Regeling van de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs van 25 maart 2022, nr. PO/31763171, houdende wijziging van de Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs in verband met het vaststellen van subsidieplafonds en voorrangsregels voor de tweede aanvraagronde, alsmede de wijziging van enkele termijnen

De Minister voor Primair- en Voortgezet Onderwijs,

Gelet op artikel 70 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 67 van de Wet primair onderwijs BES;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt in de begripsbepaling van ‘Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media’ vervangen door ‘Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs’.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘op grond van deze regeling’ vervangen door ‘ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend in het tijdvak, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel a,’.

2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt:

  • 1a. Voor verstrekking van subsidie ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend in het tijdvak, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onderdeel b, is een bedrag beschikbaar van ten hoogste:

    • a. € 2.518.637,40 voor aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a; en

    • b. € 1.679.091,60 voor aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Wijze van verdeling beschikbare middelen

  • 1. Na binnenkomst van de aanvragen wordt eerst de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, verdeeld en vervolgens de subsidie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b.

  • 2. Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen toe te wijzen:

    • a. wordt eerst voorrang verleend aan de binnengekomen aanvragen van bevoegde gezagsorganen, gevestigd op Bonaire, Sint Eustatius of Saba; en

    • b. wordt vervolgens voorrang verleend aan de binnengekomen aanvragen van bevoegde gezagsorganen aan wie niet eerder op grond van deze regeling subsidie is verstrekt.

  • 3. Indien een subsidieplafond ontoereikend is om alle binnengekomen aanvragen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, toe te wijzen, worden de aanvragen door middel van loting gerangschikt.

  • 4. Indien na toepassing van het tweede lid binnen een subsidieplafond nog middelen resteren, worden de overige binnengekomen aanvragen door middel van loting gerangschikt.

  • 5. Indien na toewijzing van alle daarvoor in aanmerking komende aanvragen binnen een subsidieplafond nog middelen resteren, worden deze middelen toegevoegd aan het andere subsidieplafond.

  • 6. Aanvragen die na het einde van een aanvraagtijdvak worden ingediend, worden afgewezen.

D

Artikel 7, vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. 15 februari 2022 tot en met 15 mei 2022.

E

In artikel 8, eerste lid, onderdeel b, wordt ‘15 april 2022’ vervangen door ‘10 juli 2022’.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Subsidieregeling innovatie bewegingsonderwijs (hierna: de subsidieregeling).

In de eerste aanvraagtermijn van de subsidieregeling bleek dat er veel belangstelling is voor de regeling onder bevoegde gezagsorganen. Om zoveel mogelijk bevoegde gezagsorganen te ondersteunen in de voorbereiding op de wettelijke urennorm die in 2023 ingaat, en om meer bewegen te stimuleren, is het budget voor de tweede aanvraagtermijn aangevuld. Deze wijzigingsregeling voorziet in de vaststelling van de verhoogde subsidieplafonds voor de tweede aanvraagtermijn.

Daarnaast is in de eerste termijn gebleken dat de specifieke situatie op Caribisch Nederland een andere aanpak vereist. Om deze reden krijgen de bevoegde gezagsorganen op Caribisch Nederland voorrang bij het aanvraagproces.

Voor de tweede aanvraagtermijn is eveneens de aanvraag- en beslistermijn gewijzigd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

Aan het bedrag dat over was na de eerste ronde is een bedrag van € 3.315.153 toegevoegd zodat er meer bevoegde gezagsorganen in de gelegenheid kunnen worden gesteld een impuls te geven aan het bewegingsonderwijs. Inclusief het resterende budget uit de eerste ronde is er in totaal € 4.197.729 beschikbaar voor de tweede termijn. De bedragen zijn op dezelfde wijze verdeeld als in de eerste termijn: 60% van het budget is beschikbaar voor aanvragen voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, en 40% voor activiteiten als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b. Eventuele resterende bedragen worden doorgeschoven naar het subsidieplafond voor het andere onderdeel.

Artikel I, onderdeel C

Op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is behoefte aan extra ondersteuning op het gebied van beweging en het bewegingsonderwijs: de beweegarmoede onder kinderen is ook op deze eilanden groot.1 Met deze wijziging wordt aan aanvragen van bevoegde gezagsorganen in Caribisch Nederland voorrang verleend. Daarmee wordt verzekerd dat de aanvragen van scholen op Caribisch Nederland allen gehonoreerd kunnen worden. Gezien de geconstateerde benodigde ondersteuning op de eilanden voor bewegingsonderwijs is deze voorrang ook passend.

Artikel 5

De middelen zijn bedoeld voor inzet in het schooljaar 2022-2023. Uiterlijk 10 juli worden de beschikkingen verstuurd. De middelen worden in januari 2023 uitgekeerd.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma


X Noot
1

Zie Leefstijl monitor Caribisch Nederland, CBS

Naar boven