Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 24 juni 2022, nr. IENW/BSK-2022/139237, tot wijziging van de Regeling spoorverkeer en de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 in verband met het knipperend vertrekseinlicht en herstel van onvolkomenheden

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

Gelet op artikel 26d, onderdeel a, van de Spoorwegwet, en de artikelen 9, 35 en 36 van het Besluit spoorverkeer;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling spoorverkeer wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 4. behorende bij artikel 24, wordt in het onderdeel Inhoud in hoofdstuk 11 Vertrekseinen, na rij ‘Nr. 706’ een rij toegevoegd, luidende:

Nr. 700 Knipperend vertrekseinlicht 35.

B

In bijlage 4. behorende bij artikel 24, wordt in het onderdeel Seinbeelden in hoofdstuk 11. Vertrekseinen, na rij ‘Nr. 706’ een rij toegevoegd, luidende:

Nr. / Sein	Afbeelding	Betekenis
Nr. 700		Er is toestemming voor het starten van de vertrekprocedure.
Knipperend vertrek-seinlicht
Wit knipperend licht met daaronder een V

ARTIKEL II

De Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 wordt als volgt gewijzigd:

A

In bijlage 2. behorende bij artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, hoofdstuk 2. ATBEG-functies, paragraaf 2.7. Optische signaleringen naar de machinist, wordt in eis nr. 4.7.4 na ‘bij het cabinesein’ ingevoegd ‘, met uitzondering van het cabinesein voor 40 kilometer per uur,’.

B

In bijlage 9. behorend bij artikel 14, tweede lid, komt in paragraaf Venlo-Duitse grens, onderdeel b, te luiden:

b. is uitgerust met GSM-R-apparatuur die voldoet aan TSI CCS;.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 juli 2022, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt zij terug tot en met 1 juli 2022.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

TOELICHTING

Algemeen

1. Inleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling spoorverkeer en de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020. Op verzoek van de spoorsector wordt aan Bijlage 4 van de Regeling spoorverkeer een knipperend vertrekseinlicht toegevoegd. Bijlage 4 hoort bij artikel 24 van de Regeling spoorverkeer en gaat over seingeving op het spoor. Met de uiteindelijke vervanging van het huidige vertrekseinlicht door een knipperend vertrekseinlicht wordt verwacht dat treinen vaker op tijd zullen vertrekken. Daarnaast wordt een inconsistentie in de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 gecorrigeerd.

2. Achtergrond en wettelijk kader

De Regeling spoorverkeer is gebaseerd op het Besluit Spoorverkeer. De Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 is gebaseerd op de Spoorwegwet.

3. Uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Ten aanzien van de wijziging in de Regeling spoorverkeer heeft het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) het dossier niet geselecteerd voor een formeel advies, omdat het naar verwachting geen omvangrijke gevolgen voor de regeldruk heeft. De ATR-toets is daarom achterwege gelaten.

Een ontwerp van een omvangrijker versie van de regeling, waarin ook een substantieel aantal wijzigingen in seinbeelden stond, is voor een handhaafbaarheids- uitvoerbaarheids- en fraudebestendigheidstoets voorgelegd aan toezichthouder ILT en infrastructuurbeheerder ProRail. De ILT en ProRail hebben aangegeven dat de wijzigingsregeling handhaafbaar, uitvoerbaar en fraudebestendig is.

Daarnaast is de omvangrijker versie van de regeling ter internetconsultatie voorgelegd in de periode van 12 april tot 1 juni 2022. Tijdens de internetconsultatie werd onder meer duidelijk dat opleidingsinstituten meer tijd nodig hebben om lesmateriaal aan de nieuwe seinbeelden aan te passen. Hierop is besloten om de regeling in te korten en te beperken tot onderhavige wijzigingen. De wijziging inzake het vertrekseinlicht betreft alleen de NS, dat een eigen opleidingsbedrijf heeft dat hier snel op kan inspelen. De andere twee wijzigingen, inzake de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020, hebben geen invloed op genoemd lesmateriaal.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2022. De minimuminvoeringstermijn is twee maanden. Dat betekent dat de regeling op 1 mei 2022 gepubliceerd had moeten zijn in de Staatscourant. Van deze termijn is afgeweken omdat het om wijzigingen gaat waar de doelgroep mee bekend is, en zelf door ProRail zijn voorgesteld. Met een snelle inwerkingtreding worden ongewenste publieke nadelen voorkomen.

Artikelsgewijs

Artikel I

In bijlage 4, hoofdstuk 11 (over vertrekseinen) is het seinbeeld ‘knipperend vertrekseinlicht’ toegevoegd. Het vertrekseinlicht is een teken voor de conducteur om het vertrekproces van de trein te starten. Er is vastgesteld dat het huidige vertrekseinlicht niet altijd goed herkenbaar of zichtbaar is voor het treinpersoneel. Daardoor werden soms geen of onterechte vertrekbevelen gegeven. Dit kon leiden tot Stop Tonend Sein-passages: het rijden door rood op het spoor, of tot een te laat vertrekken van de trein.

Sinds 2016 is het nu voorgestelde sein ‘knipperend vertrekseinlicht’ uitgebreid getest. De testen wijzen uit dat een knipperend vertrekseinlicht voor de conducteur beter te zien is. Een betere zichtbaarheid vergroot de spoorwegveiligheid en de punctualiteit. Met de introductie en landelijke toepassing van het knipperende vertrekseinlicht zullen treinen waarschijnlijk vaker op tijd vertrekken. Het niet-knipperende vertrekseinlicht vervalt gaandeweg met de uitrol van het nieuwe vertrekseinlicht.

Artikel II

Artikel II betreft een wijziging van de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020.

Onderdeel A (bijlage 2, Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020)

In bijlage 2, paragraaf 2.7, van de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 staat hoe de maximum toegelaten snelheid op het cabinesein moet worden aangegeven. Dit onderdeel is niet consistent met het ATB-cabinesein, zoals opgenomen in de Regeling spoorverkeer met nummer 802. De inconsistentie is opgeheven door in de Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020 op te nemen dat op het cabinesein voor een snelheid van maximaal 40 kilometer per uur geen snelheid hoeft te worden aangegeven. De seinbeelden van het ATB-cabinesein staan in hoofdstuk 5.2 van bijlage 4 van de Regeling spoorverkeer.

Onderdeel B (bijlage 9, Regeling indienststelling spoorvoertuigen 2020)

Naar aanleiding van overleg met het Spoorwegbureau van de Europese Unie en een signaal van DB Cargo is de betreffende tekst in bijlage 9 meer in overeenstemming gebracht met de rechtstreeks werkende uitvoeringsverordening (EU) 2016/919 van de Commissie van 27 mei 2016 betreffende de technische specificatie inzake interoperabiliteit van de subsystemen besturing en seingeving van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (TSI CCS).

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen