Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 2015
De raad van de gemeente Doetinchem;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2014;
gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en de onderdelen a en b van de Gemeentewet;
b e s l u i t :
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van lijkbezorgingsrechten 201 5
 
 
Artikel 1.Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    begraafplaatsen : de begraafplaatsen aan de Loolaan, aan de Kommendijk en de
    Nutselaer (Slangenburg);
  • b.
    graf : een zandgraf of een keldergraf;
  • c.
    grafkelder : een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere
    lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;
  • d.
    asbus : een bus ter berging van as van een overledene;
  • e.
    urn : een voorwerp ter berging van een of meerdere asbussen;
  • f.
    particulier graf : een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
    uitsluitend recht is verleend tot:
    • -
      het doen begraven en begraven houden van lijken;
    • -
      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
  • -
    het doen verstrooien van as;
    • g.
      particulier kindergraf : een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het
      uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven en begraven
      houden van lijken tot de leeftijd van 13 jaar.
    • h.
      algemeen graf : een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt
      geboden tot het doen begraven van lijken;
    • i.
      particulier urnengraf : een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:
  • -
    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;
  • -
    het doen verstrooien van as;
    • j.
      algemeen urnengraf : een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt
      geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;
    • k.
      particuliere urnennis : een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet
      houden van asbussen met of zonder urnen;
    • l.
      particuliere gedenkplaats : een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;
    • m.
      verstrooiingsplaats : een plaats waarop as wordt verstrooid;
    • n.
      particuliere verstrooiings- : een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon
      plaats het uitsluitend recht is verleend om daarop as te doen verstrooien;
    • o.
      grafbedekking : gedenkteken of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of
      verstrooiingsplaats;
    • p.
      natuurbegraafplaats : de natuurbegraafplaats is een onderdeel van begraafplaats
      Slangenburg;
    • q.
      boomgraf : een aangewezen plaats op de natuurbegraafplaats waar een boom op
      het graf kan worden geplant;
    • r.
      urnenbosgraf : een graf nabij een vooraf geselecteerde bestaande boom in de
      boszone.
Artikel 2. Belastbaar feit
Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.
Artikel 3. Belastingplicht
De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruikmaakt.
Artikel 4. Vrijstellingen
De rechten worden niet geheven voor:
  • a.
    het lichten van een lijk of asbus op rechterlijk gezag;
  • b.
    het begraven van overleden kinderen die met de overleden moeder in een kist worden begraven.
Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief
  • 1.
    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6.Belastingjaar
  • 1.
    Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven, is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.
  • 2.
    Met betrekking tot de rechten, genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.2 van de tarieventabel is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.
Artikel 7. Wijze van heffing
  • 1.
    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel, worden geheven bij wege van aanslag.
  • 2.
    Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 8.Ontstaan van de belastingschuld
De onderhoudsrechten, als bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar.
Artikel 9.Ontstaan van een belastingschuld voor de overige rechten
Andere rechten dan die bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.
Artikel 10.Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten als bedoeld in de hoofdstukken 1, 2, 3.2, 4, 5, 6 en 7 van de tarieventabel worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.
  • 2.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen als bedoeld in hoofdstuk 3.1 van de tarieventabel worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand, volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
  • 3.
    In afwijking van het tweede lid geldt:
    • a.
      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 25,- en niet meer is dan € 2500,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
    • b.
      in het geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder of gelijk is aan € 25,-, en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
  • 4.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 11. Kwijtschelding
Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 12. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.
Artikel 13.Overgangsrecht
  • 1.
    De Verordening lijkbezorgingsrechten 2014 van 19 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 2.
    Indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in artikel 14, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, blijft de in het eerste lid genoemde verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover de heffing van de rechten hiervoor in de periode plaatsvindt.
Artikel 14. Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
Artikel 15. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening lijkbezorgingsrechten 2015.
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 18 december 2014,
griffier voorzitter
Tarieventabel, behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2015
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1 - Verlenen van rechten
 
 
 
 
 
 
 
1.0
 
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf wordt
 
 
 
 
geheven voor de aankoop van een kindergraf:
 
 
1.0.1
 
voor een periode van 10 jaar
204,20
1.0.2
 
voor een periode van 20 jaar
265,45
1.0.3
 
voor een periode van 30 jaar
318,60
1.0.4
 
voor een periode van 40 jaar
350,45
 
 
 
 
 
1.0.5
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1,
 
 
 
 
1.0.2, 1.0.3 en 1.0.4 met 10 jaar wordt geheven:
 
 
1.0.5.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1
181,25
1.0.5.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.2
90,60
1.0.5.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.3
54,40
1.0.5.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.4
36,20
1.0.5.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
36,20
 
 
 
 
 
