Beleidsregels Begeleid Werken Wsw Drechtwerk

 

Het Dagelijks Bestuur,

 

beleidsregels van het Dagelijks Bestuur van het Openbaar Lichaam Sociaal houdende regels omtrent de uitvoering van de loonkostensubsidie en begeleidingsvergoeding Begeleid Werk op grond van de Wet sociale werkvoorziening

 

gelet op

- artikel 7 en 15, lid 4 van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw),

- artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

- artikel 5 en 6 van de GR Sociaal;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de navolgende beleidsregels Begeleid Werken Wsw Drechtwerk

 

 

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a.

    Dagelijks Bestuur: het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Sociaal

  • b.

    directeur: de directeur Drechtwerk & Werk;

  • c.

    loonkostensubsidie Begeleid Werken: de loonkostensubsidie die wordt verstrekt op grond van hoofdstuk 3 van de Wet sociale werkvoorziening geldend op 1 januari 2022;

  • d.

    begeleidingsvergoeding: de vergoeding die aan de werkgever wordt verstrekt o.g.v. artikel 6;

  • e.

    Participatiewet: de Participatiewet geldend op 1 januari 2022;

  • f.

    loonwaarde: de loonwaarde als omschreven in artikel 6, lid 1 onder g van de Participatiewet;

  • g.

    HOT: Handleiding Overheidstarieven;

  • h.

    beschikking: het besluit bedoeld in artikel 1:3 lid 2 Awb;

  • i.

    belanghebbende: de belanghebbende bedoeld in artikel 1:2 Awb;

  • j.

    werkgever: de werkgever die met een Wsw geïndiceerde medewerker, bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wsw, een dienstbetrekking aangaat voor het verrichten van arbeid onder aangepaste omstandigheden.

 

Artikel 2. Toepassingsbereik

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op loonkostensubsidie en begeleidingsvergoeding Begeleid Werken.

 

Artikel 3. Hoogte en duur van de loonkostensubsidie Begeleid Werken

  • 1.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in artikel 10d, leden 1, 4, 5, 6, 7 en 9 van de Participatiewet met dien verstande dat voor ‘de persoon die behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie’ wordt gelezen ‘de geïndiceerde werknemer bedoeld in hoofdstuk 3 van de Wet sociale werkvoorziening’ en dat voor ‘het college’ wordt gelezen ‘het Dagelijks bestuur’.

  • 2.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt, in afwijking van artikel 4:32 van de Algemene wet bestuursrecht, verleend zolang de dienstbetrekking duurt en de inpassing in de arbeid van betrokkene, met inbegrip van begeleiding op zijn werkplek, adequaat wordt verzorgd.

  • 3.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt zo nodig in afwijking van het tweede lid beëindigd in situaties omschreven artikel 7, lid 3 van de Wet sociale werkvoorziening.

 

Artikel 4. Vaststelling loonwaarde

De loonwaarde wordt vastgesteld op basis van de feitelijke werkzaamheden met toepassing van een gevalideerde loonwaardemethodiek.

 

Artikel 5. Vaststelling - en betaling loonkostensubsidie Begeleid Werken

  • 1.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt op basis van de vastgestelde loonwaarde bepaald.

  • 2.

    Wanneer de werkgever een cao-loon betaalt dat hoger is dan het wettelijk minimum loon, dan komt dit verschil tussen het betaalde loon en het wettelijk minimumloon voor rekening van de werkgever.

  • 3.

    De hoogte van de subsidie wordt door het Dagelijks Bestuur vastgesteld en bij beschikking kenbaar gemaakt aan de werkgever.

  • 4.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt uitbetaald na ontvangst van het maandelijkse declaratieformulier en een kopie van de loonstrook.

  • 5.

    De loonkostensubsidie Begeleid Werken gaat in vanaf ingangsdatum dienstverband.

  • 6.

    De werkgeverslasten worden vergoed tot een maximumpercentage van de loonkosten waarover loonkostensubsidie Begeleid Werken wordt verstrekt. De hoogte van dit percentage is geregeld in het "Besluit loonkostensubsidie Participatiewet".

  • 7.

    Bij tussentijdse beëindiging van het dienstverband wordt de loonkostensubsidie Begeleid Werken betaald tot en met de laatste dag van loonbetaling.

  • 8.

    Wanneer de persoon niet meer tot de doelgroep loonkostensubsidie Begeleid Werken behoort, wordt de loonkostensubsidie door middel van een beschikking beëindigd.

  • 9.

    Onverschuldigd betaalde loonkostensubsidiebedragen worden teruggevorderd op grond van artikel 4:57 van de Awb.

  • 10.

    Het recht op loonkostensubsidie vervalt indien de werkgever niet uiterlijk twaalf maanden na afloop van een kalenderjaar waarin een recht op loonkostensubsidie Begeleid Werken zou bestaan, per maand een volledig ingevuld declaratieformulier heeft ingediend, vergezeld door een afschrift van de loonstrook van de desbetreffende maand. Onder bijzondere omstandigheden kan de directeur ontheffing verlenen van deze indieningstermijn.

