Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Brabant Noord
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Brabant Noord | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 659 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Brabant Noord | Blad gemeenschappelijke regeling 2024, 659 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Financiële verordening 2023-1 Omgevingsdienst Brabant Noord
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
2. In deze verordening en bij de toepassing ervan wordt verstaan onder:
Financiële administratie. Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van de ODBN, teneinde te komen tot een goed inzicht in: de financieel-economische positie; het financiële beheer; de uitvoering van de begroting; het afwikkelen van vorderingen en schulden; evenals tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.
Hoofdstuk 2: Begroting en verantwoording
Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven. Bij de jaarstukken wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de werkelijke uitputting van het investeringskrediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.
Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten
Conform gemeenschappelijke regeling ODBN zendt het dagelijks bestuur de conceptbegroting met bijbehorende toelichting, met inachtneming van de wettelijke zienswijze termijn, voordat zij ter definitieve vaststelling aan het algemeen bestuur wordt geagendeerd, toe naar raden van de deelnemende gemeenten en aan provinciale staten.
Conform gemeenschappelijke regeling ODBN kunnen de Raden en Provinciale Staten binnen de wettelijke termijn na toezending van de ontwerpbegroting hun zienswijzen daarover naar voren brengen. Het dagelijks bestuur stelt aan de hand van de ontwerpbegrotingen en de ontvangen zienswijzen de definitieve begroting op.
Artikel 6. Tussentijdse rapportage(*)
(*) In de financiële verordening worden kaders vastgelegd over het financiële beleid. Artikel 6 gaat over het rapporteren over de uitvoering van de begroting van concern ODBN. Het gaat in deze niet om e individuele tussenrapportages over de uitvoering van het werkprogramma van de individuele deelnemers.
Het dagelijks bestuur informeert op grond van het vierde lid van artikel 169 van de Gemeentewet het algemeen bestuur actief over nieuwe ontwikkelingen met eventuele financiële consequenties die ingrijpende gevolgen hebben voor de omgevingsdienst. Het dagelijks bestuur besluit in dergelijke gevallen of indien het algemeen bestuur hierom verzoekt, niet eerder dan nadat het algemeen bestuur is geïnformeerd over het voornemen. Het algemeen bestuur moet in de gelegenheid zijn gesteld om zijn wensen en bedenkingen ter kennis te brengen van het dagelijks bestuur.
Het Algemeen Bestuur stelt de rapporteringsgrens gelijk aan de in het boekjaar geldende rechtmatigheidsverantwoording, namelijk 1% van de vastgestelde begroting.
Wanneer het Rijk de omgevingsdienst bericht dat alle overheidsinstellingen samen het collectieve aandeel van de overheid in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het dagelijks bestuur het algemeen bestuur indien dit consequenties heeft voor de begroting ODBN.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 10. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de openstaande vorderingen wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van een individuele beoordeling op inbaarheid.
Artikel 13. Prijzen economische activiteiten
Het dagelijks bestuur past bij economische activiteiten de gedragsregels als bedoeld in hoofdstuk 4b (Overheden en overheidsbedrijven) van de Mededingingswet toe, tenzij het activiteiten betreft die het algemeen bestuur heeft aangewezen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang.
Artikel 14. Vaststelling hoogte tarieven
Het dagelijks bestuur doet het algemeen bestuur jaarlijks en indien nodig tussentijds, een voorstel voor de hoogte van de tarieven.
Artikel 15. Financieringsfunctie
Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf als de wettelijke kasgeldlimiet, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet financiering decentrale overheden, of de wettelijke renterisiconorm, bedoeld in artikel 1, onder h, van de Wet financiering decentrale overheden, dreigt te worden overschreden.
Op grond van artikel 9 van het Besluit Begroting en Verantwoording voor provincies en gemeenten kent de begroting en jaarstukken een aantal verplichte paragrafen waarin de beleidslijnen vastgelegd worden met betrekking tot relevante beheersmatige aspecten. Voor de omgevingsdienst zijn een aantal verplichte paragrafen niet van toepassing. De volgende paragrafen worden niet nader toegelicht in de begroting en jaarstukken; de paragraaf lokale heffing, de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen en de paragraaf grondbeleid.
In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 18. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval het weerstandsvermogen op. De kengetallen zoals opgenomen in artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording worden meerjarig gepresenteerd.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
Artikel 22. Financiële organisatie
Het dagelijks bestuur draagt zorgt voor:
opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.
