Legger oppervlaktewateren 2018

Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden,

gelet op het voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van 15 januari 2019;

gelet op artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78, lid 2 van de Waterschapswet;

gezien de inspraaknota, zoals is vastgesteld door dijkgraaf en hoogheemraden op 15 januari 2019;

 

Besluit:

 

de Legger oppervlaktewateren 2018 vast te stellen.

Artikel 1: Definities

In deze Legger wordt verstaan onder:

  • 1.

    Aangelande: degene die krachtens eigendom, bezit of beperkt recht het genot heeft van aan de kernzone van OPPERVLAKTEWATEREN grenzende percelen.

  • 2.

    Aangewezen vaarweg: een OPPERVLAKTEWATERLICHAAM met een door de provincie aangewezen vaarwegfunctie, daaronder begrepen de daarin aanwezige kunstwerken, in tegenstelling tot overig vaarwater.

  • 3.

    Actief peilbeheer: het actief realiseren van een peil binnen de in het peilbesluit gestelde kaders.

  • 4.

    Bergingsgebied: een krachtens de Wet ruimtelijke ordening voor waterstaatkundige doeleinden bestemd gebied, niet zijnde een OPPERVLAKTEWATERLICHAAM of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en ook als (water)bergingsgebied in de Legger is opgenomen.

  • 5.

    Beschermingszone: zie artikel 3.

  • 6.

    Beschoeiing: is een constructie veelal van staal of hout, die een OEVER of waterkant beschermt tegen afkalven, golven en andere invloeden die de stabiliteit van de waterkant in gevaar brengen en daarmee de functie(s) van de watergang negatief beïnvloeden.

  • 7.

    Bovenpeil: het hoogst toegestane peil zoals vastgesteld in het vigerend peilbesluit. In peilgebieden met een zomerpeil en winterpeil komt dit overeen met het zomerpeil.

  • 8.

    Buitengewoon onderhoud: zie artikel 5.

  • 9.

    Droge sloten: die delen van het OPPERVLAKTEWATERLICHAAM die een deel van het jaar niet watervoerend zijn, maar die wel belangrijk zijn voor de waterhuishouding.

  • 10.

    Droge slootdiepte: de verticale afstand tussen MAAIVELD en de waterbodem.

  • 11.

    Droge profiel: het boven de WATERSPIEGEL gelegen deel van het TALUD tot aan de INSTEEK.

  • 12.

    Gebiedscollectief: een collectief van agrarische grondeigenaren, dat gezamenlijk in een gebied afspraken maakt over het beheer van natuur, landschap en water en dat beheer ook samen uitvoert.

  • 13.

    Genormeerde bodem: Onder de WATERSPIEGEL gelegen grondvlak van een rivier, kanaal, meer, haven etc. met een genormeerde hoogteligging (definitie overgenomen uit de Legger rijkswaterstaatswerken van Rijkswaterstaat 2014).

  • 14.

    Gewoon onderhoud: zie artikel 5.

  • 15.

    Insteek: de (denkbeeldige) snijlijn van het schuine TALUD met het horizontaal gelegen MAAIVELD.

  • 16.

    Ingreepmaat: de op de Leggerkaart vermelde WATERDIEPTE geeft in combinatie met de WATERSPIEGEL de ingreepmaat.

  • 17.

    Kernzone: zie artikel 3.

  • 18.

    Kopeinde van percelen: het uiteinde van een perceel dat aan meerdere zijden wordt omgeven door een OPPERVLAKTEWATERLICHAAM.

  • 19.

    Kunstwerk: een civieltechnisch werk voor de infrastructuur van wegen, water, spoorbanen, waterkeringen en/of leidingen niet bedoeld voor permanent menselijk verblijf.

  • 20.

    Keur: verordening van het waterschap met regels die het waterschap hanteert bij de bescherming van waterkeringen, watergangen, watersystemen, kunstwerken en grondwater. Het gaat hier om de vigerende Keur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden.

  • 21.

    Legger: openbaar register van de beheerder, als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet en/of artikel 78, lid 2 van de Waterschapswet, inclusief Leggerkaart, waarin ONDERHOUDSPLICHT en de vereiste (onderhouds)toestand van wateren en andere WATERSTAATSWERKEN en voorzieningen staan aangegeven, alsmede het profiel en de BESCHERMINGSZONES.

  • 22.

    Leggervakken: alle OPPERVLAKTEWATEREN zijn in de LEGGER opgedeeld in Leggervakken. In een vak zijn, op de breedte na, alle Leggerparameters identiek.

  • 23.

    Maaiveld: bovenkant of oppervlak van het natuurlijk of aangelegd terrein.

  • 24.

    Minimaal theoretisch benodigde profiel: (functioneel profiel) de minimaal noodzakelijke afmetingen om aan de waterstaatkundige functies te kunnen voldoen (zowel waterkwantiteit als (ecologische) waterkwaliteit).

  • 25.

    Natte profiel: het onder de WATERSPIEGEL gelegen oppervlak van de dwarsdoorsnede van een OPPERVLAKTEWATER of (ONDERSTEUNEND) KUNSTWERK.

  • 26.

    Natuurvriendelijk onderhoud: het realiseren en/of in stand houden van de streefbeelden ten aanzien van de ecologie en de fysisch-chemische waterkwaliteit.

  • 27.

    Natuurvriendelijke oever: een OEVER die op natuurlijke wijze is ingericht (of zo is ontstaan), met als doel een geleidelijke en brede overgang van nat naar droog te bewerkstelligen die interessant is voor flora en fauna. Een deel van het NATTE PROFIEL (bijvoorbeeld een plas/dras-zone) kan ook onderdeel uitmaken van de natuurvriendelijke oever.

  • 28.

    Niet-overrijdbare peilscheidingsconstructie: peilscheidingsconstructie met een beperkte breedte, waardoor deze niet overrijdbaar is met een voertuig.

  • 29.

    Oever: synoniem voor “DROGE PROFIEL”.

  • 30.

    Onderhoudsdiepte: de verticale afstand tussen de INGREEPMAAT en de ONDERHOUDSMAAT.

  • 31.

    Onderhoudsmaat: de hoogte tot waar maximaal gebaggerd mag worden.

  • 32.

    Onderhoudsplicht: de verantwoordelijkheid voor onderhoud van bij het waterschap in beheer zijnde WATERSTAATSWERKEN, zoals in de LEGGER of in voorschriften bij vergunningen is vastgelegd.

  • 33.

    Onderhoudsplichtigen: natuurlijke personen of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van wateren, OEVERS, (KUNST)WERKEN en/of BERGINGSGEBIEDEN.

  • 34.

    Onderhoudsvaarwater: OPPERVLAKTEWATER dat wordt of kan worden gebruikt om onderhoud varend uit te voeren.

  • 35.

    Onderpeil: het laagste toegestane peil zoals vastgesteld in het vigerend peilbesluit. In peilgebieden met een zomerpeil en winterpeil komt dit overeen met het winterpeil.

  • 36.

    Ondersteunend kunstwerk: KUNSTWERK of een bijzondere constructie die deel uitmaakt van het OPPERVLAKTEWATERLICHAAM, zoals een duiker, stuw en gemaal.

  • 37.

    Openbare weg: een weg die openbaar is in de zin van de Wegenwet.

  • 38.

    Oppervlaktewater(lichaam): samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, OEVERs en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Waterwet, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna.

  • 39.

    Overig vaarwater: een OPPERVLAKTEWATERLICHAAM waarop recreatievaart mogelijk en door het waterschap toegestaan is en waar geen vaarwegfunctie aan is toegekend of vaarwegbeheerder voor is aangewezen, daaronder begrepen de daarin aanwezige kunstwerken, in tegenstelling tot aangewezen vaarweg.

