Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 8 juli 2022, nr. IENW/BSK-2022/163570, houdende vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling voor activiteiten van vuurwerkbedrijven in verband met een tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19 (Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer 2)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, onder b, 4, eerste en tweede lid, en 5 van de Kaderwet subsidies I en M en de artikelen 2, eerste lid, 4, eerste en tweede lid, 6, tweede lid, onderdeel b, artikel 8, eerste en tweede lid, 10, tweede en vierde lid, 15, eerste en vijfde lid, en 24, eerste en derde, lid, van het Kaderbesluit subsidies I en M;

BESLUIT:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvullend vervoer:

door een derde uitgevoerd vervoer van onverkocht eindejaarsvuurwerk, niet zijnde vervoer vanaf een haven of vervoer naar een opslaglocatie van een detailhandelaar;

consumentenvuurwerk:

consumentenvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;

derde:

een natuurlijke persoon of rechtspersoon, niet zijnde de aanvrager of diens medewerkers;

detailhandelaar:

degene die ten behoeve van de verkoop van vuurwerk aan particulieren een inrichting drijft als bedoeld in artikel 2.2.1 van het Vuurwerkbesluit, niet zijnde een vuurwerkbedrijf;

eindejaarsverkoop:

het ter beschikking stellen van eindejaarsvuurwerk aan particulieren als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van het Vuurwerkbesluit;

eindejaarsvuurwerk:

consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk zoals aangewezen bij de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk;

fop- en schertsvuurwerk:

fop- en schertsvuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit;

Kaderbesluit:

Kaderbesluit subsidies I en M;

Minister:

Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

onverpakt vuurwerk:

onverpakt vuurwerk als bedoeld in artikel 1.1.1, vijfde lid, onderdeel b, van het Vuurwerkbesluit;

RVO:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

opslaglocatie:

inrichting als bedoeld in artikel 2.2.1 van het Vuurwerkbesluit dan wel een in Duitsland of België gelegen inrichting bestemd en geschikt voor de opslag van vuurwerk;

tijdelijk vuurwerkverbod:

verbod als gevolg van de wijziging van het Vuurwerkbesluit van 18 december 2021 (Stb. 2021, 626) waardoor in 2021 geen eindejaarsvuurwerk mocht worden verkocht aan particulieren en zij bij de jaarwisseling geen eindejaarsvuurwerk tot ontbranding mochten brengen;

vestigingsadres: adres waarop volgens de inschrijving van de Kamer van Koophandel het bedrijf van aanvrager is gevestigd;

vuurwerkbedrijf:

fabrikant, importeur of distributeur als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, van het Vuurwerkbesluit niet zijnde een detailhandelaar.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel subsidie te verstrekken voor opslagactiviteiten van detailhandelaren en van vuurwerkbedrijven alsmede voor vervoersactiviteiten van vuurwerkbedrijven in verband met het tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19.

Artikel 3. Verdelingsregime

De beschikbare subsidiebedragen worden evenredig verdeeld over de tijdig en volledig ingediende aanvragen.

Artikel 4. Algemene voorwaarden

  • 1. Een aanvrager kan slechts eenmaal in aanmerking komen voor een subsidie op grond van deze regeling.

  • 2. De kosten van opslag en vervoer waarop deze regeling betrekking heeft, komen niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt bij de Minister ingediend door middel van een daartoe vastgesteld formulier dat beschikbaar is via de website van RVO.

  • 2. Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 15 juli 2022, 9.00 uur tot en met 8 augustus 2022, 9.00 uur.

Artikel 6. Subsidiabele activiteiten

  • 1. De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan:

    • a. detailhandelaren met een eigen opslaglocatie waar meer dan 10.000 kilogram consumentenvuurwerk mag worden opgeslagen en waar in de periode van 1 februari 2022 tot en met 31 augustus 2022 ten minste 10.000 kilogram onverkocht eindejaarsvuurwerk lag opgeslagen;

    • b. vuurwerkbedrijven die in de periode van 1 februari 2022 tot en met 31 augustus 2022 in een of meer opslaglocaties in totaal ten minste 10.000 kilogram onverkocht eindejaarsvuurwerk hadden opgeslagen.

  • 2. De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan vuurwerkbedrijven voor aanvullend vervoer ten behoeve van de opslag in een opslaglocatie van het onverkochte eindejaarsvuurwerk bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

Artikel 7. Subsidiehoogte

  • 1. De subsidie voor de activiteit bedoeld in artikel 6, eerste lid, bedraagt € 0,63 per op 1 februari 2022 in een opslaglocatie opgeslagen kilogram onverkocht eindejaarsvuurwerk dat daar tot en met 31 augustus 2022 blijft opgeslagen.

  • 2. De subsidie voor de activiteit bedoeld in artikel 6, tweede lid, bedraagt de in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 voor aanvullend vervoer aantoonbaar gemaakte kosten vermenigvuldigd met een factor tweeënhalf.

Artikel 8. Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor de activiteiten, bedoeld in artikel 6 bedraagt € 16.000.000.

Artikel 9. Subsidievoorwaarden

  • 1. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a. de aanvrager is een vuurwerkbedrijf of detailhandelaar en staat zowel ten tijde van de aanvraag als ten tijde van de subsidiabele activiteiten ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

    • b. de aanvrager heeft een hoeveelheid van meer dan 10.000 kg onverkocht eindejaarsvuurwerk van 1 februari 2022 tot en met 31 augustus 2022 in opslag gehouden; en

    • c. voor zover een opslaglocatie in Nederland is gelegen, geldt hiervoor een omgevingsvergunning als bedoeld in categorie 3.6, onderdeel b, van bijlage I, onderdeel C, van het Besluit omgevingsrecht.

  • 2. Om voor subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid, aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    • a. de aanvrager is een vuurwerkbedrijf en staat zowel ten tijde van de aanvraag als ten tijde van de subsidiabele activiteiten ingeschreven bij de Kamer van Koophandel; en

    • b. de aanvrager heeft ten behoeve van de opslag van onverkocht eindejaarsvuurwerk in een opslaglocatie aanvullend vervoer door een derde laten verrichten dat voldoet aan de wettelijke eisen voor dat vervoer.

Artikel 10. Aanvraag subsidieverlening

  • 1. Bij de aanvraag om subsidieverlening als bedoeld in artikel 6 worden de volgende gegevens en verklaringen verstrekt:

    • a. de naam en het vestigingsadres van de aanvrager alsmede de adressen van de opslaglocaties;

    • b. het inschrijvingsnummer van de aanvrager bij de Kamer van Koophandel;

    • c. de per 1 februari 2022 opgeslagen hoeveelheid onverkocht eindejaarsvuurwerk per opslaglocatie uitgedrukt in het aantal kilogram onverpakt vuurwerk;

    • d. voor zover de aanvraag betrekking heeft op subsidie als bedoeld in artikel 6, tweede lid: de in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 gemaakte kosten voor aanvullend vervoer ten behoeve van de opslag in een opslaglocatie van onverkocht eindejaarsvuurwerk;

    • e. een verklaring voor akkoord dat de onderliggende administratie van de gegevens, bedoeld in onderdelen c en d, wordt bewaard tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling;

    • f. voor zover de opslag van onverkocht eindejaarsvuurwerk plaatsvindt in een in Nederland gelegen opslaglocatie: een verklaring dat voor deze opslaglocatie een vergunning als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, geldt;

    • g. voor zover de opslag van onverkocht eindejaarsvuurwerk plaatsvindt in een in België of Duitsland gelegen opslaglocatie: een verklaring dat deze opslaglocatie voldoet aan de aldaar geldende regelgeving voor de opslag van vuurwerk; en

    • h. een verklaring dat de kosten van opslag en vervoer waarop deze regeling betrekking heeft niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2. Artikel 10, vierde lid, onderdelen a tot en met e, van het Kaderbesluit is niet van toepassing.

Artikel 11. Subsidieverplichtingen

De subsidieontvanger is verplicht:

  • a. de onderliggende administratie van de gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, en, voor zover van toepassing, onderdeel d, waaronder in ieder geval de inkoopfacturen, vrachtbrieven, facturen voor vervoer en betaalbewijzen tot vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling te bewaren; en

  • b. mee te werken aan een door de Minister of in opdracht van de Minister uit te voeren steekproefsgewijze controle.

Artikel 12. Voorschot en subsidievaststelling

  • 1. Bij subsidieverlening als bedoeld in artikel 6 wordt gelijktijdig met de beschikking tot subsidieverlening 80% voorschot verstrekt.

  • 2. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie, bedoeld in artikel 6, wordt uiterlijk op 31 december 2022 17.00 uur ingediend, waarbij in ieder geval worden overgelegd een financiële verantwoording als bedoeld in artikel 24, vierde lid, onderdeel a van het Kaderbesluit en een rapport van een accountant volgens een door de Minister ter beschikking gesteld model of een door de Minister geaccepteerd vergelijkbaar document.

  • 3. Bij niet tijdige indiening van het verzoek tot vaststelling van de subsidie kan de subsidie ambtshalve op € 0 worden vastgesteld en het voorschot worden teruggevorderd.

  • 4. Indien het aangevraagde subsidiebedrag lager is dan € 125.000 wordt in afwijking van het eerste tot en met het derde lid een beschikking tot subsidieverlening gegeven, met vermelding van de datum waarop de subsidie uiterlijk ambtshalve wordt vastgesteld.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 juli 2022 en vervalt met ingang van 1 januari 2023 met dien verstande dat zij van toepassing blijft op voor die datum ingediende aanvragen van subsidies.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Tijdelijke subsidieregeling vuurwerkverbod COVID-19 opslag en vervoer 2.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

I Inleiding

Voor het tweede jaar op rij is door het Kabinet een vuurwerkverbod afgekondigd in verband met de gevolgen van corona. De epidemiologische situatie verslechterde in de loop van oktober snel waardoor het kabinet genoodzaakt was nieuwe maatregelen te nemen. In het licht van die verslechterde cijfers is ook de afweging gemaakt om te komen tot een tijdelijk vuurwerk verbod voor de komende jaarwisseling. Op 19 november heeft het kabinet wederom een tijdelijk verbod aangekondigd voor de jaarwisseling 2021–2022 op het verkopen en afsteken van eindejaarsvuurwerk.

Het vuurwerkverbod is vormgegeven door het Vuurwerkbesluit met ingang van 18 december 2021 tijdelijk te wijzigen. Met ingang van 2 januari 2022 is deze wijziging weer ongedaan gemaakt.

Omdat het vuurwerkverbod voor ondernemers in de vuurwerkbranche grote financiële gevolgen heeft, heeft het kabinet specifieke steunmaatregelen voor deze branche toegezegd bovenop de algemene steunmaatregelen in het kader van COVID-19 waarop ook ondernemers in deze branche aanspraak kunnen maken. Mede gelet op het feit dat voor het tweede jaar op rij een vuurwerkverbod geldt bouwt deze regeling voort op de regeling van vorig jaar.1

Deze nieuwe regeling vormt de basis voor het verstrekken van specifieke steun aan detailhandelaren en vuurwerkbedrijven in verband met de opslag en het vervoer van eindejaarsvuurwerk.

II Aanleiding en noodzaak

Aanleiding

Door de ontwikkelingen rond de verspreiding van COVID-19 en in verband daarmee de grote druk op de zorg is eind 2021 door verschillende maatschappelijke partijen de oproep gedaan om wederom tijdens de komende jaarwisseling het afsteken, de verkoop en het vervoer van eindejaarsvuurwerk2 te verbieden.

Niet alleen in de Tweede Kamer zijn zorgen geuit, ook het veiligheidsberaad, de VNG en diverse zorgkoepels hebben gepleit voor een verbod om de zorg niet onnodig extra te belasten met vuurwerkslachtoffers tijdens komende jaarwisseling.

Mede naar aanleiding hiervan heeft het kabinet besloten om wederom tijdelijk de verkoop en het afsteken van eindejaarsvuurwerk te verbieden, voor de jaarwisseling 2021/2022. Gelet op het specifieke karakter van de vuurwerkbranche, met kosten voor opslag- en verkoopruimtes die aan strenge eisen moeten voldoen en slechts drie verkoopdagen per jaar waarin de gehele jaaromzet wordt gerealiseerd, heeft het kabinet besloten tot extra steunmaatregelen speciaal voor de vuurwerksector.

Probleembeschrijving

De vuurwerkbranche heeft als gevolg van het tijdelijke vuurwerkverbod in 2021 geen gelegenheid gekregen voor de jaarlijkse verkoop van eindejaarsvuurwerk in de laatste drie dagen van december. Daarbij komt dat dit jaar het verbod kort van tevoren is aangekondigd zodat de vuurwerksector zich niet redelijkerwijs daarop heeft kunnen voorbereiden. De vuurwerkbranche is gehouden aan deze wettelijke bepaalde verkoopdagen.3 Dit levert extra financieel nadeel op voor de vuurwerkbranche ten opzichte van andere sectoren die als gevolg van COVID-19 maatregelen tijdelijk hun activiteiten deels of geheel hebben moeten stilleggen. Waar andere sectoren na opheffing van de COVID-19 maatregelen hun bedrijvigheid direct weer kunnen uitvoeren, geldt dit voor de vuurwerksector niet vanwege de voorgeschreven verkoopdagen. Dit heeft voor de branche twee typen financiële consequenties.

Ten eerste, het niet verkochte vuurwerk van de jaarwisseling wordt een jaar langer opgeslagen. Dit geldt voor zowel vuurwerk dat nog in voorraad ligt vanwege het verbod op vuurwerk ten tijde van de jaarwisseling 2020–2021 als voor nieuw besteld vuurwerk en deels geleverd of onderweg naar Nederland, bij de bekendmaking van het kabinetsbesluit op 19 november 2021.

Ten tweede, aanvullend vervoer naar geschikte opslaglocaties brengt extra kosten met zich mee. Niet alle ondernemers in de branche hebben gedurende het gehele jaar opslagruimte beschikbaar, zodat extra vervoer moet plaatsvinden voor efficiënt gebruik van de opslagfaciliteiten. Dit geldt niet alleen voor onverkocht vuurwerk van de jaarwisseling 2020–2021, maar ook voor nieuw geproduceerd of geïmporteerd eindejaarsvuurwerk. Bijvoorbeeld, aflopende huurcontracten van in gebruik zijnde opslaglocaties kunnen ervoor zorgen dat vuurwerk ergens anders moet worden opgeslagen en resulteren daarmee in extra vervoer.

Het kabinet acht extra steun voor de vuurwerksector nodig naast het generieke coronasteunpakket. Doel van de steun is het verminderen van de financiële gevolgen van het verbod op eindejaarsvuurwerk voor vuurwerkbedrijven en detailhandelaren op eindejaarsvuurwerk. Met ‘financiële gevolgen’ wordt hier bedoeld de extra kosten die gemaakt worden voor opslag en transport. Daarop heeft deze subsidieregeling betrekking.

De steun betreft alleen het vuurwerk dat onder het tijdelijke verbod viel, dus ‘eindejaarsvuurwerk’: consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk.

Motivering instrumentkeuze

Na overleg met het Ministerie van Financiën en Economische Zaken en Klimaat is besloten dat de steun voor de vuurwerksector als volgt wordt opgebouwd:

  • Het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten (zoals de Regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB COVID-19, hierna: TVL) en loonkosten (zoals de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, hierna: NOW).

  • Twee nieuwe subsidieregelingen voor vergoeding van kosten voor:

    • activiteiten van detailhandelaren, zowel ten behoeve van de voorbereiding van de eindejaarsverkoop 2021 als naar aanleiding van de annulering van die eindejaarsverkoop (afzonderlijke regeling TSCV-19 Detailhandel);

    • opslag gedurende een jaar van eindejaarsvuurwerk dat in 2021 niet aan particulieren mocht worden verkocht en vervoer van dit vuurwerk, voor zover nodig om het vuurwerk veilig te kunnen opslaan (deze regeling).

Het generieke coronasteunpakket

Aan de financiële steun voor de vuurwerkbranche wordt deels invulling gegeven met de bestaande generieke coronasteunmaatregelen. Detailhandelaren en vuurwerkbedrijven kunnen gebruik maken van het generieke coronasteunpakket voor zaken als vaste lasten (zoals TVL), loonkosten (NOW) en financieringsconstructies. Deze regelingen zijn beschikbaar voor alle sectoren die geraakt worden door de overheidsmaatregelen voor de aanpak van het coronavirus, en bewegen mee met de mate waarin voor de onderneming sprake is van extra kosten als gevolg daarvan. Voor de generieke coronasteun wordt verwezen naar de daarvoor opgestelde regelingen en informatiekanalen. In deze toelichting wordt hier verder niet op ingegaan.

De nieuwe subsidieregelingen

De financiële steun op basis van de generieke coronasteunmaatregelen wordt aangevuld, omdat de vuurwerkbranche specifieke extra kosten maakt (zie hierboven bij de Probleembeschrijving). Met subsidieregelingen wordt voorzien in de basis voor deze extra steun. De onderhavige regeling heeft betrekking op de extra kosten voor opslag en vervoer van eindejaarsvuurwerk in relatie tot het vuurwerkverbod voor de jaarwisseling 2021–2022.

De nieuwe subsidieregeling

De Kaderwet subsidies I en M geeft de mogelijkheid om subsidies te verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake milieubeheer. Een subsidie kan worden verstrekt met het oog op het verrichten van bepaalde activiteiten door de aanvrager, anders dan geleverde goederen of diensten (artikel 4:21, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht). Deze regeling voorziet in subsidies voor activiteiten ten behoeve van vervoer en opslag van eindejaarsvuurwerk. Met een subsidieregeling kan dus invulling worden gegeven aan de benodigde extra steun.

III Hoofdlijnen van de subsidieregeling

Probleemaanpak

Om de financiële gevolgen van het tijdelijke vuurwerkverbod voor detailhandelaren en voor vuurwerkbedrijven te verkleinen, voorziet de regeling in subsidie voor activiteiten gerelateerd aan het vervoer en de opslag van het vuurwerk dat onder het verbod valt. Het sluit aan bij de subsidieregeling voor de jaarwisseling 2020–2021.

Aan detailhandelaren en vuurwerkbedrijven met een eigen opslagfaciliteit met meer dan 10.000 kg vuurwerk kan op grond van artikel 6, eerste lid, van de regeling subsidie worden toegekend voor de opslag gedurende een jaar van onverkocht eindejaarsvuurwerk. Hiervoor bedraagt de subsidie € 0,63 per kg. De hoeveelheid opgeslagen vuurwerk wordt uitgedrukt in kg onverpakt eindejaarsvuurwerk. Hiermee wordt aangesloten bij de verplichting van artikel 1.4.4 van het Vuurwerkbesluit om op 1 februari van elk jaar binnen de inrichting een overzicht aanwezig te hebben van de voorraad en de voorraad mutaties uitgedrukt in kg onverpakt vuurwerk.

Voor het vervoer dat vuurwerkbedrijven laten uitvoeren ten behoeve van deze opslag geldt op grond van artikel 6, tweede lid, van de regeling een subsidie ten bedrage van de in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 voor aanvullend vervoer aantoonbaar gemaakte kosten vermenigvuldigd met een factor tweeënhalf. Hiermee wordt ten eerste voorzien in een tegemoetkoming voor additionele kosten voor vervoer om het vuurwerk te verplaatsen naar opslagruimte die tot in het najaar van 2022 hiervoor beschikbaar is en het vuurwerk efficiënt over de (beperkte) beschikbare ruimte te verdelen, ook na 1 februari 2021. Ten tweede wordt hiermee voorzien in een tegemoetkoming om eind 2022, het vuurwerk alsnog uit te leveren aan de detailhandel voor de eindejaarsverkoop 2022 (zie probleembeschrijving).

Tot slot wordt vervoer dat door het vuurwerkbedrijf zelf wordt uitgevoerd, niet meegenomen in het bedrag waarop de subsidie wordt gebaseerd, omdat voor de overheid niet afdoende controleerbaar is of een aanvraag op basis van eigen vervoer voldoet aan de subsidievoorwaarden.

Als de gezamenlijke aangevraagde subsidies voor opslag en vervoer het subsidieplafond in artikel 8 te boven gaan, wordt het beschikbare bedrag evenredig verdeeld over de tijdig en volledig ingediende aanvragen (artikel 3).

Subsidies per doelgroep

De subsidies worden als volgt toegekend aan detailhandelaren en vuurwerkbedrijven.

Vuurwerkbedrijven kunnen een aanvraag indienen voor opslag en vervoer (artikel 6), mits zij aan de overige subsidievoorwaarden voldoen. Artikel 6, tweede lid, betreft subsidie die wordt toegekend voor aanvullend vervoer dat nodig is om vuurwerk op te slaan. Bij detailhandelaren die een aanvraag indienen onder artikel 6, eerste lid, betreft deze eigen opslag; extra vervoer is hiervoor niet nodig en wordt niet gesubsidieerd.

Ondernemers (zowel detailhandelaar als vuurwerkbedrijven) van wie de schade op een andere wijze wordt vergoed, bijvoorbeeld door de verzekering, kunnen geen aanspraak maken op de subsidie. De reden hiervoor is dat de overheid op basis van EU-regelgeving geen schade mag compenseren die al op een andere wijze wordt vergoed. Aan aanvragers zal daarom via het aanvraagformulier worden gevraagd om te verklaren dat dit niet het geval is.

IV Wettelijk kader

Het tijdelijke vuurwerkverbod is gerealiseerd door de wijziging van het Vuurwerkbesluit. De subsidieregeling is gebaseerd op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht, de Kaderwet subsidies I en M en het Kaderbesluit subsidies I en M.

Europeesrechtelijke aspecten

Bij het verstrekken van subsidie aan ondernemingen in de zin van het EU-recht moet worden getoetst of mogelijke staatssteun als gevolg van die subsidie gerechtvaardigd is.4 Uitgangspunt is dat dergelijke steunmaatregelen verboden zijn. De bedoeling daarvan is te voorkomen dat een lidstaat het eigen, nationale, bedrijfsleven met de subsidie bevoordeelt ten koste van de concurrentiepositie van bedrijven uit andere lidstaten, en daarmee de werking van de interne Europese markt belemmert. Er kan echter sprake zijn van omstandigheden waardoor steun door subsidie gerechtvaardigd is, bijvoorbeeld bij natuurrampen.

Omdat niet kan worden uitgesloten dat de steun op basis van deze regeling onder het staatssteunverbod valt, is de ontwerpregeling voorgelegd aan de Europese Commissie om te beoordelen of de steun geoorloofd is in verband met de bijzondere situatie van de COVID-19-pandemie. De Europese Commissie heeft bij beschikking van 28 juni 2022 met nummer SA.101802 (2022/N) de steunmaatregel voor de jaarwisseling 2021–2022 in overeenstemming met de interne markt verklaard.

V Uitvoering

Beoogd uitvoerder van deze nieuwe regeling is RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). RVO voert in opdracht van ministeries beleid uit dat is gericht op ondernemers, en beschikt over de hiervoor benodigde expertise. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat is de opdrachtgever van deze regeling. Uitvoering van de subsidieregeling voor opslag en vervoer voor de jaarwisseling 2021–2022 sluit aan op de uitvoering van de subsidieregeling voor uitvoer en van jaarwisseling 2020–2021.

RVO heeft voorzien in een digitaal loket voor het indienen van aanvragen, zal de aanvragen beoordelen en zo nodig nadere controles uitvoeren. RVO zorgt tevens voor het uitkeren van voorschotten en (waar nodig en op aanvraag) vaststellen en uitkeren van het definitieve subsidiebedrag.

Aanvragen kunnen vanaf indiening ervan worden beoordeeld. Na de sluiting van het digitale loket kan RVO beoordelen of het subsidieplafond wordt overschreden en de subsidiebedragen moeten worden bijgesteld. Daarna start RVO met het uitkeren van voorschotten op basis van de ingediende aanvragen.

Eventuele gebleken onjuistheden in de aanvraag kunnen aanleiding zijn tot afwijzing van subsidie of tot terugvordering van subsidie na toekenning. Dit geldt ook bij niet tijdige indiening van de aanvraag om subsidievaststelling van de subsidie voor opslag en vervoer.

Hieronder wordt ingegaan op de uitvoering van elk van de onderdelen van de subsidie.

Subsidie voor opslag en vervoer eindejaarsvuurwerk: opslag

  • De doelgroepen voor deze subsidie zijn vuurwerkbedrijven en detailhandelaren met eigen opslag (van meer dan 10.000 kg).5

  • Elke aanvrager ontvangt, als hij aan de voorwaarden voldoet, € 0,63 per opgeslagen kg onverkocht eindejaarsvuurwerk.6

  • De aanvrager dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en slaat het in 2021 niet verkochte eindejaarsvuurwerk in ieder geval tot en met 31 augustus 2022 op.

  • Bij aanvraag moet het aantal kg per 1 februari 2022 opgeslagen eindejaarsvuurwerk bedoeld voor de eindejaarsverkoop 2021 worden opgegeven.

  • 80% van het subsidiebedrag wordt als voorschot verstrekt.

  • Aanvragers moeten een verzoek tot vaststelling indienen, waarna RVO tot het uitkeren van de resterende 20% kan overgaan.

  • Bij het verzoek tot vaststelling moet een accountantsrapport worden overlegd.

  • RVO voert steekproeven uit en kan daarvoor onder meer inkoopfacturen opvragen. Om dit mogelijk te maken bevat de regeling een bewaarplicht van vijf jaar voor de relevante stukken.

Subsidie voor opslag en vervoer van eindejaarsvuurwerk: vervoer

  • De doelgroep voor deze subsidie zijn vuurwerkbedrijven.

  • Elke aanvrager ontvangt, als hij aan de voorwaarden voldoet, een bedrag ter hoogte van tweeënhalf maal de aantoonbaar gemaakte vervoerskosten in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022.

  • De aanvrager dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel en heeft ten behoeve van de opslag van eindejaarsvuurwerk aanvullend vervoer laten verrichten.

  • Met ‘aanvullend vervoer’ wordt bedoeld: door een derde uitgevoerd vervoer van eindejaarsvuurwerk, niet zijnde vervoer vanaf een haven of vervoer naar een opslaglocatie van een detailhandelaar. Onder dit vervoer valt dus uitsluitend vervoer tussen opslaglocaties onderling.

  • Bij de aanvraag moet de in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 vervoerde hoeveelheid eindejaarsvuurwerk in kg worden opgegeven.

  • 80% van het subsidiebedrag wordt als voorschot verstrekt.

  • Aanvragers moeten een verzoek tot vaststelling indienen, waarna RVO tot het uitkeren van de resterende 20% kan overgaan.

  • Bij het verzoek tot vaststelling moet een accountantsrapport worden overgelegd indien het subsidiebedrag hoger is dan € 125.000.

  • RVO voert steekproeven uit en kan daarvoor onder meer vrachtbrieven, vervoersfacturen en bewijzen van betaling daarvan opvragen. Om dit mogelijk te maken, bevat de regeling een bewaarplicht van vijf jaar voor de relevante stukken.

VI Gevolgen

Financiële gevolgen rijksoverheid

Om te voorkomen dat het totale subsidiebedrag het beschikbare budget overstijgt, is een subsidieplafond ingebouwd, ter hoogte van € 16 miljoen voor de vergoeding van kosten voor opslag en vervoer. Als het totaalbedrag van de aanvragen hoger blijkt dan het subsidieplafond, worden de aangevraagde subsidies evenredig verminderd. Bij onderuitputting vindt terugvloeiing plaats.

Administratieve lasten burgers, bedrijven en anderen

De administratieve lasten bij deze subsidieregeling bestaan uit de kosten van de informatieverplichtingen aan de overheid. Deze informatieverplichtingen zijn vooraf besproken met belangenverenigingen voor de vuurwerkbranche. Bij de berekening van de administratieve lasten wordt de Rijksbrede methodiek voor regeldrukeffecten voorgeschreven, waarin wordt uitgegaan van € 50 aan kosten per uur per bedrijf aan administratieve lasten.

Voor een aanvrager die is geselecteerd voor een steekproef (circa 10% van de aanvragers) zullen de administratieve lasten hoger uitvallen. Hoeveel werk dit is, is onder meer afhankelijk van de omvang van de aanvraag en kan niet vooraf worden bepaald. Deze kosten doen zich alleen voor bij een detailhandelaar die, of een vuurwerkbedrijf dat, besluit subsidie aan te vragen. Er is geen sprake van een verplichting en de inspanning levert subsidie op.

Subsidie voor opslag en vervoer

Bij de aanvraag voor subsidie voor opslag moet, naast de bedrijfsgegevens, het aantal kg worden opgegeven dat per 1 februari 2022 is opgeslagen per opslaglocatie. Bij de aanvraag voor vervoer dient de in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 vervoerde hoeveelheid in kg te worden opgegeven. Deze gegevens zijn bij de ondernemer beschikbaar en hoeven slechts te worden overgenomen in het webformulier. Naar schatting kost het verzamelen van gegevens maximaal 2 uur en het indienen van de aanvraag 1 of 2 uur tijd. Daarnaast moeten, met het oog op de mogelijkheid van een steekproef, bepaalde bescheiden gedurende vijf jaar worden bewaard. Daarvoor benodigde extra tijd is verwaarloosbaar.

Bij het indienen van het verzoek tot vaststelling van de subsidie moeten de stukken (facturen, vrachtbrieven en dergelijke) worden aangeleverd waarmee aangetoond wordt:

  • voor de opslagsubsidie: dat opslag in ieder geval tot en met 31 augustus 2022 plaatsvindt;

  • voor de vervoersubsidie: dat vervoer heeft plaatsgevonden in de periode van 19 november 2021 tot 1 februari 2022 van het opgegeven aantal kg.

De benodigde stukken hiervoor bevinden zich in de administratie van de aanvragers zelf en moeten dus eenvoudig te produceren zijn. Verwacht wordt, dat het indienen van het verzoek tot vaststelling maximaal 2 uur tijd vergt en het verzamelen van de benodigde stukken maximaal 4 uur. Per aanvrager levert dit een administratieve last op van naar schatting maximaal € 300. Bij het verzoek tot vaststelling moet ook een financiële verantwoording en een accountantsrapport worden overgelegd. De gemiddelde kosten hiervan liggen tussen de € 1.000 en de € 2.500. Voor de vuurwerkbedrijven die onder deze regeling subsidie aanvragen voor activiteiten in relatie tot de eindejaarsverkoop 2021 komt dit neer op gemiddeld € 2.050 in totaal per aanvrager (€ 300 + 1750).

VII Advies en consultatie

Inbreng externe partijen

Doelgroepen voor de regeling zijn detailhandelaren die vuurwerk verkopen met een grote opslagruimte en vuurwerkbedrijven. Gedurende de voorbereiding van de besluitvorming heeft overleg plaatsgevonden met de vuurwerkbranche, vertegenwoordigd door de BPN (Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland). De vuurwerkbranche heeft informatie geleverd ter onderbouwing van de verwachte extra kosten en inbreng geleverd met betrekking tot de uitvoeringsaspecten van deze subsidieregeling. Deze subsidieregeling sluit aan bij de vorige subsidieregeling voor opslag en vervoer.

Internetconsultatie

Het ontwerp voor de subsidieregeling heeft voor openbare internetconsultatie opengestaan van 22 december 2021 tot en met 31 januari 2022. In totaal zijn er vier reacties ingediend, alle openbaar.

Een van de reacties betrof een vraag over waarom alleen opslagen met een vergunning van meer dan 10.000 kg opslag € 0,63 krijgen per kg vuurwerk. Ook geeft een partij aan ontevreden te zijn met de communicatie rondom het vuurwerkverbod. In een van de reacties wordt aangegeven dat de regeling te mager is. De reacties die tijdens internetconsultatie zijn binnengekomen, hebben niet geleid tot wijzigingen in de subsidieregeling. Voor een nadere reflectie op de ingediende reacties wordt verwezen naar het verslag van de internetconsultatie, te vinden op https://internetconsultatie.nl/tsvc19_opslag_en_vervoer_2.

Advies ATR

Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) heeft het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft.

VIII Evaluatie

De effecten van de subsidieregeling worden na afronding bekend gemaakt. Het gaat daarbij om geanonimiseerde gegevens van detailhandelaren en vuurwerkbedrijven die gebruik hebben gemaakt van subsidie en de hoogte van de subsidies.

IX Inwerkingtreding

De regeling treedt in werking op 15 juli 2022. Gelet op de door de begunstigden gewenste spoedige inwerkingtreding van deze regeling wordt daarbij zowel wat betreft de publicatie als wat betreft de inwerkingtreding afgeweken van het voor deze regeling van toepassing zijnde vaste verandermoment.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

TSVC-19 opslag en vervoer.

X Noot
2

Definitie eindejaarsvuurwerk: De term eindejaarsvuurwerk wordt gebruikt voor consumentenvuurwerk met uitzondering van fop- en schertsvuurwerk als vermeld in bijlage I bij de Regeling aanwijzing consumenten- en theatervuurwerk (Ract).

X Noot
3

Artikel 2.3.2 van het Vuurwerkbesluit

X Noot
4

Artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

X Noot
5

In overeenstemming met artikel 6, eerste lid betreft dit detailhandelaren die per eigen opslaglocatie meer dan 10.000 kg in opslag hebben en vuurwerkbedrijven die in totaal meer dan 10.000 kg in opslag hebben.

X Noot
6

In lijn met de uitvoeringspraktijk bij TSVC-19 opslag en vervoer wordt het gewicht (in kilogrammen) onverpakt vuurwerk berekend als 97% van het gewicht (in kilogrammen) van verpakt vuurwerk.

Naar boven