Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015

De raad van de gemeente Geldermalsen;

 

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 september 2017, nummer 007,

 

besluit:

 

Vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015.

 

Artikel I Wijziging Verordening

  •  

  • A.

    De aanhef wordt vervangen door: 

 

De raad van de gemeente Geldermalsen,

 

gelet het voorstel van burgemeester en wethouders van 22 augustus 2017;

 

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdelen a en d en artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

 

gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein Geldermalsen en de cliëntenraad Participatiewet Werkzaak;

 

  • B.

    Artikel 5 komt te luiden:

 

Artikel 5. Ingangsdatum en tijdvak van een verlaging

  • 1.

    Een verlaging wordt toegepast op de uitkering of bijzondere bijstand die is verleend met toepassing van artikel 12 van de Participatiewet over de kalendermaand volgend op de maand waarin het besluit tot het opleggen van de verlaging aan een belanghebbende is bekendgemaakt. Daarbij wordt uitgegaan van de op dat tijdstip voor die belanghebbende geldende bijstandsnorm.

  • 2.

    Als de verlaging niet op grond van het eerste lid kan worden geëffectueerd, dan wordt de verlaging opgelegd met ingang van de eerstvolgende betaling van de uitkering nadat het besluit tot het opleggen van de verlaging is genomen.

  • 3.

    Een verlaging kan met terugwerkende kracht worden toegepast op de uitkering over de periode waarop de gedraging betrekking heeft gehad of over de periode waarin de gedraging heeft plaatsgevonden als een verlaging overeenkomstig het eerste lid niet mogelijk is omdat de uitkering is beëindigd of ingetrokken.

  • 4.

    Als een verlaging niet of niet geheel ten uitvoer kan worden gelegd als gevolg van de beëindiging of intrekking van de uitkering, wordt de verlaging of dat deel van de verlaging dat nog niet is uitgevoerd, alsnog opgelegd als belanghebbende binnen de termijn, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, opnieuw een uitkering ontvangt.

    

  • C.

    Artikel 7 komt te luiden:

 

Artikel 7. Gedragingen Participatiewet

Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting op grond van de artikelen 9, 9a, 17, tweede lid, en 55 van de Participatiewet niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a.

    eerste categorie: het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;

  • b.

    tweede categorie:

    • 1.

      het niet of onvoldoende meewerken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de Participatiewet;

    • 2.

      het onvoldoende nakomen van verplichtingen als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, of 55 van de Participatiewet, voor zover het gaat om een belanghebbende jonger dan 27 jaar, gedurende vier weken na een melding als bedoeld in artikel 43, vierde en vijfde lid, van de Participatiewet, voor zover deze verplichtingen niet worden genoemd in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet;

    • 3.

      het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken verplichtingen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder, bedoeld in artikel 9a, eerste lid, van de Participatiewet;

    • 4.

      het niet of onvoldoende verrichten van een door het college opgedragen tegenprestatie naar vermogen als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, van de Participatiewet;

    • 5.

      het niet of onvoldoende nakomen van de medewerkingsplicht als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Participatiewet;

  • c.

    derde categorie: het niet naar vermogen proberen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen in de gemeente van inwoning voor zover dit niet voortvloeit uit een gedraging als bedoeld in artikel 18, vierde lid, van de Participatiewet.

 

  • D.

    Er wordt een nieuw artikel 7a toegevoegd dat luidt:

 

Artikel 7a. Niet meewerken aan taaltoets

Als een belanghebbende niet meewerkt aan het afleggen van de taaltoets als bedoeld in artikel 18b, tweede lid, van de Participatiewet, wordt een verlaging opgelegd van:

  • a.

    20 % van de bijstandsnorm gedurende de eerste zes maanden

  • b.

    40% van de bijstandsnorm gedurende de volgende zes maanden als belanghebbende zich na de eerste zes maanden na bekendmaking van een besluit waarmee een verlaging is toegepast vanwege het niet meewerken aan het afleggen van de taaltoets opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging;

  • c.

    100% van de bijstandsnorm na 12 maanden, gedurende onbepaalde tijd als belanghebbende zich binnen 12 maanden na bekendmaking van een besluit in de zin van artikel 7a, onderdeel b, van deze verordening, opnieuw schuldig maakt aan dezelfde verwijtbare gedraging.

         

  • E.

    Artikel 8 komt te luiden:

 

Artikel 8. Gedragingen IOAW en IOAZ

Gedragingen van een belanghebbende waardoor een verplichting op grond van de artikelen 37 en 38 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 37 en 38 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet of onvoldoende wordt nagekomen, worden onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a.

    eerste categorie:

    het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of het niet tijdig laten verlengen van de registratie;

  • b.

    tweede categorie:

    • 1.

      het niet of in onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling;

    • 2.

      het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening als bedoeld in de artikelen 36, eerste lid, en 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de artikelen 36, eerste lid, en artikel 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, voor zover dit niet heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening;

    • 3.

      het uit houding en gedrag ondubbelzinnig laten blijken de verplichtingen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of artikel 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen niet te willen nakomen, wat heeft geleid tot het intrekken van de ontheffing van de arbeidsplicht voor een alleenstaande ouder als bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of artikel 38, eerste lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

    • 4.

      het niet of onvoldoende verrichten van een door het college opgedragen tegenprestatie naar vermogen als bedoeld in artikel 37, eerste lid, onderdeel f, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of artikel 37, eerste lid, onderdeel f, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

  • c.

    derde categorie:

    het niet of onvoldoende gebruik maken van een door het college aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in de artikelen 36, eerste lid, en 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 36, eerste lid, en 37, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, voor zover dit heeft geleid tot het geen doorgang vinden of tot voortijdige beëindiging van die voorziening.

     

  • F.

    Artikel 11 komt te luiden:

 

Artikel 11. Verrekenen verlaging

  • 1.

    Het bedrag van de verlaging, bedoeld in artikel 10, wordt toegepast over de maand van oplegging van de maatregel en de volgende twee maanden als bijzondere omstandigheden dit rechtvaardigen.

  • 2.

    Als sprake is van een verlaging op grond van artikel 18, vierde lid, onderdeel a, van de Participatiewet, vindt geen verrekening als bedoeld in het eerste lid plaats.

 

  • G.

    Artikel 12 lid 3 komt te vervallen.

 

  • H.

    Het bestaande artikel 18 wordt vernummerd naar artikel 19.

 

  • I.

    Artikel 18 komt te luiden:

 

Artikel 18. Blijvend en tijdelijk weigeren IOAW- of IOAZ-uitkering

  • 1.

    Het college stelt een verlaging vast als:

    • a.

      aan de beëindiging van de dienstbetrekking van belanghebbende een dringende reden ten grondslag ligt in de zin van artikel 678 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en belanghebbende ter zake een verwijt kan worden gemaakt, of;

    • b.

      de dienstbetrekking van belanghebbende is beëindigd door of op zijn verzoek zonder dat aan de voortzetting ervan zodanige bezwaren waren verbonden, dat deze voortzetting redelijkerwijs niet van hem zou kunnen worden gevergd, of;

    • c.

      belanghebbende nalaat algemeen geaccepteerde arbeid te aanvaarden, of;

    • d.

      belanghebbende door eigen toedoen geen algemeen geaccepteerde arbeid verkrijgt.

  • 2.

    De verlaging, bij gedragingen als bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld op:

    • a.

      100% van de uitkering gedurende één maand bij een gedraging zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel a;

    • b.

      100% van de uitkering gedurende één maand bij gedragingen zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;

    • c.

      100% van de uitkering gedurende één maand bij gedragingen zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel c;

    • d.

      100% van de uitkering gedurende één maand bij gedragingen zoals bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.

Artikel II Inwerkingtreding.

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking hiervan in het digitale Gemeenteblad en werkt terug tot en met 1 januari 2017.

 

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 31 oktober 2017, nummer 10.05a ,

de griffier, de voorzitter,

 

Toelichting op de voorgestelde wijzigingen

 

Ad A.

Wettelijke grondslag is gewijzigd. Artikel 8 lid 1 onder e is komen te vervallen. De wettelijke grondslag van de verordening is gebaseerd op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdelen a en d en artikel 8b van de Participatiewet, artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.

 

Ad B.

Artikel 60b van de Participatiewet is komen te vervallen en artikel 8 tweede lid onder d Participatiewet is komen te vervallen. Dit artikel betreft de grondslag voor de verordening waarin gemeenten verplicht waren nadere regels te stellen over de bevoegdheid om de beslagvrije voet tijdelijk buiten werking te stellen. Hierdoor wordt een nieuw artikel 5 lid 2 toegevoegd en vindt vernummering plaats van artikel 5 lid 2 en 5 lid 4. Artikel 5 lid 3 is komen te vervallen.

 

Ad C.

Aan artikel 7 worden 2 nieuwe leden (artikel 7 lid 3 en artikel 7 lid 5) toegevoegd (uitbreiding met alleenstaande ouders en medewerkingsplicht) en vindt vernummering plaats: artikel 7 lid 4 wordt artikel 7 lid 5.

 

Ad D.

Er wordt een nieuw artikel 7a toegevoegd in verband met het niet meewerken aan de taaltoets.

 

Ad E.

De gedragingen als genoemd in artikel 8 in de IOAW en IOAZ zijn deels verplaatst naar een nieuw artikel 18.

 

Ad F.

Aan artikel 11 wordt een nieuw lid 2 toegevoegd.

 

Naar boven