  • 40.

    Primaire oppervlaktewateren: zie artikel 2.

  • 41.

    Provinciale waterverordening: Waterverordening Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009, vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht en Zuid-Holland, resp. 26 oktober en 14 oktober 2009 en nadien is gewijzigd.

  • 42.

    Reglement: het reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008, vastgesteld door Provinciale Staten van Utrecht en Zuid-Holland op 18 februari 2008, respectievelijk 30 januari en 26 maart 2008 en eventuele latere wijzigingen.

  • 43.

    Secundaire oppervlaktewateren: zie artikel 2.

  • 44.

    (Spoor)wegbeheerder: de organisatie of het openbaar lichaam verantwoordelijk voor het onderhoud van de weg of de spoorweg gelegen langs een WATERSTAATSWERK. Indien de (spoor)wegbeheerder de gronden of de watergang langs het (spoor)wegtracé in eigendom heeft overgedragen, dan moet in plaats van (spoor)wegbeheerder worden gelezen de natuurlijke- of rechtspersoon die deze gronden in eigendom heeft verkregen. De onderhoudsverplichting gaat in dat geval over op de persoon die het in zijn macht heeft het onderhoud uit te voeren.

  • 45.

    Talud: het schuine zijvlak van een waterkering, een watergang of een bouwput enz..

  • 46.

    Taludhelling: de verhouding hoogte : aanleg (ofwel de tangens) van het TALUD waarbij voor de hoogte meestal 1 wordt aangehouden.

  • 47.

    Tertiaire oppervlaktewateren: zie artikel 2.

  • 48.

    Waterberging: het opvangen van water

  • 49.

    Waterbergingsgebied: zie bergingsgebied.

  • 50.

    Waterdiepte: verticale afstand tussen WATERSPIEGEL en de INGREEPMAAT.

  • 51.

    Waterspiegel: het grensvlak tussen water en lucht. In peilgebieden met een zomer- en winterpeil en in peilgebieden in de VINEX-locatie Leidsche Rijn met een flexibel peilbeheer, is de waterspiegel gebaseerd op het ONDERPEIL. In overige gebieden met flexibel peilbeheer is de waterspiegel gebaseerd op het gemiddelde van het ONDERPEIL en BOVENPEIL. Als uit het peilbesluit geen BOVENPEIL afgeleid kan worden, dan geldt het ONDERPEIL en andersom.

  • 52.

    Waterstaatswerk: OPPERVLAKTEWATERLICHAAM, BERGINGSGEBIED, waterkering of ONDERSTEUNEND KUNSTWERK. In de Legger Oppervlaktewateren worden waterkerende waterstaatswerken (en bijbehorende, op deze functie gerichte KUNSTWERKEN en samenhangende BESCHERMINGSZONES) buiten beschouwing gelaten, omdat dit in aparte LEGGERS is vastgelegd.

  • 53.

    Watersysteem: samenhangend geheel van een of meer OPPERVLAKTEWATERLICHAMEN en grondwaterlichamen met bijbehorende BERGINGSGEBIEDEN, waterkeringen en ONDERSTEUNENDE KUNSTWERKEN.

Artikel 2: Categorieën oppervlaktewater

Op de Leggerkaart staan alle oppervlaktewateren die dienen voor de afvoer, aanvoer en/of berging van water. Deze wateren worden in drie categorieën onderscheiden:

  • a.

    Primaire oppervlaktewateren: de oppervlaktewateren die van overwegend belang zijn voor de waterbeheersing.

  • b.

    Secundaire oppervlaktewateren: de oppervlaktewateren die van beperkt belang zijn voor de waterbeheersing.

  • c.

    Tertiaire oppervlaktewateren: alle andere oppervlaktewateren zoals bijvoorbeeld scheisloten en binnensloten.

Artikel 3: Werkingsgebied

  • 1.

    In deze Legger zijn de volgende zoneringen vastgelegd:

    • a.

