Toelichting op de Legesverordening 2015
De gemeente Epe hanteert als uitgangspunt de modelverordening van de VNG. Op onderdelen wijkt Epe af. Voor de toelichting wordt verwezen naar de modeltoelichting van de VNG zoals die onder meer te vinden is op www.modelverordeningen.nl. Hieronder worden de specifieke keuzes en afwijkingen voor Epe nader toegelicht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven
Uit efficiencyoverweging is bepaald dat bedragen onder de € 5,00 niet worden geheven.
De gemeente Epe wil klanten snel en efficiënt bedienen. Het digitale kanaal biedt daarvoor de beste ingang. Daarom is het beleid dat bij elektronische aanvragen volgens de daartoe opengestelde weg onder gelijktijdige (elektronische) betaling op de aangegeven wijze lagere tarieven worden gehanteerd.
Artikel 6 Wijze van heffing
In dit artikel is een extra bepaling opgenomen om ook op elektronische wijze te kunnen heffen.
Artikel 7 Termijnen van betaling
In dit onderdeel is een extra bepaling opgenomen in verband met heffing op elektronische wijze.
Artikel 11 Buiten behandeling stellen van aanvragen
In het kader van een efficiënte afwikkeling van aanvragen en de daarbij behorende betaling van de leges is het gewenst om een koppeling te leggen tussen het behandelen van de aanvraag en de betaling. Sinds de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht, meer in het bijzonder artikel 4:85, tweede lid, is het leggen van een dergelijke koppeling mogelijk. In de memorie van toelichting (TK 29 702, nr. 3) staat daarover het volgende:
Het tweede lid bepaalt dat titel 4.4 niet van toepassing is op verplichtingen tot betaling van een geldsom voor het in behandeling nemen van een aanvraag (vaak leges genoemd). Dit zijn bestuursrechtelijke geldschulden, die veelal uit een wettelijk voorschrift voortvloeien. Ook deze geldschulden passen niet goed in het stramien van titel 4.4. De sanctie op niet of niet tijdig betalen is in deze gevallen dat de aanvraag niet in behandeling wordt genomen. Aan bepalingen over verzuim, wettelijke rente en dwanginvordering bestaat dan geen behoefte. Eventuele geschillen over de verschuldigdheid of de hoogte van de leges kunnen zo nodig aan de orde worden gesteld in bezwaar of beroep tegen het besluit op de aanvraag, dan wel een besluit om de aanvraag niet in behandeling te nemen.
Artikel 4:5 van de Awb bepaalt dat bij wettelijk voorschrift wordt vastgelegd dat betaling als indieningsvereiste geldt. Een (belasting)verordening valt onder de definitie “wettelijk voorschrift”. Een dergelijke bepaling is echter alleen mogelijk voor zover die indieningsvereisten niet reeds uitputtend in een wettelijke regeling zijn vastgelegd. Voor de gemeente betekent dit bijvoorbeeld dat vergunningaanvragen op basis van de Algemene plaatselijke verordening onder dit nieuwe regime kunnen vallen.
De bedoeling is om naast de reeds bestaande situatie van aanvragen, afhalen en betalen bij de balie – denk aan rijbewijzen, uittreksels en paspoorten – waar in feite deze regeling in de praktijk al werd toegepast, deze ook toe te passen in gevallen waarin iemand niet direct aan de balie betaalt of waarin per brief of op digitale wijze een aanvraag wordt ingediend.
Er is gekozen voor een ‘kan’-bepaling. Dat houdt verband met het feit dat niet alle processen voor vergunningen tegelijk klaar zijn gemaakt om over te gaan op de nieuwe wijze van afhandelen. Als eenmaal een bepaald proces is vernieuwd, geldt de nieuwe werkwijze voor alle vergunningen die op die wijze worden afgewikkeld. Er is dus geen sprake van willekeur. In de brief die door de gemeente wordt verzonden wordt het vermeldt indien betaling als voorwaarde voor de in behandeling neming wordt gesteld.
Er is aangesloten bij de betaaltermijnen zoals genoemd in artikel 7. Na het ongebruikt verstrijken van die termijn, zal de aanvrager ingevolge artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid moeten worden gesteld om de aanvraag aan te vullen. In casu wordt er een herinnering verstuurd waarin nogmaals de gelegenheid wordt geboden om te betalen.
Voor de goede orde wordt opgemerkt dat het belastbare feit – het in behandeling nemen van de aanvraag – blijkens het arrest van de Hoge Raad van 21 december 2007, nr. 41303 moet worden uitgelegd in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet en niet in de zin van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat het belastbare feit zich in de regel wel voordoet, terwijl de aanvraag niet behandeld wordt (omdat niet is voldaan aan het indieningsvereiste van betaling). Aangezien het uitdrukkelijk niet de bedoeling is om in die gevallen alsnog tot invordering over te gaan – dat zou immers de beoogde efficiëncy juist tenietdoen – is daarvoor in het tweede lid een bepaling opgenomen die dergelijke gevallen uitsluit van invordering. Deze bepaling ziet dus niet op gevallen waarin de aanvraag om andere redenen dan het niet-betalen buiten behandeling wordt gesteld.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Tweede lid: het beleid met betrekking tot trouwen wordt vastgesteld door het college. Bij de ambtelijke voorbereiding van deze belastingverordening was het beleid nog niet gewijzigd en bestaat er nog geen mogelijkheid om tegen gereduceerd tarief in het huwelijk te treden bij verschillende niveaus van dienstverlening. Omdat nog niet duidelijk was of dat beleid voor 1 januari 2015 al zou zijn gewijzigd, is het noodzakelijk om hiervoor in dit artikel een bepaling op te nemen. Als het college het beleid ten aanzien van het trouwen na 1 januari 2015 wijzigt, treden de bepalingen in de legesverordening die zien op dat nieuwe beleid (onderdeel 1.1.2) gelijktijdig met dat nieuwe beleid in werking. Voor die tijd is dan alleen onderdeel 1.1.1. van kracht.
Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van verwijzingen naar wettelijke tarieven of maxima, zodat wijzigingen in hogere regelgeving automatisch doorwerkt in deze tarieventabel. Tarieven die overeenkomen met de vangnetbepaling (1.11.1.3) zijn zo min mogelijk afzonderlijk opgenomen. Hiermee is geen inhoudelijke wijziging beoogd, in die gevallen wordt teruggevallen op 1.11.1.3.
Titel 1 Algemene dienstverlening
Deze bepalingen geven invulling aan het nieuwe om tegen gereduceerd tarief te kunnen trouwen.
Op verzoek is het mogelijk op een andere locatie te trouwen. Het aanwijzen van zo’n locatie leidt tot extra kosten bij de gemeente die worden doorbelast.
Er is een afzonderlijk tarief voor het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen. Het VNG-model voorziet daar niet in.
In het kader van Epe als regiegemeente is het uitgangspunt dat mensen zelf de kosten voor de trouwlocatie betalen aan de exploitant daarvan.
1.2.1. en 1.2.2.reisdocumenten
Epe hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05.
1.3.1. en 1.3.2. rijbewijzen
Epe hanteert de wettelijke maximumtarieven, naar beneden afgerond op een veelvoud van € 0,05. Bij rijbewijzen worden extra leges in rekening gebracht in geval van vermissingen.
1.4. BRP en overige publiekszaken
Epe kent geen tarief voor abonnementen omdat deze in de praktijk niet voorkomen. Wel opgenomen zijn tarieven voor een BRP-uittreksel. Hieronder valt ook de verklaring van in leven zijn. De bepalingen voor overige publiekszaken zijn overgebracht naar dit hoofdstuk.
Verstrekkingen uit het Kiezersregister
Hiervoor zijn geen tarieven opgenomen.
Hiervoor zijn geen tarieven meer opgenomen. Bestuurlijke stukken zijn via internet beschikbaar.
Voor het gemeentearchief zijn alleen tarieven geregeld in verband met het doornemen van het archief. Het artikel is zo geredigeerd dat alle naspeuringen die in het verleden onder andere hoofdstukken waren geschaard nu hier onder vallen (o.a. BRP, burgerlijke stand). Het VNG-model voorziet in een veelheid aan tarieven voor verschillende soorten uittreksels.
Huisvestingswet, Leegstandswet en Winkeltijdenwet
Deze vergunningen vallen onder de vangnetbepaling (1.11.1.3).
Epe verstrekt geen gemeentegaranties.
De bepalingen hieromtrent zijn opgenomen in de verordening marktgeld.
In Epe worden vergunningen voor kansspelautomaten voor één jaar verstrekt. Dat maakt sommige bepalingen uit het VNG-model overbodig.
1.9 ondergrondse leidingen
Het VNG-model voorziet in een veelheid aan bepalingen. Gekozen is voor een tarief dat aansluit bij de gemiddelde tijdsbesteding zoals deze in regionaal stedendriehoekverband is onderzocht. In 1.9.2 is een overgangsbepaling opgenomen.
