Wijziging Verordening op de Omgevingscommissie MER 2014 gemeente Maasgouw

De raad van de gemeente Maasgouw,

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 8 november 2016

Gezien artikel 1, lid m van de Woningwet, artikel 6.2, lid 1 en 2 van het Besluit omgevingsrecht en artikel 15, lid 1 van de Monumentenwet 1988,

Gelet op de noodzaak om de Verordening op de Omgevingscommissie 2014 in overeenstemming te brengen met de actuele verordeningen van Echt-Susteren en Roerdalen,

 

B E S L U I T :

 

de Verordening op de Omgevingscommissie MER 2014 te wijzigen volgens bijgevoegde wijzigingsverordening

 

 

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Commissie: Omgevingscommissie MER;

  • c.

    Lid: lid van de Omgevingscommissie MER

  • d.

    Omgevingsdienst: Omgevingsdienst MER (gemeenschappelijke regeling Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen);

  • e.

    Secretaris: (ambtelijk) secretaris van de Omgevingscommissie MER; de functie kan (vooral in de aanvangsfase) worden ingevuld door meerdere personen;

  • f.

    Vergadering: vergadering van de Omgevingscommissie MER;

  • g.

    Voorzitter: voorzitter van de Omgevingscommissie MER of diens plaatsvervanger.

     

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    Commissie: Omgevingscommissie MER;

  • c.

    Welstandsdistrict Midden-Limburg: het welstandsdistrict bestaande uit de gemeenten Beesel, Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw en Roerdalen;

  • d.

    Kwaliteitsmenu: een vorm van ontwikkelingsplanologie die er op is gericht om (op beperkte schaal) ontwikkelingen mogelijk te maken in het buitengebied, terwijl tegelijkertijd de ruimtelijke kwaliteit van dat buitengebied wordt verbeterd;

  • e.

    Lid: lid van de Omgevingscommissie MER;

  • f.

    Omgevingsdienst: Omgevingsdienst MER, zijnde een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen;

  • g.

    Secretaris: (ambtelijk) secretaris van de Omgevingsdienst MER;

  • h.

    Vergadering: vergadering van de Omgevingscommissie MER;

  • i.

    Voorzitter: voorzitter van de Omgevingscommissie MER of diens plaatsvervanger.

 

  

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit:

    • a.

      twee leden, die deskundig zijn op het gebied van architectuur en bouwtechniek, geregistreerd in het architectenregister;

    • b.

      twee leden, die – als onder a van onderhavig artikel – deskundig zijn op het gebied van architectuur en bouwtechniek, maar additioneel kennis hebben van en ervaring hebben met monumentenrestauraties, architectuurgeschiedenis en historische bouwkunde;

  • 2.

    Het college benoemt de leden van de commissie, evenals twee plaatsvervangende leden.

  • 3.

    Indien het bouwplan daartoe aanleiding geeft kan de commissie een deskundige met kennis, die niet in de commissie voorhanden is, toevoegen aan de commissie. Daarbij hebben plaatsvervangende leden voorrang.    

         

Artikel 2 Samenstelling van de commissie

  • 1.

    De commissie bestaat uit:

    • a.

      twee leden, die deskundig zijn op het gebied van architectuur en bouwtechniek, geregistreerd in het architectenregister;

    • b.

      één lid, dat – als onder a van dit artikel – deskundig is op het gebied van architectuur en bouwtechniek, maar additioneel kennis heeft van en ervaring heeft met monumentenrestauraties, architectuurgeschiedenis en historische bouwkunde;

    • c.

      één lid, deskundig op het gebied van de inrichting van het landschap, de natuur(ontwikkeling) en de landbouw. Dit commissielid woont alleen een vergadering bij als één of meerdere plannen op het gebied van het “kwaliteitsmenu” op het programma staan.

  • 2.

    Het college benoemt – op voordracht van het bestuur van het Welstandsdistrict Midden-Limburg – de leden van de commissie, evenals de plaatsvervangende leden.

  • 3.

    Indien een bouwplan daartoe aanleiding geeft kan de commissie een deskundige met kennis, die niet in de commissie voorhanden is, toevoegen aan de commissie. Daarbij hebben plaatsvervangende leden voorrang.

 

  

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3 De voorzitter

  • 1.

    De commissie regelt de keuze en de vervanging van de voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter geeft leiding aan de vergadering, zorgt voor een gestructureerde voortgang hiervan en integreert de verschillende visies ten aanzien van een plan tot een gemeenschappelijk, helder (eind)advies.

  • 3.

    De voorzitter waarborgt de onafhankelijkheid en kwaliteit van de advisering.

  • 4.

    De voorzitter representeert de commissie naar buiten toe.

 

Artikel 3 De voorzitter

  • 1.

    De commissie wijst uit haar midden de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 2.

    De voorzitter geeft leiding aan de vergadering, zorgt voor een gestructureerde voortgang hiervan en integreert de verschillende visies ten aanzien van een plan tot een gemeenschappelijk, helder (eind) advies.

  • 3.

    De voorzitter waarborgt de onafhankelijkheid en kwaliteit van de advisering.

  • 4.

    De voorzitter vertegenwoordigt de commissie naar buiten toe.

  

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De Omgevingsdienst wijst maximaal drie ambtelijke secretarissen aan, die elkaar onderling kunnen vervangen.

  • 2.

    De secretaris ontvangt de bezoekers en ondersteunt de commissie wat betreft informatie over het gemeentelijk beleid en te behandelen plannen.

  • 3.

    De secretaris neemt geen deel aan de beraadslagingen, maar heeft een coördinerende, toelichtende en rapporterende taak.

  • 4.

    De secretaris stelt voor iedere vergadering de agenda samen, draagt zorg voor de (digitale) verslaglegging hiervan, is verantwoordelijk voor de administratieve verwerking van de adviezen en informeert schriftelijk de indieners van een plan (zijnde de opdrachtgever en/of ontwerper).

  • 5.

    De secretaris stelt het jaarverslag van de commissie op.

  • 6.

    De secretaris vormt de intermediair tussen de commissie en de Omgevingsdienst, van waaruit de contacten met bestuurders en de ambtelijke organisatie van de betrokken gemeente wordt onderhouden.

  • 7.

    De secretaris bepaalt in overleg met de Omgevingsdienst de vergaderdag, de vergaderfrequentie, het tijdstip en de tijdsduur van vergaderen en informeert de commissie hierover.

Artikel 4 De secretaris

  • 1.

    De Omgevingsdienst wijst een ambtelijk secretaris aan en twee plaatsvervangende secretarissen. Deze kunnen elkaar onderling vervangen.

  • 2.

    De secretaris ontvangt de bezoekers en ondersteunt de commissie wat betreft informatie over het gemeentelijk beleid en te behandelen plannen.

  • 3.

    De secretaris neemt geen deel aan de beraadslagingen, maar heeft een coördinerende, toelichtende en rapporterende taak.

  • 4.

    De secretaris stelt voor iedere vergadering de agenda samen, draagt zorg voor de (digitale) verslaglegging hiervan, is verantwoordelijk voor de administratieve verwerking van de adviezen en informeert schriftelijk de indieners van een plan (zijnde de opdrachtgever en/of ontwerper).

  • 5.

    De secretaris stelt het jaarverslag van de commissie op.

  • 6.

    De secretaris vormt de intermediair tussen de commissie en de Omgevingsdienst, van waaruit de contacten met bestuurders en de ambtelijke organisatie van de betrokken gemeenten worden onderhouden.

  • 7.

    De secretaris bepaalt in overleg met de Omgevingsdienst de vergaderdag, de vergaderfrequentie, het tijdstip en de tijdsduur van vergaderen en informeert de commissie hierover.

  

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6 Taken van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak, om op verzoek, vanuit een integrale visie over een aantrekkelijke gebouwde omgeving en kennis van architectuur en monumentale waarden, het college onafhankelijk te adviseren over alle aspecten betreffende welstand, monumentenzorg, de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden en de inrichting van de openbare ruimte, zoals die hun grondslag vinden in:

    • a.

      relevante wetgeving in formele zin;

    • b.

      in aanwijzingsbesluiten van de beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • c.

      in de relevante gemeentelijke verordeningen en algemeen verbindende voorschriften;

    • d.

      relevante gemeentelijke beleidsregels;

    • e.

      de rechtspraak.

Artikel 6 Taken van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak, om op verzoek, vanuit een integrale visie over een aantrekkelijke gebouwde omgeving, ruimtelijke en landschappelijke waarden en kennis van architectuur en monumentale waarden, het college onafhankelijk te adviseren over alle aspecten betreffende de welstand, de monumentenzorg en het landschap, de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden en de inrichting van de openbare ruimte, zoals die hun grondslag vinden in:

    • a.

      relevante wetgeving in formele zin;

    • b.

      de aanwijzingsbesluiten van de beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • c.

      de relevante gemeentelijke verordeningen en algemeen verbindende voorschriften;

    • d.

      de relevante gemeentelijke beleidsregels;

    • e.

      de gemeentelijke structuurvisie(s) / omgevingsvisie(s);

    • f.

      de rechtspraak.