      Kernzone: centrale gedeelte van een oppervlaktewater zoals dat op de Leggerkaart is aangegeven, gemeten van insteek tot insteek.

    • b.

      Beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften en beperkingen kunnen gelden, zoals vastgesteld in de Keur. De beschermingszone is op de Leggerkaart aangegeven.

  • 2.

    Naast deze Legger Oppervlaktewateren heeft het waterschap Leggers voor waterkeringen vastgesteld. Indien zich tussen beide Leggers een discrepantie zou voordoen, dan prevaleert de Legger voor waterkeringen.

  • 3.

    Deze Legger oppervlaktewateren geldt niet voor de op de leggerkaart aangegeven grijze vlakken. Voor die grijze vlakken geldt de Legger Oppervlaktewateren 2012.

Artikel 4: Onderhoudsplichtigen

In de Legger zijn de onderhoudsplichtigen als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Keur, aangewezen voor het onderhoud van een oppervlaktewater en de daarin aanwezige kunstwerken. De onderhoudsverplichtingen zijn toebedeeld zoals hieronder is aangegeven. Incidenteel is hiervan afgeweken. Dit is dan op de Leggerkaart aangegeven.

  • 1.

    Primaire oppervlaktewateren:

    • a.

      Het gewoon en buitengewoon onderhoud van het natte profiel van primaire oppervlaktewateren geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de (spoor)wegbeheerder.

    • b.

      Voor bepaalde primaire oppervlaktewateren die gelegen zijn langs de kopeinden van percelen geldt een afwijkende toedeling van de onderhoudsplicht. Het gewoon onderhoud van het natte profiel van de watergang geschiedt door het waterschap, met uitzondering van het gedeelte grenzend aan de kant water. Het gewoon onderhoud van het natte profiel van dit gedeelte, het zgn. kantonderhoud, geschiedt door de aangelande. Tot een diepte van 0,4 meter is de aangelande onderhoudsplichtig, vanaf 0,4 meter het waterschap. Deze (gedeelten van) watergangen zijn op de Leggerkaart aangegeven.

      Indien langs de kopse kanten een openbare weg ligt, is niet de aangelande maar de wegbeheerder de onderhoudsplichtige.

  • 2.

    Secundaire oppervlaktewateren:

    • a.

      Het gewoon onderhoud van het natte profiel van de secundaire oppervlaktewateren geschiedt door de aangelande, tenzij anders is bepaald.

    • b.

      Het buitengewoon onderhoud van het natte profiel van de secundaire oppervlaktewateren geschiedt door het waterschap, tenzij het onderhoud berust bij een ander openbaar lichaam of de (spoor)wegbeheerder.

    • c.

      Bij secundaire oppervlaktewateren langs (spoor)wegen met de waterspiegel geheel in eigendom bij de (spoor)wegbeheerder, is deze (spoor)wegbeheerder verantwoordelijk voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van de gehele kernzone.

  • 3.

    Tertiaire oppervlaktewateren:

    • a.

      Het gewoon en buitengewoon onderhoud van het natte profiel van tertiaire oppervlaktewateren geschiedt door de aangelande, tenzij anders is bepaald.

    • b.

      Bij tertiaire oppervlaktewateren langs (spoor)wegen met de waterspiegel geheel in eigendom bij de (spoor)wegbeheerder, is deze (spoor)wegbeheerder verantwoordelijk voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van de gehele kernzone.

  • 4.

    Droge profiel

    Het gewoon én buitengewoon onderhoud van het droge profiel geschiedt door de aangelande tenzij anders is bepaald.

  • 5.

    (Ondersteunende) kunstwerken

    Op de Leggerkaart is per kunstwerk de onderhoudsplichtige voor het gewoon en voor het buitengewoon onderhoud aangewezen.

  • 6.

