Beleidsregel van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, van 18 september 2022, nr. 2022-18406 tot verlenging van de compensatie van de kosten voor organisaties die eHerkenning moeten gebruiken voor het doen van belastingaangifte (Beleidsregel compensatie inloggen belastingaangifte)

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel X, eerste lid, van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 (begripsbepalingen)

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

aanvrager:

de belastingplichtige of inhoudingsplichtige organisatie of buitenlandse natuurlijke persoon, die verzoekt om compensatie voor de kosten van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel of noodzakelijke andere kosten als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van deze beleidsregel;

Belastingdienst EH3-inlogmiddel:

een door een erkende leverancier aangeboden elektronisch middel dat uitsluitend gebruikt kan worden om in te loggen bij de Belastingdienst en voor het aanvragen van de in artikel 3 bedoelde compensatie;

eHerkenning:

een authenticatiesysteem waarmee een organisatie toegang kan krijgen tot elektronische diensten van (overheids) organisaties;

eHerkenning PROBAS-inlogmiddel:

een door een erkende leverancier aangeboden elektronisch middel dat door ambassades en consulaten gebruikt kan worden om in te loggen bij de Belastingdienst;

eIDAS-verordening:

Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (Pb EU 2014, L 257) en de krachtens deze verordening vastgestelde uitvoeringshandelingen;

intermediair:

een partij die namens de belanghebbende de belastingaangifte kan indienen;

softwarepakket:

commercieel softwarepakket waarmee belastingaangifte kan worden gedaan bij de Belastingdienst.

Artikel 2 (doelgroep en reikwijdte)

Deze beleidsregel is van toepassing op belastingplichtige of inhoudingsplichtige organisaties die online belastingaangifte moeten doen via Mijn Belastingdienst Zakelijk. Om deze organisaties in staat te stellen kosteloos aan hun aangifteverplichting te voldoen, bevat deze beleidsregel een compensatieregeling voor de aanschafkosten van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel (hoofdstuk 2). Voor organisaties die niet kunnen beschikken over dit inlogmiddel, is voorzien in een compensatieregeling voor onvermijdelijke andere kosten (hoofdstuk 3).

HOOFDSTUK 2. COMPENSATIE BELASTINGDIENST EH3-INLOGMIDDEL

Artikel 3 (voorwaarden en hoogte vergoeding)

  • 1. Op aanvraag wordt per aanvraagperiode maximaal één keer een compensatie verstrekt aan een aanvrager die het Belastingdienst EH3-inlogmiddel heeft aangeschaft of een reeds aangeschaft eHerkenningsmiddel heeft afgewaardeerd naar het Belastingdienst EH3-inlogmiddel.

  • 2. De compensatie bedraagt € 24,20 per jaar.

  • 3. Een aanvraag voor compensatie kan uitsluitend worden ingediend tijdens de voor het kalenderjaar vastgestelde aanvraagperiode:

    Kalenderjaar

    Aanvraagperiode

    2022

    Van 1 oktober 2022 tot en met 30 september 2023

    2023

    Van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024

Artikel 4 (aanvraag en over te leggen informatie)

  • 1. De aanvraag wordt elektronisch ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland met gebruikmaking van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel.

  • 2. Van de aanvrager wordt hierbij opgaaf verlangd van de volgende gegevens:

    • a. het e-mailadres waarop aanvrager bereikbaar is, en

    • b. het rekeningnummer waarnaar de vergoeding moet worden overgemaakt.

HOOFDSTUK 3. COMPENSATIE ANDERE KOSTEN

Artikel 5 (voorwaarden)

  • 1. Op aanvraag wordt per aanvraagperiode maximaal één keer een compensatie verstrekt aan een aanvrager die online belastingaangifte moet doen via Mijn Belastingdienst Zakelijk, maar niet kan beschikken over het Belastingdienst EH3-inlogmiddel, en ook geen toegang heeft tot het portaal via DigiD, een door de Belastingdienst verstrekte inlogmethode of een ander ingevolge de eIDAS-verordening erkend inlogmiddel.

  • 2. De compensatie kan worden aangevraagd voor de onvermijdelijke kosten die samenhangen met de noodzakelijke aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel of, in het geval de aanvrager daarover niet kan beschikken, de onvermijdelijke kosten die samenhangen met:

    • a. de aanschaf en het gebruik van een softwarepakket waarmee aanvrager wel belastingaangifte kan doen, of

    • b. het door een intermediair laten indienen van de belastingaangifte.

  • 3. De compensatie wordt achteraf verstrekt per kalenderjaar of boekjaar. Een aanvraag voor compensatie moet worden ingediend binnen de aanvraagperiode van 12 maanden na afloop van het kalenderjaar of boekjaar.

Artikel 6 (hoogte vergoeding)

  • 1. De vergoeding voor de noodzakelijke aanschaf van een eHerkenning PROBAS-inlogmiddel, omdat het Belastingdienst EH3-inlogmiddel niet beschikbaar is, bedraagt € 36,30 (inclusief BTW) per kalenderjaar.

  • 2. Voor de aanschaf en het gebruik van een softwarepakket of het door een intermediair laten indienen van de belastingaangifte worden de werkelijke kosten (inclusief BTW) vergoed tot een maximum van, in totaal, € 450 per kalenderjaar of boekjaar.

Artikel 7 (aanvraag en over te leggen informatie)

  • 1. De aanvraag wordt schriftelijk (per post) ingediend bij de Belastingdienst met gebruikmaking van het via de website van de Belastingdienst ter beschikking gestelde aanvraagformulier.

  • 2. Van de aanvrager wordt opgave of afschrift verlangd van de volgende gegevens:

    • a. het fiscaal nummer van de aanvrager,

    • b. het rekeningnummer waarnaar de vergoeding moet worden overgemaakt,

    • c. de tenaamstelling van de rekening,

    • d. de naam en functie van de natuurlijke persoon die de aanvraag indient, en

    • e. de gespecificeerde factuur waaruit de aanschaf van een eHerkenning PROBAS-inlogmiddel blijkt, of

    • f. de gespecificeerde factuur of facturen van de intermediair, waaruit de hoogte van de door de intermediair in rekening gebrachte kosten voor het doen van aangifte blijkt, of

    • g. de gespecificeerde factuur of facturen van de aanschaf van het softwarepakket en eventuele gebruikerslicentie.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 8 (verstrekking en beslistermijn)

Op de aanvraag wordt beslist binnen acht weken na ontvangst. Indien niet binnen deze termijn kan worden beslist, wordt de aanvrager voor het einde van de termijn daarvan in kennis gesteld en wordt een termijn genoemd waarbinnen de beslissing wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel 9 (toekenning en uitbetaling)

  • 1. De in hoofdstuk 2 bedoelde vergoeding wordt toegekend door de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering en, namens deze, uitbetaald door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2. De in hoofdstuk 3 bedoelde vergoeding wordt toegekend door de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en, namens deze, uitbetaald door de ontvanger van de Belastingdienst.

Artikel 10 (Ingetrokken regeling)

De volgende beleidsregel is ingetrokken met ingang van 1 oktober 2022, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op aanvragen die op 30 september 2022 in behandeling zijn:

  • De Beleidsregel compensatie inloggen belastingaangifte van 29 september 2020, nr. ZW/S&B/2020-0000398876 (Stcrt. 2020, 50702).

Artikel 11 (inwerkingtreding en vervaldatum)

  • 1. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 oktober 2022.

  • 2. Deze beleidsregel vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat de beleidsregel van toepassing blijft op aanvragen die op 31 december 2024 in behandeling zijn.

Artikel 12 (citeertitel)

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel compensatie inloggen belastingaangifte.

Deze beleidsregel zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 september 2022

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, M.L.A. van Rij

TOELICHTING

1. Aanleiding en doel

Bij de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Wet digitale overheid (WDO)1 is aangegeven dat één van de pijlers is dat in het bedrijvendomein alleen private partijen inlogmiddelen aanbieden en dat zij daarvoor een tarief in rekening kunnen brengen.

Hier staan voordelen voor de ondernemer tegenover, omdat deze inlogmiddelen breed bruikbaar zijn: naast toegang tot de diensten van alle voor hen relevante overheidsorganisaties (het publieke domein), kunnen ze ook in het commerciële/private domein (‘business-to-business’) worden gebruikt.

Bij gelegenheid van de parlementaire behandeling hebben leden van de Tweede Kamer zorgen geuit over de beschikbaarheid en toegankelijkheid van inlogmiddelen voor bedrijven met een voldoende betrouwbaarheidsniveau, zoals eHerkenning. Er is daarbij tevens aandacht gevraagd voor de aanschafkosten van eHerkenning en voor de groep die zich niet kan inschrijven in het Handelsregister en daardoor eHerkenning niet kan aanschaffen.

eHerkenning

Het doen van aangifte verhuurderheffing, loonheffingen en vennootschapsbelasting over aangiftejaren vanaf 2020 is via het ondernemersportaal (Mijn Belastingdienst Zakelijk) voor niet-natuurlijke personen alleen mogelijk door in te loggen met eHerkenning of een Europees erkend inlogmiddel. De reden daarvoor is dat op het portaal van de Belastingdienst vertrouwelijke gegevens worden verwerkt en dat de Belastingdienst aansluit bij de overheidsbrede lijn om gebruik te maken van het generieke authenticatiemidel eHerkenning als voorziening die toegang verschaft tot het ondernemersportaal. In lijn met de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en meer specifiek de eIDAS-verordening wordt voor het doen van bepaalde aangiftes alleen nog toegang tot het portaal Mijn Belastingdienst Zakelijk verleend op het betrouwbaarheidsniveau 'substantieel' voor authenticatie, namelijk eHerkenning niveau 3 (EH3). Vanaf 1 januari 2020 is dit inlogmiddel daarom de enige beschikbare manier voor aangifte- en inhoudingsplichtigen, hierna kortweg aangeduid met 'organisaties', om in te loggen op het portaal Mijn Belastingdienst Zakelijk voor het doen van belastingaangifte. Voor de aangifte omzetbelasting geldt dit over de aangiftejaren vanaf 2022, behoudens dat samenwerkingsverbanden (die niet kunnen beschikken over eHerkenning) voorlopig nog kosteloos kunnen inloggen op het oude ondernemersportaal. Voor de aangifte accijns via het Douaneportaal is vanaf 2021 ook eHerkenning nodig.

Het is waarschijnlijk dat in de komende jaren ook bij andere ondernemersportalen waarop belastingaangiften worden ingediend, over wordt gestapt van een kosteloos inlogmiddel op eHerkenning.

Organisaties die het inlogmiddel alleen voor het doen van belastingaangifte nodig hebben, realiseren het voordeel van brede bruikbaarheid in het publieke en private domein nu niet.

Zij gebruiken het middel uitsluitend voor het voldoen aan hun belastingplicht en nemen er geen verdere (publieke of private) diensten mee af. Het kabinet is daarom van mening dat zij in staat moeten worden gesteld om kosteloos in te loggen om belastingaangifte te kunnen doen.

Compensatieregeling

In de Kamerbrief van 12 juni 20202 is aangegeven, dat het aanbieden van een kosteloos inlogmiddel voor de Belastingdienst niet op korte termijn mogelijk is. Als alternatief heeft het kabinet daarom aangekondigd om organisaties, die voorheen belastingaangifte konden doen via het ondernemersportaal door gratis in te loggen, voorlopig te compenseren voor de noodzakelijke kosten die zij moeten maken om aan hun aangifteverplichting te kunnen voldoen. Deze compensatieregeling is uitgewerkt in de ‘Beleidsregel compensatie inloggen belastingaangifte’, die op 1 oktober 2020 in werking is getreden en op 1 januari 2023 vervalt. De beleidsregel heeft betrekking op belastingaangiften in de jaren 2020 en 2021. Daarbij is aangegeven dat zou worden bezien of compensatie voor de jaren vanaf 2022 nog steeds het meest passende instrument is. Dat blijkt het geval; er is nog geen gratis inlogmiddel beschikbaar voor de betreffende belastingplichtigen. Gelet op deze ongewijzigde omstandigheden wordt de compensatieregeling twee jaar verlengd. Daarbij wordt de beleidsregel uit 2020 vervangen voor onderhavige beleidsregel.

Juridische aspecten

De compensatieregeling is vormgegeven als beleidsregel in de zin van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); sprake is van buitenwettelijke compensatie. Dit is mede ingegeven door de aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toekomende zorg voor de inrichting, beschikbaarstelling, instandhouding, werking, beveiliging en betrouwbaarheid van voorzieningen inzake elektronische authenticatie (artikel X, eerste lid, van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst).

Ten aanzien van het risico op onrechtmatige staatssteun is het van belang dat compensatie er niet voor zorgt dat de bestaande leveranciers van eHerkenning hogere prijzen kunnen gaan rekenen of meer afzet genereren dan zonder compensatie.

De vergoeding is daarom vastgesteld op basis van de laagste prijs in de markt om geen prijsopdrijvend effect te hebben. Ook wordt maximaal één middel per organisatie gecompenseerd. Als er meerdere middelen per KvK-nummer zouden worden vergoed, zorgt dit potentieel voor meer afzet dan zonder de compensatie het geval zou zijn geweest. Overigens is één inlogmiddel voldoende om aangifte te kunnen doen. Als de compensatie wordt uitgekeerd aan de organisatie die eHerkenning aanschaft, dan is deze zo gering dat het niet aannemelijk is dat hierdoor het handelsverkeer tussen lidstaten ongunstig wordt beïnvloed of de mededinging dreigt te worden vervalst. Ook gaat het om compensatie van een uitgave die vanwege een door de overheid opgelegde verplichting moet worden gedaan. De compensatie valt onder de vrijstelling ingevolge de algemene de-minimis verordening (EU nr. 1407/2013). Uitstralingseffecten worden voorkomen door de compensatieregeling alleen open te stellen voor de partijen die belastingaangifte doen. De compensatie is niet bedoeld om andere kosten die gepaard kunnen gaan met belastingaangifte te vergoeden, zoals het aanschaffen van een computer of laptop, het inwinnen van belastingadvies, het laten opstellen van jaarrekeningen of andere verrichte (kantoor)werkzaamheden.

Deze beleidsregel doet niet af aan de toepasselijkheid van de voorgenomen WDO.

Na inwerkingtreding van deze wet (naar verwachting zal de WDO gefaseerd in werking treden in de loop van de komende jaren) wordt de wijze van inloggen bij de overheid in zijn algemeenheid gereguleerd, waarbij de aanschaf van een inlogmiddel – en dus niet het gebruik ervan bij welke overheidsinstelling dan ook – voor rekening van de gebruiker kan worden gebracht. Dit geldt voor private bedrijfs- en organisatiemiddelen, private burgermiddelen alsmede voor publieke burgermiddelen. Naar verwachting zal eHerkenning onder de WDO worden erkend als (privaat) bedrijfs- en organisatiemiddel.

2. Doelgroep

Deze beleidsregel is van toepassing op belasting- of inhoudingsplichtige organisaties die belastingaangifte moeten doen via het ondernemersportaal van de Belastingdienst (Mijn Belastingdienst Zakelijk). Zij kunnen verzoeken om compensatie van de noodzakelijke kosten voor de aanschaf van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel. Organisaties die dit middel niet kunnen aanschaffen kunnen in aanmerking komen voor compensatie van noodzakelijke andere kosten, zoals de kosten voor de aanschaf en het gebruik van een softwarepakket of het door een intermediair laten indienen van de aangifte.

Alleen organisaties die online belastingaangifte moeten doen via het ondernemersportaal Mijn Belastingdienst Zakelijk komen in aanmerking voor compensatie. Zo kunnen werkgevers met meer dan tien werknemers geen aangifte loonheffingen doen via dit ondernemersportaal. Deze werkgevers komen niet in aanmerking voor compensatie. Daarnaast komen eenmanszaken (natuurlijke persoon in de uitoefening van beroep of bedrijf) niet voor de compensatie in aanmerking aangezien zij kosteloos aangifte kunnen doen met DigiD. Dit geldt niet voor sommige buitenlandse natuurlijke personen in de uitoefening van beroep of bedrijf, die niet altijd de mogelijkheid hebben om DigiD te verkrijgen. In sommige gevallen kan men inloggen met een inlogmiddel uit een andere EU/EER-lidstaat dat ingevolge de eIDAS-verordening is goedgekeurd.

De doelgroep betreft in de eerste plaats belasting- of inhoudingsplichtigen die eHerkenning uitsluitend gebruiken voor het inloggen op het ondernemersportaal van de Belastingdienst en hiertoe het speciaal ontwikkelde Belastingdienst EH3-inlogmiddel hebben aangeschaft dan wel een reeds aangeschaft generiek eHerkenningsmiddel hebben afgewaardeerd naar het eHerkenningsmiddel Belastingdienst (hierna: het Belastingdienst EH3-inlogmiddel; zie artikel 3). In de tweede plaats ziet deze beleidsregel op organisaties die in beginsel aangifte kunnen doen via het ondernemersportaal maar niet het Belastingdienst EH3-inlogmiddel kunnen aanschaffen (artikel 5). Deze groep bestaat uit minder dan duizend organisaties en dient belastingaangifte te doen via een intermediair of met commerciële software. Voor de loonheffingen betreft het buitenlandse rechtsvormen. Voor de vennootschapsbelasting betreft het open fondsen voor gemene rekening, samenwerkingsverbanden en buitenlandse rechtsvormen. De Belastingdienst heeft in 2020 bij de introductie van de compensatieregeling deze organisaties, voor zover bekend is bij de Belastingdienst dat zij binnen de doelgroep vallen, benaderd en gewezen op de mogelijkheid gebruik te maken van commerciële aangiftesoftware of aangifte te doen via een fiscaal dienstverlener en compensatie te krijgen voor de kosten daarvan.

Daarnaast is er een andere doelgroep die een compensatie kan aanvragen; ambassades en consulaten kunnen het Belastingdienst EH3-inlogmiddel niet aanschaffen, maar kunnen wel beschikken over een eHerkenning PROBAS-inlogmiddel. Aan deze groep wordt daarom de noodzakelijke kosten van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel vergoed. Dit middel is momenteel alleen te gebruiken om in te loggen bij de Belastingdienst. Het middel beoogt een opstap te zijn naar een breder te gebruiken middel voor diplomatieke- en internationale organisaties.

3. Hoofdlijnen compensatie en voorwaarden voor verstrekking

De compensatieregeling valt uiteen in twee delen: compensatie voor de aanschaf van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel (hoofdstuk 2) en compensatie voor noodzakelijke andere kosten, zoals de kosten voor de noodzakelijke aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel of het gebruik van een commercieel softwarepakket of de kosten van een intermediair (hoofdstuk 3).

De regeling compenseert één eHerkenningsmiddel (Belastingdienst EH3) per organisatie per jaar, aan te schaffen bij een erkende leverancier. Een machtiging aan een intermediair wordt niet gecompenseerd. De vergoeding wordt betaald aan de organisatie zelf. Een bestaand generiek eHerkenningsmiddel, dat kan worden gebruikt om bij diverse overheidsorganisaties in te loggen, kan desgewenst door de leverancier worden omgezet (afgewaardeerd) naar het speciale Belastingdienst EH3-inlogmiddel dat alleen kan worden gebruikt om in te loggen bij de Belastingdienst.

Gekozen is voor compensatie op basis van de laagste marktprijs voor een driejarig contract met een erkende leverancier (momenteel komt dit neer op € 24,20 inclusief BTW per jaar). Dit voorkomt een prijsopdrijvend effect en het houdt de uitvoeringskosten op een acceptabel niveau. Het zou te bewerkelijk zijn om bij elke aanvraag voor compensatie te controleren welke prijs is betaald en welke looptijd is overeengekomen.

Ambassades en consulaten kunnen geen gebruik maken van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel aangezien aan deze doelgroep alleen eHerkenning PROBAS-inlogmiddelen worden uitgegeven. Daarom kunnen deze organisaties een tegemoetkoming aanvragen voor de kosten van de aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel (zie hoofdstuk 3). De vergoeding is, net als voor het Belastingdienst EH3-inlogmiddel, gebaseerd op de laagste prijs in de markt en bedraagt € 36,30 (inclusief BTW). De kostprijs van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel ligt iets hoger dan voor het Belastingdienst EH3-inlogmiddel, omdat de leverancier een investering heeft gedaan om het PROBAS-register3 te ontsluiten zodat inlogmiddelen aan deze beperkte doelgroep kunnen worden geleverd. Deze compensatie geldt dus niet voor aangifteplichtige organisaties die wel kunnen beschikken over het Belastingdienst EH3-inlogmiddel.

Aangifteplichtige organisaties die in het geheel niet kunnen beschikken over eHerkenning, kunnen een tegemoetkoming aanvragen voor het inschakelen van een intermediair of voor het aanschaffen van een commercieel softwarepakket. De gefactureerde kosten worden gecompenseerd tot een maximum van in totaal € 450 per kalenderjaar of boekjaar. Het maakt hierbij geen verschil of de aangifteplichtige heeft gekozen voor een fiscaal dienstverlener of softwarepakket. Ook als sprake is van een combinatie – bijvoorbeeld als gedurende het jaar alsnog een softwarepakket wordt aangeschaft of als dat pakket niet alle belastingmiddelen dekt – blijft het maximum, in totaal, beperkt tot € 450.

De beslissing die volgt op de ingediende aanvraag is een voor bezwaar vatbare beschikking. Tegen de beslissing op bezwaar staat beroep open bij de bestuursrechter.

In het kader van deze beleidsregel is de inherente afwijkingsbevoegdheid (artikel 4:84 Awb) van toepassing, wanneer wegens bijzondere (onvoorziene) omstandigheden sprake is van onevenredige gevolgen in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen; alsdan kan een afwijkende (hogere) vergoeding worden toegekend.

De compensatie is inclusief BTW (omzetbelasting), omdat organisaties die van BTW vrijgestelde prestaties leveren of onder de kleine ondernemersregeling vallen, de BTW niet kunnen terugvragen of verrekenen. Voor deze ondernemers vormt de BTW dus een kostenpost die moet worden gecompenseerd.

4. Indiening aanvraag en verstrekking compensatie

Vanaf de introductie van de compensatieregeling in 2020 kan de vergoeding voor de aanschafkosten van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel online worden aangevraagd via de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), www.rvo.nl. Het hanteren van de elektronische weg houdt verband met de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid; het maakt eenvoudige en fraudebestendige uitvoering mogelijk. Bij de aanvraag dienen de in artikel 4 onderscheidenlijk artikel 7 genoemde gegevens te worden aangeleverd.

Voor het aanvragen van compensatie voor het Belastingdienst EH3-inlogmiddel is het inloggen met dit middel voldoende bewijs dat de rechtspersoon recht heeft op de compensatie. Met dit middel – waarmee het betreffende KvK-nummer ook bekend is – kan dus naast het doen van belastingaangifte ook online de bijpassende compensatie worden aangevraagd; RVO heeft zijn systeem hierop ingericht. Daarnaast dienen alleen nog het e-mailadres en het rekeningnummer, waarnaar de vergoeding moet worden overgemaakt, te worden opgegeven.

Aanvragen voor de compensatie van andere noodzakelijk kosten kunnen worden ingediend bij de Belastingdienst binnen de aanvraagperiode van 12 maanden na afloop van het kalenderjaar of boekjaar. Omdat een deel van deze doelgroep niet beschikt over een veilige digitale vorm van authenticatie, is gekozen om deze aanvraag niet geheel digitaal te laten verlopen. Via de website (www.belastingdienst.nl) is hiervoor een formulier beschikbaar gesteld. Hierbij is doorgeven van de naam, het fiscaal nummer, toezending van de factuur en vermelding van het bankrekeningnummer vereist. Van belang is dat de kosten zijn gemaakt voor de organisatie waarvoor de vergoeding is aangevraagd. Dit kan worden aangetoond via de factuur. Het aanvraagformulier (een PDF-bestand) kan worden gedownload, uitgeprint en ingevuld. Het ingevulde formulier en de factuur dienen per post te worden verstuurd naar de Belastingdienst.

Getoetst wordt op volledigheid van de aanvraag en het feit dat niet meer dan eenmaal compensatie op jaarbasis per organisatie wordt verleend; bij de toetsing ten behoeve van de toekenning van de compensatie voor het Belastingdienst EH3-inlogmiddel wordt aan de hand van het eigen betalingsregister gecheckt of het betreffende KvK-nummer al eerder voorkomt.

Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Er wordt zo snel mogelijk op de aanvraag beslist, in de regel binnen acht weken. Voor de compensatie voor het Belastingdienst EH3-inlogmiddel en de ‘compensatie andere kosten’ gelden afzonderlijke aanvraagperiodes (zie de artikelen 3 en 5). Eerder of later indienen is niet mogelijk.

De ‘compensatie andere kosten’ wordt achteraf verstrekt per kalenderjaar of boekjaar. Een aanvraag voor compensatie moet worden ingediend binnen de aanvraagperiode van 12 maanden na afloop van het kalenderjaar of boekjaar (artikel 5).

5. Uitvoering en regeldruk

Voor wat betreft de compensatie van Belastingdienst EH3-inlogmiddel geschiedt uitvoering door RVO, die hiertoe een digitaal loket heeft geopend (www.rvo.nl). Omdat de uitvoeringslasten al snel niet meer in verhouding staan tot het bedrag aan compensatie is de regeling zo sober mogelijk gehouden en wordt gewerkt met standaardbedragen en (ruime) aanvraagperiodes van een jaar. Hierdoor is de regeling eenvoudig uitvoerbaar. Het is daarom niet mogelijk om bij RVO in één keer compensatie aan te vragen voor meerdere jaren.

Tot nu toe maakt het Belastingdienst EH3-inlogmiddel nog geen 4% uit van het totale aantal uitgegeven eHerkenningsmiddelen. Een deel van de gebruikers van het Belastingdienst EH3-middel vraagt de compensatie aan; vanaf de start van de compensatieregeling in 2020 zijn in totaal ongeveer 20.000 aanvragen gedaan. Voor wat betreft uitvoeringskosten van de verlenging van de compensatieregeling worden er voor gebruikers van het Belastingdienst EH3-inlogmiddel tussen 10.000 – 25.000 aanvragen verwacht. De kosten worden geschat rond de 634.000 euro per jaar.4

Voor wat betreft de compensatie voor organisaties die het Belastingdienst EH3-inlogmiddel niet kunnen aanschaffen, is de verwachting dat de totale omvang inclusief de uitvoeringskosten ongeveer € 800.000 bedraagt.5 Het verwachte aantal organisaties dat een aanvraag kan doen wordt geraamd op ongeveer 800 tot 1.000.

De regeldruk voor de betrokken organisaties bestaat uit het kennisnemen van de onderhavige beleidsregel, het aanschaffen (of afwaarderen) van het eHerkenningsmiddel, het invullen van de aanvraag en het overleggen van de bedoelde informatie bij het aanvraagformulier. Dit wordt ingeschat op in totaal op circa 0,75 uur per organisatie.

6. Inwerkingtreding en intrekking beleidsregel

De beleidsregel wordt aangehaald als Beleidsregel compensatie inloggen belastingaangifte en treedt in werking met ingang van 1 oktober 2022.

De beleidsregel komt in de plaats van de gelijknamige beleidsregel van 29 september 2020, nr. ZW/S&B/2020-0000398876 (Stcrt. 2020, 50702), dat is ingetrokken met ingang van 1 oktober 2022, met dien verstande dat deze van toepassing blijft voor aanvragen die op 30 september 2022 in behandeling zijn.

7. Vervaldatum

De beleidsregel vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat de beleidsregel van toepassing blijft op aanvragen die op 31 december 2024 in behandeling zijn.

Vóór 1 januari 2025 zal op basis van een evaluatie van effectiviteit, doelmatigheid van de regeling en de dan geldende (markt)omstandigheden bezien of compensatie voor de jaren vanaf 2025 nog steeds het meest passende instrument is. Zo nodig zal de compensatieregeling worden verlengd.

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, mede namens de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering, M.L.A. van Rij


X Noot
1

Kamerstukken TK/EK 34 972.

X Noot
2

Kamerstukken 2019–2020, 34 972, nr. 47.

X Noot
3

De Protocollaire Basis Administratie (PROBAS) wordt gebruikt als gezaghebbende bron bij de uitgifte van middelen aan diplomatieke organisaties, net zoals het Handelsregister wordt gebruikt bij de uitgifte van generieke eHerkenning inlogmiddelen aan ondernemers.

X Noot
4

24,20 euro (p) x (q) 20.000 organisaties + 150.000 euro uitvoeringskosten voor RVO.

X Noot
5

450 euro (p) x (q) 800 organisaties x 2 jaar x 110% (10% uitvoeringskosten).

Naar boven