gedrag op openbare plaatsen
Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen
Artikel 2:50 Verboden gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 2:53 Bespieden van personen
Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur
Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren
Artikel 2:56 Alarminstallaties
Artikel 2:57 Loslopende honden
Artikel 2:58 Verontreiniging door honden
Artikel 2:59 Gevaarlijke honden
Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
Artikel 2:67 Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister
Artikel 2:68 Voorschriften als bedoeld in artikel 437 ter van het Wetboek van Strafrecht
Artikel 2:69 Vervreemding van door opkoop verkregen goederen
Artikel 2:70 Handel in horecabedrijven
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen
Artikel 2:73 Gebruik van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
Artikel 2:77 Cameratoezicht op openbare plaatsen
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS,STRAATPROSTITUTIE E.D.
Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan
Afdeling 2. Seksinrichtingen, raam- en straatprostitutie, sekswinkels e.d.
Artikel 3:4 Seksinrichtingen en escortbedrijven
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
Artikel 3:9 Verbod van raam- en straatprostitutie
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Afdeling 3. Beslissingstermijn; weigeringsgronden
Artikel 3:12 Beslissingstermijn
Artikel 3:13 Weigeringsgronden
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Artikel 3:14 Beëindiging exploitatie
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Artikel 4:6 Overige (geluid)hinder
Artikel 4:6a (Geluid)hinder door dieren
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Artikel 4:8 Natuurlijke behoefte doen
Artikel 4:9 Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:10 Begripsbepalingen
Artikel 4:11 Tenietgaan van bijzondere houtopstand
Artikel 4:12 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Artikel 4:12a Beperking geldigheidsduur
Artikel 4:12b Vergunning van rechtswege
Artikel 4:12c Bijzondere voorschriften
Artikel 4:12d Herplant-/instandhoudingsplicht
Artikel 4:12e Schadevergoeding
Artikel 4:12f Afstand tot de erfgrenslijn
Artikel 4:12g Bestrijding iepziekte
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Artikel 4:14 Stankoverlast door gebruik van meststoffen
Artikel 4:15 Vergunningsplicht handelsreclame
Artikel 4:16 Eisen aan niet-vergunningplichtige handelsreclame
Afdeling 5. Kamperen buiten kampeerterreinen
Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen
Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE
Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d.
Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a.
Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen
Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen
Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting
Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen
Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht
Artikel 5:23 Organiseren van een snuffelmarkt
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen
Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Artikel 5:30 Veiligheid op het water
Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Artikel 5:31a Begripsbepalingen
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
Afdeling 8. Verbod vuur te stoken
Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken
Artikel 5:34a Verbod op het gebruik van wensballonnen
Afdeling 9. Verstrooiing van as
Artikel 5:36 Verboden plaatsen
Artikel 5:37 Hinder of overlast
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:3 Binnentreden woning
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald.
Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing
De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd:
De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet.
Artikel 1:9 Positief besluit bij niet tijdig beslissen
Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening:
Afdeling 1. Bestrijding van ongeregeldheden
Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden
Degene die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of bij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen.
Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen
Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, geeft daarvan voor de openbare aankondiging enten minste 96 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester.
Afdeling 5. Bruikbaarheid en aanzien van de weg
Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op, aan of boven de weg in strijd met de publieke functie ervan
Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg
Het verbod in het eerste lid geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de provinciale omgevingsverordening, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.
Afdeling 6. Veiligheid op de weg
1. De rechthebbende op een bedrijf die winkelwagentjes ter beschikking stelt, mede ten behoeve van het vervoer van winkelwaren over de weg, is verplicht ze te voorzien van de naam van het bedrijf of een ander herkenningsteken, en de in de omgeving van dat bedrijf door het publiek op een openbare plaats achtergelaten winkelwagentjes direct te verwijderen of te doen verwijderen.
2. Het is verboden een winkelwagentje na gebruik onbeheerd op een openbare plaats achter te laten.
3. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp
Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert.
Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d.
Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken.
Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting
De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.
Het bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet, of de Belemmeringenwet Privaatrecht.
Geen vergunning is vereist voor een voetbalwedstrijd als bedoeld in artikel 2:26c van deze verordening, indien de organisator uiterlijk 3 weken voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester en daarbij de noodzakelijke informatie verschaft voor een goede risicobeoordeling.
De burgemeester kan na ontvangst van de melding besluiten nadere voorschriften te stellen dan wel het organiseren van een evenement als bedoeld in het derde en vierde lid te verbieden, indien er aanleiding is te vermoeden dat daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.
Artikel 2:26a Beëindiging evenement
Indien een evenement gepaard gaat of dreigt te gaan met een ernstige verstoring van de openbare orde is degene die een evenement organiseert of bij dat evenement feitelijk de leiding heeft, verplicht op bevel van een ambtenaar van politie het evenement onverwijld te beëindigen en geen publiek meer tot het evenement toe te laten.
Indien een evenement is verboden of een bevel tot beëindiging als bedoeld in artikel 2:26a is gegeven, is een ieder die zich op de plaats of in de directe nabijheid van het evenement bevindt, op eerste vordering van een ambtenaar van politie verplicht zich direct te verwijderen in de door die ambtenaar bevolen richting.
Artikel 2:26c Voetbalwedstrijden met enig risico
Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder voetbalwedstrijd: een voetbalwedstrijd die wordt georganiseerd op een speelterrein in de gemeente Berg en Dal en waarbij ten minste één voetbalclub is betrokken die uitkomt op het niveau van de landelijke Tweede divisie of hoger.
Artikel 2:26d Orde in verband met voetbalwedstrijden
Vanaf vier uur voor het vastgestelde begin tot vier uur na afloop van een voetbalwedstrijd als bedoeld in artikel 2:26c is het niet toegestaan voorwerpen mee te voeren waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze zijn bedoeld om de openbare orde te verstoren.
Artikel 2.26e Verwijderingsplicht voetbalsupporters
Personen, die zich op de dag van een voetbalwedstrijd als bedoeld in artikel 2:26c door kleding, uitrusting of gedragingen manifesteren als voetbalsupporters, en de openbare orde verstoren dan wel tegen wie het vermoeden bestaat dat zij voornemens zijn de orde te verstoren (waaronder mede begrepen het niet kunnen tonen van een geldig toegangsbewijs terwijl de kaartverkoop reeds is gesloten), zijn verplicht zich op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie met inachtneming van diens aanwijzingen naar een in het bevel aangegeven plaats dan wel buiten de gemeentegrenzen te begeven.
Afdeling 8. Toezicht op openbare inrichtingen
Artikel 2:27 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;
Het is de exploitant verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben of bezoekers in de inrichting te laten verblijven: op maandag tot en met vrijdag tussen 02.00 uur en 06.00 uur, en op zaterdag en zondag en op de dag volgend op een algemeen erkende feestdag tussen 03.00 uur en 06.00 uur.
In afwijking van het eerste lid is het verboden een openbare inrichting, die wordt geëxploiteerd door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 2:34a van deze verordening, voor bezoekers geopend te hebben of bezoekers in de inrichting te laten verblijven: op maandag tot en met zondag tussen 02.00 uur en 06.00 uur.
Afdeling 8a Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet
Artikel 2:34b Regulering paracommerciële rechtspersonen
Een paracommerciële rechtspersoon kan, in verband met de activiteiten die passen binnen de statutaire doelomschrijving van die rechtspersoon, alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken dagelijks tussen 12.00 uur en 01.00 uur als het dorpshuizen/ gemeenschapshuizen betreft en dagelijks tussen 12.00 uur en 24.00 uur als het overige paracommerciële rechtspersonen betreft.
In afwijking van het tweede lid is het een paracommerciële rechtspersoon toegestaan alcoholhoudende drank te verstrekken tijdens per jaar ten hoogste vier bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn, met inachtneming van de in het eerste lid genoemde tijden.
Enkel voor de schutterijverenigingen in de kern Millingen aan de Rijn is het, vanwege het in die kern ontbreken van een geschikt dorpshuis, daarnaast toegestaan alcoholhoudende drank te verstrekken:
ter compensatie voor het gelegenheid bieden aan de sub a bedoelde bijeenkomsten en de niet gegarandeerde kostendekkendheid daarvan, tijdens per jaar ten hoogste twee extra bijeenkomsten die gericht zijn op personen welke niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn (aanvullend op het derde lid), met inachtneming van de in het eerste lid genoemde tijden.
Artikel 2:34c Voorwaarden en beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven
De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.
Artikel 2:34d Verbod happy hours
Het is verboden in een horecalokaliteit of op een terras bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank te verstrekken voor gebruik ter plaatse tegen een prijs die voor een periode van 24 uur of korter lager is dan 60% van de prijs die daar gewoonlijk wordt gevraagd.
Afdeling 9. Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf
Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie
Degene die een inrichting opricht, overneemt, verplaatst of de exploitatie of feitelijke leiding van een inrichting staakt, is verplicht binnen drie dagen daarna daarvan schriftelijk kennis te geven aan de burgemeester.
Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister
Degene die in een inrichting nachtverblijf houdt of de kampeerder is verplicht de exploitant of feitelijk leidinggevende van die inrichting volledig en naar waarheid naam, adres, woonplaats, geboortedatum, geboorteplaats, dag van aankomst en de dag van vertrek te verstrekken.
Afdeling 10. Toezicht op speelgelegenheden
Artikel 2:39 Speelgelegenheden
In dit artikel wordt onder speelgelegenheid verstaan: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op:
speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen, of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, of de handeling als in artikel 1, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten.
Afdeling 11. Maatregelen tegen overlast en baldadigheid
Artikel 2:41a Gebiedsontzeggingen
De burgemeester is bevoegd om in het belang van de openbare orde of zedelijkheid aan een persoon het bevel te geven zich niet te bevinden, anders dan in een middel van openbaar vervoer, op of aan door de burgemeester aangewezen wegen en plaatsen gedurende de uren daarbij genoemd. Dit bevel wordt enkel opgelegd aan degenen die herhaaldelijk strafbare feiten plegen en geldt gedurende de in de bekendmaking genoemde periode van ten hoogste twaalf weken.
Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen
Dit verbod is niet van toepassing indien de bedoelde werktuigen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd om zich onrechtmatig de toegang tot een gebouw of erf te verschaffen, onrechtmatig sluitingen te openen of te verbreken, diefstal door middel van braak te vergemakkelijken of het maken van sporen te voorkomen.
Artikel 2:50 Verboden gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten
Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd.
Onder deze ruimte worden in elk geval begrepen een portaal, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte.
Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d.
Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien:
Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets
Het is verboden op de door het college of de burgemeester aangewezen uren en plaatsen zich met een fiets of bromfiets te bevinden op een door het college of de burgemeester aangewezen terrein, mits dit verbod kenbaar is aan de bezoekers van het terrein.
De rechthebbende op herkauwende of eenhoevige dieren of varkens (vee) die zich bevinden in een weiland of terrein dat niet van die weg is afgescheiden door een deugdelijke veekering, is verplicht ervoor te zorgen dat zodanige maatregelen getroffen worden dat dit vee die weg niet kan bereiken.
Afdeling 12. Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen
In deze afdeling wordt verstaan onder handelaar: een handelaar als bedoeld in artikel 1 van de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 2:71 Begripsbepalingen
In deze afdeling wordt verstaan onder consumentenvuurwerk: consumentenvuurwerk waarop het Besluit van 22 januari 2002, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk (Vuurwerkbesluit) van toepassing is.