  

Artikel 6,wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 6,Taken van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak, om op verzoek, vanuit een integrale visie over een aantrekkelijke gebouwde omgeving en kennis van architectuur en monumentale waarden, het college onafhankelijk te adviseren over alle aspecten betreffende welstand, monumentenzorg, de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden en de inrichting van de openbare ruimte, zoals die hun grondslag vinden in:

    • f.

      relevante wetgeving in formele zin;

    • g.

      in aanwijzingsbesluiten van de beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • h.

      in de relevante gemeentelijke verordeningen en algemeen verbindende voorschriften;

    • i.

      relevante gemeentelijke beleidsregels;

    • j.

      de rechtspraak.

Artikel 6,Taken van de commissie

  • 1.

    De commissie heeft tot taak, om op verzoek, vanuit een integrale visie over een aantrekkelijke gebouwde omgeving, ruimtelijke en landschappelijke waarden en kennis van architectuur en monumentale waarden, het college onafhankelijk te adviseren over alle aspecten betreffende de welstand, de monumentenzorg en het landschap, de kenmerkende eigenschappen van de met de status van beschermd stads- en dorpsgezicht aangewezen gebieden en de inrichting van de openbare ruimte, zoals die hun grondslag vinden in:

    • g.

      relevante wetgeving in formele zin;

    • h.

      de aanwijzingsbesluiten van de beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • i.

      de relevante gemeentelijke verordeningen en algemeen verbindende voorschriften;

    • j.

      de relevante gemeentelijke beleidsregels;

    • k.

      de gemeentelijke structuurvisie(s) / omgevingsvisie(s);

    • l.

      de rechtspraak.

  

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7 Vooroverleg en advisering

  • 1.

    Ter voorbereiding van een bouwinitiatief kan de aanvrager of diens vertegenwoordiger de commissie vragen om, voorafgaande aan een definitieve omgevingsvergunningaanvraag, in het kader van een vooroverleg, de behandeling van een plan ter hand te nemen, met het doel om in een vroegtijdig stadium een indruk te verkrijgen over de beoordeling, de beoordelingsruimte en de van belang zijnde toetsingscriteria.

  • 2.

    Het advies van de commissie geeft aan of een ontwerp op zichzelf en in verband met de omgeving of met het oog op de te verwachten ontwikkelingen in strijd is met de redelijke eisen van welstand, met de monumentale waarden of de monumentale context. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de hiervoor geldende criteria, neergelegd in de in artikel 6 bedoelde wetten, algemeen verbindende voorschriften, verordeningen en beleidsregels.

  • 3.

    De commissie vraagt bij ingrijpende monumentenplannen, daar waar zij de nodige kaders en handvatten voor een onderbouwde advisering moet missen, om een waardenstellend en bouwhistorisch onderzoek.

  • 4.

    Het welstands- en monumentenadvies wordt schriftelijk uitgebracht en met redenen omkleed.

  • 5.

    De advisering is niet gericht op aangelegenheden die buiten de beoordelingskaders liggen van het welstandstoezicht of de monumentenzorg.

  • 6.

    Het welstands- en monumentenadvies kan worden gecombineerd met suggesties voor het beleid en de procedurele gang van zaken, die naar de mening van de commissie van belang zijn.

  • 7.

    Het welstands- en monumentenadvies wordt zodanig geformuleerd, dat de aanvrager en diens vertegenwoordiger zich niet in de goede eer aangetast kunnen voelen.

Artikel 7 Vooroverleg en advisering

  • 1.

    Ter voorbereiding van een bouwinitiatief kan de aanvrager of diens vertegenwoordiger de commissie vragen om, voorafgaande aan een definitieve omgevingsvergunningaanvraag, in het kader van een vooroverleg, de behandeling van een plan ter hand te nemen, met het doel om in een vroegtijdig stadium een indruk te verkrijgen over de beoordeling, de beoordelingsruimte en de van belang zijnde toetsingscriteria.

  • 2.

    Het advies van de commissie geeft aan of een ontwerp op zichzelf en in verband met de omgeving of met het oog op de te verwachten ontwikkelingen in strijd is met de redelijke eisen van welstand, met de monumentale waarden of de monumentale context en met het kwaliteitsmenu. De beoordeling vindt plaats aan de hand van de hiervoor geldende criteria, neergelegd in de in artikel 6 bedoelde wetten, algemeen verbindende voorschriften, verordeningen en beleidsregels.

  • 3.

    De commissie vraagt bij ingrijpende monumentenplannen, daar waar zij de nodige kaders en handvatten voor een onderbouwde advisering mist, om een waardenstellend en bouwhistorisch onderzoek.

  • 4.

    Het welstandsadvies, monumentenadvies en advies betreffende de ruimtelijke en landschappelijke kwaliteit wordt schriftelijk uitgebracht en met redenen omkleed.

  • 5.

    De advisering is niet gericht op aangelegenheid die buiten de beoordelingskaders liggen van het welstandstoezicht, de monumentenzorg en het gemeentelijk kwaliteitsmenu.

  • 6.

    Het welstandsadvies, monumentenadvies en advies betreffende de ruimtelijke kwaliteit kan worden gecombineerd met suggesties voor het beleid en de procedurele gang van zaken, die naar de mening van de commissie van belang zijn.

  • 7.

    Het welstandsadvies, monumentenadvies en advies betreffende het gemeentelijk kwaliteitsmenu wordt zodanig geformuleerd, dat de aanvrager en diens vertegenwoordigers zich niet in de goede eer aangetast kunnen voelen.

  

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd.

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1.

    De commissie vergadert in het openbaar.

  • 2.

    De commissie vergadert in beginsel wekelijks. De data en tijdstippen van de vergadering worden aan het begin van het kalenderjaar bekend gemaakt op de gemeentelijke website, in een van overheidswege uitgegeven blad, in een dag-nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geëigende wijze.

  • 3.

    De agenda van de vergadering is uiterlijk twee dagen voor de datum van de vergadering opvraagbaar bij de secretaris of diens plaatsvervanger(s).

  • 4.

    Het college kan, al dan niet op verzoek van de aanvrager of diens vertegenwoordiger, een verzoek doen tot een niet-openbare behandeling. In dat geval dient het college daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als de beoordeling en advisering als bedoeld in artikel 12b, lid 2 Woningwet en artikel 15 Monumentenwet.

  • 5.

    Een aanvrager of diens vertegenwoordiger krijgt desgewenst de gelegenheid om een toelichting te geven op een plan. De aanvrager of diens vertegenwoordiger wordt hiervoor uitgenodigd door de secretaris, in de vergadering waarin de planbehandeling is voorzien.

  • 6.

    Omgekeerd kan een aanvrager of diens vertegenwoordiger op wens van de commissie uitgenodigd worden in de vergadering om een toelichting te geven op een plan, waarvan de behandeling in de vergadering is voorzien.

  • 7.

    Een plantoelichting duurt in beginsel niet langer dan 20 minuten en betreft het ontwerp alsmede de gemaakte keuzes in relatie tot de welstands- en monumentencriteria.

   

Artikel 9 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting

  • 1.

    De commissie vergadert in het openbaar.

  • 2.

    De commissie vergadert in beginsel wekelijks. De data en tijdstippen van de vergadering worden aan het begin van het kalenderjaar bekend gemaakt op de gemeentelijke website, in een van overheidswege uitgegeven blad, in een dag-nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geëigende wijze.

  • 3.

    De agenda van de vergadering is uiterlijk twee dagen voor de datum van de vergadering opvraagbaar bij de secretaris of diens plaatsvervanger(s).

  • 4.

    Het college kan, al dan niet op verzoek van de aanvrager of diens vertegenwoordiger, een verzoek doen tot een niet-openbare behandeling. In dat geval dient het college daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid bestuur ten grondslag te leggen. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen als de beoordeling en advisering als bedoeld in artikel 12b, lid 2 Woningwet en artikel 15 Monumentenwet.

  • 5.

    Een aanvrager of diens vertegenwoordiger krijgt desgewenst de gelegenheid om een toelichting te geven op een plan. De aanvrager of diens vertegenwoordiger wordt hiervoor uitgenodigd door de secretaris, in de vergadering waarin de planbehandeling is voorzien.

  • 6.

    Omgekeerd kan een aanvrager of diens vertegenwoordiger op wens van de commissie uitgenodigd worden in de vergadering om een toelichting te geven op een plan, waarvan de behandeling in de vergadering is voorzien.

  • 7.

    Een plantoelichting duurt in beginsel niet langer dan 20 minuten en betreft het ontwerp alsmede de gemaakte keuzes in relatie tot de ruimtelijke en landschappelijke inpassings-, welstands- en en monumentencriteria.

  

Artikel 10 wordt nieuw ingevoegd. De volgende artikelnummers schuiven in de nieuwe verordening steeds een plaats op.

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 10 Quorum

Niet voorhanden. 

Artikel 10 Quorum

Voor het houden van een vergadering is vereist dat twee leden, onder wie in elk geval de voorzitter van de commissie, of zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Maasgouw van 15 december 2016.

De raad voornoemd,

De griffier,

H.M.L. van Soest

De voorzitter,

S.H.M. Strous

Naar boven