Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 12 januari 2021, nr. Min-BuZa.2021.11211-21, tot vaststelling van een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en tot wijziging van het besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 februari 2019, Min-BuZa. 2019.2328-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Vierde openstelling en wijziging beleidsregels Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6 en 7 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

Aanvragen voor subsidie in het kader van de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–20221 worden ingediend in de periode vanaf 4 februari 2022, 9:00 uur, tot en met 30 september 2022, 12.00 uur.

Artikel 2

Voor subsidieverlening in het kader van de vierde openstelling van het Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2022 een subsidieplafond van:

  • a. € 4,8 miljoen voor activiteiten van ondernemingen en maatschappelijke organisaties om hun internationale waardeketens te verduurzamen (eerste pijler).

  • b. € 450.000 voor ondersteuning van maatschappelijke organisaties voor hun rol bij de implementatie van IMVO-convenanten (tweede pijler).

Artikel 3

De bijlage bij het besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 februari 2019, Min-BuZa. 2019.2328-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022) wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf II.4.2. Verdeling van beschikbare middelen komt als volgt te luiden:

Voor elke openstelling in de eerste pijler geldt dat de voor de betreffende openstelling beschikbare middelen worden verdeeld door behandeling van ontvangen aanvragen in volgorde van binnenkomst, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel d, van het Subsidiebesluit van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Indien het plafond dreigt te worden overschreden door gelijktijdig ontvangen aanvragen, wordt de volgorde van behandeling bepaald door loting.

B

Aan het slot van paragraaf III.1.7. Omvang van de subsidie wordt een alinea toegevoegd, luidende:

Vierde openstelling

Elke aanvraag dient betrekking te hebben op ofwel basisactiviteiten ofwel extra activiteiten. Het maximale subsidiebedrag dat voor elk van de soorten subsidiabele activiteiten kan worden verkregen is € 150.000 aan inzet per IMVO-convenant voor de resterende programmaperiode van 12 maanden. De subsidie wordt per soort activiteit apart aangevraagd.

Het totale subsidiebedrag per activiteitensoort is maximaal € 150.000. Dit bedrag is gebaseerd op de maximaal resterende looptijd van 1 jaar voor nieuwe activiteiten, in verband met de einddatum die in paragraaf III.1.6 is vastgesteld voor de in het kader van de tweede pijler te subsidiëren activiteiten. Bij een looptijd van minder dan 1 jaar geldt dat de hoogte van het maximale subsidiebedrag wordt bepaald naar rato van het aantal maanden waarin de activiteiten waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft worden uitgevoerd.

Voor aanvullende subsidies geldt dat indien vóór 1 mei 2022 een aanvraag wordt ingediend, terwijl voor eerdere jaren reeds een subsidie is verkregen, de subsidie niettemin voor 2022 € 150.000 kan bedragen.

C

Paragraaf III.4.2. Verdeling van beschikbare middelen komt als volgt te luiden:

Voor elke openstelling in de tweede pijler geldt dat de voor de betreffende openstelling beschikbare middelen worden verdeeld door behandeling van ontvangen aanvragen in volgorde van binnenkomst, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel d, van het Subsidiebesluit van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Indien het plafond dreigt te worden overschreden door gelijktijdig ontvangen aanvragen, wordt de volgorde van behandeling bepaald door loting.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat het besluit van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verleend.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, namens deze, de Directeur-Generaal Internationale Samenwerking, K. van der Heijden

de Directeur-Generaal Buitenlandse Economische Betrekkingen, H. Schuiling


X Noot
1

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 februari 2019, Min-BuZa. 2019.2328-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022), Stcrt. 2019, nr. 12517; gewijzigd bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 20 januari 2020, Min-BuZa.2020.4784-16, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Tweede openstelling Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022), Stcrt. 2020, nr. 4876, bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 14 juli 2020, nr. Min-BuZa.2020.5169-22, tot wijziging van het besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 februari 2019, Min-BuZa. 2019.2328-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Wijziging Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022), Stcrt. 2020, nr. 39708, en bij Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 februari 2021, nr. Min-BuZa.2021.6471-14, tot wijziging van het besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 26 februari 2019, Min-BuZa. 2019.2328-18, tot vaststelling van beleidsregels en een subsidieplafond voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Wijziging Subsidieprogramma Fonds Verantwoord Ondernemen 2019–2022), Sctrt. 2021, nr. 7494.

Naar boven