 

Artikel 6. Werkbegeleiding

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan vergoeding van werkbegeleiding toekennen ten behoeve van een belanghebbende die door zijn of haar arbeidsbeperking extra begeleiding nodig heeft op de werkvloer.

  • 2.

    Met werkbegeleiding wordt bedoeld, een vorm van praktische werkaansturing die er primair op gericht is de continuïteit en duurzaamheid van een dienstverband zoveel mogelijk te garanderen. Verwacht wordt dat het risico op uitval van belanghebbende met een arbeidsbeperking zonder inzet van werkbegeleiding groot is.

  • 3.

    Werkbegeleiding heeft de volgende kenmerken:

    • a.

      de werkbegeleider is een interne medewerker die dagelijkse begeleiding geeft op de werkplek;

    • b.

      werkbegeleiding moet voor een belanghebbende met een arbeidsbeperking gedurende de werktijd beschikbaar zijn en

    • c.

      werkbegeleiding is gericht op het zoveel mogelijk garanderen van de continuïteit van een dienstverband,

  • 4.

    Deze voorziening wordt alleen ingezet indien de mate van benodigde werkbegeleiding naar oordeel van het Dagelijks Bestuur dusdanig is, dat van een werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat deze de werkbegeleiding financieel volledig op zich neemt.

  • 5.

    De hoogte van de vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt per kandidaat bepaald en beschikt naar rato van de noodzakelijke omvang van werkbegeleiding van de kandidaat. Gedurende de inwerkperiode van maximaal zes maanden na indiensttreding van de kandidaat ontvangt de werkgever een forfaitair bedrag van € 200,- per kandidaat, per maand. Indien een loonwaarderapport bij aanvang van een dienstverband reeds aanwezig is (bijvoorbeeld uit een stage of proefplaatsing), geldt de forfaitaire vergoeding niet, maar wordt het bedrag direct bij aanvang van het dienstverband op maat bepaald. Hierbij geldt dat de werkgever in eerste instantie aannemelijk dient te maken welke extra kosten er redelijkerwijs worden gemaakt voor de extra begeleiding. Op basis daarvan (en de toetssteenformule begeleidingspercentage x deeltijdfactor x loonkosten schaal 3 HOT) wordt de hoogte van de vergoeding berekend. Indien een werkgever meer kandidaten met werkbegeleiding heeft dan kan het Dagelijks Bestuur besluiten om de vergoeding lager vast te stellen in verband met schaalvoordelen door groepsinstructie.

  • 6.

    De werkgever rapporteert over de voortgang van de trajecten via formats die door het openbaar lichaam Sociaal beschikbaar worden gesteld.

  • 7.

    Bij ziekte vindt een verrekening van de vergoeding pas plaats indien de ziekte langer dan 30 dagen aanhoudt.

 

Artikel 7. Hardheidsclausule

De directeur kan met inachtneming van het bepaalde in artikel 4:84 Awb afwijken van één of meerdere bepalingen van deze beleidsregel.

 

Artikel 8. Inwerkingtreding en overgangsregeling

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2023.

  • 2.

    Ten aanzien van bestaande loonkostensubsidies en begeleidingsvergoedingen Begeleid Werken, mede die welke onder andere benaming zijn verstrekt, geldt onderstaande overgangsregeling:

    • a.

      Indien toepassing van de onderhavige beleidsregels leidt tot vaststelling van een hogere loonkostensubsidie en/of begeleidingsvergoeding dan welke eerder werd toegekend, dan geldt de loonkostensubsidie en/of de begeleidingsvergoeding op grond van deze regeling vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling.

    • b.

      Als de situatie als hiervoor bedoeld onder a niet aan de orde is, dan geldt een overgangstermijn, die is opgenomen in onderstaande tabel:

       

Termijn eerder ontvange n loonkostensubsidie/begeleidingsvergoeding

Overgangstermijn

Korter dan 5 jaar

1 jaar

5 jaar of langer, maar korter dan 10 jaar

2 jaar

10 jaar of langer

3 jaar

Gedurende de overgangstermijn geldt bij vaststelling en toekenning als maximum de eerder toegekende loonkostensubsidie/begeleidingsvergoeding. Vermeerdering of vermindering van de omvang van het dienstverband leidt tot evenredige verhoging c.q. verlaging van dit bedrag.

  • c.

    De overgangstermijn vangt aan op de datum waarop het besluit tot toekenning van de nieuwe loonkostensubsidie en of begeleidingsvergoeding voor de werkgever gaat gelden.

  • d.

    Na afloop van de overgangstermijn wordt de loonkostensubsidie en/of begeleidingsvergoeding vastgesteld met inachtneming van de onderhavige beleidsregels, dan wel dan vigerende regeling.

 

Artikel 9. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels Begeleid Werken Wsw Drechtwerk.

 

Ondertekening

 

Aldus besloten door het Dagelijks Bestuur van het openbaar lichaam Sociaal op 9 januari 2023.

D.J. van Maanen , P.J. Heijkoop

Secretaris, Voorzitter

Naar boven