Artikel 2:74 Drugshandel op straat
Onverminderd het bepaalde in de Opiumwet is het verboden zich op een openbare plaats op te houden met het kennelijke doel om middelen als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet, of daarop gelijkende waar, al dan niet tegen betaling af te leveren, aan te bieden of te verwerven, daarbij behulpzaam te zijn of daarin te bemiddelen.
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen
Artikel 2:76 Veiligheidsrisicogebieden
De burgemeester kan overeenkomstig artikel 151b van de Gemeentewet bij verstoring van de openbare orde door de aanwezigheid van wapens, dan wel bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, een gebied, met inbegrip van de daarin gelegen voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven, aanwijzen als veiligheidsrisicogebied.
HOOFDSTUK 3. SEKSINRICHTINGEN, SEKSWINKELS,STRAATPROSTITUTIE E.D.
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Afdeling 2. Seksinrichtingen, raam- en straatprostitutie, sekswinkels e.d.
Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder
Naast de gestelde eisen in het eerste lid, is de exploitant en de beheerder niet:
binnen de laatste vijf jaar onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van zes maanden of meer door de rechter in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba, dan wel door een andere rechter wegens een misdrijf waarvoor naar Nederlands recht een bevel tot voorlopige hechtenis ingevolge artikel 67, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering is toegelaten;
binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:
De exploitant of de beheerder is binnen de laatste vijf jaar geen exploitant of beheerder geweest van een seksinrichting of escortbedrijf die voor ten minste een maand door het bevoegde bestuursorgaan is gesloten, of waarvan de vergunning bedoeld in artikel 3:4, eerste lid, is ingetrokken, tenzij aannemelijk is dat hem ter zake geen verwijt treft.
Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder
De exploitant en de beheerder zien er voortdurend op toe dat in de seksinrichting:
geen strafbare feiten plaatsvinden, waaronder in ieder geval de feiten genoemd in de titels XIV (misdrijven tegen de zeden), XVIII (misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid), XX (mishandeling), XXII (diefstal) en XXX (heling) van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, in de Opiumwet en in de Wet wapens en munitie; en
Artikel 3:9 Verbod van raam- en straatprostitutie
Het is verboden een raamprostitutiebedrijf te exploiteren, dan wel in een voor publiek toegankelijke ruimte voorzien van een of meer vitrines door handelingen, houding, woord, gebaar of op een andere wijze passanten tot het gebruik maken van prostitutie te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken.
Het is de rechthebbende op een onroerende zaak verboden daarin een sekswinkel te exploiteren in door het college in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving aangewezen gebieden of delen van de gemeente.
Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke
Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing op het tentoonstellen, aanbieden of aanbrengen van goederen, opschriften, aankondigingen, gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen, die dienen tot het openbaren van gedachten en gevoelens als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
Afdeling 4. Beëindiging exploitatie; wijziging beheer
Het beheer kan slechts worden uitgeoefend door een nieuwe beheerder, indien het bevoegd bestuursorgaan op aanvraag van de exploitant heeft besloten de verleende vergunning overeenkomstig de wijziging in het beheer te wijzigen. Het bepaalde in artikel 3:13, eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK 4. BESCHERMING VAN HET MILIEU EN HET NATUURSCHOON EN ZORG VOOR HET UITERLIJK AANZIEN VAN DE GEMEENTE
Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting
Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 60 dB(A) / 75 dB(C) voor het bebouwde gedeelte en niet meer dan 80 dB(A) / 95 dB(C) voor de buitenruimte van de inrichting, gemeten op 1,5 meter afstand van de gevel van geluidsgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.
Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten
Het is een inrichting toegestaan maximaal vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar te houden waarbij de geluidsnormen als bedoeld in de artikelen 2.17, 2.19 en 2.20 van het Besluit en artikel 4:5 van deze verordening niet van toepassing zijn, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het is een inrichting toegestaan om tijdens maximaal vier incidentele festiviteiten per kalenderjaar de verlichting langer aan te houden ten behoeve van sportactiviteiten waarbij artikel 3.148, eerste lid, van het Besluit niet van toepassing is, mits de houder van de inrichting ten minste twee weken voor de aanvang van de festiviteit het college daarvan in kennis heeft gesteld.
