Besluit aanwijzing toezichthouder Omgevingsdienst Haaglanden 2024-2

De directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH),

gelet op

de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Haaglanden

almede de met de provincie Zuid-Holland en de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland, en Zoetermeer gesloten overeen- komsten inzake de uitvoering van wettelijke taken, additionele taken en adviesdiensten;

artikel 5.1, artikel 5.2 en artikel 5.10 lid 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

artikel 5.11 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 1 lid 2 Ambtenarenwet 2017 jo. artikel 2, aanhef en onder d van het uitvoeringsbesluit Ambtenarenwet 2017;

de mandaatbesluiten van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, de col- leges van Burgemeester en wethouders van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Midden-Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Westland en Zoetermeer houdende de verlening van mandaat aan de directeur van de Omgevingsdienst Haaglanden; ieder voor zover het mandaat strekt en deze in werking is getreden,

BESLUIT

  • 1.

    Mevrouw T. Croes, werkzaam als ambtenaar bij de ODH, aan te wijzen als toezichthouder.

  • 2.

    Mevrouw L. (Lutina) Heemskerk, gedetacheerd bij de ODH, aan te wijzen als toezichthouder voor de periode tot en met 31 december 2024.

  • 3.

    De onder 1. en 2. genoemde functionarissen worden aangewezen als toezichthouder, belast met het toezicht op de naleving van:

    • a.

      de Omgevingswet en de op die wet gebaseerde regels;

    • b.

      de Wet milieubeheer;

    • c.

      de Natuurschoonwet 1928;

    • d.

      de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

    • e.

      het Asbestverwijderingsbesluit;

    • f.

      de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening;

    • g.

      de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Wet bodembescherming, de Wet geluidhinder, de Waterwet, de Woningwet, voor zover deze (op grond van het overgangsrecht van de Omgevingswet) van toepassing blijven;

    • h.

      de handhavings- en toezichtstaken bij of krachtens de onder a tot en met j genoemde wetten;

  • 4.

    Aan de onder 1. en 2. genoemde persoon wordt, ten behoeve van de toezichtuitoefening op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de onder 3. genoemde wetten of regelingen, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de daarop gebaseerde “Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb”;

  • 5.

    Dit besluit wordt in digitale vorm gezonden aan de onder 1. en 2. genoemde functionarissen.

  • 6.

    Dit besluit wordt conform artikel 3:42 van de Awb bekend gemaakt door plaatsing van dit besluit in het Blad Gemeenschappelijke Regeling, treedt in werking met ingang van de dag nadat het daarin bekend is gemaakt.

  • 7.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing externe toezichthouder ODH 2024-2.

Den Haag, 1 mei 2024

directeur ODH,

mr. C. van der Kamp

Naar boven