    Beschoeiingen

    Het waterschap is in bepaalde gevallen onderhoudsplichtige voor beschoeiingen. Op de Leggerkaart is aangegeven welke beschoeiingen het betreft. In alle andere gevallen is de vergunninghouder, aanliggend eigenaar of de (spoor)wegbeheerder de onderhoudsplichtige.

  • 7.

    Beschermingszone type A

    Het onderhoud in beschermingszone type A, zoals op grond van artikel 3, lid 1, sub b op de Leggerkaart is aangegeven, geschiedt door de eigenaar van het kadastrale perceel dat in deze beschermingszone is gelegen.

  • 8.

    Vrijhouden van de kernzone van een primair oppervlaktewater van overhangende beplanting

    Het vrijhouden van de kernzone van een primair oppervlaktewater van overhangende beplanting die over het water uitsteekt geschiedt door de aangelande.

  • 9.

    Uitstrekking onderhoudsplicht aangelanden

    De hierboven onder lid 1, 2 en 3 genoemde onderhoudsplicht van aangelanden strekt zich uit tot de halve breedte of tot een evenredig gedeelte van het aan die gronden grenzende oppervlaktewaterlichaam, tenzij in een door het college verleende vergunning anders is bepaald.

Artikel 5: Onderhoudsverplichtingen

De onderhoudsverplichting met betrekking tot de kernzones van oppervlaktewateren en kunstwerken omvat:

  • 1.

    Gewoon onderhoud natte profiel

    • a.

      De onderhoudsplichtigen dragen te allen tijde zorg voor een goede staat van het natte profiel van de oppervlaktewateren door:

    • b.

      het verwijderen van voorwerpen, materialen en stoffen die de afvoer en/of aanvoer en/of berging van water hinderen.

    • c.

      het schonen door het maaien en verwijderen van begroeiingen anders dan die dienen voor de verdediging van de taluds.

    • d.

      Na beoordeling door het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan worden afgeweken worden van de op de Leggerkaart weergegeven afmetingen. Dit is mogelijk bij natuurvriendelijk onderhoud door gebiedscollectieven of natuureigenaren indien hiertoe met het waterschap afspraken zijn gemaakt die aanleiding geven van de Legger af te wijken bijvoorbeeld in overeenstemming met de hierover vastgestelde beleidslijn(en).

  • 2.

    Buitengewoon onderhoud natte profiel

    • a.

      De onderhoudsplichtigen zijn te allen tijde verplicht het natte profiel in stand te houden overeenkomstig het in de Legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie van de oppervlaktewateren. De beschoeiing maakt hier geen deel van uit.

    • b.

      De op de Leggerkaart vermelde waterdiepte geeft, in combinatie met de waterspiegel de ingreepmaat. Hoger dan de ingreepmaat mag de waterbodem niet komen. In de praktijk zal dieper gebaggerd worden om te voorkomen dat de ingreepmaat spoedig weer wordt overschreden. De op de Leggerkaart vermelde onderhoudsdiepte geeft in combinatie met de ingreepmaat de onderhoudsmaat.

      In primaire en secundaire oppervlaktewateren mag gebaggerd worden tot de onderhoudsmaat. Dieper baggeren mag niet, tenzij dat op basis van een Keur- of watervergunning of projectplan op grond van artikel 5.4 van de Waterwet is toegestaan.

      Bij tertiaire oppervlaktewateren geldt geen beperking voor het dieper baggeren zolang er geen overlast wordt veroorzaakt en schade wordt berokkend aan derden.

    • c.

      Na beoordeling door het college van dijkgraaf en hoogheemraden kan als gevolg van lokale omstandigheden, zoals loopzand, of een geringe breedte van het oppervlaktewater op de waterlijn, afgeweken worden van de op de Leggerkaart weergegeven afmetingen. Dit kan ook gelden bij natuurvriendelijk onderhoud door gebiedscollectieven of natuureigenaren indien hiertoe met het waterschap afspraken zijn gemaakt die aanleiding geven van de Legger af te wijken bijvoorbeeld in overeenstemming met de hierover vastgestelde beleidslijn(en).

  • 3.

    Gewoon onderhoud droge profiel

    De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor het in stand houden van het droge profiel, ter voorkoming dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd en/of andere maatschappelijke functies van het oppervlaktewater. Deze zorg omvat ook het maaien, afsteken en ophalen van de taluds. Indien aan het droge profiel een beschermingszone type A grenst zoals op grond van artikel 3, lid 1, sub b op de Leggerkaart is aangegeven, dan dient de onderhoudsplichtige tevens zorg te dragen voor het vrijhouden van het droge profiel van (opgaande) begroeiing en andere obstakels, met als doel dat de beschermingszone kan worden of wordt gebruikt ten behoeve van het doelmatig en efficiënt uitvoeren van onderhoud van het waterstaatswerk door het waterschap met rijdend onderhoudsmaterieel.

  • 4.

    Buitengewoon onderhoud droge profiel

    De onderhoudsplichtigen zijn te allen tijde verplicht het droge profiel in stand te houden overeenkomstig het in de Legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie van de oppervlaktewateren. De beschoeiing maakt hier geen deel van uit.

  • 5.

    Kunstwerken

    Bij het gewoon onderhoud dragen de onderhoudsplichtigen te allen tijde zorg voor een goede staat van het kunstwerk. Daaronder valt ook het inzake het voor de goede doorstroming schoonhouden van het natte profiel. Bij het buitengewoon onderhoud dragen de onderhoudsplichtigen zorg voor het in stand houden van het kunstwerk overeenkomstig het in de Legger bepaalde omtrent ligging, vorm, afmeting en constructie.

  • 6.

    Beschoeiingen

    De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor het gewoon en buitengewoon onderhoud van beschoeiingen ter voorkoming dat door inzakking de af- en/of aanvoer van water wordt gehinderd en/of andere maatschappelijke functies van het oppervlaktewater worden gehinderd.

  • 7.

    Beschermingszone

    De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor het vrijhouden van de beschermingszone, type A zoals op grond van artikel 3, lid 1, sub b op de Leggerkaart is aangegeven, van (opgaande) begroeiing en andere obstakels, met als doel dat de beschermingszone kan worden of wordt gebruikt ten behoeve van het doelmatig en efficiënt uitvoeren van onderhoud van het waterstaatswerk door het waterschap met rijdend onderhoudsmaterieel.

  • 8.

    Vrijhouden van de kernzone van een primair oppervlaktewater van overhangende beplanting

    De onderhoudsplichtigen dragen zorg voor het vrijhouden van de kernzone van een primair oppervlaktewater van overhangende beplanting die over het water uitsteekt en daarbij overlast kan veroorzaken. Deze zorg geldt in algemene zin tot een hoogte van 4,0 meter boven het naastgelegen maaiveld. Voor de Grecht geldt een afwijkende hoogte van 30,00 meter boven de waterspiegel. Voor de Gekanaliseerde Hollandse IJssel is dit 4,60 meter boven de waterspiegel.

Artikel 6: Bergingsgebieden

Een op de Leggerkaart aangewezen bergingsgebied moet door de eigenaar en/of gebruiker ervan, in stand worden gehouden volgens de ligging en afmeting, als aangegeven op de Leggerkaart.

Artikel 7: Onderhoudsvaarwater

Bepaalde oppervlaktewateren zijn aangewezen als onderhoudsvaarwater. Dit betekent dat de betreffende oppervlaktewateren door het waterschap varend kunnen worden onderhouden of gebruikt kunnen worden als vaarroute naar wateren die varend kunnen worden onderhouden. De onderhoudsvaarwateren zijn op de Leggerkaart aangegeven.

Om deze onderhoudswijze mogelijk te maken dienen de in deze wateren gelegen bruggen en kunstwerken te voldoen aan de in de Keur of uitvoeringsregels en/of verleende vergunningen voorgeschreven minimale afmetingen.