Het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT veroorzaakt door de inrichting bedraagt niet meer dan 60 dB(A) / 75 dB(C) voor het bebouwde gedeelte en niet meer dan 80 dB(A) / 95 dB(C) voor de buitenruimte van de inrichting, gemeten op 1,5 meter afstand van de gevel van geluidsgevoelige gebouwen op een hoogte van 1,5 meter.
Artikel 4:5 Onversterkte muziek
Afdeling 2. Bodem-, weg- en milieuverontreiniging
Het is verboden op een door het college ten behoeve van de werkzaamheden van de gemeentelijke reinigingsdienst aangewezen weggedeelte, een voertuig te parkeren of enig ander voorwerp te laten staan gedurende een daarbij aangeduide tijdsperiode.
Afdeling 3. Het bewaren van houtopstanden
Artikel 4:11 Tenietgaan van bijzondere houtopstand
De zakelijk gerechtigde van een bijzondere houtopstand is verplicht het college onmiddellijk schriftelijk mededeling te doen van:
Artikel 4:12 Omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstanden
Het is verboden zonder vergunning van het bevoegd gezag de houtopstanden te vellen of te doen vellen die staan vermeld op de bomenkaart. Uitgezonderd van dit verbod is de groene zone, voor zover de houtopstand een diameter van minder dan 30 centimeter heeft, gemeten op één meter en dertig centimeter boven het maaiveld.
Artikel 4:12a Beperking geldigheidsduur
De vergunning tot vellen als bedoeld in artikel 4:12 vervalt indien daarvan niet binnen maximaal drie jaar na het onherroepelijk zijn van de omgevingsvergunning gebruik is gemaakt, ook als het meer dan één houtopstand betreft of in fasen wordt geveld.
Artikel 4:12c Bijzondere voorschriften
Het college kan aan de omgevingsvergunning de volgende voorschriften verbinden:
het voorschrift dat pas tot vellen van de beschermde houtopstand op en bij bouw- en aanlegwerken of andere ruimtelijke herinrichting of reconstructie mag worden overgegaan indien andere ontheffingen, vergunningen, toestemmingen of ruimtelijke ordeningsprocedures onherroepelijk geworden zijn en de feitelijke en financiële voortgang van de werken voldoende gewaarborgd is.
Artikel 4:12d Herplant-/instandhoudingsplicht
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van het bevoegd gezag is geveld dan wel op andere wijze tenietgegaan, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te herbeplanten overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn.
Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, ernstig in het voortbestaan wordt bedreigd, kan het college aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevindt dan wel aan degene die uit anderen hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen om overeenkomstig de door hen te geven aanwijzingen binnen een door hen te stellen termijn voorzieningen te treffen, waardoor die bedreiging wordt weggenomen.
Artikel 4:12e Schadevergoeding
Het college beslist op een verzoek om schadevergoeding bij weigering van een vergunning tot vellen op grond van artikel 17 van de Boswet.
Artikel 4:12f Afstand tot de erfgrenslijn
De afstand als bedoeld in artikel 5:42, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek wordt vastgesteld op 0,5 meter voor bomen en op nihil voor heesters en heggen, indien het bomen, heesters en heggen betreft op of aan een openbare plaats.
Artikel 4:12g Bestrijding iepziekte
Indien zich op een terrein een of meer iepen bevinden die naar het oordeel van het bevoegd gezag gevaar opleveren voor verspreiding van de iepziekte of voor vermeerdering van iepenspintkevers, is de rechthebbende, indien hij daartoe door het bevoegd gezag is aangeschreven, verplicht binnen de bij de aanschrijving vast te stellen termijn:
Afdeling 4. Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast
Artikel 4:13 Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz.
Het is verboden op een door het college aangewezen plaats, die buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer maar in de openlucht of buiten de weg is gelegen, in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast dan wel voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, de volgende voorwerpen of stoffen op te slaan, te plaatsen of aanwezig te hebben:
Artikel 4:15 Vergunningsplicht handelsreclame
Het verbod geldt niet voor onverlichte:
opschriften die betrekking hebben op de naam of aard van in uitvoering zijnde bouwwerken of op de namen van degenen die bij het ontwerp of de uitvoering van het bouwwerk betrokken zijn, mits deze opschriften zijn aangebracht op borden bij of op de in uitvoering zijnde bouwwerken zelf, voor zolang zij feitelijke betekenis hebben;
HOOFDSTUK 5. ANDERE ONDERWERPEN BETREFFENDE DE HUISHOUDING VAN DE GEMEENTE
Artikel 5:4 Defecte voertuigen
Het is verboden een voertuig waarmee als gevolg van andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken niet kan of mag worden gereden, langer dan op drie achtereenvolgende dagen op de weg te parkeren.
Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen
Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,6 meter, op of aan de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hun anderszins hinder of overlast wordt aangedaan.
Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets
Het college kan op of aan de weg gelegen plaatsen aanwijzen waar het in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente, ter voorkoming of opheffing van overlast, of ter voorkoming van schade aan de openbare gezondheid, verboden is fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.
Artikel 5:13 Inzameling van geld of goederen
Onder een inzameling van geld of goederen wordt mede verstaan: het bij het aanbieden van goederen, waartoe ook worden gerekend geschreven of gedrukte stukken, dan wel bij het aanbieden van diensten aanvaarden van geld of goederen, indien daarbij te kennen wordt gegeven of de indruk wordt gewekt dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd.
Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende
Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan dat daarop zonder vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen.
Artikel 5:24 Voorwerpen op, in of boven openbaar water
Het is in verband met de veiligheid op het openbaar water verboden een voorwerp, niet zijnde een vaartuig, op, in of boven openbaar water te plaatsen, aan te brengen of te hebben, indien dit door zijn omvang of vormgeving, constructie of plaats van bevestiging gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van het openbaar water of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan dan wel een belemmering vormt voor het doelmatig beheer en onderhoud van het openbaar water.
Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats
Het is verboden een ligplaats in te nemen, te hebben of beschikbaar te stellen in strijd met het krachtens artikel 5:25, tweede lid en 5:26, tweede lid bepaalde.
Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken
Het is verboden schade toe te brengen aan of veranderingen aan te brengen in de toestand van openbare wateren, havens, dijken, wallen, kaden, trekpaden, beschoeiingen, oeverbegroeiing, bruggen, zetten, duikers, pompen, waterleidingen, gordingen, aanlegpalen, stootpalen, bakens of sluizen die bij de gemeente in beheer zijn.
Het is verboden een voor het redden van drenkelingen bestemd en daartoe bij het water aangebracht voorwerp te gebruik voor een ander doel dan wel voor dadelijk gebruik ongeschikt te maken.
Afdeling 7. Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden
Het is verboden op enig terrein, geen weg zijnde, met een motorvoertuig of een bromfiets een wedstrijd dan wel, ter voorbereiding van een wedstrijd, een trainings- of proefrit te houden of te doen houden dan wel daaraan deel te nemen, dan wel een motorvoertuig of een bromfiets met het kennelijke doel daartoe aanwezig te hebben.
Artikel 5:33 Beperking verkeer in natuurgebieden
HOOFDSTUK 6. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 6:3 Binnentreden woning
Zij die belast zijn met het toezicht op de naleving of de opsporing van een overtreding van de bij of krachtens deze verordening gegeven voorschriften die strekken tot handhaving van de openbare orde of veiligheid of bescherming van het leven of de gezondheid van personen, zijn bevoegd tot het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking hiervan in een digitaal gemeenteblad op www.officielebekendmakingen.nl.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2017-81544.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.