Wijziging verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Weert 2015

De raad van de gemeente Weert,

gezien het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 1 februari 2017,

besluit:

de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Weert 2015 als volgt te wijzigen:

• artikel 2 lid 1 te schrappen;

• lid 2 van de artikelen 7, 15 en 24 te schrappen;

• artikel 12 te vervangen door artikel 9 uit de modelverordening, dat als volgt luidt:

  "Wethouders hebben aanspraak op een vergoeding van de kosten woon- werkverkeer, bedoeld in artikel 23, eerste lid, onder a, van het Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.";

• artikel 18 te vervangen door artikel 14 van de modelverordening, dat als volgt luidt: "Artikel 14 Verhuis-, reis-en pensionkosten en tegemoetkoming dubbele woonlasten bij benoeming

  • 3.  Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding  van  reis- en pensionkosten, dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a en b, van  Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.

  • 4. Wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben aanspraak op een vergoeding van:

    • a. reis- en pensionkosten, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig  artikel 1 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders, en

    • b. dubbele woonlasten en verhuiskosten, bedoeld in artikel  22, eerste lid, onderdeel b, van Rechtspositiebesluit wethouders, overeenkomstig artikel 2 en 4a van de Regeling rechtspositie wethouders.";

• de toelichting bij artikel 18 te vervangen door de toelichting bij artikel 14 uit de modelverordening;

• de artikelen 6 en 23 beide te vervangen door artikel 5 van de modelverordening (met uitzondering van het derde lid daarvan), waardoor  deze als volgt komen te luiden:

  Artikel 6 en artikel 23 scholing.

  • 1.  Het raadslid (commissielid) dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raadslid (commissielid), dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag inbij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De griffier beslist op de aanvraag op basis van  bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid, voor zover met de aanvraag het raadsbudget voor scholing niet wordt  verschreden.

  • 4. In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

• de toelichting bij de artikelen 6 en 23 hierop aan te passen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 februari 2017.

De griffier,

M.H.R.M.   Wolfs-Corten

De voorzitter,

A.A.M.M Heijmans