Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

791

Vragen van het lid Snijder-Hazelhoff (VVD) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het afsluiten van gebieden in de Waddenzee. (Ingezonden 9 november 2009)

1

Bent u bekend met het persbericht «Boosheid over negeren belangen watersport door LNV»?1

2

Op basis waarvan zijn de afsluitingen van gebieden in de Waddenzee tot stand gekomen?

3

Bent u bereid een gemotiveerde verantwoording naar de Kamer toe te sturen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer zouden wij deze kunnen ontvangen?

4

Is de verwachting dat er nog meer gebieden zullen worden afgesloten?

Antwoord

Antwoord van minister Verburg (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 26 november 2009)

1

Ja.

2 en 3

Op grond van artikel 20 van de Natuurbeschermingswet 1998 kan ik de toegankelijkheid van gebieden (tijdelijk) beperken, voor zover dit noodzakelijk is voor de bescherming van natuurwaarden. Elk jaar beoordeel ik of er wijzigingen nodig zijn in de begrenzingen van deze zogenaamde artikel 20-gebieden.

Tevens heb ik bij het tot stand komen van mijn besluit van 29 oktober 2009 tot wijziging van artikel 20-gebieden in de Waddenzee de «Leidraad aanwijzing artikel 20 Natuurbeschermingswet 1998 Waddenzee» (zie bijlage)1 gevolgd. Conform de Leidraad zijn de belangenorganisaties in het Waddengebied uitvoerig betrokken bij de voorbereiding van het wijzigingsbesluit.

Zo heb ik enkele malen een Klankbordgroep geraadpleegd en de gelegenheid gegeven om een schriftelijke zienswijze in te dienen. Naast de visserij en de terreinbeheerders maken ook de belangenorganisaties van de watersport in het Waddengebied deel uit van deze Klankbordgroep.

Mijn wijzigingsbesluit baseer ik verder op informatie over de aanwezigheid van zeehonden en vogels van IMARES Wageningen UR (zeehonden), van SOVON Vogelonderzoek Nederland (wadvogels), en van mijn inspectieschepen van de Waddenunit LNV. Ook heb ik een Expertgroep, waarin externe deskundigen zitting hadden namens onderzoeksinstellingen, terreinbeheerders en belangenorganisaties, geraadpleegd en om inhoudelijk advies gevraagd.

4

In de Waddenzee bevindt zich nu een levensvatbare populatie van gewone zeehonden. Bij deze populatieomvang is het uitbreiden van het oppervlak artikel 20-gebied om de gewone zeehond te beschermen op dit moment niet nodig.

Het Waddengebied is echter een zeer dynamisch gebied. De ligging van wadplaten en geulen verandert voortdurend door stroming en stormen. Ook het gebruik van het gebied door zeehonden en wadvogels kan jaarlijks variëren door verschillende oorzaken. Op mogelijke wijzigingen in volgende jaren kan ik daarom nog niet vooruitlopen.


XNoot
1

 www.waddenzee.nl, 21 oktober 2009: «Boosheid over negeren belangen watersport door LNV».

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven