Treasurystatuut NoVA 2025

Het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noord-Veluws Archief,

 

gelet op:

  • Het voorstel van de directeur van NoVA d.d. 5 september 2025;

  • Artikel 17 van de Financiële verordening Gemeenschappelijke Regeling NoVA 2025;

  • Het bevorderen van een verantwoord en transparant financieel beleid.

 

besluit:

  • Vast te stellen het Treasurystatuut Gemeenschappelijke Regeling Noord-Veluws Archief (afgekort ‘NoVA’) 2025;

  • De directeur van NoVA te mandateren voor de uitvoering van het treasurybeleid binnen de kaders van het Treasurystatuut NoVA 2025.

Artikel 1 – Grondslag

Deze regeling is vastgesteld op grond van artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) en sluit aan bij de Financiële verordening van de Gemeenschappelijke Regeling NoVA.

Artikel 2 – Begripsbepalingen

In dit statuut wordt verstaan onder:

  • Treasury: het geheel van activiteiten met betrekking tot het beheren van geldstromen, financiële posities, risico’s en leningen van NoVA.

  • NoVA: de Gemeenschappelijke Regeling Noord-Veluws Archief, hierna te noemen “NoVA”.

  • Bestuur: het bestuur van de regeling.

  • Kasgeldlimiet: De maximale hoogte van de netto-vlottende schuld bij aanvang van het

  • jaar, overeenkomstig een wettelijk bepaald percentage van het begrotingstotaal.

  • Renterisiconorm: De maximale hoogte van de aflossingen op leningen binnen een jaar, overeenkomstig een wettelijk bepaald percentage van het begrotingstotaal.

  • Derivaten: financiële instrumenten die hun waarde ontlenen aan een bepaalde onderliggende waarde. De onderliggende waarden kunnen financiële producten, zoals leningen of obligaties zijn. Derivaten worden onder andere gebruikt om renterisico’s te sturen en financieringskosten te minimaliseren.

  • Schatkistbankieren: het verplicht onderbrengen van overtollige middelen bij het Ministerie van Financiën conform de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido).

  • Borging: zekerstelling van continuïteit en risicobeheersing bij de financiële transacties.

Artikel 3 – Doel van treasury

Het treasurystatuut heeft tot doel:

  • het waarborgen van de continuïteit en financiële stabiliteit van NoVA;

  • het beheersen van financiële risico’s, zoals rente-, krediet- en liquiditeitsrisico;

  • het voldoen aan de wettelijke kaders (Wgr, BBV, Wet Fido, Regeling Uitzettingen en Derivaten);

  • het bevorderen van een transparant, betrouwbaar en doelmatig financieel beheer;

  • het voldoen aan verplichtingen inzake schatkistbankieren.

Artikel 4 – Reikwijdte van treasuryactiviteiten

Dit statuut is van toepassing op:

  • het aantrekken en uitzetten van middelen;

  • kasbeheer, saldobeheer en liquiditeitsplanning;

  • het beheren van renteposities;

  • de financiering van investeringen;

  • relatiebeheer met financiële instellingen;

  • informatievoorziening en rapportage aan het bestuur en de deelnemers.

Artikel 5 - Risicoprofiel

  • 1.

    De houding van NoVA ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. De organisatie houdt hierbij rekening met de renterisiconorm en de kasgeldlimiet, zoals bedoeld in de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    De treasuryfunctie van NoVA is naar haar aard ondergeschikt aan de uitvoering van de publieke taak. Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico’s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven.

  • 3.

    De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de financiële risico’s voor NoVA.

Artikel 6 – Uitgangspunten treasurybeheer

  • 1.

    Het treasurybeheer is gericht op:

    • behoud van liquiditeit;

    • beperking van renterisico’s;

    • rechtmatigheid en doelmatigheid;

    • integriteit en transparantie.

  • 2.

    Uitgangspunt is het minimaliseren van risico’s, niet het realiseren van maximaal financieel rendement.

Artikel 7 – Bevoegdheden en verantwoordelijkheden

  • 1.

    Het bestuur stelt het treasurystatuut en daarmee het treasurybeleid vast.

  • 2.

    Het bestuur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het treasurybeleid en mandateert deze aan de directeur.

  • 3.

    De directeur voert het treasurybeheer uit binnen de kaders van dit statuut en het door het bestuur vastgestelde beleid en rapporteert hierover:

    • Bij de jaarlijkse vaststelling van de begroting en jaarrekening;

    • Wanneer afwijkingen worden geconstateerd op het vastgestelde beleid;

    • Wanneer het bestuur hierom vraagt.

Artikel 8 – Liquiditeitenbeheer

  • 1.

    NoVA bewaakt de liquiditeitspositie door dagelijks inzicht in banksaldi, verplichtingen en te ontvangen posten.

  • 2.

    Overtollige middelen worden indien van toepassing overeenkomstig de Wet Fido ondergebracht bij het Rijk. Het zogenoemde schatkistbankieren.

Artikel 9 – Financiering en leningen

  • 1.

    Bij een tekort aan financiële middelen wordt dit in beginsel, conform de overeengekomen verdeelsleutel, aangevuld door de deelnemende gemeenten binnen NoVA.

  • 2.

    Indien het aantrekken van vreemd vermogen toch noodzakelijk is kan dit, overeenkomstig artikel 11 lid 5c van de Gemeenschappelijke Regeling Noord-Veluws Archief, uitsluitend met toestemming van alle afzonderlijke colleges van Burgemeester en wethouders, gevolgd door een bestuursbesluit met unanimiteit van stemmen. Hierbij worden de volgende criteria in acht genomen:

    • financiering wordt alleen aangetrokken ten behoeve van uitoefening van de publieke taak;

    • er worden geen leningen aangegaan met het doel te anticiperen op verwachte rentestijgingen;

    • het aantrekken van financiering vindt plaats door een prijsopgave aan te vragen bij minimaal twee financiële instellingen die voldoen aan de uitgangspunten in artikel 10 van dit statuut.

  • 3.

    Financieringsbehoeften worden beoordeeld op:

    • noodzaak;

    • looptijd en aflossingsverplichting;

    • rente en voorwaarden;

    • risico.

Artikel 10 - Relatiebeheer

NoVA beoogt het realiseren van gunstige c.q. marktconforme condities voor af te nemen financiële diensten. Hiervoor gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    financiële instellingen (kredietinstellingen, verzekeraars en pensioenfondsen) dienen onder Nederlands of anderszins EU-toezicht te vallen, zoals De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer en dienen ten minste te beschikken over een AA-rating.

  • 2.

    tussenpersonen dienen geregistreerd te staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) en daarvan een vergunning als makelaar te hebben ontvangen.

  • 3.

    Tussenpersonen dienen onder toezicht te staan bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Artikel 11 – Uitzettingen en beleggingen

  • 1.

    NoVA zet geen middelen uit.

  • 2.

    Derivaten worden niet gebruikt.

Artikel 12 – Risicobeheer

  • 1.

    NoVA houdt zich aan de:

    • kasgeldlimiet;

    • renterisiconorm;

    • regels over kredietwaardigheid van tegenpartijen.

  • 2.

    Risico’s worden gemonitord en gerapporteerd via de planning- en controlcyclus.

Artikel 13 – Informatievoorziening en rapportage

  • 1.

    De directeur rapporteert bij de jaarrekening aan het bestuur over:

    • de stand van leningen en uitzettingen;

    • de naleving van wettelijke kaders;

    • renterisico’s en kasgeldlimiet.

Artikel 14 Controle en audit

  • 1.

    De accountant controleert jaarlijks op de naleving van dit statuut bij de jaarrekeningcontrole.

  • 2.

    Bij ernstige afwijkingen wordt dit gemeld aan het bestuur en aan de raden van de deelnemende gemeenten.

Artikel 15 – Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Dit statuut treedt in werking op met terugwerkende kracht op 1 juli 2025.

  • 2.

    Dit statuut wordt aangehaald als: "Treasurystatuut NoVA 2025".

 

Aldus besloten in de vergadering van het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noord-Veluws Archief van 5 september 2025. 

C.W.J. Blom

Voorzitter 

 

dr. R.A.A. Bosch

Secretaris

Naar boven