Verordening tot wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015 (derde wijziging)

De raad van de gemeente Schiedam;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 september 2017 (nummer 17INT00290)

 

gelet op de artikelen 225 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening tot wijziging van de Verordening Parkeerbelastingen 2015 (derde wijziging)

 

Artikel I  

A. Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

Kosten

 

Artikel 9

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 60,84.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem bedragen € 60,84.

  • 3.

    De kosten voor de overbrenging bedragen € 165,12 en voor de bewaring € 48,77 per etmaal met dien verstande dat daarenboven voor het bewaren gedurende elk aansluitend half etmaal € 24,33 kosten berekend worden.

  • 4.

    De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen € 22,25 per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met € 69,86 voor het doen van de kennisgeving.

  • 5.

    De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen € 89,23 per daaraan besteed uur.

  • 6.

    Voor de berekening van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde kosten wordt een gedeelte van een in deze leden genoemde eenheden voor een volle eenheid gerekend.

  • 7.

    Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

 

B. De tarieventabel 2017 behorende bij de Verordening Parkeerbelastingen 2015 wordt vervangen door: 

 

TARIEVENTABEL 2018 BEHORENDE BIJ DE “VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2015”

 

Bijlage 1: tarieventabel

 

  • 1.

    Het tarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:

    voor sector A:

    • a.

      € 2,70 per 60 minuten met een minimum van € 0,10 tot een maximum van € 12,70. In geval er minder dan een uur geparkeerd wordt, wordt het uurtarief naar rato berekend. Hierbij geldt dat er altijd een veelvoud van € 0,10 wordt berekend. Als hierdoor afronding noodzakelijk is, wordt de parkeertijd altijd afgerond in het voordeel van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

      voor de sectoren B, C, D of E:

    • b.

      € 1,90 per 60 minuten met een minimum van € 0,10 tot een maximum van € 7,00.

    • c.

      De onder b. genoemde tarieven zijn ook van toepassing voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen buiten de sectoren A, B, C, D en E.

  • 2.

    Het tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

  • 2.1

    Bewoners:

    Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder a, van de Parkeerverordening 2013:

    • a.

      voor de eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 7,50

      per jaar € 90,00

    • b.

      voor de tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand € 31,67

      per jaar €  380,00

  • 2.2

    Beroep/bedrijf:

    Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

    • a.

      voor een vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 31,67

      per jaar € 380,00

    • b.

      voor een vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 21,72

      per jaar   € 260,60

  • 2.3

    Zorginstellingen

    Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

    • a.

      voor een eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 14,32

      per jaar € 171,80

    • b.

      voor een eerste vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 10,87

      per jaar € 130,40

    • c.

      voor een tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 16,62

      per jaar € 199,50

    • d.

      voor een tweede vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 12,30

      per jaar € 147,70

    • e.

      voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 19,51

      per jaar € 234,10

    • f.

      voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

      per maand  € 14,32

      per jaar € 171,80

    • g.

      voor grote bedrijven: voor de vijfde en verdere vergunning:

      per maand  € 26,90

      per jaar € 322,70

  • 2.4

    Voor een vergunning waarin een bepaald parkeerterrein binnen de gemeente is aangewezen met plaatsgarantie

    per maand € 46,83

    per jaar € 561,90

  • 2.5

    Gereserveerde standplaats (onder andere autodate):

    Voor een vergunning voor een bepaald kenteken of bepaalde kentekens op één of meerdere standplaatsen

    per maand € 31,67

    per jaar € 380,00

  • 2.6

    Functionele bedrijfsvergunning

    per maand € 34,98

    per jaar € 419,70

  • 3.

    Voor een parkeerkrasvergunning voor de in artikel 3 lid 3 sub a en b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen, per stuk € 2,50.

Artikel II  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2018.

  • 3.

    De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

     

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 7 november 2017

 

de griffier,

J.W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Naar boven