1.0.6
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1,
 
 
 
 
1.0.2, 1.0.3 en 1.0.4 met 20 jaar wordt geheven:
 
 
1.0.6.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.1
271,85
1.0.6.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.2
145,00
1.0.6.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.3
90,60
1.0.6.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.0.4
72,40
1.0.6.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
36,20
 
 
 
 
 
1.1
 
voor de aankoop van een eenpersoonsgraf
 
 
1.1.1
 
voor een periode van 10 jaar
408,40
1.1.2
 
voor een periode van 20 jaar
530,90
1.1.3
 
voor een periode van 30 jaar
637,20
1.1.4
 
voor een periode van 40 jaar
700,90
 
 
 
 
 
1.1.5
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1,
 
 
 
 
1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 met 10 jaar wordt geheven:
 
 
1.1.5.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1
362,40
1.1.5.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2
181,20
1.1.5.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3
108,80
1.1.5.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.4
72,40
1.1.5.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
72,40
 
 
 
 
 
1.1.6
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1,
 
 
 
 
1.1.2, 1.1.3 en 1.1.4 met 20 jaar wordt geheven:
 
 
1.1.6.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.1
543,60
1.1.6.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.2
290,00
1.1.6.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.3
181,20
1.1.6.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.1.4
144,80
1.1.6.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
72,40
 
 
 
 
 
1.2
 
Voor de aankoop van een tweepersoonsgraf
 
 
1.2.1
 
voor een periode van 20 jaar
1.061,80
1.2.2
 
voor een periode van 30 jaar
1.274,40
1.2.3
 
voor een periode van 40 jaar
1.401,80
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1.2.4
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1,
 
 
 
 
1.2.2 en 1.2.3 met 10 jaar wordt geheven:
 
 
1.2.4.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1
362,40
1.2.4.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.2
217,60
1.2.4.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.3
144,80
1.2.4.4
 
voor volgende verlenging wordt geheven
144,80
 
 
 
 
 
1.2.5
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1,
 
 
 
 
1.2.2 en 1.2.3 met 20 jaar wordt geheven:
 
 
1.2.5.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.1
580,00
1.2.5.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.2
362,40
1.2.5.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.2.3
289,60
1.2.5.4
 
voor volgende verlenging wordt geheven
144,80
 
 
 
 
 
1.3
 
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een urnengraf, een
 
 
 
 
een urnennis, een gedenkplaats en een verstrooiingsplaats
 
 
 
 
wordt geheven:
 
 
1.3.1
 
voor een periode van 10 jaar
408,40
1.3.2
 
voor een periode van 20 jaar
530,90
1.3.3
 
voor een periode van 30 jaar
637,20
1.3.4
 
voor een periode van 40 jaar
700,90
 
 
 
 
 
1.3.5
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1,
 
 
 
 
1.3.2, 1.3.3 en 1.3.4 met 10 jaar wordt geheven:
 
 
1.3.5.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1
362,40
1.3.5.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2
181,20
1.3.5.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.3
108,80
1.3.5.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.4
72,40
1.3.5.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
72,40
 
 
 
 
 
1.3.6
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1,
 
 
 
 
1.3.2, 1.3.3 en 1.3.4 met 20 jaar wordt geheven:
 
 
1.3.6.1
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.1
543,60
1.3.6.2
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.2
290,00
1.3.6.3
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.3
181,20
1.3.6.4
 
voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.3.4
144,80
1.3.6.5
 
voor volgende verlenging wordt geheven
72,40
 
 
 
 
 
1.4
 
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een grafkelder
 
 
 
 
wordt geheven:
 
 
1.4.1
 
voor een periode van 20 jaar voor een grafkelder:
 
 
 
a.
bestemd voor één lijk
5.507,80
 
b.
bestemd voor twee lijken, boven elkaar te begraven
5.737,55
 
c.
bestemd voor twee lijken, naast elkaar te begraven
9.715,65
 
d.
bestemd voor vier lijken
12.305,10
 
 
 
 
 
1.4.2
 
voor een periode van 40 jaar voor een grafkelder:
 
 
 
a.
bestemd voor één lijk
6.285,65
 
b.
bestemd voor twee lijken, boven elkaar te begraven
6.468,40
 
c.
bestemd voor twee lijken, naast elkaar te begraven
11.245,30
 
d.
bestemd voor vier lijken
13.933,90
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
1.4.3
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4.1
 
 
 
 
en 1.4.2 met 10 jaar wordt geheven
579,50
1.4.3.1
 
Voor het verlengen van het uitsluitend recht als bedoeld in 1.4.1
 
 
 
 
en 1.4.2 met 20 jaar wordt geheven
1.159,00
 
 
 
 
 
1.5
 
Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een graf op de
 
 
 
 
natuurbegraafplaats wordt geheven:
 