1.10.1.3 eigen verklaring
Voor het verstrekken van een ‘eigen verklaring’ kent het VNG-model geen tarief, terwijl Epe dat wel hanteert.
Voor het parkeren van bepaalde grote voertuigen moet vergunning worden aangevraagd. Het VNG-model voorziet niet in een tariefsbepaling.
Voor gehandicapten is een lager tarief opgenomen voor het aanvragen van ontheffing van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. Dit is gemeentelijke beleid. Het VNG-model kent hiervoor geen bepaling.
Deze redactie maakt het mogelijk om ook voor het scannen leges in rekening te brengen. Qua tarifering is voor A4-formaat aangesloten bij het tarief dat in het Besluit tarieven openbaarheid van bestuur is opgenomen. Voor grotere formaten is aansluiting gezocht bij markttarieven.
Titel 2 Dienstverlening vallen onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning
Algemeen De oude opzet kende veel gelijkluidende tarieven. Deze zijn waar mogelijk samengevoegd in één bepaling. Waar de tarieven gelijk waren aan de vangnetbepaling van deze titel (2.7), zijn de afzonderlijke bepalingen achterwege gelaten. Inhoudelijk is geen wijziging beoogd, er wordt in die gevallen terug gevallen op 2.7.
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag
Voordat een aanvraag Wabo bouw wordt ingediend, vindt veelal vooroverleg plaats. In Epe wordt vooroverleg beschouwd als een stuk dienstverlening en worden daarvoor, in afwijking van het VNG-model, geen afzonderlijke leges geheven. In de meeste gevallen leidt vooroverleg alsnog tot een aanvraag. De lasten van het vooroverleg worden meegenomen bij de berekening van de tarieven. De opbrengsten komen dus toch binnen. Door goed vooroverleg wordt veelal voorkomen dat er aanvragen binnenkomen die niet voldoen aan de eisen. Dat is winst bij het afhandelen ervan.
De tariefstructuur van het VNG-model zit iets anders in elkaar dan in Epe. Het VNG model heeft de merkwaardige eigenschap dat na een elke grenswaarde het te betalen bedrag (door het lagere tarief voor de gehele bouwsom) ineens fors lager is dan ervoor. In Epe geldt bij elke grenswaarde een minimumbedrag die dergelijke tariefsprongen voorkomt. Belangrijk is dat ook Epe een degressieve gestaffelde tariefstructuur kent.
In Epe worden hiervoor geen extra leges in rekening gebracht.
Verplicht advies agrarische commissie
In Epe bestaat zo’n commissie niet.
Beoordeling aanvullende gegevens
In Epe worden hiervoor geen extra leges in rekening gebracht.
2.2.2 planologische strijdigheid
Het VNG-model gaat uit van een tarief dat een percentage is ten opzichte van de basisleges voor het bouwen. In Epe is bij het invoeren van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening onderzoek gedaan naar de gemiddelde tijdsbesteding van de diverse ontheffingen. Daaruit zijn vaste tarieven naar voren gekomen. Epe kent geen onderscheid in tarief tussen zaken waarbij sprake is van een bouwactiviteit en waarin dat niet het geval is. De respectievelijke bepalingen zijn in één onderdeel samengevoegd.
2.2.2.5 en 2.2.2.6 (provinciaal en nationaal belang)
De inschatting is dat projecten van een dergelijke omvang zich in Epe niet of nauwelijks zullen voordoen. Aangezien een inschatting van de extra kosten die dit wellicht met zich meebrengt, niet te maken is, is gekozen voor een zelfde bedrag als voor de basisleges voor bouwen.
2.2.2.7 weigering voor het in procedure brengen
Leges zijn verschuldigd voor het in behandeling nemen van een aanvraag. Sommige aanvragen leiden tot forse legesbedragen. Die zijn in feite alleen terecht als de gehele procedure wordt doorlopen. Het komt voor dat mensen via het ambtelijk apparaat informeren of de gemeente mee wil werken aan een bepaalde wijziging. Indien blijkt dat de gemeente dat niet kan of wil, wordt dat ambtelijk meegedeeld. Deze dienstverlening schaart de gemeente onder algemene voorlichting, dus legesvrij. Het komt echter ook voor dat mensen vervolgens nog een officiële aanvraag indienen, waarop een beslissing van het college wordt verlangd. Het antwoord is dan al bekend, maar het kost wel extra tijd om dit uit te werken in een formeel besluit. Er is dan sprake van een aanvraag en van een individualiseerbaar belang, zodat legesheffing mogelijk is. De procedure van wijziging wordt dan niet in gang gezet, zodat de kosten beperkt blijven. Om legesheffing in dergelijke gevallen te laten aansluiten bij de kosten die de gemeente gemiddeld maakt, is hiervoor een afzonderlijk tarief ingesteld.
Als de gemeente wel wil c.q. kan meewerken, dan wordt de procedure tot het wijzigen van de bestemming wel opgestart. Leidt dat er uiteindelijk toe dat de aanvraag geweigerd wordt, dan geldt deze bepaling niet en is het hoge tarief verschuldigd.
Het VNG-model kent slechts één vast tarief. Het Eper tarief is afhankelijk van de grootte van het object.
2.2.5 aanleggen of veranderen weg, uitweg/inrit, opslag roerende zaken
De gemeente kent hiervoor geen bepalingen in de APV. Aangezien de provinciale tarieventabel wel bedragen kent voor dergelijke aanvragen, is deze bepaling opgenomen en is qua tarief aangesloten bij de provincie.
In verband met verschil in behandeltijd tussen aanvragen is onderscheid in het tarief aangebracht.
2.2.9 beoordeling bodemrapport
Het VNG-model kent slechts één tarief. Gebleken is dat er grote verschillen bestaan in tijdsbesteding tussen de diverse soorten bodemrapporten. Daarom zijn de tarieven gedifferentieerd.
2.3.1 teruggaaf na intrekking aanvraag
In afwijking van het VNG-model kent Epe geen onderscheid in het moment van intrekken van de aanvraag. Er wordt via de LEAN methode gewerkt waardoor vergunningaanvragen in de regel vlot worden afgewikkeld. Differentiatie zou LEAN werken onnodig compliceren. Verder wordt teruggaaf alleen verleend voor de basisleges voor bouwen en niet voor slopen of een aanlegvergunning. Dat laatste vanwege de gematigde tarieven die daarvoor gelden.
2.4. bestemmingsplanwijzigingen zonder activiteit
De procedure voor bestemmingsplanwijzigingen (art. 3.1, eerste lid WRO) is in 2010 aangepast. De aanvrager heeft een keuze: eerst een ruimtelijke beoordeling (principe-uitspraak) door het college of de raad en vervolgens de procedure, ofwel in één keer aanvragen. Aangezien het hier gaat om forse verschillen in ambtelijke tijdsbesteding, is dat tot uitdrukking gebracht in de tarieven. De VNG kent slechts één tarief en dat sluit niet aan op het Eper beleid.
Het VNG-model kent één tarief voor procedures op grond van artikel 3.6, eerste lid WRO. Het betreft een discretionaire bevoegdheid - in de wet staat een zogenaamde ‘kan’-bepaling - van het college om hieraan medewerking te verlenen. Het kan voorkomen dat het college het verzoek afwijst voordat er een inhoudelijke beoordeling plaatsvindt. Het maken van zo’n principebeoordeling kost ongeveer 6,5 uur. Als het antwoord afwijzend is, is de aanvraag afgehandeld voordat in feite het echte werk begint. Als het antwoord positief is, gaat het vervolgtraject lopen dat gemiddeld zo’n 21 uur werk met zich meebrengt en kosten van publicaties. Uiteindelijk kan ook zo’n inhoudelijke behandeling leiden tot een afwijzende beschikking, maar dan zijn er wel forse kosten gemaakt. Het onderscheid in kosten tussen beide trajecten is tot uitdrukking gebracht in verschillende tariefstelling.
Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn
Voor plaatselijke non-profitinstellingen wordt een maatschappelijk tarief gehanteerd voor aanvragen om een drank- en horecavergunning of een horeca-exploitatievergunning. Dit is gemeentelijke beleid.
Het onderscheid in tarief sluit aan bij het beleid ter zake.
3.3. prostitutiebedrijven
Deze bepalingen zijn tot op heden nooit toegepast, maar zijn opgenomen voor het geval dat. Daarbij is gebruik gemaakt van vereenvoudigde bepalingen ten opzichte van het VNG-model.
Splitsingsvergunning woonruimte
Hiervoor is geen afzonderlijk tarief opgenomen omdat dit weinig voorkomt.
Epe kent een dergelijke verordening niet.
Hier is een bepaling opgenomen om kosten te kunnen verhalen indien een zogenaamd BIBOB onderzoek nodig is.