15e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

Het dagelijks bestuur van de Werkorganisatie Duivenvoorde,

 

gelet op artikel 125, tweede lid, van de Ambtenarenwet over door het bevoegd gezag vast te stellen voorschriften;

gelet op artikel 33, eerste lid en onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen waarin de bevoegdheid tot het vaststellen van regels over de ambtelijke organisatie is toegekend aan het dagelijks bestuur;

 

gelet op artikel 32, derde lid van de Gemeenschappelijke Regeling Werkorganisatie Duivenvoorde waarin de collectieve arbeidsvoorwaardenregelingen van de sector gemeenten van overeenkomstige toepassing worden verklaard;

 

overwegende dat in het Landelijk Overleg Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden (hierna: LOGA) volledige overeenstemming is en dat de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de circulaires van LOGA daaruit voortvloeien;

 

overwegende dat het LOGA op 16 september 2019 de circulaire TAZ/U201900565 (ledenbrief VNG 19/069) heeft uitgebracht over uitwerkingen van het akkoord Cao Gemeenten 2019 – 2020 (1): CAR-UWO 2019 en 2020;

 

overwegende dat het LOGA op 26 september 2019 de circulaire TAZ/U20190748 (ledenbrief VNG 19/073) heeft uitgebracht over het FLO-overgangsrecht: nadere aanpassing levensloopregeling (Hoofdstuk 9e CAR-UWO);

 

besluit vast te stellen de

 

15e wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

Artikel 1 Wijziging CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde

De CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde wordt gewijzigd zoals vermeld in de bijlagen I en II.

Artikel 2 Inwerkingtreding en terugwerkende kracht

Deze wijziging van de CAR-UWO Werkorganisatie Duivenvoorde:

  • a.

    treedt in werking met ingang van de dag volgend op die waarop zij bekend is gemaakt;

  • b.

    werkt terug tot en met 1 oktober 2019.

Aldus vastgesteld in de DB vergadering op 5 november 2019.

J.J. Westhoek,

directeur

drs. L.A. de Lange,

voorzitter

Bijlage I. Circulaire TAZ/U201900565 (ledenbrief VNG 19/069) – Uitwerkingen akkoord Cao Gemeenten 2019 – 2020 (1): CAR-UWO 2019 en 2020

  • A.

    In artikel 3:25 lid 1 worden de woorden ‘als hij één van de volgende aanvullende zorgverzekeringen heeft: Extra Zorg 3 of 4 bij IZA, Plus Collectief of Top Collectief bij CZ, Collectief Aanvullend 3 of 4 bij Menzis’ geschrapt.

  • B.

    Bijlage 1, Salarisverhoging, wordt als volgt aangevuld:

  • Met ingang van 1 oktober 2019 worden de schaalbedragen verhoogd met 3,25%.

  • C.

    De tabel in Bijlage IIa komt met opschrift als volgt te luiden.

  • Salaristabel gemeenteambtenaren per 1 oktober 2019, nieuwe structuur

 

 

Schaal

periodiek

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

0

1585

1622

1663

1711

1760

1877

2106

2411

2675

2885

1

1622

1677

1732

1787

1844

1963

2195

2508

2789

3020

2

1662

1731

1801

1864

1928

2048

2284

2606

2903

3154

3

1701

1786

1869

1939

2012

2134

2372

2703

3017

3288

4

1741

1840

1938

2016

2096

2219

2461

2801

3131

3422

5

1781

1895

2006

2092

2180

2305

2550

2899

3245

3557

6

1820

1948

2075

2169

2264

2390

2639

2997

3359

3691

7

1860

2003

2144

2245

2348

2476

2728

3095

3473

3825

8

1900

2057

2212

2321

2432

2561

2817

3192

3587

3960

9

1939

2112

2281

2397

2516

2647

2905

3290

3701

4094

10

1979

2166

2350

2474

2599

2733

2994

3388

3815

4228

11

2018

2221

2418

2550

2684

2818

3083

3485

3929

4362

 

 

 

Schaal

periodiek

10A

11

11A

12

13

14

15

16

17

18

0

3180

3456

3805

4153

4636

4925

5296

5671

6275

6956

1

3318

3599

3948

4296

4777

5095

5492

5899

6521

7221

2

3456

3742

4091

4437

4917

5264

5688

6127

6767

7484

3

3594

3885

4233

4577

5057

5433

5883

6355

7013

7749

4

3731

4028

4375

4718

5197

5602

6079

6583

7259

8013

5

3869

4171

4516

4858

5337

5772

6275

6811

7505

8278

6

4006

4315

4656

4998

5477

5941

6471

7039

7750

8541

7

4144

4456

4796

5138

5618

6111

6666

7266

7996

8806

8

4282

4596

4936

5278

5758

6280

6862

7494

8242

9070

9

4418

4736

5076

5418

5898

6449

7057

7723

8488

9334

10

4553

4877

5216

5559

6038

6618

7253

7950

8734

9598

11

4689

5017

5357

5699

6178

6788

7449

8178

8980

9863

 

  • D.

    De tabel in Bijlage IIb komt met opschrift als volgt te luiden.

  • Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 oktober 2019

 

 

Jaar- vergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

360

11,17

20,88

13,91

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

360

12,82

24,12

16,07

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

360

14,22

26,68

17,79

4. Bevelvoerder

542

17,83

33,51

22,33

5. Officier van dienst

4270

0,00

42,70

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6133

0,00

61,33

0,00

7. Commandant van dienst

9123

0,00

68,44

0,00

 

  • E.

    De tabel in Bijlage IIC komt met opschrift als volgt te luiden.

 

Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per

1 oktober 2019

 

 

Jaar-vergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

364

11,32

21,23

14,13

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

364

13,07

24,59

16,39

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

364

14,49

27,11

18,09

4. Bevelvoerder

550

18,13

34,02

22,67

5. Officier van dienst

4352

0,00

43,52

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6244

0,00

62,44

0,00

7. Commandant van dienst

9295

0,00

69,66

0,00

 

  • F.

    De tabel in Bijlage IV komt met opschrift als volgt te luiden.

 

Salarisschalen kunstzinnige vorming per 1 oktober 2019

ervaringsjaar/

periodiek

5

6

7

8

9

10

Aanloopbedrag 1

1906

1945

1986

2038

2310

2701

Aanloopbedrag 2

0

2038

2099

2171

2442

2827

Aanloopbedrag 3

0

0

0

2310

2571

2962

0

1986

2171

2242

2442

2701

3033

1

2038

2242

2310

2507

2765

3113

2

2099

2310

2377

2571

2827

3187

3

2171

2377

2442

2634

2894

3250

4

2242

2442

2507

2701

2962

3320

5

2310

2507

2571

2765

3033

3391

6

2377

2571

2634

2827

3113

3457

7

2442

2634

2701

2894

3187

3518

8

2507

2701

2765

2962

3250

3580

9

2571

2765

2827

3033

3320

3642

10

2634

2827

2894

3113

3391

3705

11

0

2894

2962

3187

3457

3775

12

0

0

3033

3250

3518

3844

13

0

0

3113

3320

3580

3907

14

0

0

3187

3391

3642

3967

15

0

0

3250

3457

3705

4026

Uitloopbedrag 1

2765

3033

3391

3642

3844

4151

Uitloopbedrag 2

0

3187

3518

3844

3967

4281

Uitloopbedrag 3

0

0

0

3967

4091

4419

 

Bijlage II. Circulaire TAZ/U201900748 (ledenbrief VNG 19/073) – FLO-overgangsrecht: nadere aanpassing levensloopregeling (Hoofdstuk 9e CAR-UWO)

A.

De tekst van artikel 9e:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

Artikel 9e:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht: een regeling als bedoeld in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964;

    • b.

      instelling: een door de ambtenaar gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 Wet financieel toezicht;

    • c.

      levenslooprekening: een bij de instelling door de ambtenaar geopende geblokkeerde rekening, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • d.

      levensloopverzekering: een bij de instelling door de ambtenaar afgesloten verzekering, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • e.

      levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal;

    • f.

      netto spaarverzekering: de bij Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance afgesloten verzekering met als productnaam “Aanvullingsplan Netto", waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • g.

      netto spaarverzekeringstegoed: het tegoed op de netto spaarverzekering;

    • h.

      Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance: het product van Loyalis, speciaal ontwikkeld voor het FLO-overgangsrecht, dat bestaat uit een levensloopverzekering en een netto spaarverzekering;

    • i.

      spaarrekening: de rekening geopend ter vervanging van de levensloopverzekering en de netto spaarverzekering van Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • j.

      spaarrekeningtegoed; het tegoed op de spaarrekening;

    • k.

      tranche: de extra salarisproductie aan het eind van het fiscale jaar.

  • 2.

    Met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden houdt het LOGA-pad in dat de ambtenaar:

    • a.

      moet deelnemen aan Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance en,

    • b.

      de volledige levensloopbijdrage beschikbaar moet stellen om in te leggen in Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance op het moment dat de werkgever deze levensloopbijdrage verstrekt en,

    • c.

      niet tussentijds (vóór het bereiken van de 59- of 60-jarige leeftijd) tegoed opneemt uit Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance tenzij,

      • I.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9b:11 eerste lid onder b respectievelijk 9b:35 eerste lid onder b, of

      • II.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9f:3a

    • d.

      en, uiterlijk voor 1 januari 2022 zijn netto spaarverzekeringstegoed overbrengt naar de netto spaarrekening.

  • 3.

    Het aanwezige bedrag aan levenslooptegoed wordt, als de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 ligt op of na 1 september 2021, in 3 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed,

    • b.

      een tranche fiscaal jaar 2020 en betreft 1/2e deel van het levenslooptegoed, en

    • c.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 4.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2020 en 1 september 2021 dan wordt het aanwezige bedrag aan levensloop in 2 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed; en

    • b.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 5.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2019 en 1 september 2020 dan wordt het resterende bedrag levenslooptegoed op 1 januari 2022 in een tranche fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de spaarrekening.

  • 6.

    Voor de toepassing van het derde tot en met vijfde lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad niet volgt uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).

B.

In artikel 9e:13 lid 1 wordt een nieuw sub e toegevoegd:

  • e.

    de transitie naar de netto spaarrekening bedoeld in artikel 2 lid 3 e.v.

 

Naar boven