Het dagelijks bestuur zorgt voor rechtmatig handelen in het boekjaar en toetst dat en dat de constateringen getrouw worden toegelicht in de jaarrekening. ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel en/of aanpassing van het toekomstig beleid.
Artikel 25. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording
Het Algemeen Bestuur stelt de rapporteringsgrens gelijk aan de in het boekjaar geldende rechtmatigheidsverantwoording, namelijk 1% van de vastgestelde begroting.
Artikel 26. Begrotingsrechtmatigheid
Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van het Algemeen Bestuur, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.
Artikel 27. Voorwaardencriterium
Besteding en inning opbrengsten van gelden door de Omgevingsdienst zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door het dagelijks bestuur moet worden getoetst. Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Het Dagelijks Bestuur biedt het Algemeen Bestuur jaarlijks ter vaststelling een normenkader rechtmatigheid aan. Dit kader bestaat uit alle relevante door het Algemeen Bestuur vastgestelde interne regelgeving en overige wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.
Artikel 28. Het misbruik en oneigenlijk gebruikscriterium (M&O-criterium)
Een gemeenschappelijke regeling dient misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen. De aard van de activiteiten van de ODBN maakt dat het vaststellen van het beleid hieromtrent in een specifieke nota niet passend is. De ODBN heeft een ODBN beleidsstuk opgesteld waaruit blijkt hoe de organisatie het misbruik en oneigenlijk gebruik toetst. Misbruik en oneigenlijk gebruik wordt voorkomen door in de verschillende regelingen en procedures passende maatregelen te voorzien. Voor bestaande procedures en interne controlemaatregelen op de naleving daarvan moet worden getoetst in hoeverre deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik en oneigenlijk gebruik zijn genomen.
Artikel 29. Begrotingswijziging
Het dagelijks bestuur is bevoegd om de begroting budgettair neutraal te wijzigen voor uitgaven die volledig worden gedekt door specifieke uitkeringen en/of subsidies als er geen sprake is van beleidsvrijheid voor de organisatie.
Artikel 30. Incidentele budgetten
Incidentele budgetten zijn maximaal 2 jaar inzetbaar. Wanneer een incidenteel toegekend budget over de jaargrens heen meegenomen wordt, wordt deze jaarresultaat bepalend toegevoegd aan de reserve ‘Incidentele projecten’. Nut en noodzaak hiervan moeten onderbouwd worden en vermeld worden in de jaarstukken.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 3 april 2024.
De secretaris De voorzitter,
BIJLAGE 1: AFSCHRIJVINGSBELEID BIJ ARTIKEL 9
Voor het activabeleid worden de volgende aanvullende uitgangspunten gehanteerd:
Uitgangspunt bij het uitvoeren van investeringskredieten is dat deze binnen twee jaar na autorisatie afgewikkeld moeten zijn. Kredieten die na beschikbaarstelling door het algemeen bestuur, per ultimo van het begrotingsjaar ouder zijn dan twee jaar, worden niet voor verdere uitvoering in het volgend begrotingsjaar in stand gehouden. Indien een krediet in afwijking op deze regel in stand dient te worden gehouden, kan het dagelijks bestuur hiertoe aan het algemeen bestuur in de P&C producten een voorstel doen.
*1: De componentenbenadering houdt in dat verschillende samenstellende delen van een materiaal vast actief, afzonderlijk worden gewaardeerd en afgeschreven op basis van het waarde verloop van die individuele delen. Per samenstellend deel kan de economische gebruiksduur namelijk verschillen. Bij toepassen van deze benadering, worden afzonderlijke vervangingen opnieuw geactiveerd.
*2: Een stelselwijziging betreft een wijziging van de “vrij te kiezen” waarderingsgrondslagen. Bij een stelselwijziging worden bestaande (rest)boekwaarden niet herrekend, maar over de langere, dan wel kortere, dan wel gelijkblijvende verwachte gebruiksperiode afgeschreven.
Een schattingswijziging betreft een wijziging van een verwachte toekomstige gebruiksduur c.q. gebruiksintensiteit, dan wel de “naar verwachting” duurzaam lagere gebruikswaarde. De bestaande (rest)boekwaarde wordt niet herrekend, maar over de langere, dan wel kortere, dan wel gelijkblijvende verwachte toekomstige gebruiksduur afgeschreven.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2024-659.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.