 
1.5.1
 
voor een eeuwigdurend graf:
 
 
 
a.
voor een éénpersoonsgraf
2.888,10
 
b.
voor een tweepersoonsgraf
3.578,60
 
c.
voor een urnen bosgraf (1 x 1 m), maximaal 4 urnen
1.444,95
1.5.2
 
voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een boom op een
 
 
 
 
daarvoor aangewezen boomgraf op de natuurbegraafplaats
 
 
 
 
Slangenburg wordt geheven
500,00
1.5.3
 
voor het verkrijgen van het uitsluitend recht op een struik op een
 
 
 
 
daarvoor aangewezen graf op de natuurbegraafplaats
 
 
 
 
Slangenburg wordt geheven
75,00
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2 - Begraven, bijzetten, verstrooien
 
 
 
 
 
 
 
2.1
 
Voor het begraven van een lijk:
 
 
2.1.1
 
van een kind beneden 1 jaar wordt geheven
207,80
2.1.2
 
van een kind van 1 tot 13 jaar wordt geheven
415,60
2.1.3
 
van een persoon van 13 jaar of ouder wordt geheven
831,20
2.2
 
Voor het bijzetten van asbus of urn wordt geheven
109,65
2.3
 
Voor het verstrooien van as wordt geheven
109,65
2.4
 
Voor het begraven, bijzetten of verstrooien op de begraafplaatsen
 
 
 
 
anders dan tussen de daarvoor bij de Verordening
 
 
 
 
begraafplaatsen gemeente Doetinchem 2007 vastgestelde tijdstippen
 
 
 
wordt het in dit hoofdstuk bedoelde bedrag verhoogd met 100%.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3 - Onderhoud begraafplaatsen
 
 
 
 
 
 
 
3.1
 
Voor het onderhoud van de begraafplaatsen wordt per jaar
 
 
 
 
geheven:
 
 
 
 
voor een graf:
 
 
3.1.1
 
waarvoor het uitsluitend recht tot begraven is verleend voor
 
 
 
 
1 januari 1981 en welk recht nog niet is verlengd na 1 januari 1981,
 
 
 
 
een bedrag van
55,30
3.1.2
 
waarvoor het uitsluitend recht tot begraven is verleend na
 
 
 
 
31 december 1980:
 
 
3.1.2.1
 
voor een graf van een persoon tot 13 jaar
86,00
3.1.2.2
 
voor een graf van een persoon van 13 jaar of ouder
110,60
 
 
 
 
 
3.1.3
 
voor een urnengraf of particuliere verstrooiingsplaats
27,65
 
 
 
 
 
 
 
Afkoop onderhoud begraafplaatsen
 
 
 
 
 
 
 
3.2
 
De rechten als bedoeld hoofdstuk 3 kunnen worden afgekocht door betaling
 
 
ineens van een som, gelijk aan de contante waarde van de rechten over het
 
 
tijdvak, waarop de afkoop betrekking heeft.
 
 
 
 
Voor de berekening van de contante waarde wordt uitgegaan van een
 
 
 
rentevoet van 4,5% per jaar en een betaling op uiterlijk het tijdstip waarop
 
 
de afkoop ingaat.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4 - Opgraven, ruimen
 
 
 
 
 
 
 
4.1
 
Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven
788,35
4.2
 
Voor het ruimen of schudden van een graf op verzoek van de
 
 
 
 
rechthebbende per stoffelijk overschot wordt geheven
788,35
4.3
 
Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt
 
 
 
 
een bedrag geheven als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze tabel.
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 5 - Plaatsen gedenkteken
 
 
 
 
 
 
 
5.1
 
Gelijktijdig met het verlenen van het uitsluitend recht op een graf
 
 
 
 
wordt voor de afgifte van de vergunning tot het plaatsen van een
 
 
 
 
gedenkteken voor dat graf geheven
102,30
5.2
 
Voor het afgeven van de vergunning tot het plaatsen of vernieuwen
 
 
 
 
van een gedenkteken op graven uitgegeven voor 1 januari 2007
 
 
 
 
en voor algemene graven wordt geheven
102,30
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6 - Overschrijven
 
 
 
 
 
 
 
6.1
 
Voor het inschrijven of overschrijven van een rechthebbende in
 
 
 
 
het daartoe bestemde register wordt van de aanvrager geheven
5,80
 
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 7 - Diversen
 
 
 
 
 
 
 
7.1
 
Voor het op verzoek schoonmaken van een graf en de daarop
 
 
 
 
aanwezige grafbedekking, wordt per schoonmaak geheven
27,40
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Behorende bij raadsbesluit van 18 december 2014
 
 
 
 
Mij bekend,
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
de griffier
 
 
Naar boven