Artikel 8: Aangewezen vaarwegen en overig vaarwater

Bepaalde oppervlaktewateren zijn door de provincie aangewezen als “aangewezen vaarweg”. Daarnaast heeft het waterschap enkele watergangen aangewezen als “overig vaarwater”. Deze oppervlaktewateren zijn aangegeven op de Leggerkaart. Om de functie te garanderen dienen de “overige vaarwateren” en de in deze wateren gelegen kunstwerken te voldoen aan de in de Keur, uitvoeringsregels en/of specifiek (vaar)beleid (minimale) voorgeschreven afmetingen. Voor de “aangewezen vaarwegen” en de in deze wateren gelegen bruggen en kunstwerken dient te worden voldaan aan de door de betreffende provincie vastgestelde afmetingen. Artikel 8 geldt niet voor de Vlist.

Artikel 9: Natuurvriendelijke oevers

Bepaalde oevers van oppervlaktewateren, inclusief een deel van het bijbehorende natte profiel, zijn in deze Legger aangewezen als “natuurvriendelijke oever”. Om de inrichting en functioneren van deze oevers te garanderen dienen inrichting, beheer en onderhoud van deze oevers te voldoen aan de Keur, uitvoeringsregels, verleende vergunningen, subsidievoorschriften, afgesloten beheerovereenkomsten en overige vastgelegde afspraken voor zover van toepassing.

Artikel 10: Gekanaliseerde Hollandse IJssel

Het beheer en onderhoud van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel is op 1 januari 2014 overgedragen door Rijkswaterstaat aan het waterschap. Het waterschap heeft de bijbehorende Leggerbepalingen, vastgesteld door Rijkswaterstaat op 30 november 2012, onveranderd overgenomen in deze Legger.

Artikel 11: Bijdrage

  • 1.

    De onderhoudsplichtige kan het college van dijkgraaf en hoogheemraden verzoeken het voldoen aan de onderhoudsplicht te vervangen door betaling van een financiële bijdrage.

  • 2.

    De hoogte van de door de onderhoudsplichtige te betalen bijdrage wordt vastgesteld door het college van dijkgraaf en hoogheemraden.

Artikel 12: Overgangsbepaling

  • 1.

    Als een oppervlaktewater, duiker en/of ander ondersteunend kunstwerk rechtmatig tot stand is gekomen maar (nog) niet in de Legger is opgenomen, is de eigenaar verplicht deze in stand te houden overeenkomstig de voorwaarden zoals vermeld in de verleende vergunning of volgens de daaromtrent met het waterschap aantoonbaar en/of schriftelijk gemaakte afspraken.

  • 2.

    Indien geen vergunning voorhanden is, en/of geen afspraken zijn gemaakt, dan dient de eigenaar van het perceel waarop het oppervlaktewater, duiker en/of ander ondersteunend kunstwerk is gelegen, deze te onderhouden met behoud van de oorspronkelijke ligging, vorm, afmeting en constructie, dan wel de aanwijzingen van het waterschap daaromtrent te volgen.

Artikel 13: Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze Legger treedt in werking op een nader door het college te bepalen datum en is van kracht in het beheergebied van het waterschap zoals aangegeven op de Leggerkaart 2018, met uitzondering van de grijs gemarkeerde gebieden op deze kaart.

  • 2.

    De Legger Oppervlaktewateren 2012, vastgesteld op 19 september 2012, vervalt met ingang van de in lid 1 bedoelde datum, met dien verstande dat de Legger Oppervlaktewateren 2012 van kracht blijft voor de grijs gemarkeerde gebieden op de leggerkaart 2018.

  • 3.

    Deze Legger kan worden aangeduid als “Legger Oppervlaktewateren 2018” en van deze Legger maken eveneens deel uit de Leggernota alsmede de (digitale) Leggerkaart 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 20 februari 2019.

Voorzitter, P.J.M. Poelmann,

Secretaris, J. Goedhart,

Naar boven