Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 23 maart 2022 Min-BuZa.2022.11591-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 7.2, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Voor subsidieverlening op grond van artikel 7.2, eerste lid, onderdeel c, van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 met het oog op subsidiëring van activiteiten ter bevordering van structureel internationaal ondernemen door Nederlandse MKB-ondernemingen, gelden voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2026 de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.

Artikel 2

  • 1. Aanvragen voor subsidie in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 worden ingediend in meerdere openstellingen.

  • 2. Aanvragen voor subsidie in de openstelling van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 voor 2022, met uitzondering van aanvragen voor subsidie voor Coaching als bedoeld in paragraaf 4.4.4. van de in de bijlage bij dit besluit vastgestelde beleidsregels, worden ingediend vanaf 1 april 2022 tot en met 31 december 2022, 15.00 uur Nederlandse tijd.

  • 3. Aanvragen voor subsidie in de openstelling van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 voor 2022, voor Coaching als bedoeld in paragraaf 4.4.4. van de in de bijlage bij dit besluit vastgestelde beleidsregels, worden ingediend in de volgende ronden:

    • a. vanaf 1 april tot en met 30 juni 2022, 15.00 uur Nederlandse tijd;

    • b. vanaf 1 juli tot en met 30 september 2022, 15.00 uur Nederlandse tijd;

    • c. vanaf 1 oktober tot en met 31 december 2022, 15.00 uur Nederlandse tijd.

  • 4. Voor aanvragen voor subsidie in volgende openstellingen van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 gelden nader bekend te maken openstellingsperiodes.

  • 5. Aanvragen voor subsidies in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 worden ingediend aan de hand van een door de minister beschikbaar gesteld formulier en voorzien van de op het aanvraagformulier gevraagde bescheiden.1

Artikel 3

  • 1. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2026 voor aanvragen bedoeld in artikel 2, tweede lid, een subsidieplafond van € 1.385.000.

  • 2. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2026 voor

    • a. aanvragen bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, een subsidieplafond van € 200.000;

    • b. aanvragen bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, een subsidieplafond van € 200.000;

    • c. aanvragen bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel c, een subsidieplafond van € 200.000;

    met dien verstande dat indien na de periodes genoemd in de onderdelen a en b een deel van het daar bedoelde subsidieplafond resteert, dit beschikbaar is voor aanvragen in de eerstvolgende periode.

  • 3. Indien na toepassing van het eerste lid middelen van het daar bedoelde subsidieplafond resteren, zijn deze beschikbaar voor aanvragen bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel c, en indien na toepassing van het tweede lid, onderdeel c, middelen van het daar bedoelde subsidieplafond resteren, is dit beschikbaar voor aanvragen bedoeld in het eerste lid.

  • 4. Voor subsidieverlening in het kader van het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 gelden voor aanvragen bedoeld in artikel 2, vijfde lid, nader bekend te maken subsidieplafonds.

Artikel 4

De aanvragen worden beoordeeld op volgorde van binnenkomst van de aanvragen. Indien het subsidieplafond op enige dag dreigt te worden overschreden, bepaalt de minister de volgorde van behandeling van deze aanvragen door middel van loting.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat het besluit van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de plaatsvervangend Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, P. Potman

BIJLAGE

1. Achtergrond

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (hierna: de minister) wil MKB-ondernemingen ondersteunen bij het op gestructureerde wijze vormgeven van de export van de door deze MKB-ondernemingen zelf geproduceerde of zelf ontwikkelde goederen en/of diensten en bij het inbedden van die activiteiten in de organisatie, het verwerven van kennis op internationaal juridisch en fiscaal gebied en marktonderzoek en exportvaardigheden, coaching, het deelnemen aan handelsmissies of collectieve beursinzendingen, het betreden van een specifiek doelland of via een individuele beursdeelname.

Het gaat hierbij om Nederlandse MKB-ondernemingen die structureel internationaal willen ondernemen in een doelland. Met structureel wordt bedoeld het op een constante en planmatige wijze vormgeven van de export van de eigen goederen en/of diensten. Het gaat om zelfgeproduceerde of zelfontwikkelde goederen en/of diensten en niet om ingekochte goederen en/of diensten die worden doorverkocht.

De minister heeft besloten hiertoe met het Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026 (hierna: SIB) een financiële bijdrage te leveren. Met SIB wordt een bijdrage geleverd aan de uitvoering van de SDG-agenda2.

In verband met de situatie in Oekraïne en Rusland welke steeds meer raakt aan internationaal opererende Nederlandse MKB-ondernemingen heeft de minister besloten om het voor deze groep Nederlandse MKB-ondernemers mogelijk te maken om coaching, hulp en advies te verkrijgen voor het inrichten van benodigde activiteiten om de internationale business (eventueel op afstand) draaiende te houden of te (her)ontwikkelen daar waar zij zijn getroffen. Hiertoe geldt paragraaf 4.4.6. van SIB.

2. Uitvoerder

De minister heeft de uitvoering van SIB opgedragen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), agentschap van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. RVO zal SIB uitvoeren namens de minister op grond van het aan RVO verleende mandaat.

3. Begrippen

In SIB wordt verstaan onder:

aanvrager:

Nederlandse MKB-onderneming die de subsidie aanvraagt;

De-minimisverordening:

de Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun, Pb. 2013, L 352/1 dan wel Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector, Pb 2013, L 352/9 dan wel Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector, Pb 2014, L 190/45;

doelland:

het land, niet zijnde Nederland, waar de aanvrager zijn economische activiteiten wil laten plaatsvinden of het land waarover de aanvrager advies wil inwinnen;

doelmarkt:

de specifieke markt waar de aanvrager zich in het doelland op wil richten;

fiscale eenheid:

een fiscale eenheid is een groep van meerdere ondernemingen die gezien wordt als één onderneming voor een bepaalde belastingsoort;

groep:

een groep is een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden:

  • a. een privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

    • meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan,

    • volledig aansprakelijk vennoot is van, of

    • overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen, en

  • b. laatstbedoelde rechtspersonen;

MKB-onderneming:

onderneming als omschreven in Aanbeveling 2003/361/EG van de Europese Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen, met een vestiging of filiaal in Nederland op het tijdstip waarop een aanvraag wordt gedaan3;

Nederland:

Nederland (inclusief de bijzondere gemeenten Bonaire, Sint Eustatius en Saba), Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

Nederlands:

de beschikking hebbend over rechtspersoonlijkheid naar Nederlands recht en statutaire zetel in Nederland;

onderneming:

een rechtspersoon die economische activiteiten uitvoert, ongeacht de wijze waarop zij wordt gefinancierd. Een economische activiteit is het aanbieden van goederen of diensten op een economische markt;

structureel ondernemen:

het op een constante en planmatige wijze vormgeven van de export van de eigen goederen en/of diensten. Het gaat om zelfgeproduceerde of zelfontwikkelde goederen en/of diensten en niet om ingekochte goederen en/of diensten die worden doorverkocht.

4. Subsidieprogramma Support International Business 2022–2026

4.1. Doel

SIB heeft tot doel bij te dragen aan de bevordering van duurzaam internationaal ondernemen door Nederlandse MKB-ondernemingen die potentie en ambitie hebben om te ondernemen op buitenlandse markten waar zij dit nog niet structureel doen.

Met het oog daarop worden de volgende subdoelen nagestreefd:

  • het vergroten van Nederlandse export;

  • het vergroten van het aantal Nederlandse ondernemingen dat zich structureel positioneert op nieuwe markten;

  • het stimuleren van duurzame internationalisering van Nederlandse ondernemingen.

4.2. Doelgroep

Met SIB wil de minister Nederlandse MKB-ondernemingen met de potentie en ambitie om structureel internationaal te ondernemen ondersteunen.

4.3. Wie kunnen in aanmerking komen voor een subsidie

Voor subsidie voor SIB komen in aanmerking Nederlandse MKB-ondernemingen, die zich voorafgaand aan de aanvraag georiënteerd hebben op het doelland, en potentie en ambitie hebben, dat wil zeggen dat aannemelijk moet zijn dat:

Potentie

Er sprake is van door de Nederlandse MKB-onderneming zelf geproduceerde of zelf ontwikkelde goederen en/of diensten voor introductie op een internationale doelmarkt en de productie en organisatorische capaciteit toereikend zijn om structureel internationaal te ondernemen.

Ambitie

Er motivatie en bereidheid aanwezig is om tijd en geld te investeren ten behoeve van structureel en duurzaam internationaal ondernemen op een internationale markt.

Niet voor subsidie in aanmerking komen aanvragers die steenkool gebruiken en/of bezig zijn met de exploratie en ontwikkeling van nieuwe voorraden olie en gas in het buitenland.

4.4. Subsidiabele activiteiten en omvang subsidie

Voor een subsidie in het kader van SIB kunnen in aanmerking komen activiteiten zoals hierna opgenomen, waarbij per activiteit ook is opgenomen wat de maximale omvang van de subsidie is. Bovendien geldt een maximum van € 6.500 per MKB-onderneming per kalenderjaar.

4.4.1. Deelname aan een (digitale) handelsmissie of collectieve beursinzending in het buitenland

Het gaat hierbij om een (digitale) collectieve, promotionele activiteit in een doelland, gericht op het vinden van potentiële afnemers, samenwerkingspartners of investeerders in een doelland, en bevordering van export van Nederlandse producten en diensten naar, dan wel investeringen van Nederlandse mkb-ondernemingen in een doelland.

Voor de handelsmissie of beurs geldt dat:

  • deze georganiseerd moet worden door een Nederlandse private partij;

  • het plaatsvinden ervan openbaar gepubliceerd moet zijn;

  • deze collectief moet zijn, dat wil zeggen dat meer dan 5 ondernemingen deelnemen;

  • deze meerdaags moet zijn;

  • deze binnen 12 maanden na indiening van de aanvraag moet plaatsvinden;

  • de organiserende Nederlandse private partij niet de indiener is van de aanvraag, niet werkzaam is bij of werkzaam voor, noch anderszins verbonden is aan, de organisatie die de aanvraag indient;

  • hieraan niet reeds financieel wordt bijgedragen door de Nederlandse overheid of een Europees bestuursorgaan, met uitzondering van de facilitering door de Nederlandse overheid of een Europees bestuursorgaan in de vorm van een voorlichtingsbijeenkomst of een netwerkreceptie.

De activiteiten van de MKB-onderneming moeten zijn gerelateerd aan het doel van de handelsmissie of beurs. De (mede-)organisator van de handelsmissie of beurs komt niet in aanmerking voor subsidie.

4.4.2. Zelfstandige deelname aan een buitenlandse (digitale) vakbeurs

Aanvragers die niet kunnen aansluiten bij een activiteit zoals opgenomen in paragraaf 4.4.1. kunnen zelfstandig met een (virtuele) stand deelnemen aan internationaal georiënteerde (digitale) vakbeurs in het buitenland. Hiervoor geldt dat:

  • de vakbeurs gericht moet zijn op internationale standhouders en bezoekers;

  • het plaatsvinden ervan openbaar gepubliceerd moet zijn;

  • de vakbeurs binnen 12 maanden na indiening van de aanvraag moet plaatsvinden.

De subsidie voor de fysieke of digitale huur- en opbouwkosten van een stand op een vakbeurs in het buitenland bedraagt ten hoogste 50% van de deelnameprijs tot een maximum van € 2.500.

4.4.3. Marktentree

Met marktentree wordt bedoeld een geheel van voor de onderneming nieuwe activiteiten gericht op het positioneren van de MKB-onderneming in een doelland door ondersteuning ter plekke in het doelland. Hiervoor geldt dat het moet gaan om:

  • een aanvrager die structureel internationaal ondernemen in het doelland tot doel heeft;

  • de inzet van een externe deskundige die de aanvrager introduceert bij lokale netwerken en experts, contacten onderhoudt en helpt bij een mogelijke vestiging in het doelland.

De externe deskundige die wordt ingezet voor marktentree moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • beschikt over ten minste hbo werk- en denkniveau;

  • beschikt over recente sectorexpertise/-kennis gerelateerd aan het doel van de aanvraag, namelijk het positioneren van de MKB-onderneming in het doelland;

  • heeft een aantoonbaar relevant netwerk in het doelland;

  • is werkzaam bij een organisatie die aantoonbare dienstverlening aanbiedt in het doelland;

  • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de indiener en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door de externe deskundige in de offerte opgenomen subsidiabele kosten voor het opleveren van een eindverslag tot een maximum van € 2.500. De offerte dient niet ouder dan 3 maanden te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

4.4.4. Coaching

Het gaat hierbij om het sparren met en leren van een coach over de organisatie van export naar een specifiek doelland. De coaching omvat maximaal 3 gesprekken van 2 uur, waarvan gespreksverslagen worden gemaakt. Het doel van de gesprekken met de coach is dat de ondernemer/aanvrager in staat is om zelf een exportplan op te stellen.

De coach die wordt ingezet moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • beschikt over tenminste hbo denk- en werkniveau;

  • is werkzaam voor organisatie die exportadvies als kerntaak heeft;

  • heeft aantoonbaar ten minste 3 jaar praktijkervaring in het uitvoeren van exportactiviteiten in het doelland;

  • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

Eenzelfde coach kan in een kwartaal door maximaal 7 aanvragers worden ingezet om coaching te geven. Peildatum is het moment van subsidieverlening. Aan aanvragers zal indien gewenst op verzoek informatie worden verstrekt over het aantal keer dat een coach reeds wordt ingezet voor coaching waarvoor een subsidie in het kader van SIB is aangevraagd of verleend.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door de coach in de offerte opgenomen subsidiabele kosten voor het opleveren van een eindverslag tot een maximum van € 1.000. De offerte dient niet ouder dan 3 maanden te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

4.4.5. Kennis en vaardigheden

Het gaat hierbij om a) het verwerven van internationale juridische en fiscale kennis, of b) het laten verrichten van marktonderzoek voor het positioneren van de MKB-onderneming met betrekking tot voor de onderneming nieuwe activiteiten in een doelland, of c) het volgen van een exporttraining. De aanvraag dient te zijn gericht op een van deze activiteiten, waaronder wordt verstaan:

  • a. De inzet van een externe deskundige voor advies op internationaal juridisch en fiscaal gebied:

    • advies over het opstellen van nieuwe contracten en het gebruik van algemene voorwaarden bij exporttransacties;

    • advies en begeleiding bij merkregistratie;

    • advies over belastingwetgeving in het buitenland en dubbele belastingheffing;

    • advies over het opzetten van een buitenlandse entiteit; en/of

    • advies over overige juridische dan wel fiscale aspecten van structureel internationaal ondernemen.

    De externe deskundige die wordt ingezet voor advies op internationaal juridisch en fiscaal gebied moet voldoen aan de volgende vereisten:

    • beschikt over tenminste hbo denk- en werkniveau;

    • is werkzaam bij een juridische/fiscale adviesonderneming;

    • heeft meer dan 3 jaar ervaring op het gebied van adviseren over juridische en/of fiscale vraagstukken op het gebied van internationaal ondernemen;

    • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

  • b. De inzet van een externe deskundige voor het laten opstellen van een marktonderzoeksrapport waarbij marktinformatie over een specifieke sector in het doelland wordt verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd.

    De externe deskundige die wordt ingezet voor marktonderzoek moet voldoen aan de volgende vereisten:

    • beschikt over tenminste hbo denk- en werkniveau;

    • beschikt over aantoonbare advieservaring op het doelland en de sector waarop de aanvraag betrekking heeft;

    • beschikt over een aantoonbaar netwerk in het doelland ten behoeve van het uitvoeren van het onderzoek;

    • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

  • c. Het volgen van een door een externe deskundige gegeven exporttraining:

    • om kennis over internationaal ondernemen te vergroten, waarbij thema’s zoals Business Knowledge en Tax and Legal en interne organisatie (gerelateerd aan export) aan de orde komen; en/of

    • gericht op het verkrijgen van exportvaardigheden om kennis van internationaal ondernemen te vergroten.

    De externe deskundige die de exporttraining verzorgt moet voldoen aan de volgende vereisten:

    • beschikt over ten minste hbo werk- en denkniveau;

    • heeft aantoonbaar ervaring in het geven van trainingen gericht op exportvaardigheden;

    • geeft de training namens een organisatie die dienstverlening aanbiedt op het terrein van export en daarmee ervaring heeft, of geeft de training namens een organisatie die trainingen aanbiedt via een platform dat zich richt op het ondersteunen van Nederlandse MKB-ondernemers met een internationaliseringsstrategie, zoals bijvoorbeeld de International Business Academy, of een kwaliteitskeurmerk heeft voor het geven van opleidingen, zoals bijvoorbeeld Cedeo;

    • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

De subsidie bedraagt ten hoogste 50% van de door de externe deskundige in de offerte opgenomen subsidiabele kosten voor het opleveren van een eindverslag tot een maximum van € 2.500. De offerte dient niet ouder dan 3 maanden te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

4.4.6. Alternatieve markten Oekraïne en Rusland

Het gaat hierbij om coaching, ontwikkeling van kennis en vaardigheden en begeleiding voor herstructurering en/of herpositionering van de internationale activiteiten van Nederlandse MKB-ondernemingen die aannemelijk kunnen maken dat het geleden verlies in omzet ten gevolge van de situatie die sinds 24 februari 2022 in Oekraïne/Rusland is ontstaan, aanzienlijk is en om die reden advies of begeleiding nodig heeft van een externe deskundige voor het identificeren en uitvoeren van concrete acties om de negatieve gevolgen van de situatie in Oekraïne/Rusland voor de buitenlandse activiteiten van de betreffende onderneming te beperken.

Het advies van of de begeleiding door een externe deskundige is gericht op:

  • de optimalisatie van internationale productie, leveranciersketens en/of logistieke processen;

  • het opstellen van een nieuw internationaal sales- en marketingplan; en/of

  • organisatie rondom financiën/betalingen en procesbeheer op afstand;

  • het zoeken naar en betreden van alternatieve afzetmarkten.

De externe deskundige die wordt ingezet moet voldoen aan de volgende vereisten:

  • beschikt over ten minste hbo denk- en werkniveau;

  • is werkzaam voor een organisatie die exportadvies als kerntaak heeft;

  • heeft aantoonbaar ten minste 3 jaar praktijkervaring in het uitvoeren van exportactiviteiten;

  • is niet de indiener van de aanvraag, is niet werkzaam bij of werkzaam voor de organisatie die de aanvraag indient en evenmin anderszins verbonden aan de indiener van de aanvraag.

Eenzelfde externe deskundige kan door maximaal 7 aanvragers worden ingezet in 2022. Peildatum is het moment van subsidieverlening. Aan aanvragers zal indien gewenst op verzoek informatie worden verstrekt over het aantal keer dat een externe deskundige reeds wordt ingezet voor advies of begeleiding waarvoor een subsidie in het kader van SIB is verleend.

De subsidie bedraagt ten hoogste 80% van de door de externe deskundige in de offerte opgenomen subsidiabele kosten voor het opleveren van een eindverslag tot een maximum van € 2.500. De offerte dient niet ouder dan een maand te zijn op moment van indienen van de aanvraag.

4.5. Eigen bijdrage en staatssteun

Het niet subsidiabele deel, ook wel de eigen bijdrage genoemd, wordt niet gefinancierd met middelen die verkregen zijn door middel van een directe of indirecte subsidie of bijdrage ten laste van de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Een SIB-subsidie bevat staatsteun en wordt gerechtvaardigd door toepassing van de De-minimisverordening.

4.6. Duur activiteiten

De activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend in het kader van SIB moeten binnen 12 maanden na aanvraag worden uitgevoerd, waarbij geldt dat de uitvoering uiterlijk 3 maanden na de beslissing op de aanvraag van start moet gaan. Dit laatste geldt niet voor een handelsmissie (4.4.1.) en beursdeelname (4.4.2.).

5. Subsidiabele kosten

5.1. Uitgangspunten

Voor het bepalen van de kosten die in aanmerking kunnen worden genomen bij het bepalen van de subsidie gelden de volgende uitgangspunten:

  • voor kosten die in redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de uitvoering van de activiteiten waarvoor de subsidie wordt gevraagd wordt geen subsidie verleend;

  • voor kosten die niet direct zijn gerelateerd aan de uitvoering van de activiteiten wordt geen subsidie verleend;

  • voor kosten gemaakt voor indiening van de aanvraag wordt geen subsidie verleend;

  • kosten in landen buiten Europa worden aan lokale maatstaven getoetst.

5.2. Niet-subsidiabele kosten

Niet subsidiabel zijn in ieder geval de volgende kosten:

  • kosten voor het ontwikkelen van de aanvraag en het aanvragen van subsidie en andere kosten die voor indiening van de aanvraag zijn gemaakt;

  • eigen tijdsbesteding van de aanvrager;

  • reis- en verblijfskosten;

  • financieringskosten en rentevergoedingen;

  • btw/VAT zoals opgenomen op facturen van derden gericht aan de subsidieontvanger;

  • kosten veroorzaakt door inflatie en wisselkoersschommelingen;

  • kosten gerelateerd aan promotionele of verkoopactiviteiten of promotiemateriaal;

  • algemene vertaalkosten;

  • kosten van tenaamstelling en instandhouding van rechten van intellectueel eigendom.

6. Aanvraag

6.1. Vereisten

De aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe op www.rvo.nl/sib beschikbaar gesteld middel en voorzien van de daarin genoemde bijlagen waarvoor modellen beschikbaar worden gesteld door RVO.

Een aanvrager kan niet binnen 2 jaar 2 keer in aanmerking komen voor subsidie voor dezelfde subsidiabele activiteit voor hetzelfde doelland, met uitzondering van de subsidiabele activiteit onder paragraaf 4.4.1. Deelname aan een (digitale) handelsmissie of collectieve beursinzending in het buitenland en 4.4.2 Zelfstandige deelname aan een buitenlandse (digitale) vakbeurs, waarvoor een maximum van 2 subsidies voor dezelfde missie en/of vakbeurs in opvolgende jaren geldt.

Slechts één MKB-onderneming in een groep of deel uitmakend van een fiscale eenheid kan in aanmerking komen voor subsidie.

De aanvraag bevat:

  • voor welke subsidiabele activiteit er subsidie wordt aangevraagd op basis van het modelformulier per activiteit;

  • een ingevulde en ondertekende De-minimisverklaring;

  • gespecificeerde offerte;

  • curriculum vitae van de in te schakelen coach/externe deskundige.

Tevens moet de aanvrager verklaren op de hoogte te zijn en te zullen handelen naar de OESO richtlijnen4. Ook dient de aanvrager op de hoogte te zijn van de FMO-uitsluitingslijst5 en geen activiteiten uit te voeren die op deze lijst benoemd staan. In aanvulling hierop gelden ook de IFC Performance Standards.

6.2. Herstelperiode

In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de minister (met gebruikmaking van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht) vragen om een aanvulling. Als datum en tijd van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum en tijd waarop de aanvulling is ontvangen. Daarnaast geldt in het algemeen dat het niet volledig indienen van aanvragen of onvoldoende onderbouwen van (onderdelen van) de aanvraag mogelijk leidt tot afwijzing van een subsidieaanvraag op basis van het niet of niet in voldoende mate voldoen aan de aan aanvragen gestelde vereisten en criteria.

Kortheidshalve verwijzen naar andere onderdelen van de aanvraag, websites of bijlagen is niet voldoende, tenzij in de aanvraagdocumenten uitdrukkelijk is aangegeven dat daarmee (geheel of gedeeltelijk) kan worden volstaan. Indien onderdelen van de aanvraagdocumenten niet worden ingevuld, loopt de aanvrager het risico op afwijzing van de aanvraag.

7. Beoordeling

De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen en de uiteindelijke subsidieverstrekking in het kader van SIB. De aanvragen worden beoordeeld met inachtneming van deze regelgeving en overeenkomstig de maatstaven die in SIB zijn neergelegd.

Om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen dient de aanvraag te voldoen aan de hiervoor, in het bijzonder in hoofdstukken 4 tot en met 6, opgenomen vereisten.

8. Afwijzingsgronden

Naast het bepaalde in artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een aanvraag voor subsidie afgewezen als er niet voldaan wordt aan de in deze bijlage voor SIB neergelegde beleidsregels of indien het beschikbare budget ontoereikend is.

9. Toezicht

RVO zal een steekproefsgewijze controle uitvoeren op het correcte gebruik van de subsidie waarbij op grond van de afgegeven beschikkingen wordt gecontroleerd op rechtmatigheid en doelmatigheid.

10. Verplichtingen

In de subsidieverleningsbeschikking zal aan de subsidieverlening een aantal verplichtingen worden verbonden. Deze zullen in elk geval betrekking hebben op het volgende. Ten eerste dat de aanvrager zich inspant om ernstige (seksuele) misdragingen en andere ernstige vormen van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag jegens medewerkers en derden bij de uitvoering van de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft te voorkomen, in voorkomend geval zo spoedig mogelijk te doen beëindigen en om de gevolgen daarvan te mitigeren. Ten tweede dat de subsidieontvanger de plicht heeft om aan RVO te melden wanneer hij niet (geheel) aan de verplichtingen van de subsidie kan voldoen en/of de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet (geheel) kan uitvoeren. Ten derde de verplichting dat meegewerkt zal moeten worden aan een ‘self assesment’, gemeenschappelijk kennis- en leertraject en monitoring en effectmeting van RVO aangaande de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt.

11. Administratieve lasten

Ter verantwoording van de administratieve lasten waarmee de aanvrager te maken krijgt is een toets uitgevoerd volgens een standaard kostenmodel. Daarbij is rekening gehouden met de indiening van een aanvraag voor subsidie, de beheerfase, de vaststelling van de subsidie en eventuele bezwaar- en beroepsprocedures. Uit de berekening blijkt dat het totale percentage administratieve lasten ten opzichte van het totaal beschikbare subsidiebudget 4,0% bedraagt.

12. Subsidieverstrekking

Als de subsidie wordt verleend vindt er binnen 22 weken na de in de subsidieverlening genoemde einddatum een ambtshalve vaststelling van de subsidie plaats.

Bevoorschotting vindt plaats tot honderd procent van het verleende bedrag in termijnen waarvan hoogte en betalingstijdstip in de beschikking tot subsidieverlening worden vastgelegd.

Naar boven